7 Urban legend waart rond Professor Top uit Leuven. „Hoe meer heisa, hoe beter. Als de journalisten toestromen en de radio en de tele visie er zich mee gaan bemoeien, wordt het pas echt leuk". foto wim dijkman ZATERDAGS Wie kent ze niet? De verhalen van Dode Oma op de Auto, het Afgerukte Handje en de Verdwenen Liftster. Moderne sages die steevast gaan over een vriend van mijn neef of de buurman van m'n zwager. De urban legend is de moderne variant van de aloude sage. Het zijn veelal story's die het ongemak en de gevaren van deze tijd verwoorden. Maar is de werkelijkheid niet altijd erger dan het verhaal? De angst voor vreemde culturen, rassenhaat en economische afgunst zijn veelal de smeuïge ingrediënten. Het is nog maar helemaal de vraag of de in Katwijk aangetroffen bever ooit hoofdpersoon van een urban legend zal worden. Irene Nieuwenhuijse Nu de komkommertijd weer aan breekt is het goed dat lezers en journalisten beseffen dat zij ex tra op hun hoede moeten zijn. Het bericht van het Wandelend Dekbed haalde vermoe delijke niet 'toevallig' juist in de zomermaan den de kolommen van kranten en werd zo als waar de wereld ingeslingerd. Een 'canard' is snel gemaakt, maar blijkt daarna in het ver- halencircuit onuitroeibaar te zijn. Willemien Bever, de onlangs aangetroffen bever in Katwijk, maakt grote kans om een hogere status te verkrijgen dan die ze thans bezit: hoofdpersoon uit een politiebericht. Toch worden de verhalen rond 'het mirakel van Katwijk' allengs mooier. Volgens Prof. dr. Stefaan Top uit België staat zij thans op het punt om uit te groeien tot een urban legend. Echter niet eerder dan nadat Willemien, de vrouwelijke equivalent van Willem Beven in de verhalen die over haar rondgaan een arge loze hond bijt of een onschuldige baby deer lijk verminkt. Een conflictsituatie is nu een maal één van de belangrijkste voorwaarden om een legende te verkrijgen. Want dat staat onomstotelijk vast, in de moderne sage strooit men royaal met dramatiek, engst, dood, verflerf, ziekte en straf. Tot nu toe doen de volgende verhalen de ronde: Het is niet onaannemelijk dat Willemien vanuit natuurpark Lelystad gelift zou zijn met een vrachtauto van een nabijgeleden peenkwekerij uit Katwijk. Het is echter ook mogelijk dat Willemien per ongeluk meegereden zou zijn, met een auto van een Katwijkse firma die in natuurpark De Biesbosch een wilgenteenbedrijf heeft. Willemien zou volgens een andere uitleg in de laadbak van een bus van garagebedrijf Beuk gesprongen zijn. In de bus zaten Noordwijkse bejaarden die een dagje naar De Biesbosch zijn geweest. De afstand Noord- wijk-Katwijk zou de bever bij thuiskomst Van de ouderen daarna kuierend hebben vol bracht. Volgens andere bronnen is het ook goed mo gelijk dat Willemien vanuit Oost-Duitsland meegereden zou zijn met een bloemenwagen uit Rijnsburg of een haringwagen uit Katwijk. Of iemand uit Katwijk zou een 'geintje heb ben willen flikken' met een vijandige buur- Deze veronderstellingen kunnen niet bewe zen worden: het blijft dus gissen voor de waarheidsgetrouwen onder ons. Maar de laatste uitleg gaat volgens Top, hoogleraar in de volkskunde aan de Leuvense universiteit, wel in de 'goede' richting. Ingrediënten van haat en naijver zijn al aanwezig. Want zo stelt Top: „Verhalen moeten een irrationeel karak ter heben, dat maakt ze smeuïg. Ze moeten vooral oncontroleerbaar zijn. Verhalen zijn toch de krenten in de pap van het leven. De mens kan niet zonder. Iemand die geen ver haal kan vertellen, is een beetje triestig. Daar is moeilijk mee te communiceren". En een sage wordt voor Top (50 jaar) pas echt interessant als er veel 'trammelant' bij komt. „Hoe meer heisa, hoe beter. Als de journalisten toestromen en de radio en tele visie zich er mee gaan bemoeien, wordt het pas echt