Feiten
De verloren kinderjaren van Patrick Maguire
De wijnoogst
is voorbij
Laatste grote nazi
-proces
Donderdag 27 juni 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOCAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS MARGOT KLOMPMAKER JAN PREENEN
Vertalingen: MARGREET HESLINGA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: RALPH KLEINHOUT
££N VMKISTER PIS H£T
m PE. fiers €CHT
Wil. Wjoe.PQ26N zou Her
fKesBMTemi VAM PATpi/W ~J
HtBfeeN aoMACwr 0p j)7
S-1U BEIER W6£R"- Hl,
Zeven Britten van Ierse oorsprong hebben vele jaren onschul
dig achter de tralies gezeten. Dit heeft het Hof van Beroep in
Londen gisteren vastgesteld. De slachtoffers, leden van de Ma
guire-familie, waren in 1976 veroordeeld wegens hulp aan de
IRA. Zij zouden bommen hebben vervaardigd.
Anne (nu 54) en Paddy Maguire (57) kregen destijds elk 14
jaar cel, hun zonen Patrick (30) en Vince (32) elk vier jaar. De
broer van Anne Maguire, Shaun Smyth (52), werd veroordeeld
tot 12 jaar gevangenisstraf en familievriend Patrick O'Neil (49)
tot acht jaar. Patrick Conlon, een oom, kreeg 12 jaar celstraf
maar stierf in gevangenschap.
De zeven waren schuldig bevonden op grond van gerechte
lijk bewijs. Volgens wetenschappers waren zij in aanraking ge
weest met nitro-glycerine, een explosieve stof. De politie heeft
echter nimmer sporen van nitroglycerine in hun huis in Lon
den aangetroffen. Evenmin hebben de verdachten ooit een be
kentenis getekend.
LONDEN CEES VAN ZWEEDEN
CORRESPONDENT
De ouderlijke woning van Pa
trick Maguire had weinig weg
van een IRA-bomfabriek. In de
hal van het Westlondense rij
tjeshuis hing een foto van de
koningin en op Patricks slaap
kamer stond een borstbeeld van
Winston Churchill. Patrick had
ook een grote verzameling tin
nen soldaatjes en tankjes rond
zijn bed uitgestald - hij wilde
graag beroepsmilitair worden.
Maar op de avond van 3 decem
ber 1974 kwam er een abrubt
einde aan de toekomstdromen
van de 13 jaar oude jongen. Pa
trick liep van de jongerenclub
naar huis en zag een rij politie
auto's. „In de laatste ontwaarde
ik mijn vader en mijn oudste
broer john op de achterbank.
Patrick begon te rennen. „Thuis
stonden ook politiewagens. Ik
beide aan, en een politie-agente
deed open. Ze vroeg: 'Wat wil
je?'. Ik zei: 'Ik woon hier, dit is
mijn huis.' Daarop trok ze me
naar binnen, duwde me voor
zich uit de keuken in en zei te
gen een collega: 'Hier hebben
we er nog een.' Vanuit de woon
kamer klonk het zachte gesnik
van mijn moeder."
De politie haalde het hele huis
overhoop. Kasten werden ge
leegd, lades omgekeerd. „Ik
vroeg: 'Waarom doen jullie dit'?
Ze zeiden: 'We zoeken bom
men.' Mijn broer en ik lachten.
Het was ergelijk om te zien hoe
ons huis overhoop werd ge
haald; mijn moeder was altijd
zo netjes. Maar tegelijkertijd
vonden we de situatie grappig.
We wisten dat er geen bommen
waren. Vince, mijn oudere broer
die graag bij de politie wilde
gaan, wees de agenten de weg
naar zolder."
Opwindend
Die avond werden Patrick, zijn
broers en zusters en zijn ouders
naar het bureau gebracht. Pa
trick was onbevreesd - hij wist
dat er een vergissing in het spel
was. Hij, een jongen van 13 jaar,
vond het eigenlijk wel opwin
dend. Op het bureau werd hij
ondervraagd. Of er vreemde
mannen thuis kwamen? Ver
vaardigden vader en moeder
bommen? „Ze waren niet agres
sief of zo", herinnert Patrick
zich. „Ze gedroegen zich heel
gewoon. Alleen, de vragen wa
ren niet gewoon."
Na het verhoor werden zijn vin
gerafdrukken genomen en met
een cocktail-prikkertje een uit-
strijkje gemaakt van zijn vin
gers. „Ik vroeg: 'Waarom doen
jullie dit'? Ze zeiden: 'Om te kij
ken of jullie met bommen heb
ben gespeeld.'"
