Feiten 'Geduld Kroaten is op' Israël staat in Libanon voor lastige keuze Mandela niet meer gebaat bij boycot Basken en Catalanen putten hoop uit optreden Slovenen en Kroaten Nelson Mandela blijkt veel meer vertrouwen te hebben in de Zuidafrikaanse president De Klerk dan hij tot voor kort wilde doen geloven. Met zijn opmer king tijdens het congres van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) het afgelopen weekeinde over „een flexibeler aanpak van de sancties" neemt hij al dan niet bewust het nodige risico. Uit een dergelijke zienswijze zal in het buitenland immers snel de conclusie worden getrokken dat elke vorm van boycot kan worden beëindigd. Als zelfs het ANC de sancties overboord zet, dan zullen twij felaars als de Verenigde Staten zich niet langer gedwongen voelen Zuid-Afrika in de ban te doen. Daarmee wordt de Zuid afrikaanse regering bevrijd van een drukmiddel nog voordat de apartheid volledig is verdwe- Zover hoeft het in de ogen van het ANC vooralsnog niet te ko men, maar een dergelijke koers wijziging lijkt na de opmerkin gen van Mandela onvermijde lijk. De vraag is of het congres in Durban zich dat heeft gereali seerd. De veranderde opstelling van het ANC en Mandela is erg op vallend. Vorig jaar december werd het voorstel voor het gelei delijk opheffen van de straf maatregelen tijdens de 'raad plegende conferentie' van het ANC nog van tafel geveegd. Zelf deed Mandela onlangs nog een beroep op de Europese Ge meenschap het sanctiebeleid te handhaven. Voor het 'nieuwe realisme' van het ANC werd het echter hoog tijd. Het blanke minderheidsre gime heeft de afgelopen maan den maatregelen genomen die niet alleen als propaganda kun nen worden afgedaan. De Klerk met in zijn kielzog het parle ment heeft de ene na de andere apartheidswet geschrapt en de nodige politieke gevangenen vrijgelaten, waardoor de indruk werd gewekt dat alleen hij van goede wil was. Ook om een andere reden is het voor het ANC en Mandela in het bijzonder belangrijk dat de sancties (geleidelijk) verdwijnen en Zuid-Afrika niet langer wordt geïsoleerd. Als alles volgens plan verloopt, wordt Mandela de eerste zwarte president. Hem is er dus alles aan gelegen dat hij de leiding krijgt van een land dat er economisch gezien goed voor staat. In dat opzicht heeft v hij niet langer baat bij een boy cot, ook al pleit hij er voor om vooralsnog alleen de de sportie ve en culturele sancties op te heffen. Argumenten genoeg om de stap van Mandela en het ANC te ver klaren en toe te juichen, hoe veel risico zij daarmee ook lo pen. CORRESPONDENT „Wij moeten een voorbeeld ne men aan Slovenië. Het Baski- sche volk wil zijn vrijheid, maar dat zal niet lukken als wij door de knieën blijven gaan voor de centrale regering." Jon Idigoras, de politieke leider van de nauw met de terreurorganisatie ETA verweven Baskische politieke partij Herri Batasuna (HB) heeft nieuwe moed geput uit het be sluit van de parlementen van Slovenië en Kroatië om zich van Joegoslavië af te scheiden. „Want", zo luidt de opvatting van de grimmige Baskische lei der, „als we nu niet gebruik ma ken van de brede sympathie voor de autonome rechten van minderheidsgroepen en volke ren, zal een onafhankelijk Eus- kadi altijd een droom blijven". Idigoras en HB staan in Spanje niet alleen met hun steun voor het onafhankelijkheidsstreven van de twee Balkan-republie ken. In Baskenland hebben alle nationale partijen - de Partido Nacionalista Vasco (PNV), Eus- kadiko Ezkerra (EE), Eusko Al- kartasuna (EA) en natuurlijk HB - de afgelopen dagen niet onder stoelen of banken gestoken, waar hun sympathie ligt. In Catalonië, waar de regerende Convergencia i Unio (CiU) van president Jordi Pujol al enige ja ren uitstekende contacten met Slovenië onderhoudt, ligt het niet veel anders. De secretaris generaal van de kleine linkse Catalaanse partij Esquerra Re- publicana, Angel Colom, ziet sinds de gebeurtenissen in Joe goslavië weer een lichtpuntje voor een onafhankelijk Catalo nië. „Geen enkele Kroaat of Slo- veen had een jaar geleden dur ven hopen, dat ze nu zover zou den zijn. Hetzelfde kan dus ook met ons Catalanen gebeuren." En de fractieleider van CiU in het Spaanse parlement, Miguel Roca, waarschuwde