7 Heerema-offshore wacht op vette jaren De Heerema Groep ZATERDAGS Hij laat niet het achterste van zijn tong zien. Pieter Heerema moet duidelijk nog wennen aan zijn eerste mediacontacten. De president van het Leidse offshore- bedrijf, dat ook wel de 'zwijgende reus' wordt genoemd, acteert zeer behoedzaam. De boodschap die hij wèl kwijt wil, is dat het de goede kant opgaat met zijn bedrijf: na een jarenlange malaise verwacht Heerema, bouwer van olieplatforms en pijpleidingen, weer winst te kunnen boeken. De toekomst voor zijn bedrijf met een geschatte omzet van 1,5 miljard gulden, is rooskleurig. Pieter Heerema doorbreekt het stilzwijgen. Zwijgende reus doorbreekt stilzwijgen Russische onderzeeër nog niet gelicht De bij Noorwegen gezonken Russische atoomonderzeeër is nog steeds niet gelicht. Het Leidse offshore-concern Heerema zou dit karwei op zich nemen, maar de Russen hebben nog steeds geen besluit genomen over de voortgang van het werk. De onderzeeër heeft scherpe atoomkoppen met radio-actief materiaal aan boord. Pieter Heerema: "Gezien de huidige politieke situatie in Rusland verwacht ik geen snel besluit. Op korte termijn is er nog geen onmiddellijk gevaar voor lekken van radio-actief materiaal maar hoe langer hij blijft liggen, hoe gevaarlijker het wordt. En dan gaan wij hem in elk geval niet meer naar boven halen." Die zwijgzaamheid en terughou dendheid kon niet voorkomen dat er veel over zijn bedrijf werd geschreven. Want het familiebedrijf Heerema groeide vanaf de jaren zestig spectaculair en behoort nu tot een van de grootste off-shore bedrijven ter wereld. Opvallend waren de overnames van het sleep- en bergingsbedrijf Wijsmuller en staalconstructiebedrijf Groot- int. Pieter Heerema had er nimmer behoefte aan om zelf openheid van zaken te geven. Sterker nog, netelige kwesties als het ontslag van 950 Spaanse zeelieden, werden door zegslieden afgehandeld. De reden dat hij nu de stilte heeft verbroken, heeft ongetwijfeld te maken met zijn opluch ting over een slepend familiedrama dat on langs. werd opgelost: Pieter Heerema heeft zijn vier broers en mede-aandeelhouders uit gekocht waardoor hij alleenheerser en enige eigenaar van het bedrijf is geworden. Heere ma kon dat doen omdat hij een pakket aan delen van tien procent van de Hollandsche Beton Groep van de hand deed. Waarde: iets minder dan 65 miljoen gulden. Pieter Heerema laat niets los over de ge voelige kwestie rond zijn broers. „Het is nu geregeld", zegt hij zonder verdere toelichting. De uitdrukking op zijn gezicht is afwerend: hij wil over niet praten, flicten en het bedrag dat met de uitkoop ge moeid is, laat hij de buitenwereld alleen ra den. Tijdens het vraaggesprek wenst hij verder niet te worden herinnerd aan familietwisten en het oorlogsverleden van zijn vader. Ook de affaire met de 950 Spaanse zeelieden die Heerema in 1988 op straat zette, kan geen onderwerp van gesprek zijn. Dat zijn precaire onderwerpen die Heerema het liefst vergeet. Heerema heeft zelf een andere verklaring voor zijn zwijgzaamheid en terughoudend heid dan de oplossing van het familieconflict. Hij zegt zich niet in de kaart te willen laten - kijken door de concurrenten in het besloten offshore-wereldje. „Het kan nu eenmaal heel vervelend zijn als de concurrentie weet hoe Heerema ervoor staat, hoe levensvatbaar we zijn." Ook heeft hij zich jarenlang voor de nieuwsgierige buitenwereld afgeschermd omdat hij hoegenaamd geen belang had bij publiciteit. „Het is bij ons niet zo dat iemand naar aanleiding van een krante-artikel eventjes een extra booreilandje komt bestel len