Extra Nederlander drinkt per jaar 1400 kopjes koffie Goudmijnen Zuid-Afrika beleven ernstigste crisis in hun geschiedenis Redactie: 023-150239 PIET BERGHUIS Vormgeving: HANS BOEZELUN GOUD „Vijfjaar geleden dolven we tot twee kilometer diep, nu op drie a vier en in plaats van 13 gram goud per ton gesteente vinden we nu nog maar vijf gram". De Zuidafrikaanse goudindustrie maakt de ernstigste cri sis uit de geschiedenis mee. Al tientallen jaren belangrijkste dorstlesser 'Koffie, koffie, lekker bakkie koffie. Jongens wie lust er een kop?', zong Rita Corita ruim dertig jaar geleden. En daarmee trof de zangeres die in de jaren zestig grenzeloos populair was, het Nederlandse levensgevoel in het hart. Waar je ook komt, eerst wordt er koffie geschonken want anders wordt het nooit gezellig. Wat dat betreft is er weinig veranderd. We drinken nog steeds koffie, ieder jaar meer. gemiddeld 3,8 kopjes per dag. Dat lijkt niet zoveel, maar in aanmerking genomen dat kinderen en een deel van de ouderen geen koffie drinken, stijgt het gemiddelde heel behoorlijk. Zes kopjes op een dag geldt in elk geval niet als iets bijzonders. De thee consumptie steeg vorig jaar van 640 naar 677 gram per hoofd van de bevolking. De Nederlandse Koffiebranders en Theep akkers kunnen tevreden zijn: vorig jaar steeg de koffieomzet in Nederland van 7,96 naar 8,36 kilo per hoofd van de bevolking, maar liefst 5,7 procent. Dat komt neer op een kleine veertienhonderd kopjes per jaar, Met deze hoeveelheden behoort de Neder lander tot de grootste koffieleuten in de we reld. Alleen de vier Scandinavische landen scoren hoger. En dat wekt niet zoveel ver wondering, want hoewel koffie heel alle daags is, is het toch ook een welvaartspro- dukt. Sinds de jaren dertig steeg de omzet in Nederland van 3,5 kilo per hoofd van de bevolking tot de huidige 8,4 kilo, uiteraard met een terugval in de oorlogsjaren. In de jaren zestig, toen het ook in ons land geen vetpot was, gebruikte moeder altijd een schepje Buisman om de smaak van de koffie wat te versterken. Anderen namen hun toevlucht tot een snufje zout. „Maar in elk geval zocht men naar mogelijkheden ,om het laatste schepje koffie te be sparen", verklaart drs. R. Vaessen, secretaris van de Vereniging van Nederlandse Koffiebranders en Theepakkers. Met het toenemen van de welvaart is die drang ver dwenen, evenals de busjes Buis man uit de schappen bij de kruide nier, die zelf op zijn beurt is ver drongen door de supermarkt. «V Opkikkertje 'Koffie, koffie, lekker bakkie koffie. IfrpfcMMÉl ']p s,$p|Wat knapt een mens daarvan op', JmMMm ZOng Corita. Voor de liefheb- s- ■- ber betekende koffie zeker een op- "Tfg Jjr J kikkertje. En ook dat is veran- afc Mr derd sinds Corita haar triomfen 'IJBaMWIaBK' JT vierde. Veel mensen ontbijten met een stevige kop koffie of nuttigen Jjjgm HL hun eerste'bakkie'op het werk om j 8oe(^ wakker te worden. In de loop ISLj van de middag schakelen ze over ||||g| op thee. Maar aan het eind van de dag komt de koffiepot toch nog een keer voorschijn en wel na mmM m het avondeten. Op dat moment m*>4.J |V> lijkt het pure genot belangrijker Ei' iS i W dan de koffie als pepmiddel. m M «L MMS: WÊSÊÊBÊêhtmÉtAl K** koffie zetten is belangrijk HBA, en dat geldt overal. Maar dat wil ïf ,1»' JL* niet zeggen dat iedereen er dezelf- 4Ê£sma^c °P nahoudt, zeker inter- - fmBmÊgWÊW^:|.J '.fW' nationaal gezien lopen de voor- W":\ keuren uiteen. De Nederlandse I koffie is een hee' e'8en mengsel f van grondstoffen „een nationaal p»! produkt. gebaseerd op traditionele import", zegt Vaessen wervend. De jWjjgSSES3ifcÊIÊi^^^^^^^^KÊ^^ÊËBKÈmÊÈ^^^M vaderlandse melange, die Neder- landers in den vreemde node mis- H sen, is volstrekt anders dan de kof- fie die elders wordt genoten. H „Onze koffie is aromatischer dan de Franse koffie en heeft meer body dan de Duitse", legt Vaessen uit' baarbij zijn toevlucht nemend tot de terminologie van de wijn- handel. „De Franse is aardser, grondiger, van smaak. En de Duit- se koffie is slap voor ons gevoel. Wij houden van een krachtiger smaak". Het gaat niet om dat I' *N meer of minder bonen worden ge- bruikt om een pot te