dat de in terne tegenstellingen in Spanje over het huidige systeem van autonome regio's zullen toene men, als de centrale regering van de socialistische premier Felipe Gonzalez een Verenigd Europa blijft verdedigen ten koste van de regionale belan- Vergeleken met de emotionele reacties van de Catalanen, die zich vooral door opportunisme laten leiden, maken de reacties van de meeste nationale partij en in Baskenland een meer rea listische indruk. Met uitzonde ring dan van de radicale HB, die zich vorige week per brief tot de Joegoslavische ambassadeur in Madrid richtte. „Het volk van Euskalherria, dat ook al 150 jaar voor zijn nationale bevrijding strijdt, begrijpt heel goed wat het betekent, als een volk met geweld en dreigementen van zijn soevereiniteit wordt afge houden." HB-vooïman Idigoras is zelfs van mening dat „onaf hankelijkheid van het Baskische volk elke druppel bloed waard is". Met deze opmerking plaatst de omstreden HB-leider het ter rorisme van de ETA op dezelfde lijn als de vrijheidstrijd van Slovenen en Kroaten. Veel nadrukkelijker afgestemd op de realiteit van het Europa van de 21e eeuw is de reactie van Jose Antonio Ardanza. Vol gens de president van de auto nome regering van Baskenland kan er geen twijfel over bestaan dat de democratie in Europa voldoende garanties biedt voor de gerechtvaardigde eisen van autonomie door een aantal vol keren. „Als wij in vrijheid en met wederzijds respect de re gels van het spel volgen, is alles mogelijk en kan alles worden gerealiseerd." De centrale regering in Madrid houdt zich in deze hele discus sie angstvallig op de vlakte. Net zoals bijvoorbeeld in Frankrijk overheerst bij alle nationale partijen in de Spaanse hoofd stad begrip voor de strijd van de Slovenen en de Kroaten. Maar het gevaar, dat een eventuele door de EG gesanctioneerde on afhankelijkheid voor de twee Balkan-republieken overslaat naar de eigen regio's, die meer autonomie willen (Baskenland, Catalonië en Galicië in Spanje, de Corsica en Bretagne in Frankrijk, en - vooruit maar - de Friezen in Nederland) weegt uiteindelijk zwaarder dan de sympathie. Wel wordt in Madrid aangeno men, dat premier Gonzalez de komende maanden zich zal concentreren op nieuwe onder handelingen over het zoge naamde Pacto Autonomica. Jn dit pact moet definitief de toe komstige verhouding tussen de autonome regio's en de centrale overheid worden geregeld. Of de Spaanse regio's met alleen maar praten genoegen nemen» zal zeker afhangen van de ver dere ontwikkelingen in Joego slavië. Dinsdag 9 juli 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOS AAA ALTAN ERDOCAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS E NIEMANTSVERDRIET Vomigeving: JAKELIEN PAULUS EN MENINGEN SflTOKCOfc Op P6 O^MWm flwrawefl LD!££$ £N EGO $£0bT OCHT&iP' COMMENTAAR WIM STEVENHAGEN Bevriende militie wil Zuidlibanese stad Jezzine niet opgeven Voor het stadhuis van Osij- ek waren arbeiders van de gemeentedienst gisteren druk bezig het luchtaf weergeschut en de pant serwagens van de Kroati sche Nationale Garde op te poetsen. „In Brioni denken ze alleen maar na en pra ten ze. Hier in Slavonië sterven de mensen", zegt Igor Brandevic, 25 jaar en lid van de Kroatische Na tionale Garde. „Nu is het tijd om te gaan schieten. Ons geduld is op." OSUEK» MARCUS TANNER THE INDEPENDENT Het vredesakkoord dat zondag op het Adriatische eiland Brioni werd gesloten door de strijden de Joegoslavische leiders lijkt ver van het bed van Slavonië, een gebied in het oosten van Kroatië met een grote Servische minderheid. De vlakke strook vruchtbare landbouwgrond is verscheurd in een gewelddadige strijd tussen Servische paramili tairen, de zogenaamde Chet niks, en de Kroatische politie. In Tenja, een grotendeels Servi sche enclave zeven kilometer van Osijek, kwamen zondag vier Kroatische politieagenten en een Joegoslavische legerofficier om in een gevecht tussen Kroaten en Serven. Gekantelde vrachtwagens, vernielde perso nenauto's en door kogels gege selde huizen getuigen van de gewelddadigheden. In de Davska-straat smeult het uitgebrande karkas van een huis nog na. In dit huis achter de Servische linies werden ne gen Kroatische politieagenten ingesloten toen tanks van