7 D - Een vrouw met een luchtje Denkwijzer Negatief denken (2) 7 ZATERDAGS In haar appartement in de Rue Chambon. FOTO KAMMERMAN deunen mee. Redt Ze was 22 toen ze zich meeste res op een fraai landgoed mocht noemen. Gabriëlle Bon- heur Chanel overleed op zon dag 10 januari 1971 in Hotel Ritz, Parijs. Zevenentachtig werd ze. Ze leeft in naam, lijn, kleur en geur voort als Coco. Soms is er leven na de dood. Frankrijk! De aandacht gaat uit naar de po- seuses, de jonge meisjes die op het podium van Café Concert hun liedje zingen, buigen en plaatsmaken voor de meer geroutineerde starlettes. Klinkt het versje vals of te weinig schalks, dan regent het kersepitten. Bevalt het beter, dan bestaat de neerslag uit afspra ken. Van de jeugdige poseuse Gabriëlle Bonheur Chanel wordt verwacht dat ze een bevallige houding aanneemt en in die positie haar lie derenschat over het manvolk strooit. Door de week verstelt ze broeken van huzaren en kur assiers, op zondagmiddagen zingt ze. Erg» omvangrijk is haar repertoire niet. Ze kent één liedje en het bezorgt haar een naam voor het leven: Ik ben mijn arme Coco kwijt, Coco mijn lief hondje. Coco bij het Trocadéro, Co bij het Tro, Co bij het Tro, Co hij het Troca déro! Coco Chanel is op het podium geboren en zal weldra de wereld opeisen als haar hoogst persoonlijke schouwtoneel. Haar opkomst uit het niets heeft een plan nodig. De weibere den jongeling assisteert volgaarne. Luite nants en ritmeesters leren de poseuse af te rekenen met de starre uitgangspositie en ma ken van haar een starlette. In bed. Ze ontmoet hele en halve adel, leert tafelma nieren ('ik houd niet van eten dat tegen je te- jugpraat'), de loop der paarden en de gang naar de aborteuse. Spoedig heeft ze een er kende plaats in de rangen van maitresses, courtisanes, diamantenkraaksters en andere chaTance grote horizontales. Ze is jong en aantrekkelijk en wordt aldus in jagerskringen gerekend tot de fruits verts. Kastelen openen het vergulde hek, de kasteelheren zorgen voor het echte goud. Coco is 22 als ze zich meesteres op een fraai landgoed mag Coco Chanel zag de wereld als haar hoogst persoonlijke schouwtoneel Ze stapt binnen in de wereld van de kunsten en gaat er zij aan zij met de groten der aarde. Strawinsky raakt van haar overstuur. Cocteau kirt verder en Diaghilew strijkt de centen op. Coco is intussen zo rijk dat zij gebiedt en be taalt. Ze betaalt veel. Opvoering en herop voering. Ze kweekt vooral afhankelijkheid. Voor de vrouwen tracht ze ook iets te beteke nen. Ze maakt de mode los van de conven ties, dwingt het denken in een heel andere richting. Ze vindt daarin geen enkele reden tot bescheidenheid („De mode is niet veran derd, ik ben veranderd..."). Intelligentie, non- consequente soberheid tri omferen. De vrouw wordt een gargonne. Het is een beeld dat blijft. De mode heeft een ko ningin met keizerlijke aspiraties. Coco Cha nel bevecht haar plaats in de cultuurgeschie denis patie toe. Ze is verbijsterd. Chanel, die haar ateliermeisjes heeft afgebeuld, wil er niet van weten. 'Vrouwen weten niet meer wat het is bemind te worden. Mannen zijn niet eens meer in staat iets krankzinnigs voor een vrouw te doen. Vrouwen stevenen op een ramp af. Werken, altijd maar werken, rennen, zorgen dat je geen kinderen krijgt omdat je dan achterop raakt, achter geld aan rennen en intussen net doen of je het beter doet dan de SCHERPE UITSPRAKEN Ze geeft interviews en raakt gespecialiseerd in scherpe uitspraken. Op Broadway loopt de musical Coco. De kwestie van haar opvolging wordt actueel. Wat zal het Huis zijn zonder haar ijzeren hand? Zeker is dat de man of vrouw die zich stort in het gat dat Coco zal achterlaten, een hekel moet hebben aan ver schijnselen als de mini-rok. „Denkt u dat een vrouw er