voor zijn achteruin. Voor Heineken heeft publicititeit wèl zin: de verkoop van kratjes bier kan stijgen, Maar voor ons heeft het geen enkele nut: in ons marktgebied zijn we heel goed bekend." Dat Heerema nog niet helemaal uit de schaduw wil komen, blijkt uit het feit dat hij niet op de foto wil. Pieter Heerema, 40 jaar, maar ogend als een twintiger, kwam in 1982 in het familiebe drijf werken, zijn vader - Pieter Schelte - was net overleden. In 1988 werd hij president. Wat de bedrijfseconoom met de onderne ming wil bereiken, is duidelijk: het nu al gi gantisch grote bedrijf dat zijn vader in 1946 in Venezuela op poten zette, verder laten groeien en de concurrentie in de offshore wereld langzaam maar zeker van zich af schudden. Hij ziet daartoe goede mogelijheden. Als we Pieter Heerema moeten geloven zijn na zeven magere jaren, nu zeven vette jaren aangebroken voor de offshore-gigant. „Nu de olie-industrie wéér aantrekt na een jarenlang diep dal, hebben wij de beste uitgangspositie om daarop in te springen. We hebben de goede mensen, de juiste kennis en goed on derhouden materieel. Ik wist dat er een keer een omslagpunt zou komen en nu staan we voorin de rij om daarvan te profiteren. Ande re bedrijven die in een soort winterslaap zijn gegaan, komen nu in grote problemen. Het is belangrijk om goed naar de toekomst te kij ken", zegt hij met een vastberaden trek om zijn mond. CRISIS Heerema is als grote onderneming die zich toelegt op het ontwerp, constructie, trans port, installatie en onderhoud van pijpleidin gen en offshore-platforms, altijd al afhanke lijk geweest van de schommelingen op de in stabiele olie- en gasmarkt. Toen vanaf 1985 de vraag naar olie kelderde en de dollar scherp in waarde daalde, werd Heerema's offshorebedrijf meegetrokken naar beneden. Want ook de vraag naar olieplatforms nam af. De crisis duurde tot 1990 en Heerema leed in die jaren enorme verliezen. Pas vorig jaar tekende zich een licht herstel af: de oliemarkt trok weer aan. Heerema over die zwarte periode: .Aan vankelijk deden we niets. We wisten toen nog niet dat het wel eens wat langer zou kunnen duren voordat de oliemarkt weer zou aan trekken. Toen we het er allemaal over eens waren, waren we zo diep in de ellende gezakt dat we ingrijpende maatregelen moesten ne men." Een aantal vestigingen werd gesloten en het personeel werd ingekrompen met on geveer 1200 mensen. De directie werd totaal vervangen. „De kern van de mensen met de know-how hebben we aangehouden en de franje hébben we ervan afgehaald. Datzelfde geldt voor het materieel: onze schepen heb ben we deels gesloopt, deels behouden en onderhouden." Maar de maatregelen kwamen veel te laat. Alleen door een sterk eigen vermogen kon Heerema het hoofd boven water houden in de woelige golven van de instabiele oliemark- ten. Zo kon het bedrijf in 1978 met dat geld onder meer een belang van vijftig procent kopen in baggeraar Stevin, en veertig procent aandelen in aannemer Ballast Nedam. Kos ten: tientallen miljoenen guldens. Later wer den grote bedrijven als Grootint en Wijsmul ler ingelijfd, dus aan geld geen gebrek. „Zonder eigen geld hadden we het destijds niet gered," beaamt Heerema die niks kwijt wil over de hoogte van zijn reserves. Hij" houdt zijn mond ook stijf dicht over de om zet- en winstcijfers. „Uit 'concurrentie-over- wegingen", is zijn korte commentaar. BUITENISSIG Wel is duidelijk dat hij door de uitkoop van zijn broers een flink deel van het geld is kwijtgeraakt. Meer en meer is het bedrijf nu afhankelijk van externe geldbronnen. „Eigen vermogen is heel plezierig in