Om drie uur in de ochtend was
Patrick weer thuis, samen met
zijn drie jaar oudere broer Vin
ce. Zijn moeder en alle andere
gezinsleden waren op het bu
reau achtergebleven. Twee da
gen later kwamen vier agenten
hem weer halen. Het was zater
dagochtend. Hij werd in de
boeien geslagen en meegeno
men naar het bureau. Daar
hoorde hij het 'nieuws'. „Een
politieman kwam naar me toe
en zei: 'Herinner je je het uit-
strijkje van je handen? Het we
tenschappelijk onderzoek heeft
uitgewezen dat je met bommen
hebt gespeeld.' Daarop werd ik
in een auto gestopt."
Tijdens die rit kreeg Patrick een
voorproefje van wat later ko
men zou. „Ze begonnen me
weer dezelfde vragen te stellen.
Kwamen er onbekende mannen
thuis? Had mijn moeder ons ge
leerd hoe we bommen konden
maken? En ik zei: 'Nee, u vergist
zich. Wij zijn niet dat soort
mensen.' Maar je kon voelen
dat de politieman dit antwoord
niet ging accepteren en terwijl
we de stad uitreden, begon hij
te dreigen. Hij zei dat hij met al
le plezier de auto wilde laten
stoppen om mijn hersenen er
uit te schieten. 'Dat is wat die
klootzakken van de IRA in
Belfast ook doen', zei hij. Ik be
gon te huilen."
Zware kerel
De rit voerde naar het politiebu
reau van Guildford, bezuiden
Londen. Patrick kreeg een re
genjas over zijn hoofd en werd,
nog immer geboeid, naar bin
nen gesleurd en opgesloten.
„Na een paar uur vloog de deur
van mijn cel open. Niet zacht
jes, maar met een klap, alsof hij
werd opengetrapt. De politie
man die me naar Guildford had
gebracht, kwam binnen. Een
grote, zware kerel."
Het verhoor geschiedde in een
kamer die ook wel voor kleine
vergaderingen werd gebruikt. Er
hingen schoolborden en in een
hoek was een aantal stoelen op
gestapeld. In het midden stond
een tafel met drie stoelen: een
stoel aan de ene kant, twee aan
de andere kant.
„Ik moest op die ene stoel gaan
zitten. Na een tijdje ging de
agente tegenover me zitten die
de auto had bestuurd waarmee
ik naar Guildford was gebracht.
Even later kwam die grote poli-
tièman ook binnen. Hij begon
weer vragen te stellen, steeds
dezelfde vragen. 'Hoe kwam je
moeder aan de bommen? Waar
verborg ze de bommen?' En ik
herhaalde: 'Nee, u vergist zich.
U heeft de verkeerde mensen
opgepakt.' Hij sloeg met zijn
vuist op de tafel en liep weg."
Toen zei de agente: 'Luister, als
hij weer binnen komt is hij echt
kwaad. Ik zou hem maar iets
vertellen.' Maar ik dacht bij me
zelf: 'Wat kan ik hem vertellen.
Ik heb niets gedaan'."
Eerste klap
De deur ging open en de potige
politieman kwam binnen. „Hij
zette een hand op de tafel en
een in zijn heup. Hij keek me
dreigend aan en stelde opnieuw
zijn vragen, steeds dezelfde. Ik
ste klap in mijn nek. 'je moeder
is een moordenares', zei hij.
Weer kreeg ik een vuistslag, dit
maal tegen de slaap. Ik huilde
en bleef'nee' roepen. Maar hij
hield niet meer op. Een stomp
tussen mijn schouderbladen,
een klap met de vlakke hand in
mijn gezicht."
De politieman ging weg en de
agente bood Patrick haar zak
doek aan. „Ze zei: 'Houd op
met huilen en vertel hem wat-ie
wil horen.' Maar ik kon niet
meer stoppen. Mijn tranen ble
ven komen. De politieman
kwam weer binnen en begon
opnieuw met slaan. Daama
ging hij weer weg en werd ik
door haar getroost. Ik weet nu
dat dit een verhoortechniek is,
de harde-en-zachte benadering.
Zij is aardig, hij verschrikkelijk.
Het ging uren zo door."
Patrick was niet de enige die
werd verhoord. „In een belen
dend vertrek kon ik mijn broer
Vince horen huilen. De ver
hoorkamers waren slechts door
een dunne wand gescheiden, ik
hoorde dat ze hem met zijn
hoofd tegen een muur gooi
den."
Politiebusje
In afwachting van het proces
werd Patrick op borgtocht vrij
gelaten; zijn ouders bleven in
voorarrest. Patrick verbleef vijf
tien maanden bij een tante in
Zuid-Londen, maar ook daar
wist de politie hem te vinden.