zetten, bena- iiMHHnlHHiHHHHHHHHHHIHHHHHIHHIHHHHi drukt hij. „Het verschil zit in de keuze van de grondstoffen en de manier waarop de koffie is ge- De heer G.P. Buys een zijn uniek koffiewinkeltje in Den Haag, waar hij de koffie precies brandt naar de smaak brand". H van de klant. foto opd/zorn De Britse koffie is lichter gebrand De Nederlandse koffie is een heel eigen mengsel, gebaseerd op traditionele import uit o.a. Nicaragua en Costa Rica. foto opd/zorn dan de Nederlandse en de Italiaanse juist weer donkerder. Dat geeft hem de „pittige ondertoon" die zo wordt gewaardeerd in espresso en capucino. Koffiezetapparaat 'Toen zei mijn man: Wat zou ons nog een tweede bakkie goed smaken. Ze riepen: Hé, ja, en toen moest ik wel opnieuw weer koffie maken'. John Woodhouse en Jantje Koopmans die in 1957 de koffie-hit schreven voor Corita, toonden zich ware liefhebbers van het lekkere bakkie, al smaakte dat indertijd anders dan tegenwoordig. De koffiebranders hebben ontdekt dat de Nederlander zijn koffie de laatste iaren sterker drinkt dan iri het verleden. Tot voor kort wérd thuis volstaan met vijf gram per kopje, maar de laatste tijd wil men meer koffie proeven. Zes gram dus menen de koffiebranders. Maar ook de zetmethoden wijzi gen zich. De pruttelende percula- tor is vrijwel verdwenen. Het ge wone koffiezetapparaat ontbreekt in vrijwel geen enkel huishouden, maar maakt op zijn beurt plaats voor nieuwigheden als de cafetière - een eenvoudige glazen kan waar in de koffiedrab met een zeefje op de bodem wordt gedrukt - en het espresso-apparaat. Met de cafetière kun je in de huis kamer koffie zetten, maar die is dan wel wat troebeler dan filterkof- fie en bovendien snel koud. Espresso levert meer werk op en dat is voor veel gebruikers reden om daarnaast het ou de koffiezetapparaat in ere te houden. De liefhebber gebruikt voor zijn dure espresso machine een aparte melange. En de echte hobbyist gaat naar dat ene winkeltje in Den Haag of Maastricht waar de koffie naar ei gen smaak wordt gebrand terwijl hij erbij staat. De aandacht die men besteedt aan het zet ten van zijn favoriete kop koffie, betekent niet dat er geen markt meer is voor oplos- koffie. Weliswaar ging er vorig jaar wat min der van over de toonbank -1289 ton tegen 1307 in het jaar ervoor - maar de koffie branders maken zich daarover geen zorgen. „Veel mensen drinken buiten de deur en koffie drinken, kan er meer worden ver kocht. Onder andere door nieuwe smaken aan te bieden. „Meer keuze betekent een grotere consumptie", doceert Vaessen en daarom heeft een beetje winkel tegenwoor dig koffie met butterscotch- of mintsmaak in het assortiment. Gezond CONSUMPTIE VAN GEBRANDE KOFFIE IN NEÓERLAND Jaarlijks verbruik in kilogrammen per hoofd van de bevolking 7% van de Nederlandse bevolking (15 jaar en ouder) drinkt nooit koffie. I Van de overige 93 drinkt 23% de koffie zwart, met vrienden echte koffie en zetten voor zichzelf thuis een snel kopje oploskoffie". Al met al staat de koffiebranche er goed voor. Slechts zeven procent van de mensen ouder dan 15 jaar drinkt nooit koffie en 83 procent neemt regelmatig zijn toevlucht tot een bakje troost. Maar dat betekent niet dat de koffiebranders voldaan achterover leu nen. Zolang er nog mensen zijn die geen 'Je kan heel lang leven en je blijft heel gezond, zolang je maar niet op de koffie komt'. Deze versregel is Vaessen uit het hart gegrepen. „Koffie kan absoluut geen kwaad, zolang je maar geen vijf zwemba den op een dag leegdrinkt. Trou wens heel veel water drinken is ook niet goed". Verhalen over vaatziekten en stoornissen van het hartritme, waaraan verstokte koffiedrinkers nogal eens lijden, verwijst hij luch tig naar het rijk der fabelen. Dat de Nederlandse Specialisten Vereni ging nog steeds waarschuwt voor overmatig gebruik van cafeïne, een stof die trouwens ook in thee zit, doet daaraan volgens hem niets af. De koffiebranders weten zich ge steund door het aller-allemieuwste onderzoek op dit terrein dat is uit gevoerd door de epidemoloog dr. E. Grobbee, verbonden aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Hij concludeert dat koffie niet aan toonbaar schadelijk is voor de ge