IJsselmeer, een vat vol tegenstellingen Wirwar van gebruikers bedreigt stands natte hart EIGEN PLEKJE Een eerste stap, zo wordt deze studie ge noemd. Het voornaamste doel, de overhe den inspireren om zelf ook wat te doen aan een samenhangende beleidsvorming, slaag de. Momenteel ligt een kadernota op tafel van de drie IJsselmeer-provincies Noord- Holland, Friesland en Flevoland, die sinds 1989 het 'grondgebied' van het meer moch ten verdelen. Het uitgangspunt van de pro vincies sluit aan bij dat van de VBIJ: ieder een moet een eigen plekje kunnen krijgen op het IJsselmeer. „Alle functies moeten een kans krijgen. Dat kan door een heldere indeling van het gebied", vindt Simon Dijkstra, beleidsamb tenaar van de provincie Noord-Holland. Het beleidsplan van de provincies moet uit eindelijk de status krijgen van een streek plan. NAUWELUKS RUIMTE Aan het IJsselmeer liggen maar liefst 50 jachthavens, die plaats bieden aan 8200 pleziervaartuigen. Voor grotere schepen is nauwelijks ruimte. En dat terwijl het aantal traditionele zeilschepen, die beroepsmatig worden ingezet voor het vervoer van toeris ten, sterk toeneemt. De zogeheten bruine vloot telt nu al 330 schepen met een thuis haven aan de oevers van het IJsselmeer. Verwacht wordt dat de uiteindelijk behoefte 750 schepen is. In het tekort aan ligplaatsen wordt, tot te- ZATERDAGS ZATERDAG 6 JUL11991 BIJVOEGSEL Niet altijd lopen de belangen van de vele gebruikers van het IJs selmeer parallel. Maar alle par tijen zijn het over één ding eens: er moeten afspraken worden gemaakt over het benut- van de ruimte. Anders gaat het mis met het IJsselmeer. Dan verdwijnen de vogels, sterven de vissen en zitten de schepen el kaar letterlijk in het vaarwater. Maar er is nog niets verloren. De toekom* kan er zelfs riant uitzien. Bij de Vereniging tot Behoud van het IJs selmeer (VBIJ) in Edam heeft men zelfs vi- nen over otters die in het jaar 2020 in erasgebieden langs de kust jagen op vis. over een IJsselmeer dat periodiek ge deeltelijk droogvalt in de zomer. Een pleis terplaats voor stand- en broedvogels, maar c voor trekvogels en wintergasten. Een positie die momenteel ernstig wordt be dreigd. Want het is dringen op het meer. Aal scholvers beconcurreren beroepsvissers. Brasems nemen de plaats in van de paling; fuiken worden vernield door watersporters, netten stukgevaren door vrachtschepen. De aanvliegroute van de luchtmacht naar Vlie land en het proefschieten bij Breezanddijk verstoren de rust. Beroepsschippers en ple- - en chartervaart irriteren elkaar, met name op de Mosselzaadroute van Amster dam via Enkhuizen naar de Waddenzee. Proefboringen naar gas en olie brengen onaanvaardbare risico's met zich mee. Koelwaterlozingen van energiecentrales zorgen voor temperatuurschommelingen in het water. Windturbines (bij Urk) 'vervui len' het landschap en verstoren de vogel trek. Het water is smerig en bovendien te zout, waardoor de drinkwatervoorziening in grote delen van Noord-Holland in gevaar komt. De VBIJ blijft hoe dan ook optimistisch, naar niet naïef. Want om het IJsselmeer als duurzaam, grootschalig zoetwatersysteem te handhaven moet er heel wat gebeuren. Afspraken moeten worden gemaakt over het gebruik van alle moois, over wat kan en niet kan. Op een aantal plaatsen, met name in de overgangsgebieden tussen land en water, is het knokken om de ruimte. Het IJsselmeer mag voor Nederlandse begrippen een im mense waterplas zijn, groot is een relatief begrip. Bij helder weer is de afstand Enk buizen-Stavoren met het oog te overbrug gen. VEENGEBIED Ooit was het IJsselmeer een uitgestrekt veengebied. Drassig, maar gedeeltelijk be woonbaar. De zee had echter vrij spel en brak regelmatig door. Als