leuk". Een Belgische vrouw kocht in de jaren tach tig een mooie tropische Juccaplant. Thuis gekomen gaf ze hem water, maar bemerkte bij het begieten dat de plant zachtjes begon te sissen. Ook de volgende dagen reageerde de plant met boos gesis. Alsof ze het niet prettig vond om water te krijgen. Omdat de vrouw een weekje op vakantie ging, vroeg ze haar buurman om voor de planten te zorgen. Buurman hoorde bij het begieten van de nieuwe plant eveneens een raadsel achtig geluid en vroeg raad aan een vriend die bij het Tropisch Instituut in Brussel werkt. De man kwam en vroeg of hij de bobbel die onderaan de steel zat heel voor zichtig open mocht snijden. Na de incisie deinsden de mannen geschrokken achter uit. Moeder Tarantula, een levensgevaarlij ke spin, verdedigde liefdevol haar jongen, maar kwam alvast op haar harige poten met haar gevolg langzaam de aarde uitgelo pen. Het 'aardige' van dit verhaal vindt Top dat na de verspreiding van dit bericht de lokale radio-omroep er aan meewerkte om de be woners op te roepen om alle nog in huizen aanwezige Jucca-planten terug te brengen bij de importeur. De rol van de media is volgens de Belgische professor van onschatbare waarde om de urban legend levend(ig) te houden. „Soms lukt dat niet en zakken ze als puddingen in elkaar". Een vader rijdt met zijn zoontje van drie jaar en de poedel naar een supermarkt Ze kopen er allerlei zaken, onder meer een zak aardappelen. Voor het inladen stelt de va der vast dat hij vergeten is sigaretten te ko pen. Hij zet de peuter in het karretje en zegt hem dat vader effe terug moet naar de win kel. Aan de hond geeft hij opdracht goed te waken over het kind en de winkelwaar. In een mum van tijd is pappa terug op de par keerplaats. Hij hoort zijn zoontje luid krij sen en de hond blaffen. Bij de wagen aange komen ziet hij het kind en de hond onder het bloed zitten. Omdat hij denkt dat de hond de aanvaller is, begint hij het dier te slaan en te schoppen. De kleine roept dat de poedel niets gedaan heeft en wijst met een bebloed vingertje naar de bodem van de winkelwagen. Vader ziet de glariënde ogen van een rat in de kapotgebeten aard appelzak. Dit verhaal heeft eveneens de nationale en internationale pers gehaald (zie knipsel). Ninove is de Belgische plaats waar dit bloe derig drama zich heeft afgespeeld. Een Duits sensatieblad sprong er op in. Het is naar de mening van Top een schoolvoorbeeld van een moderne sage, omdat de kem min of meer historisch is. De moderne sage is niet meer dan een va riant op de oude. De overeenkomst met de traditionele volkssage is groot. De 'verpak king' is alleen anders, maar de grondstruc tuur is dezelfde. Zijn in oude sagen waters, bossen, smalle weggetjes en landelijke wo ningen het decor, in de moderne variant be palen supermarkten, ongure parkeergarages, flats en magnetrons veelal de setting. In de oude sagenverzamelingen kan men ook aar- dig wat afgruwelen en is de teneur ernstig. De mensen hebben in vroeger tijd in ieder geval veel angst gekend. Niet verwonderlijk volgens Top. „Het analfabetisme was troef, Het bijgeloof tierde welig en de eenzaamheid in duistere landschappen prikkelt de verbeel ding". De Leuvense professor heeft verder uitge pluisd dat behalve de media ook de film zeer stimulerend op de urban legend kan werken. De volgende legende is gelocalisserd in een riante villa in Knokke en gaat onmiskenbaar terug naar de film When a Stranger Calls (1979) en is een geduchté waarschuwing voor meisjes die willen gaan babysitten. Een babysit krijgt in een grote villa drie kin deren onder haar hoede. Als ze oppast, gaat de telefoon. Op het moment dat het meisje de hoorn van het toestel afneemt, hoort ze een vreselijk' gekrijs. Ze informeert de alarmcentrale, omdat er verder niet wordt gesproken. Ze is