Kunst
'Jazz? Dat is toch maar
subculturele aanstellerij?'
Twee-eenheid 'Mens-Machine'
in Amsterdams zomerfestijn
Fraaie ets Rembrandt op expositie in Amsterdam
Zaterdag 13 juli 1991
Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYGROK JAN RUSDAM SASKIA STOELINGA Eindredactie: ANNEMIEK RUYGROK Vormgeving: PIET KOOREMAN
11
"JAZZ, DAT IS toch geen beroep7". In de jaren zeventig was
jazz nog een miskende muziekuitoefening. Nu wordt dat be
ter, al is Willem Breuker nog lang niet tevreden: ,,De overheid
heeft liever dat ik er vandaag mee ophoud dan morgen
Willem Breuker hekelt Nederlandse regentenmentaliteit
niet: „De overheid heeft liever
dat ik er vandaag mee ophoud
dan morgen." In de populari
teitspoll van het toonaangeven
de Amerikaanse jazzblad Down
Beat staat Breuker al jaren
nummer één in de categorie
'muzikant/componist die meer
bekendheid verdient'. „Weet je
wat ze op WVC zeggen als ze
dat lezen? Je hebt dat blad zeker
omgekocht. Klopt, antwoord ik
dan, en daar hebben we jullie
subsidiegeld voor gebruikt. Je
moet in zo'n situatie gelijk te
rugschoppen. Wie kaatst kan de
bal verwachten, nietwaar?"
We tolereren je, maar je moet
wel je grote mond houden. Dat
is kort gezegd de houding van
de rijksoverheid, meent Breu
ker. Het is een opstelling die
niet aansluit op de maatschap
pelijke werkelijkheid, want van
een aanvankelijk bij een vrij
kleine groep ingewijden gevierd
orkest is het Willem Breuker
Kollektief uitgegroeid tot een
veelgevraagd ensemble dat
overal ter wereld met veel suc
ces optreedt. Een concert in de
New Yorkse club The Knitting
Factory - brandpunt van de
nieuwste ontwikkelingen op
jazzgebied - trok zoveel volk dat
de delegatie van de Nederland
se ambassade er niet meer in
kon. Het kollektief heeft een ei
gen studio in Amsterdam en
een eigen platenmaatschappij -
BVHaast - die werk van het kol
lektief en van andere Neder
landse musici uitbrengt.
Het gaat dus goed, maar dat
weerhoudt Willem Breuker er
niet van te ijveren voor verbete
ring van de positie van collega
musici die het minder breed
hebben.
Maagpijn
Een recent bezoek van Breuker
aan WVC bezorgde hem maag
pijn. „Je kunt beter een fles je
never kopen. Het is echt parels
voor de zwijnen. Wie heeft de
grootste bek en wie heeft de
meeste doctorandussen, profs
en bedrijfseconomen achter
zich. Daar draait het om bij de
verdeling van het geld. De klas
sieke muziek is niet voor niets
altijd gestimuleerd door adel en
koningshuizen. Het maecenas-
idee werkt nog altijd door. En
jazz? Dat is toch muziek die in
de bordelen van New Orleans is
ontstaan? Dat is toch maar sub
culturele aanstellerij?"
Het neemt niet weg, voegt
Willem Breuker er aan toe, dat
een instelling als het BIMhuis
tegenwoordig floreert en dat het
rijk jaarlijks zo'n drie miljoen
gulden in jazzmuziek stopt. Een
bedrag dat onvoorstelbaar was
in de jaren zeventig. Toen von
den klassiek geschoolde orkest
musici het heel normaal dat
jazz geen cent subsidie kreeg.
„Cultuur, daar kun je geen
brood mee kopen, dus hebben
we er geen boodschap aan. Dat
is ongeveer de redenering. Kijk
naar de Fransen, de Duitsers, de
Britten: ze zijn trots op hun ei
gen muziek. Maar Nederlan
ders? Zoek eens iets van Peter
Schat, Willem Pijper of Hendrik
Andriessen in de platenzaak.
Geen cd te vinden! Geestelijk
welzijn in Nederland is in je jog
gingpak door het park rennen."
Kunstenaars in
Hooglandse kerk
Het duo Guus Hermsen en Ger
Oudshoorn houdt een expositie
in de Hooglandse Kerk van 20
juli tot 31 augustus. Deze twee
kunstschilders uit Voorschoten
en Leiden werken nauw samen.