..Ze pikten me op als ik bijvoor
beeld van school naar huis liep.
In een politiebusje werd ik dan
in elkaar geslagen. Als dat drie
keer per week gebeurde, had ik
een goede week. Het hele poli
tiekorps in de buurt waar ik
woonde, deed eraan mee. Voor
de agenten was ik een bom
menmaker van de IRA. Ze kon
den niet bij mijn ouders komen,
dus pakten ze mij."
De rechtszaak duurde zeven
weken. Patrick noch een van
zijn familieleden hadden ooit
een bekentenis getekend, bom
men waren nooit gevonden in
huize-Maguire. Maar de uit
spraak van de jury luidde:
'Schuldig'. Patrick Maguire
kreeg vier jaar gevangenisstraf.
„Na drie jaar kwam ik vrij. Afge
zien van de eerste twee weken,
waren het drie gemakkelijke ja
ren. Niet dat ik iemand de ge
vangenis kan aanbevelen. Maar
je hebt geen problemen. Je
krijgt eten, je krijgt kleren, je
maakt vrienden. De echte straf
begint als je uit de gevangenis
komt."
Werk heeft hij nooit kunnen
vinden. „Elke keer als ik sollici
teerde, moest ik vertellen waar
EN MENINGEN
President Milan Kucan kijkt naar toe bij het hijsen van de vlag van de nieuwe Europese staat Slovenië.
FOTO AFP ROBERT RAJTIC
WIM STEVENHAGEN
Patrick Maguire.
voor ik in de gevangenis had ge
zeten. Zelfs bij gewone ontmoe
tingen kon ik er niet omheen.
Dat was de echte straf, de on
mogelijkheid een normaal leven
te leiden."
Patrick reageerde zich af in de
bokssport en daarna met hard
lopen. Hij loopt nu de mara
thon in 2.40 uur. Maar hij zegt:
FOTO CEES VAN ZWEEDEN
„Soms zou ik willen dat ik
schuldig was. Dan had ik alles
veel gemakkelijker kunnen aan
vaarden."
De politie van Guildford, ge
vraagd om commentaar, deed
Patrick Maguires verhaal af als
„complete onzin".
Militair vertoon aan de Sloveense grens
Rond de grenspost van Ljubelje rijzen de Alpen on
genaakbaar op. Na de hitte van de stad is het aangenaam
koel op deze bergpas. Maar de gemoederen van het Slo
veense grenspersoneel zijn behoorlijk verhit. Een aantal
Sloveense agenten in vol gevechtstenue, met kogelvrije
vesten en automatische geweren, hangt rond de grensge-
bouwen. Wat afzijdig staat een pantserwagen. De post is
voorbereid op een aanval van het Joegoslavische leger.
Het is onderdeel van de psycho
logische oorlogsvoering van
Belgrado tegen de beide nieuwe
soevereine republieken, Slove
nië en Kroatië. Militaire vlieg
tuigen maken duikvluchten bo
ven Ljubljana en de wegen laten
een groot aantal militaire voer
tuigen zien.
In de uren die volgen, wordt de
intimidatie opgevoerd. Tanks
verzamelen zich bij het vlieg
veld van Ljubljana en nikken op
naar de hoofdstad. In alle haast
werpen burgers en militairen
van het Sloveense leger barrica
des op. Buitenlanders krijgen te
horen dat zij de stad niet meer
mogen verlaten.
CORRESPONDENT
Het is voor de Slovenen geen
verrassing dat de federale rege
ring in Belgrado na de onafhan
kelijkheidsverklaring dinsdag
het leger heeft ingezet om de
Joegoslavische grenzen te be
veiligen. Maar volgens politie-
inspecteur Bojan Belak, sinds
een half jaar commandant van
de grenspost, zijn er tot nu toe
geen problemen geweest met
de soldaten van het Joegoslavi
sche Volksleger, die enkele kilo
meters verderop zijn gelegerd in
de kazerne 'Maarschalk Tito'.
Zoals iedere dag heeft hij ook
vanochtend telefonisch contact
met de legercommandant ge
had en hij heeft niet de indruk
dat die van plan is de post aan
te grijpen. „De rede overwint",
verwacht hij. Mocht het leger
toch aanvallen, dan is zijn op
dracht overigens duidelijk: on
danks al het wapentuig moeten
de agenten zich terugtrekken en
geweld vermijden.