angstig geworden van de hevige kreet. Zowel het telefoontje als het gegil herhalen zich nog een keer. Wanneer ze de alarmcentrale wederom in kennis stelt, krijgt ze het advies vooral thuis te blij ven. Als die avond voor de derde keer de te lefoon gaat en zij weer een doodskreet hoort, is ze geheel verstijfd van angst Ze smeekt om hulp bij de alarmdienst. Een te lefoonmonteur bezoekt de woning onmid dellijk en constateert dat die avond tot drie maal toe niet de buitenlijn maar de huiste lefoon is gebruikt. In de woning blijkt een kindermoordenaar zijn gruwelijk werk te hebben verricht. De moordenaar maakte tijdens iedere moord gebruik van de huiste lefoon. De moraal is niet mis te verstaan. De grote boze buitenwereld is een gevaar voor jonge meisjes. In dit kader zijn talloze varianten be kend. Meisjes die naar een grote stad afreizen orq er hun geluk te beproeven, moeten er 'niet te dicht langs de huizen lopen'. Er zijn vele voorbeelden van onverklaarbare vermis singen van jonge dochters. Zij zouden regel matig naar binnen worden gesleurd, waarna het meestal slecht met ze afloopt. Deze goedbedoelde 'tips' kunnnen mis schien worden beschouwd als een plaatsver vangende raad van een bezorgde vader of moeder. Kwijnend gezag en verdwijnende autoriteit van ouders in de hedendaagse tijd is wellicht de voedingsbodem van deze ver halen. VORSERS Betekent dit dat de moderne sagen slechts als verzinsels gekenschetst kunnen worden? Met andere woorden zijn waarheid en fictie niet uit elkaar te houden? Volgens Top hebben verschillende vorsers systematische onder zoek verricht naar de echte bron van de 250 bij hem nu inmiddels bekende verhalen. Ze zijn er echter nooit in geslaagd om iets uit de eerste hand te weten te komen. Steeds op nieuw bleek het iemand anders te zijn die de ervaring had meegemaakt. Het waarheidska rakter van de moderne sage is dus bijzonder klein. „Maar ze zijn de spiegel van een men taliteit en zijn daardoor van onschatbare waarde". Er is echter nog eèn andere uitleg. Als een sensationeel bericht de krant haalt, veroor zaakt de mededeling op zich vrijwel onmid dellijk een paniekreactie. Deze reactie kan dan weer een sage voortbrengen. In Zweden is daar een illustratief voorbeeld van bekend. 'Vergiftigde' sinaasappelen leidden er tot een economische catastrofe.'Zo ook in België. Daar werd op een gegeven moment verteld dat in pashokjes van een groot kledingbedrijf vrouwen verdwenen. Ze zouden verkocht zijn op de blanke slavinnenmarkt. Op een ge geven mofrient werd de geruchtenstroom zo erg dat vrouwen niet meer de filialen in durf den en het bedrijf failliet werd verklaard. Top signaleert naast de bovengenoemde kenmerken in de hedendaagse sagen ook steeds meer tendenzen van rassenhaat. Het is vaak nog wat verborgen, maar volgens de hoogleraar onmiskenbaar in opmars. Twee vrienden vertrekken voor een vakan tie naar Turkije. Op een avond gaan ze sa men naar een feestje. De gezelligheid lokt en de drank is gratis. Een van de twee gaat eerder terug naar het hotel omdat er voor de volgende morgen vroeg een excursie is aangekondigd. Bij het ontbijt blijkt de ach tergebleven feestvierende jongeman spoor loos. Het bed is onbeslapen. De politie wordt ingeschakeld en het hotel wordt uit gekamd. De vriend blijft zoek. Een paar da gen later wordt de .verloren gewaande reis genoot op het strand - versuft - aangetrof fen. Hij weet zich niets meer te herinneren, maar heeft wel een enorme pijn in de len denen. Er blijkt een nier uit zijn lichaam te zijn gehaald. Pas op voor de nierenmaffia en zeker in bepaalde landen loop je als blanke groot risi co, is de impliciete boodschap. Hetzelfde ver haal doet in Amerika de ronde over een echt paar dat naar Mexico op vakantie gaat. Ook varianten naar Zuid-Amerika zijn bekend. Het 