De schilderstukken bestaan
veelal uit geometrische vormen
die in groot contrast staan met
wat zich op de achtergrond af
speelt. Deze vormen verwijzen
vaak naar getallen, die betrek
king hebben op planeten en de
daarbij behorende levenskwali
teiten. De techniek is gemengd.
In het algemeen schildert het
duo in fasen. Lagen worden op
elkaar geschilderd totdat de
voorstelling 'sopannend' ge
noeg is.
Hermsen en Oudshoorn had
den in 1988 hun debuutexposi
tie in de Leidse Waag.
Duiven, wezels, vossen en rei
gers weten zich tegenwoordig
ook in de stad te handhaven.
Hoe staat het echter met de
mens? Weet deze zich in zijn
zelf geconstrueerde wereld
waarin machines en tele- en in
formatica oppermachtig zijn,
nog staande te houden? Het pu
bliek krijgt tijdens het negende
Amsterdamse Zomerfestijn
voorstellingen gepresenteerd
waarin wordt gezocht naar een
antwoord op deze vraag over de
twee-eenheid 'mens-machine'.
De organisatoren zorgen van
19 juli tot en met 4 augustus
voor de komst van theaterma
kers uit allerlei Europese lan
den. De Berlijnse groep
R.A.M.M. onderzoekt in 'Stau-
forschung' bijvoorbeeld het be
schavingspeil van de filerijder:
wat gebeurt er als de eenheid
mens/machine door andere
voertuigen verhinderd wordt
door te rijden? Uit Salzburg
komt de viermansformatie '108
EB'. In 'Kamermuziek voor 4
motoren' behandelen zij het
onvermijdelijke afsterven van
de eeuw van het automobilis
me. De mannen bespelen hun
motoren als instrumenten en
vergroten zo hun ego. Neder
landse dans, toneel, mime, mu
ziek en beeldende kunst zijn
ondergebracht in de manifesta
tie 'Trans Tremor'.
Een bijzonder onderdeel
vormt de uitnodiging aan kun
stenaars in het netwerk van bui
zen en gangen onder de stad de
'verdrongen onderwereld' ge
zicht te geven. Gedurende drie
dagen zijn rioolgemalen, brug-
kelders en parkeergarages
opengesteld voor een speciaal
avondprogramma.
In theater Rialto wordt verder
een avondvullend filmprogram
ma met als uitgangspunt 'Mens
Machine' gepresenteerd. Tij
dens het festijn kunnen bezoe
kers voor nadere informatie te-
fecht in Theater De Balie aan
het Kleine Gartmanplantsoen.
De kaartverkoop loopt via de
ticketshop van het Amsterdams
Uit Buro en de VW-kantoren.
ZOMER IN
De laatste jaren bestaat er
veel aandacht voor beel
dende kunst op straat. Wa
ren het vroeger vooral
klassieke volkshelden die
in brons werden gegoten,
de afgelopen jaren hebben
gemeentes en particuliere
instellingen ontdekt dat
beelden ook een eigentijds
gezicht kunnen hebben. In
straten, parken en pleinen
zijn de meest uiteenlopen
de objecten verrezen. Ob
jecten die worden beju
beld, bekritiseerd, beklad,
beplakt en soms kapot ge
maakt. Van de honderden
beelden en objecten in de
regio Leiden laten we er
deze zomer enkele de re
vue passeren.
LEIDEN «JAN RUSDAM
Kunstwerk: Arabesque.
Bouwjaar: 1987.
Kunstenaar: Dorothé Jehoel.
Plaats: Touwbaan, Leiden.
Het kleurrijke, acht meter hoge,
stalen object voor het gebouw
van de Dienst Sociale Werk
voorziening heeft vooral de be
doeling zich als een vrolijk ele
ment in de omgeving te mani
festeren. De naam 'Arabesque'
verwijst naar een versierings
techniek waarbij grillige vormen
op bepaalde wijze worden ge
rangschikt. Het beeld is van alle
kanten te bekijken en door de
verscheidenheid aan vormen
telkens verrassend anders.
foto wim dijkman
AMSTERDAM GPD
Het Amsterdams Historisch
Museum huisvest op het ogen
blik een expositie over de cere
moniën waarmee in vroeger
eeuwen in de hoofdstad werd
rechtgesproken. Dat elke burger
daar in tegenstelling tot de te
genwoordige tijd ook op straat
mee in aanraking kwam, wordt
duidelijk gemaakt aan de hand
van een kleine maar bijzondere
selectie schilderijen, prenten,
etsen, kaarten en voorwerpen.