een moeilijke tijd, maar voor een bedrijf is het natuurlijk wel een hele buitenissige vorm van financie ring. Elk bedrijf is extern gefinancierd, dat is iets normaals waarmee je moet leren om gaan", relativeert hij de risico's van zijn inge krompen vermogen. Hij vervolgt» „We staan nu aan het begin van een aantal hele goede jaren: ik verwacht een drastische stijging van ons bedrijfsresul taat. Dus het is nu een goed moment voor die verandering. Bovendien: te veel geld in reserve kan ook heel gevaarlijk zijn: het leidt tot 'luxe denken'. Dat hebben we gemerkt toen het zo slecht ging. De bedrijfsleiding dacht toen: o, we hebben toch geld genoeg, dus we doen nog even dit en dat. Dat is ook heel riskant." Heerema heeft naar eigen zeggen 'een compleet bedrijf. Na het samengaan met de Amerikaanse concurrent Mc Dermott in 1988 op het gebied van de zware kraanschepen, nam Heerema in 1989 de zware ladingsche pen over van het noodlijdende sleep- en ber gingsbedrijf Wijsmuller in IJmuiden. Ook heeft Heerema een belang van 50 procent in het bergingsbedrijf. Vorig jaar werd tenslotte het grote metaalconstructiebedrijf Grootint in Zwijndrecht overgenomen. Grootint is in teressant voor Heerema omdat het ook actief is in de civiele bouw: de bouw van tunnels, bruggen waaronder de tweede Van Brie- nenoordbrug en de aanleg van de TGV-baan. Uit het verleden heeft Heerema zijn les ge leerd en hij wil niet meer volledig afhankelijk zijn van de olie- en gasmarkt: hij wil zich niet meer exclusief toeleggen op de 'natte water bouw'. „Heerema wordt nog teveel in hokjes van olie en gas geduwd. We hebben een be langrijke beleidsbeslissing genomen en wil len ons meer toe leggen op de civiele bouw. Nu beslaat de civiele bouw ongeveer 10 pro cent van onze activiteiten: in de toekomst moet die verhouding 75 offshore en 25 pro cent civiele bouw worden." Heeft Heerema nog andere bedrijven op zijn wensenlijstje staan? Hij lacht: „Ik mis niks. Het is een mooi geheel zo: ik heb verder geen concrete plan- Over de concurrentie kan hij kort zjjn. „We hebben wel concurrentie, maar het verschilt nogal per bedrijfstak: vooral op gebied van pijpleidingen en fabricage zijn er veel andere kapers op de kust. Maar juist in de fabricage en installatie zijn we heel sterk en marktlei der. We pakken veel stukken uit de offshore- markt, maar het is een heel breed terrein. Ik zeg altijd maar: een kippeboer kan ook zeg gen dat hij in offshore zit: ze eten aan boord van een booreiland vast wel eens een kip- pepootje..." DIEP WATER Belangrijke nieuwe offshore-markten ziet Heerema gloren buiten de Noordzee en het Midden-Oosten. Hij verwacht veel van de nieuwste technologische ontwikkelingen met als doel het boren van olie in de hele diepe Wateren zoals de Golf van Mexico, boven de Shetland-eilanden en de trog tussen Enge land en Noorwegen. „Dat zijn economisch en politiek stabiele gebieden. En dat is erg belangrijk, denk maar aan de Golfoorlog. Het gaat in deze gebieden om zeeën van 1000 meter en dieper, terwijl 500 meter nu zo'n beetje het maximum is. De ontwikkelingen gaan snel: ik verwacht dat er over een paar jaar al een drijvend platform staat met een verbinding naar de zeebodem. Hoewel er nog jaren overheen zullen gaan, zullen wfj daar zeker bij zijn." Pratend over de toekomst, klaart het ge zicht van Heerema op en wordt hij enthou siast. Hij is zichtbaar blij dat hij het verleden even van zich af kan schudden. „De toe komst ziet er voor ons rooskleurig uit. We hebben een goede organisatie: het vet is eruit gesneden en we letten goed op. De werven, de