Het gewapende welkom mag
dan als beveiliging zijn bedoeld,
bij de meeste reizigers veroor
zaakt het toch enige schrik. Een
Nederlands echtpaar, met de
caravan op weg naar het nabij
gelegen Sloveense vakantieoord
Bied, zegt bij het passeren van
de douane nog vol bravoure dat
het zich niets aantrekt van alle
waarschuwingen thuis. Maar 10
minuten later staan ze nog op
het parkeerterrein bij de grens.
„Nauwelijks toeristen, he? We
denken er toch maar over om
terug te gaan", bekent hij, „Nu
we het hier zo'n tijdje staan te
bekijken, vinden we het toch
wel eng." De verzekering dat al
dit militaire vertoon zich alleen
tot de grens beperkt, kan hen
niet echt gerust stellen. Enkele
minuten later verdwijnt de ca
ravan in de timnel richting Oos
tenrijk. In de buurt van Klagen-
furt zijn ook prachtige meren.
De militaire kazerne even ver
derop verkeert in opdracht van
de regering in Belgrado 'in
hoogste staat van paraatheid'.
Een half etmaal eerder lijkt er
nog geen vuiltje aan de lucht.
De Slovenen zijn druk bezig
met de voorbereidingen van de
viering van de onafhankelijk
heid. In het centrum verschij
nen de eerste vlaggen en tal van
stalletjes met Sloveense natio
nale curiosa. Naast t-shirts,
landkaarten en een brochure
met het nieuwe Sloveense geld
is een van de fraaiste stukken
onmiskenbaar een muzikale fe
licitatiebriefkaart die het Slo
veense volkslied speelt. Dat is
een gezang met de curieuze titel
'De Toast' en het begint als een
waar drinkeboerslied: „De wijn
oogst, vrienden, is voorbij. En
hier is weer de zoete wijn, die
alle harten verovert, iedere ader
doet gloeien, en duffe zorgen
laat verdrinken".
Opmerkelijk genoeg zingt nie
mand die tekst 's avonds mee
bij de korte maar feestelijke
proclamatie van de onafhanke
lijkheid. Tienduizenden zijn
naar het plein voor het parle
ment gekomen om de wisseling
van de vlag en het vuurwerk te
aanschouwen.
Toegejuicht door duizenden
verklaart president Kucan zijn
land formeel onafhankelijk.
„We hebben met onze daad
niets kwaads bedoeld", zegt hij.
Het klinkt haast verontschuldi-
Schwammberger kort na zijn aankomst in Duitsland, vorig jaar n
BERLIJN HANS HOOGENPUK
CORRESPONDENT
In Stuttgart is gisteren het waar
schijnlijk laatste grote nazi-pro
ces begonnen. Terecht staat de
79-jarige Josef Schwammber-
ger. De vroegere SS-
Hauptsturmfuhrer wordt ver
dacht van duizendvoudige
moord op Poolse joden.
Voordat het proces, dat min
stens tot september zal duren,
kon beginnen, zorgden rechts-
extremistische sympathisanten
van de nazi-beul voor enige op
schudding. Met hoongelach re
ageerden zij op de mededeling
van de rechter dat hij een eerlijk
proces beloofde. Voor het ge
rechtsgebouw demonstreerde
een groep hoofdzakelijk uit de
voormalige DDR afkomstige
rechts-radicalen met een span-
doek: 'Zijn alleen Duitsers oor- I
logsmisdadigers?' De Weense
nazi-jager Simon Wiesenthal
werd uitgemaakt voor 'smerige
leugenaar'.
Gezien de problematische be
wijslast, vooral veroorzaakt door I
de leeftijd van de getuigen,
heeft de officier van justitie zich
in zijn aanklacht beperkt tot
twaalf moorden en hulp bij
moord in veertig gevallen.
Schwammberger was van sep
tember 1941 tot de zomer 1944
commandant van verschillende
dwangarbeiderskampen in het
Poolse district Krakow. Hij is
verantwoordelijk voor minstens
drieduizend moorden, hetzij als j
commandant van SS-executie-
pelotons, hetzij door eigenhan
dige moord op gevangenen. De
nu onschuldig ogende, withari
ge, bijna dove oude man, zou
ook joden hebben laten ver
scheuren door zijn herders
hond.
Schwammberger werd na de
oorlog in Oostenrijk gearres
teerd, maar wist net als veel an
dere oorlogsmisdadigers te ont
snappen en naar Argentinië te
vluchten. Beginjaren zeventig
werd hij door Wiesenthal opge
spoord. De Duitse regering
vroeg in 1973 om zijn uitleve
ring. Die volgde pas vorig jaar
mei, waarna hij werd opgeslo
ten in Stuttgart.