Een van de verrassingen is de
fraaie ets die Rembrandt in
1650 maakte van een landschap
met een banpaal.
De Franse overheersing aan
het eind van de 18e en het be
gin van de 19e eeuw bracht ons
land behalve nieuwigheden als
de invoering van een burgerlijke
stand, ook een ander juridisch
systeem met een fijnmazig stel
sel aan regels. Wie echter de in
druk mocht hebben dat onze
voorvaderen het in de eeuwen
daarvoor minder nauw namen
met de procedures, kan op deze
expositie leren dat het tegen
deel het geval was.
De rechtspraak was in han
den gelegd van de schout, ter
wijl ook voor de burgemeesters
en schepenen een rol was weg
gelegd. Zij hadden zich daarbij
strikt te houden aan de regels
die in „Het Ceremoniboek van
de stad Amsterdam" waren be
schreven, zodat elke burger pre
cies wist wat hem te wachten
stond. Op de expositie ligt een
van de toen gebruikte exempla
ren: de tekst ziet er degelijk uit
met dichtbeschreven vellen ge
detailleerde voorschriften.
Er was bij voorbeeld vastge
legd dat het gerecht één keer in
de twee weken een zogenoem
de ommegang moest houden:
de schout liep samen met een
gerechtsdienaar een precies
vastgelegde route door de stad,
waarbij de laatste een speciale
roede droeg om aan te geven
dat het hier om een rechtsaan-
gelegenheid ging. Pas als deze
ommegang (de Loospanding)
drie maal was gelopen en een
maal daarna de zogenoemde
Eigenpanding, mochten de
schuldenaars overgaan tot het
daadwerkelijk invorderen van
hun eisen.
Op de expositie hangt als
voorbeeld een roede van mooi
rood essehout. We vinden zo'n
„staf' ook terug op het kostelij
ke schilderij „Beslikte Zwaentje
of De boerenrechtbank", ge
maakt door Cornelis Troost in
1741. Een huilende boerenzoon
wordt schuldig bevonden aan
de verleiding van Zwaentje en
moet haar huwen. Het meisje
zelf staat met rode blosjes te
flirten met de zoon van de
dorpsheer, zodat duidelijk is dat
de streng kijkende rechters de
verkeerde vonnissen. Ook de
fraaie gravure van Lucas van
Leyden (uit omstreeks 1512)
met als titel „De Muil van de
Waarheid" illustreert dat de
roede in geen enkele rechtbank
mocht ontbreken.
Behalve de ommegang had
ook de rechtspraak plaats in de
open lucht. Daartoe bakende
men een voor iedereen zichtba
re plek af door touwen in een
vierkant te spannen, in de
volksmond bekend als vier
schaar. Ook werden banken ge
bruikt om het vierkant af te ba
kenen, waarmee het ontstaan
van het woord „rechtbank" is
verklaard. In Amsterdam was de
rechtbank tot 1652 te vinden in
de overdekte gaanderij onder
het oude stadhuis op de Dam:
we kunnen dat zien op het
sfeervolle wintergezicht dat Jan
Abrahamszoon Beerstraten
(1622-1666) van de Dam met
het oude stadhuis maakte. Op 7
juli van dat jaar brandde het ge
bouw af, maar achter de in-
gangsbogen van het huidige pa
leis is nog steeds het rijk gede
coreerde nieuwe rechtszaaltje te
vinden.
Ook het handhaven van. de
„Stads Vreede" ging met spe
ciale openbare ceremoniën ge
paard: wie zich had misdragen,
kon worden verbannen en werd
daartoe op rituele wijze naar de
bangrens van Amsterdam ge
bracht. Die grens was aangege
ven met zes zogenoemde ban
palen waarvan we er een terug
vinden op de ets van Rem
brandt. Op een kaart van Am-
stelland die Daniël Stopendael
omstreeks 1740 maakte is dui
delijk te zien dat elke stad en
dorp zijn eigen banzone had in
gesteld. Wie tegenwoordig nog
een banpaal wil zien. kan een
exemplaar uit 1625 vinden aan
de oevers van de Amstel, zo
toont een grote foto op de expo
sitie.