zondheid. En meent dat in eerdere onderzoeken onvoldoende reke ning is gehouden met andere ge woonten van de koffiedrinkers waarvan de schadelijkheid onomstreden is, zoals roken en het nuttigen van alcohol. Dat er nu nog steeds onderzoek wordt ge daan naar de schadelijke werking van caf feine is voor Vaessen geen reden tot twijfel. Het tegendeel is eerder het geval: „Koffie is probleemloos, het is zo ongeveer het meest onderzochte produkt in de wereld". ja Sluiting en massa-ontslagen in voormalig 'vliegwiel' van de economie JOHANNESBURG PETER VAN NUUSENBURG GPD Even buiten Johannesburg, op de weg naar Soweto, ligt het pretpark Gold Reef City. De grote trekpleister van dit complex is de 'le vensechte' reconstructie van een mijndorp uit het begin van deze eeuw. De architec tuur, de straatlantaarns, de paardetram en de kleding van het personeel roepen voor de meeste bezoekers zeer overtuigend de sfeer van weleer op. Hoogtepunt van een bezoek aan dit nagebouwde verleden is de afdaling in een uitgeputte goudmijn, waar van de toren het hele park domineert. Wachtend in de rij op zijn plaats in de lift naar de diepte zegt een grapjas: „Dit is de toekomst van onze mijnbouw, een pu bliekstrekker in een pretpark". En. wijzend op de lange rii wachtenden: „Dat levert vast meer op aan het delven van goud". De Zuidafrikaanse goudindustrie maakt de ernstigste crisis uit de geschiedenis mee. „De goudmijnen waren jarenlang het 'vlieg wiel' van de Zuidafrikaanse economie", zegt Johan Liebenberg van de mijnbouwka- mer in Johannesburg, de overkoepelende organisatie van de werkgevers in de mijn bouw, „Vijf jaar geleden nog waren we de goedkoopste en grootste goudproducent in de vrije wereld, hadden we meer dan 70 procent van de westerse markt in handen, waren er 550.000 man aan de slag en be droeg het aandeel van goud in het bruto nationaal produkt (BNP, het totaal van wat in een land verdiend wordt, red.) 13 14 procent. Nu leveren we minder dan 40 pro cent van het goud, is het aandeel in het BNP minder dan 10 procent, en het wordt nog minder. En eind volgend jaar zullen er hooguit 350.000 man in de mijnen werken". Deze ontwikkeling begon drie jaar geleden, vertelt Liebenberg. De goudprijs schommelt al bijna vijf jaar rond de 30.000 rand (20.000 gulden) per kilo, maar de exploitatiekosten zijn de laatste jaren met 18 tot 19 procent gestegen, terwijl bovendien een jaarlijkse inflatie van officieel 14,5 procent, maar in werkelijkheid hoger, fors in de bedrijfsresul taten hapt. Verontrustend Goud gold tot voor kort als de veiligste be legging in tijden van internationale hoog spanning. Wankelde de wereld op de rand van een kernoorlog? Goed voor de goud prijs. Besloten de olieproducerende landen de westerse wereld op rantsoen te zetten? De goudhandel juichte. Die tijd is nu voor bij, verzucht Liebenberg. „Kijk maar wat er gebeurde tijdens de Golfoorlog. Op 15 janu ari, toen de vijandelijkheden uitbraken, steeg de prijs tot 440 dollar, mav een week later was het uit met de pret en was de prijs weer bijna naar zijn oude niveau van 370 dollar gezakt. We hopen dat dit tijdelijk is, maar het is een zeer verontrustende ont wikkeling". Tegenslag komt nooit alleen en de malaise in de goudprijs trof de Zuidafrikaanse mijn bouw op een moment dat ze op grotere diepte erts van lagere kwaliteit begon te delven. Liebenberg: „Vijfjaar geleden dol ven we tot op twee kilometer diepte, nu zit ten we op drie en vier kilometer en in plaats van 13 gram goud per ton gesteente vinden we nu nog maar vijf gram. Verleden jaar produceerden we nog 620 ton goud, maar dit jaar wrijven we ons in de handen als we 550 ton halen. We moeten dus veel meer kosten maken en van een grotere diepte veel meer steen naar boven halen om aan dezelfde produktie te komen als een paar geleden, terwijl de prijs hetzelfde is geble ven. Het gevolg: de helft van de mijnen is in de rode cijfers beland'. Pijnlijk Dat is een situatie die aandeelhouders niet lang kunnen of willen verdragen en de ver liesgevende mijnen moeten of sluiten of drastisch saneren. En omdat de arbeidskos ten waren gestegen tot 52 procent van de produktiekosten, lag het voor