ook maar iets jonger uitziet als ze haar kniëen en haar dijen laat zien? Het is opzichtig en indecent, twee dingen waar ik een hekel aan heb." In 1965 maakt ze haar testament. Januari 1971 sterft ze in Hotel Ritz, Parijs, omringd door een beau monde die al enkele jaren niet meer echt in haar geïnteresseerd was. Karl Lagerfeld wordt de opvolger, de erfge naam van wat hij noemt 'een publiek ge heim': de Chanel-formule. De tijdloze char me heeft in hem een andere opzienbarende vaandeldrager. De goudstukken van Coco zorgen nog enige tijd voor opwinding. Speurtochten in Liech tenstein en Zwitserland leveren nimmer exacte cijfers op. Het bedrijf Chanel, eigen dom van de Wertheimers, wordt geschat op meer dan een miljard dollar. Het persoonlijk fortuin van Mademoiselle zou anderhalf mil jard dollar bedragen- Haar tombe in Lausanne is van steen, koud en hard. Er staan leeuwekoppen op. Vijf. Axel Madsen: 'Chanel, een vrouw alleen'. Uit gave De Kern/Baarn. Geïllustreerd, 342 pag. Coco Chanel op 55- jarige leeftijd. FOTO MUSEUM OF THl CrTY OF NEW YORK EMMERS FRANKEN Haar ster stijgt nog. De op mars heeft, als alle dingen, een prijs. Ze neemt afstand van haar natuurlijk milieu en betaalt haar broers emmers franken in ruil voor de ont kenning van elke familierela tie. Coco haat Gabriëlle (en niet zomaar een beetje). Nietsdoen maakt maar tijdelijk zalig. La Cha nel wil sneller vooruit, invloed uitoefenen op de loop der dingen. Ze maakt hoeden, crea ties die het uithouden bij de rennen van Longchamp. Ze vindt, op geheel natuurlijke wijze, geldschieters die een modewinkel mo gelijk maken. Daar stopt ze al haar energie in. Het succes is zonder weerga. De tweede Coco Chanel is geboren. Het vrije Westen zal het nieuws spoedig vernemen. Coco werkt hard, 'is hard en went ieder die in haar buurt komt aan steeds harder werken. Hertoginnen, markiezinnen, gravinnen vin den de weg naar de Rue Cambon. Ze bren- 'gen hun heren mee. Coco leert Winston zeg gen tegen heer Churchill. Ze zou hertogin kunnen worden, grootvorstin zelfs. Ze vindt evenwel dat grootvorst Dmitri wondermooie ogen maar weinig hersens en nog minder dukaten heeft. 'De mode is niet veranderd, ik ben veranderd... deze eeuw. Haar rijk groeit uit tot een imperium. Daar zit een luchtje aan: Chanel Coco wast zich gaarne met groene zeep omdat de geur haar bevalt. De uitspraak van Paul Va- léry ('Een vrouw zon der parfum heeft geen toekomst') wordt haar lijfspreuk. Als veel an dere couturiers zoekt ze de persoon die een geheel nieuwe geurlijn kan ontwerpen. Ze vindt Ernest Beaux. Ze verbindt haar geluks getal 5 aan zijn mengsel van 81 geuren waar van jasmijn de meest bepalende is. NAZI-WETTEN Wordt ze rijk? Is ze rijk? Ach. hel kan altijd groter en beter. De expansiedrift kent nadelen. Chanel voelt haar greep op de zaken verslappen. Ze ziet om naar hulp en verliest zo negentig procent van haar invloed aan de zaakvoerders Wert- heimer die van Coco's bouwwerk een we reldfirma maken. Chanel kan het niet aan en chicaneert verschrikt. Ze slaat pas terug als oorlog en bezetting haar nieuwe argumenten bezorgen. De familie Wertheimer valt im mers onder de ariti-joodse nazi-wetten... Haar spelletje gaat niet door. De Werthei mers blijken slimmer dan Mademoiselle en brengen hun aandeel onder bij niet-joodse vrienden. Het is een klap, niet de enige. Die oorlog leidt Coco ook recht streeks naar het bed van een Ab- wehr-officier („Moet ik, op mijn leeftijd, naar het paspoort van een man in mijn slaapkamer vra gen?"). In haar drang naar daden van historisch belang lanceert ze het idiote plan om in samenwerking met de SS-top haar ouwe trouwe Churchill te confronteren met een absurd vredesvoorstel. Ze dringt door tot de Himmler- adept Schellenberg, altijd goed voor een