gevolg daarvan ontstonden meren die steeds groter wer den. In de achtste eeuw bedroeg de omvang het open water al tweederde van de la tere Zuiderzee. Tussen de 13de en de 16de w verdwenen de resterende veengebie den in het water. Noorse en Deense kooplieden gaven het meer, dat een binnenzee was geworden, de naam Zuiderzee. Langs de kust ontstonden vissersdorpen, waarvan een aantal uitgroei de tot bloeiende handelssteden. Enkhuizen en Hoom in het westen, Hindeloopen en Stavoren in het noorden spraken een woordje mee. Rukte het water eeuwenlang op, uiteindelijk was het toch de mens die door aanleg van dijken de omvang van de zee bepaalde. Nadat het water een halt was toegeroe pen werd al snel nagedacht over het terug winnen van het verloren land. In de eerste helft van de 19de eeuw werden de eerste plannen gemaakt voor inpoldering van de Zuiderzee. De aanleiding was het zoute wa ter, dat vooral in droge zomers een gevaar Het Usselmeer, het natte hart van Nederland. Internationaal vermaarde verblijfplaats van water- en trekvogels; van belang voor de scheepvaart, de recreatie, de (sport)visserij, de zandwinning èn defensie. Tegengestelde belangen bedreigen een gebied dat uniek is in Europa. betekende voor de grazige weilanden in Noord-Holland en Friesland. Bovendien be dreigde de zee bij hoog water constant de kustgebieden. Het plan van ir. C. Lely, dat uiteindelijk in hoofdlijnen werd uitgevoerd, dateert van 1886. De proefpolder Andijk viel in 1927 als eerste droog; zuidelijk Flevoland was in 1968 de laatste. De Markerwaard zal er niet komen, ook al was daarvoor de Houtribdijk, die het IJsselmeer in twee stukken hakte, al aangelegd. De VBIJ leverde met succes strijd tegen de inpoldering van de Markerwaard. Even als de nieuwe generatie beroepszeilschip- pers, vertegenwoordigers van een snel groeiende bedrijfstak. „Het IJsselmeer, het Markermeer en de Waddenzee zijn belang rijk voor ons. Wij bestaan ervan',' zegt Hen drik Boland, secretaris van de Belangenver eniging Beroeps Zeilschippers (BBZ). Landelijk is de ontwikkeling van de wa tersport over zijn hoogtepunt heen, maar er komen relatief steeds meer luxe en zee waardige jachten. En de eigenaren willen varen op het IJsselmeer. Hetzelfde geldt voor het plankzeilen; steeds meer surfers wagen zich op het meer. De recreatiedruk neemt toe, ook al omdat de Duitsers het IJs selmeer hebben 'ontdekt'. De hoognodige afspraken over het ge bruik van het IJsselmeer bleven uit. De VBIJ heeft gesteund door tal van belangenorganisaties, variërend van de BBZ tot de Hiswa, de ANWB, het Wereldnatuur- fonds èn de provincie Noord-Holland zelf een beleidsvisie laten ontwikkelen door het Raadgevend ingenieursbureau DHV. De drie gedeputeerden met ruimtelijke ordening in hun portefeuille hebben on langs van gedachten gewisseld over hoe het procedureel verder moet. Het overleg met alle belangengroepen, de inspraakrondes en de vaststelling van het uiteindelijke be leidsplan zal maanden duren, maar daarna ligt er dan ook iets op tafel waarmee men verder kan. Een praktisch probleem is dat alleen wordt gepraat over het IJsselmeer; het Markermeer blijft buiten beschouwing. De onzekerheid over de inpoldering van de Markerwaard heeft de bestuurders hier par ten gespeeld. Letterlijk alles en iedereen in Nederland bemoeit zich nu nog met het IJsselmeer. Naast de drie provincies zijn dat de minis teries van Verkeer en Waterstaat, Land bouw, Natuurbeheer en Visserij; VROM, Economische Zaken en Financiën; Rijkswa terstaat; de directie Natuur, Milieu- en Fau nabeheer; het Openbaar Lichaam IJssel- meerpolders; water- en recreatieschappen; ontelbare belangenorganisaties en particu liere ondernemers. En sinds