installatie- en de fabricageafdelingen en de pijpleidingconstructie-bedrijven hebben goed gevulde orderportefeuilles. Ook met Wijsmuller gaat het steeds beter. Het ziet er goed uit de komende jaren, want het gaat goed met de oliemarkt. Ook verwachten we veel van de civiele bouw." De nu tien jaar oude kraanschepen van Heerema kunnen nog wel voor een kink in de kabel zorgen. „Met vervanging zijn enorme bedragen gemoeid, die investering is voor ons ondenkbaar: absoluut veel te duur. De schepen zijn nu over de helft van hun levens duur heen. De oplossing is een sterke stijging van de olieprijzen: de olie-maatschappijen moeten veel meer betalen voor onze plat forms. Met de huidige lage prijzen zijn de olie-maatschappijen hun eigen ruiten aan het ingooien. We praten er veel over met de oliemaatschappijen en wachten af." Trots is Pieter Heerema op de onderschei ding die zijn bedrijf dit jaar in mei ten deel viel in Amerika. Hij ontving de prijs op de jaarlijkse Offshore Technology Conference, een ontmoetingspunt voor alle belangrijke bedrijven in de offshorewereld, Heerema kreeg de prijs voor het in de praktijk toepas sen van een nieuw concept van kraansche pen. „Mijn vader heeft dat ontwerp tien jaar geleden bedacht en kreeg daarvoor in 1979 al een prijs. Deze prijs is heel bijzonder en ik ben er heel blij mee. Na tien moeilijke jaren is dit een erkenning voor ons gevoerde be leid. Heerema heeft de goede mensen en het goede materieel: we leveren altijd perfecte kwaliteit." Het Leidse offshore-bedrijf Heerema heet voluit: Heerema Holding. De groep bestaat uit vier zelfstandige bedrijven: Wijsmuller (zeetransport), Willbros in Amerika (pijplei dingen), Grootint en Heerema's werf in Vlis- singen (fabricage, staalconstructie, Heeremac en Heerema Ofehore in Leiden: joint venture Heerema/Mc Dermott (offshore-installatie). Het bedrijf dat niet aan de beurs is geno teerd, heeft vestigingen over de hele wereld waar zo'n 4500 mensen werken: het meren deel in het buitenland. 90 procent van Heere ma's klanten is in het buitenland gevestigd. Het inlijven van Grootint en Wijsmuller en het samengaan met concurrent Mc Dermott passen in het streven van Heerema om alle terreinen van de offshore-industrie te bedie nen: zowel de constructie van platforms en installaties als de plaatsing en transport er- De offshoremarkt is zich aan het herstellen na een aantal moeilijke jaren. Vorig jaar ga ven de oliemaatschappijen twee miljard gul den uit aan ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden, onderhoud van installaties en PIETER HEEREMA OFFSHORE-INSTALLATIE Heerema/Mc. Dermott Heeremac Heerema Offshore, Leiden aanleg van pijpleidingen op het Nederlandse continentale plat. Heerema heeft zich toegelegd op de zware offshore: het werk aan grote en zware plat forms in gebieden met slechte omstandighe den: hoge golven en veel wind. De Noordzee is van oudsher een belangrijke markt voor Heerema. De prognoses voor het bedrijf zijn gunstig. De omzet bedraagt ongeveer 1,5 miljard gul den. Volgens president-directeur Pieter Hee rema doet de werf in Vlissingen het al een tijdje goed, komt voor Grootint dit jaar het omslagpunt, zullen Wijsmuller en Heeremac volgend jaar winst maken en is Willbros al 10 jaar winstgevend. ANTILLIAN HOLDING Beleggingen, waaronder HBG: f 65 Miljoen PIJPLEIDINGEN Willbros, VS OFFSHORE - C0NSTUCTIE STAAL - CONSTRUCTIE Grootint, Zwijndrecht Heerema. Vlissingen ZWAAR ZEETRANSPORT Wijsmuller, IJmuiden Wijsmuller berging INFOGRAPHIC: LEIDSCH DAGBLAD/Rutger J Hoogerdijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 33