de hand dat de directies besloten het werknemersbe stand uit te dunnen. In anderhalfjaar, van medio 1989 tot eind 1990, zijn 80.000 man ontslagen en dit jaar zijn al of worden nog, volgens de inschatting van Liebenberg, een kleine 50.000 man op de keien gezet. Voor volgend jaar staat een operatie van verge lijkbare omvang op het programma. Het is een pijnlijke, maar onvermijdelijke ingreep, aldus Liebenberg. Onvermijdelijk misschien, maar pijnlijk ze ker, te pijnlijk, aldus Jerry Majatladi van de zwarte mijnwerkersbond NUM. De meeste ontslagen zullen vooral onder zijn 350.000 leden vallen. Slechts een drietal mijnen, waaronder de gigant Anglo-American, kent een afvloeiingsregeling, zegt Majatladi. De ze regeling, een ontslagen mijnwerker krijgt twee weken salaris mee voor elk jaar dat hij gewerkt heeft, bracht de bond verleden jaar in bij de onderhandelingen met de mijn- bouwkamer, maar werd toen van de hand gewezen. De meeste ontslagenen worden nu gede porteerd naar het platteland, waar ze van daan komen, om daar het leger van werklo zen te versterken. Majatladi pleit daarom voor scholing van de mijnwerkers in vaar digheden die ook buiten de mijnbouw van nut zijn, zodat ze in geval van crisis ook el ders aan het werk kunnen. Staking uiterste middel Majadadi vermoedt behalve een econo misch ook een politiek motief achter de op stelling van de werknemers. De NUM is nog steeds voor het handhaven van economi sche en financiële sancties tegen Pretoria en dat wordt de bond nu via massa-ontsla gen ingepeperd. De NUM heeft onlangs op haar congres be sloten de werkgevers en de regering uit te nodigen voor een topconferentie over de sanering van de mijnbouw. De NUM, die in de huidige praktijk alleen ja mag zeggen op de saneringsvoorstellen van de werkne mers, hoopt langs deze weg een stem in het kapittel te krijgen, aldus Majatladi. Op de langere termijn, in het 'democratische Zuid-Afrika', moeten overheid en werkne mers via minderheidsaandelen en verte genwoordiging in de raden van bestuur zeggenschap krijgen in het management. Dat is toekomstmuziek, waarvoor de direc ties zich nu nog doof kunnen houden. Een dreigend conflict over de looneisen - de bond vraagt 20 procent, de werkgevers wil len niet verder gaan dan vier procent - eist nu hun aandacht op. Majadadi voorspelt dat zijn leden geen genoegen zullen nemen met een verhoging die achterblijft bij de stijging van de kosten voor het levenson derhoud, die hij op 18 procent stelt. Bete kent dat staken? Alleen als elk ander mid del, overleg, bemiddèling en arbitrage is uitgeput, zegt hij, „maar we zullen er niet voor terug schrikken". Sovjetunie Is er, gezien al deze problemen, nog per spectief voor de Zuidafrikaanse goudmij nen, behalve als attractie voor de toeristen industrie? Liebenberg blijft vertrouwen in het edele metaal houden. „Prijzen komen tot stand via vraag en aanbod. Andere lan den, de Sovjetunie, Canada, de VS en Australië, produceren nu veel. En als de prijs stabiel blijft, krijgen zij ook problemen. Zij zullen dus ook minder gaan produceren en als de vraag gelijk blijft, moet de prijs omhoog gaan'. De onzekere factor in deze kansberekening is de Sovjetunie. „Zij moeten verkopen om hun economische crisis te bestrijden, maar niemand weet precies hoeveel ze produce ren - de schattingen variëren van 200 tot 400 ton -, of er nieuwe mijnen in gebruik ziin genomen en hoe lang ze goud kunnen blijven 'dumpen'. Maar als ze daar uitein delijk ook voor een vrije-markteconomie kiezen, zullen kosten voor hen ook een be langrijker rol gaan spelen". Bovendien, de Zuidafrikaanse mijn-techno logie is volgens hem de 'beste ter wereld' en er zit nog meer goud in de grond dan tot nog toe gedolven is. Liebenberg voorziet nog vier, vijf, magere jaren, waarin de vraag van de sieradenindustrie de mijnen draai ende moeten houden. Daarna kan een ge stroomlijnde, beter georganiseerde mijn bouw weer een belangrijk aandeel leveren in de Zuidafrikaanse economie. „Maar 550.000 man zullen er nooit meer werken en het 'vliegwiel' van de economie zal deze bedrijfstak niet meer worden'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 12