De rechtspraak uit vroeger
eeuwen heeft door straffen als
vierendelen en radbraken een
reputatie van gruwelijkheid. In
het Amsterdams Historisch Mu
seum herinnert daaraan slechts
één gravure van Philip Galle
(1537-1612) naar een VOOfbedd
van Pieter Breugel de Oudere
(1525-1569). We sten daarop
een groot aantal martelscènes
terwijl het publiek ademloos
toekijkt. Meer gruwelijks paste
niet in de opzet van de exposi
tie, maar het is toch goed dat
we zo even worden herinnerd
aan het feit dat al die beschaaf
de ceremoniën uit vroeger eeu
wen onderdeel uitmaakten van
een rechtsstelsel waarvan het
goed is dat het verdween.
De expositie „In de ban van
het recht" duurt tot en met 3
november. Het Amsterdams
Historisch Museum (Kalver-
straat 92) is dagelijks geopend
van 11.00 tot 17.00 uur.
Deze ets van Rembrandt uit 1650 toont een van de zes banpalen die tot het eind van de 18de eeuw de grens bepaalden tot waar schout en schepe
nen van Amsterdam recht mochten spreken. foto amstfrdams historisch musfum
DEN HAAG GPD
JAN DIRK VAN SCHEYEN
Enfant terrible, Bürgerschreck,
muzikale clown en onvermoei
baar voorvechter van jazz en
geïmproviseerde muziek. Type
ringen die alle vier van toepas
sing zijn op rietblazer, compo
nist en orkestleider Willem
Breuker (46). Sinds 1974 tim
mert hij met zijn tienmans-or-
kest het Willem Breuker Kollek
tief aan de weg. Het Willem
Breuker Kollektief speelde gis
teravond op het North Sea Jazz
Festival in Den Haag. De zeld
zame combinatie van muziek,
theater en humor waar het kol
lektief patent op heeft spreekt
mensen tot in India aan. Er is
sinds de jaren zeventig veel ver
anderd. „Toen zei men: Jazz,
dat is toch geen beroep?"
Zijn loopbaan begon in 1966
met de uitvoering van de com
positie Litanie voor de veertien
de juni, een stuk dat hij schreef
als aanklacht tegen het optre
den van de autoriteiten tijdens
een bouwvakkersopstand in
Amsterdam waarbij één man
overleed aan een hartverlam
ming. Het stuk werd uitgevoerd
op het Loosdrecht Jazz Festival.
De reputatie van de toen 21-ja
rige Breuker was in één klap ge
vestigd, want het muzikale esta
blishment en de behoudende
pers vielen over hem heen.
Schande, blokletterde De Tele
graaf. Deze ontaarde klanken
luiden het eind van de bescha
ving in. Dat was ongeveer de te
neur.
Verwekte - veel langer gele
den - de introductie van de
door fatsoensrakkers als ob
sceen gekwalificeerde Weense
Wals niet net zo veel opschud
ding? In kunst wordt al het
nieuwe bevochten.
Na 25 jaar staat Willem Breu
ker nog altijd op gespannen
voet met het gezag (lees:
kunstraden en ambtenaren van
wvc), wiens 'chicanes' bij het
toekennen van muzieksubsidies
hem maar zeer matig bevallen.
Het zijn bijverschijnselen van
het eeuwige gevecht tussen de
gevestigde klassieke-muziekbe-
oefenaars en de niet zelden op
modaal inkomensniveau opere
rende musici in de jazz- en im
proviserende sector. Maar het
moet gezegd: vergeleken met
twee decennia geleden wordt de
geïmproviseerde muziek in Ne
derland stukken serieuzer geno-
Dat heeft volgens Willem
Breuker onder meer te maken
met het feit dat hij en zijn gene
ratiegenoten zich niet meer lou
ter tot jazz beperkten. Ze legden
zich eveneens toe op composi
ties in de categorie 'ernstige
muziek'. „Eindelijk ontdekte het
establishment dat wij niet uit
sluitend in rokerige zaaltjes met
een rood hoofd van die vreselij
ke muziek stonden te spelen",
zegt Breuker. „Langzamerhand
werden we ook geloofwaardig
voor de cultuurdragers. Mensen
als Theo Loevendie en Misha
Mengelberg waren in dat op
zicht wegbereiders. Hun stuk
ken waren soms beter dan die
van de gevestigde componis
ten."
Niet ideaal
Ideaal is de situatie nog lang
Willem Breuker:,, Geestelijk welzijn in Nederland is in je joggingpak door het park n