intrige. Alles mislukt. Chanel heeft veel te verklaren voor de na-oorlogse zuiverings commissie. Schellenberg doet dat in Neurenberg. Ze neemt de wijk naar Lausanne, veilig, rijk, het middelpunt van processen. Ze betaalt de weduwe Schellen berg om maar uit de memoires te mogen blijven... Als ook dat rumoer verstomd, rest de verge telheid. Gabriëlle zou evenwel niet Coco zijn als ze genoegen nam met louter herinneringen. Op haar zeventigste werkt ze. zeer ge slaagd. aan een come-back. Ze herovert Parijs. Er wordt weer re kening met haar gehouden, alsof ze nooit is weggeweest. De vrouwenbeweging kent haar bijzondere rol in de emanci- ZATERDAG 6 JUL11991 Op het netvlies in ons oog is een klein gebied waar de gezichtscellen, die de rest van het vlies bedekken, ontbreken: de 'blinde vlek'. Het is de plaats waar de gezichtszenuw, die de verbinding met de hersenen vormt, het oog binnenkomt. We zouden letterlijk een gat in onze waarneming hebben als het netvlies van het ene oog niet zou opvangen wat we door de blinde vlek in het andere oog niet kunnen zien. M O LiCHAAM, ZO GEEST. W j Als we maar met één m 4 oog, maar op één en kele manier naar onszelf of naar de werkelijkheid om ons heen kijken, dan hebben we een psy chologische blinde vlek. En waarschijnlijk zelfs meer dan De bekende Engelse psychiater Ronald Laing, de man die tever geefs probeerde de psychiatrie om zeep te helpen, schreef ooit: „Ik heb geen enkel gezin meege maakt waarin niet een scherpe scheidingslijn werd getrokken tussen dat wat gezien en uitge sproken mocht worden en dat wat ongezien en onuitgesproken moest blijven." Bij de brieven die ik zelf in de af gelopen jaren van lezers heb ont vangen, zitten er zeker zo'n 150 waarin de schrijver of schrijfster uitlegt hoe 'schizofreen', hoe let terlijk verblindend de situatie in het ouderlijke gezin was. Een ty pisch voorbeeld: „Voor de bui tenwereld was mijn vader een vriendelijke, charmante man en moesten wij altijd het gelukkige, fatsoenlijke gezinnetje spelen. Maar ondertussen! Hóe vaak ik mijn moeder niet met roodbe traande ogen na de zoveelste ru zie met hem heb zien rondlopen. En wij werden als kinderen om het minste of geringste geslagen of onzinnig gestraft. Ik heb hele middagen, soms wel twee keer per week, onbeweeglijk op een stoel moeten zitten. En als ik me ook maar even verroerde kwa men er hup weer een paar uur of een paar klappen bij. Maar ik had het lef niet in mijn lijf om over de problemen thuis ook maar iets los te laten. Ook mijn moeder wilde dat absoluut niet. Ik heb zelfs mijn partner jaren lang in de waan gelaten dat alles bij ons thuis koek en ei was." In bovengenoemde situatie werkte iedereen, tegen beter we ten in, mee aan de instandhou ding van een mythe, de mythe van het gelukkige gezin. De to neelschrijver Ibsen heeft deze mythe heel kernachtig getypeerd als 'levensleugen'. Levensleugens ontstaan als mensen de vaak brute waarheid van hun leven niet onder ogen kunnen, mogen of durven zien. Gruwelijke waar heden en feiten worden ofwel verdraaid ofwel 'weggefanta- seerd' dan wel gewoon gene- geerd. Psychologen zien in hun werk re gelmatig gezinnen waarin op de ze manier met ernstige proble men als lichamelijke en emotio nele mishandeling en seksueel misbruik wordt omgegaan. Om de vreselijke gezinssituatie voor de buitenwereld geheim te hou den, peperen de gezinsleden el kaar wederzijds de volgende twee instructies in. Ten eerste: „Bij ons is alles oke" en ten twee de: „Maar je zeg er tegen nie mand wat over". Zulke levens leugens hebben de functie om te voorkomen dat het gezin uit el kaar valt: 'het geheim dat je deelt met je familie'. Maar onverdraaglijke waarheden die onder het vloerkleed geveegd worden, ondermijnen het zelf beeld, het zelfrespect