het Joegoslavische leger hen van hun collega's afsneden. Vier po litieagenten kwamen om, een Het Joegoslavische Volksleger heeft strategische posities ingenomen in Tenja, nadat het daar zondag en gis teren tot ernstige gevechten kwam tussen gewapende Kroatische en Servische nationalisten. Zeker twaalf mensen kwamen om het leven. foto ap michel euler voor een afgeschoten door Ser vische scherpschutters. Op de veranda van het huis zoemen vliegen rond een dikke poel half opgedroogd bloed. De bevol king had het onzielde lichaam van een van de Kroatische poli tieagenten tot gisterochtend in het huis laten liggen. De agent was doodgeschoten met een handgranaat in de hand en men was bang dat die zou ontplof fen. Twee Joegoslavische legertanks hadden zich op de weg gepos teerd, hun geweerlopen gericht op een Kroatische politie-een- heid die de andere helft van het dorp in haar macht had. „Het leger opende het vuur op ons", vertelt een Kroatische politie agent. „Dat doen ze altijd Wan neer ze denken dat de Chetniks in de problemen zitten." Igor Brandevic werkte ooit in een restaurant. Nu is hij com mandant van een plaatselijke eenheid van de Kroatische Na tionale Garde, een paramilitaire organisatie die de ruggegraat zou moeten vormen van een toekomstig Kroatisch leger. In het hoofdkwartier van de Na tionale Garde in Osijek zitten honderden stoere jonge Kroaten, gekleed in legeruni form en uitgerust met Kalash- nikov machinegeweren. Ze bui gen zich over kaarten en plan nen hun volgende operatie. Leden van de Nationale Garde beschouwen het Joegoslavische leger en de Chetniks als hun vij anden'. Zé beweren dat de Chet niks mensen vermoorden, waarna het Joegoslavische leger op het toneel verschijnt om hen tegen de Kroatische politie te beschermen. „Ons wacht een zware taak", zegt Igor. „Zoveel Chetniks en legertroepen zijn tegen ons. Het leger geeft hen wapens en helpt hen Kroaten te vermoorden." Aan de andere kant van de bar ricades in Tenja ziet de plaatse lijke Servische leider Milan Trbojevic de oorzaak van de ge vechten die Slavonië al maan den teisteren, in de nationalisti sche aspiraties van de Kroati sche leiders voor een onafhan kelijke staat. „Serven zullen nooit in een onafhankelijke Kroatische staat willen leven", zegt hij. De Servische paramilitairen rond Osijek worden vooral ge steund door de groeiende groep werklozen. De Kroatische eco nomie is in recessie en in een klimaat van stijgende etnische spanningen hebben vele dui zenden Serven hun baan verlo- De 41-jarige Zarko Cubrilo sloot zich bij de paramilitairen aan in de strijd tegen de Kroatische politie nadat hij in februari was ontslagen. „Twintig jaar lang werkte ik in Osijek als bouwop- zichter. Toen werden op een kwade dag alle Serven ontsla gen, terwijl de Kroaten hun baan behielden. Al het kwaad begon toen de HDZ (de rege rende partij in Kroatië) aan de macht kwam. Serven mogen al leen nog de straat vegen", zegt Cubrilo verbitterd. Het vredesakkoord van Brioni is nauwelijks van invloed op de gevechten in Slavonië. De wijd- se vlakte, bezaaid met rijke marksteden, is een oorlogszone. Landbouwgewassen worden niet meer verzorgd en dorpen worden massaal verlaten. Kroaten vluchten naar Rode Kruisposten in steden zoals Os ijek. De Serven vluchten over de grens naar het echte Servië. In Tenja worden de barricades weer opgericht. Servische scherpschutters richten hun ge weren op de torens van het na bijgelegen Osijek. „De Kroaten willen ons verdrijven", zegt een inwoner van Tenja. In het hoofdkwartier van de Na tionale Garde in Osijek bereiden jonge Kroaten zich weer voor op een nacht vol gevechten. „Natuurlijk vind ik dit niet leuk", zegt Igor. „Ik heb een vrouw en een dochtertje van twee. Maar zoals ik al zei, ons geduld is op. De tijd is gekomen om te schieten." TEL AVIV AD BLOEMENDAAL CORRESPONDENT „De aanwezigheid van het Zuidlibanese Leger in Jezzine zal ons nog eens in moeilijkhe den brengen", voorspelden Is raëlische legerofficieren toen in 1985 de militie van generaal Lahad de stad overnam van de falangisten. Zes jaar later drei gen ze gelijk te krijgen. Nu het Libanese regeringsleger zijn macht heeft weten uit te brei den tot Sidon en omgeving en de