kort ook de oevergemeenten, dertien in getal. Want een jaar nadat het IJs selmeer provinciaal werd ingedeeld, is de bodem van de voormalige Zuiderzee ook gemeentelijk verkaveld. Een belangrijk deel van die ruimtelijke ontwikkelingen zullen worden bepaald door die oevergemeenten Binnen de grenzen die de drie provinciebe sturen bepalen, uiteraard. Het wordt tijd om zaken vast te leggen anders lopen de bestuurders achter de fei ten aan. Simon Dijkstra: „Je ogen sluiten voor ontwikkelingen heeft geen zin. De wa tersport bij voorbeeld voltrekt zich auto noom. Daar moet je op inspelen. De bootjes komen toch en als er nergens ha vens zijn krijg je problemen". vredenheid van de BBZ, voorzien door de uitbreiding van de havencapaciteit in Enk huizen, Hindeloopen, Lelystad en Lemmer. Dat worden de 'speerpunten' voor de ont wikkeling van het watersporttoerisme in het IJsselmeergebied. Volgens BBZ-secretaris Boland kunnen de belangen van schippers, watersporters en vissers worden gecombineerd met die van natuur en milieu. „Er zijn geen tegen strijdige belangen. Het IJsselmeer is een produkt dat wij verkopen. We hebben en willen de cultuur-historische waarden en de prachtige natuur ook behouden". Compromissen moeten worden gesloten om de toch vaak tegenstrijdige belangen een kans te geven. Iedereen moet inleveren, zo lijkt het. De vissers hebben al jarenlang ingeleverd. De Zuiderzee had eeuwenlang een uitstekende naam als rijk visgebied. Maar na de aanleg van de Afsluitdijk ging het bergafwaarts. Veruit de meeste aal die nu als IJsselmeerpaling wordt aangeboden komt van elders. De vangsten lopen jaar in jaar uit terug. Het IJsselmeer heeft desondanks nog steeds een rijk biologisch leven. Het voed selaanbod is groot. Met name de driehoeks mossel speelt in het systeem een centrale rol, maar in de zomermaanden is ook het aanbod van slakken, overige schelpdieren, muggelarven en wormen groot. Vissen en vogels voelen zich daarbij uit stekend. Internationaal is het IJsselmeer van grote betekenis door de aanwezigheid van de verschillende soorten moeras- en watervogels, zoals (duik)eenden, zwanen, ganzen, zwarte stem, aalscholvers en fuut. IJsselmeer en Markermeer samen bieden gastvrijheid aan zo'n honderdduizend vis of bodemfauna etende vogels. Zware metalen en andere verontreinigin gen tasten de kwaliteit van de vis aan. Voor al de aal is daarvan het slachtoffer gewor den. Al spelen ook overbevissing en een verminderde instroom van glasaal via de sluizen een rol. En niet te vergeten de 'ver- braseming' van het IJsselmeer. De brasem woelt de bodem om en dat leidt tot een slechtere waterkwaliteit, waardoor vissen als aal, snoekbaars en baars - die helder wa ter nodig hebben - verdwijnen. De voornaamste aandacht van de drie provincies richt zich de eerste jaren niet op de vissers, maar op de relatie tussen recrea tie en natuur. Maar de andere functies van het IJsselmeer worden niet vergeten. Het hinderlijke militaire gebmik van het noord westelijke deel van het IJsselmeer (aanvlieg routes en schietoefeningen) moet worden afgeremd, daarover zijn de provincies en de VBIJ het eens. Zoals men het ook eens is over het feit dat het IJsselmeer niet geschikt is voor winning van gas en olie. Soms gaan twee gebruiksfuncties uitste kend samen, zo blijkt als wordt nagedacht. Het uitdiepen van belangrijke vaarroutes voor vrachtscheepvaart en de zandwinning bij voorbeeld, kunnen heel goed samen gaan. Zandwinning hoeft dan niet in kwets bare delen van het meer plaats te hebben. Want dat veroorzaakt diepe gaten, die eco logisch dood zijn. Dat toekomstbeeld kan de rest van het IJsselmeer bespaard blijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 34