'vreemde' trekt misschien aan, maar het kan levensgevaarlijk zijn, is de moraal van dit verhaal. PERMANENTJE Tevens melden de sagen regelmatig over vre selijke ongemakken die reizigers in derde we reldlanden kunnen oplopen. De vrouw die haar in Afrika aangebrachte permanentje te rug in Nederland op een dag veranderd ziet in een levend spinnennest. De toehoorder rilt en Top verhaalt met duidelijk genoegen ver der en voert de spanning nog wat op: „Ik ken iemand die een vriendje heeft die dermatoloog is in het ziekenhuis. Hij heeft me verteld dat hij vaak mensen moet be handelen die in verre landen onderhuidse uitzaaiingen van insekten hebben opgelo pen. De diertjes kruipen de huid weer uit. Hun onderarmen zitten dan vol zweren en pukkels". Is Top hier ineens zelf een gerespecteerd verhalen-verteller geworden? „De urban le gend is ©eer dan oude-wijven-praat. De in houd hoeft niet hélemaal waar te zijn. Maar zij heeft altijd meer om het lijf dan een onno zel verhaaltje, het gaat om de boodschap. Juist het onlogische maakt haar extra aan trekkelijk". Daarnaast heffen veel moderne sagen een waarschuwend vingertje op richting onbe kend voedsel en medicijnen. Kattevoedsel- story's daarbij nog buiten beschouwing gela ten. „Die verhalen hebben kop noch staart, de sagen moeten natuurlijk wel een afgerond geheel vormen", meent de Leuvense hoogle raar. Hij geeft daarom een beter voorbeeld: Een man bestelt in een Italiaans restaurant een pizza. Hij bijt op 'iets' hards en consta teert dat er een voorwerp tussen zijn tan den zit wat er met geen tandenstoker is uit te halen. Hij maakt ijlings een afspraak met zijn tandarts. De dentist durft de waarheid eerst niet te zeggen, maar bekent dan schoorvoetend dat het bewuste voorwerp eeii stuk van een rattetand is. De politie wordt gewaarschuwd en in het restaurant treft de Hermandad in de diepvriezer tien tallen voor comnsumptie klaargemaakte ratten aan. Zonder te beseffen halen wij iets in huis, waarvan we ons niet realiseren hoe gevaarlijk of schadelijk het kan zijn voor de gezond heid. De hedendaagse mens moet constant op -zijn hoede zijn voor al die 'verderfelijke' uitheemse eetgelégenhedeni Angst voor het onbekende is de drijfveer van een grote serie restaurantverhalen. Maar ook in huis is hij niet meer veilig. Er kan altijd iets vreselijks in het voedsel zitten. Wees voorzichtig met al te aantrekkelijke aanbiedingen. Een mollige vrouw koopt vermageringspil len via een aaiilokkelijk opgestelde adver tentie in een damesweekblad. Op de ver pakking staat dat de pillen vooral koel moe ten worden bewaard. Per dag dient ze een pil in te nemen. De derde dag staat ze op het punt de pil te slikken als de telefoon gaat. Ze legt de pil even (in de zon) neer en praat vervolgens ruim een half uur met haar dochter. Als de vrouw terugkomt ziet ze iets op het aanrecht bewegen. Het is de vermageringspil die in de zon was gaan smelten. De vrouw ontdekt zo tot haar gro te ontsteltenis dat de pil eigenlijk een ver pakte lintworm is. Net als de goede moppentapper is de rou tinier onder de verhalenvertellers onmiddel lijk te herkennen. Top: „Hij doet het met ver ve en brengt het altijd een beetje nonchalant. Het liefst oppert hij het als 'tussendoortje'. Vertellen is een vaardigheid. Een goed vertel ler verzint altijd wel wat. Hij doet het boeiend en in één ruk". Het wachten is nu dus op de rasverteller uit Katwijk die verleden week gezien heeft dat een oom van zijn nichtje samen met zijn dochtertje op het strand vlak bij de stranttent van Willy Zuid rondliep. Ineens sprong er een dier vanuit een strandhokje. Eerst dacht die oom nog dat het een grote rat was, maar toen hij de enge tandjes en de grote platte staart zag wist hij beter...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 32