Palestijnse strijders in het ge bied hun raketwerpers en mor tieren inleveren, begint men in Bayrut verlangende blikken te werpen in de richting van het strategisch belangrijke Jezzine. De stad ligt in een bergachtig gebied, met uitzicht op een groot deel van de kustvlakte, het twintig kilometer oostelijker ge legen Sidon en de twee grote Palestijnse vluchtelingenkam pen Miyeh-Miyeh en Ein el-Hil- weh. De wegen van het zuiden naar het Shouf-gebergte en van de kust naar de Beka'a-vallei kruisen elkaar in Jezzine. Maar het Libanese regeringsleger wil er vooral graag binnentrekken, omdat het onder Israëlische hoede opererende Zuidlibanese Leger, de overwegend uit chris tenen bestaan de militie van ge neraal Lahad, er de dienst uit maakt. Er is weliswaar ook een compagnie van het officiële le ger, maar die heeft niets te ver tellen zolang bet Zuidlibanese Leger er een bataljon hand haaft. Jezzine is een enclave, een christelijk eiland in een door is lamieten beheerste omgeving. In 1985, toen het zijn laatste eenheden uit de rest van Liba non terugtrok, stelde Israël in het uiterste zuiden van het land een gemiddeld zes kilometer brede veiligheidszone in, be doeld om gewapende Palestijn se en Libanese infiltranten op hun tocht naar Israël in een vroeg stadium te kunnen on derscheppen. De Israëliërs had den het daarbij willen laten, maar Lahad stond erop dat zijn mannen ook het door de falan- gistische militie verlaten Jezzine zouden verdedigen. Dat mocht, maar Israël waarschuwde de ge neraal dat de gevolgens voor zijn rekening zouden zijn. De Eenheden van het Libanese leger namen vorige week de zuidelijke stad Sidon in, na felle gevechten met Pa lestijnse milities. foto afp nabil ismail legerleiding realiseerde zich ter- verdedigen. se milities, maar dat is meege- dege dat Jezzine zo'n 25 kilome- In die tijd verwachtte men in de vallen. Verrassend genoeg komt ter ten noorden van de veilig- eerste plaats problemen van de de 'bedreiging' nu van het Liba- heidszone ligt, niet makkelijk kant van de shi'itische Hezbol- nese regeringsleger, met als cru- bereikbaar is en dus moeilijk te lah-beweging en linkse Libane- ciale vraag voor de Israëliërs: wat moeten we doen als dat of ficiële leger, uiteraard op bevel van Damascus, de gok waagt zijn opmars in het zuiden voort te zetten in de richting van Jez zine? Moeten we generaal Lahad in dat geval te hulp ko men of niet? Een vervelend dilemma. Israël mag dan indertijd de generaal hebben laten weten dat de ver dediging van Jezzine zijn eigen zaak is, het is nauwelijks voor stelbaar dat het met de handen over elkaar zal blijven zitten als zijn enige steun en toeverlaat in Zuid-Libanon in de pan wordt gehakt. Het zou bovendien de 200.000 inwoners van de veilig heidszone tot nadenken kun nen stemmen over de kwaliteit van de Israëlische veiligheidsga ranties voor hun eigen gebied. Aan de andere kant kan militair optreden van Israël tegen het officiële Libanese regeringsleger vergaande gevolgen hebben. Li banon heeft kort geleden een 'broederschapsverdrag' geslo ten met Syrië, wat er op neer komt dat het land officieel on der Syrische protectie is ge plaatst. Een Israëlische actie te gen het Libanese leger zou dan ook kunnen leiden tot een oor log met Syrië. Volgens de Libanese pers heb ben de Amerikanen de regering in Bayrut beloofd dat ze er bij Israël op zullen aandringen Jez zine op te geven, zodra het Li banese leger erin Sidon en om geving onder controle zou heb ben gebracht. Dat is nu ge beurd, maar het is de vraag of Israël bereid is een ernstig con flict te riskeren met generaal Lahad en tegelijkertijd gezichts verlies te lijden tegenover Syrië. Lahad zei gisteren op een pers bijeenkomst dat hij er niet over peinst Jezzine prijs te geven. Hij vertelde niet in het minst onder de indruk te zijn van het optre den van het Libanese leger, om dat de Palestijnen alleen maar zijn teruggedreven in hun kam pen waar ze 'negentig procent van hun wapens' mogen be houden, en omdat Hezbollah in een aantal gebieden actiever zou zijn dan ooit. „Als het Liba nese leger probeert Jezzine bin nen te trekken, zal er worden gevochten", kondigde hij aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 2