van dege nen die erbij betrokken zijn. Een onthutsend voorbeeld daarvan levert het relaas van een vrouw die mij ooit consulteerde: „Als puber was ik naar buiten toe een lichtend voorbeeld. Ik werkte op school keihard en was de beste van de klas. Ik stond altijd voor iedereen klaar, was altijd beleefd en aardig en ik deed ook nog een hele hoop huishoudelijk werk thuis. Ik kookte zelfs vaak het eten voor het hele gezin. Maar van binnen voelde ik me vies, smerig, helemaal niks waard. En iedere keer als mijn vader 'het' met me deed, werd dat gevoel sterker. Ook als volwassene had ze jaren lang een bijna ziekelijke drang vertoond om alles zo goed moge lijk te doen. Een fout maken - zelfs een onbelangrijke fout als vergeten op tijd een boek naar de bibliotheek terug te brengen en een aanmaning krijgen - kon haar volledig van haar stuk bren gen en haar in een poel van ne gatieve gedachten over zichzelf storten. Dat die beide dingen, haar per fectionisme en haar negatieve zelfbeeld, iets met elkaar en met haar incest-ervaring te maken hadden, daarvan was ze zich ab soluut niet bewust. De ontdek king daarvan in de therapieka mer was zowel een schok als een opluchting. merkwaardig soort ruilhandel plaats. Onze hersenen zijn zo ge construeerd dat ze pijn, ook emotionele pijn, kunnen onder drukken of negeren. Maar ze kunnen dat alleen doen door te gelijkertijd ons bewustzijn en on ze waarneming te verminderen* te vernauwen. Als we morfine ge bruiken om lichamelijke pijn te verminderen, dan verminderen we niet alleen de pijn maar ook onze waarnemingsscherpte. We zien de dingen niet meer zo hel der. Als we onze hersenen ge bruiken om emotionele pijn en angst te blokkeren of af te weren, dan verminderen we tegelijk ook onze psychische waarnemings scherpte, ons bewustzijn. Er ontstaan blinde vlekken in het beeld dat we van onszelf of onze levenssituatie hebben. Een 44-ja- rige man, een computerdeskun dige die vrijwel constant met zijn vak bezig was, had de merkwaar dige eigenschap altijd vergeten te zijn waar de ruzie met zijn part ner gisteravond 'ook alweer over gegaan was'. Ook als zij hem een verwijt had gemaakt, was hij even later alweer vergeten wat zij precies had gezegd of bedoeld. En hij wist zeker nooit meer hoe hij zich daarbij gevoeld had. Toen we dat nader gingen uit spitten, bleek dat hij als kind een overmatig kritische en harde moeder had gehad, die iedere ui ting van behoefte aan genegen heid of van hulpeloosheid van zijn kant als zwak en slap afdeed of hem daarvoor zelfs bespotte lijk maakte. Zijn kindergeest had ten slotte een afweer tegen de pijn van die voortdurende afwij zing gevonden - door eenvoudig 'te vergeten' - en zijn aandacht te richten op een heel bepaald ge- bied,.de techniek waar hij als tienjarige al de hele dag mee be zig kon zijn. Als een bepaalde afweerstrategie eenmaal in bepaalde kritieke si tuaties geholpen heeft om pijnlij ke gevoelens te verminderen, dan gaan we ze steeds weer va ker gebruiken. Effectieve af- weerstrategieën worden tot ge woonten die we uit onze kinder tijd mee de volwassenheid in ne- Gewoonten worden tot levens stijl en levensstijl wordt tot ka rakter. Ons karakter is zo bezien het patroon van heldere en blin de vlekken, waarmee we onszelf en de wereld benaderen. Het concentreert onze aandacht op bepaalde gebieden en ervaringen en maakt dat we blind zijn voor andere. Als we iemands karakter willen leren kennen moeten we dus niet alleen kijken naar wat hij doet of denkt, maar vooral ook naar wat hij niet doet of denkt, naar wat hij 'negatief (is letterlijk: 'het is er niet') denkt. Kortom: we zijn altijd èn een deel van het probleem èn een deel van de oplossing in ons eigen le- ons heen. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 38