Extra 'Reclame, een ijdel vak voor ijdele mensen' X Xfe. DE SNELSTE WE AAR BAZEL-MULHn'"" (U y X. téJ&i Bus doet te lang over de 18 strippen Alkmaar-Leeuwarden Dt mill VANMORGIN kruidenier blijft op de kleintjes letter Woensdag 12 juni 1991 Redactie 023-150239 PIET BERGHUIS Vormgeving; MARIANNE VERSCHUREN 26 DE RECLAME. In de jaren zeventig verguisd, in de jaren negentig grenzeloos populair. Steeds meer jongeren studeren (massacommu nicatie en hopen een plaatsje op een reclamebureau te bemachti gen. De reclame. Vorig jaar ging er 8,8 miljard gulden in om. Nog al tijd heeft het vak het imago een snelle wereld te zijn en door vier gesponsorde leerstoelen krijgt de reclame zelfs de air van een weten schap. „Dat zal het niet worden, omdat het creatieve moment nooit te vatten is", zegt Neeriands be roemdste tekstschrijver Martin Veltman. Dichter, columnist en tekstschrijver Martin Veltman: Ken opgeklopie wereld vol snelle maatpakken en prijzige turbo-auto's. Crea tieve lieden met briljante ideeën. Yuppen, kroegen, gezien worden, uiterlijke schijn. Ken hardnekkig imago. „Ik weet niet of het nodig is dat beeld te ont zenuwen. Ik weet wel dat het niet waar is", zegt veelvuldig bekroond tekst schrijver Harry Ohdeijn met een spottend lachje. De reclame-wereld. Vette salarissen. Sinds jaar en dag. Ooit liep de toen beginnende journalist Henk I iofland op een feestje copywriter Martin Veltman, net een blauwe maandag in het reclamevak, tegen het lijf. Hofland was zelfs gepikeerd toen hij hoorde dat Veltman vele honderden guldens meer ving. „Hij vond de inspanning die hij moest leveren, gelijk aan die van mij", herinnert Veltman zich. AMSTERDAM ED SLAAUW GPO De reclame, overgewaardeerd? Misschien. Maar een 'gewone' bedrijfstak met een keu rige cao is het zeker niet. „Dat zal het ook nooit worden. Het is geen produktiebedrijf, noch een pur sang dienstverlenend be drijf', weet Ohdeijn, copywriter en partner van het Amsterdamse bureau Campaign ompagny. „Reclame is een Ijdel vak, voor ijdele mensen", stelt Veltman vast. Reclame is anno 1991 vooral een vak met uitstraling en met aantrekkingskracht. Honderden jonge mensen willen de reclame in. liet ge vaar dreigt dat 'de markt' binnen afzienbare tijd wordt overspoeld, meent Albert Win ninghof, algemeen directeur van het Am sterdamse reclamebureau Noordervllet en Winninghof/Leo Bumett. „Wij krijgen per weck zeker vijfentwintig open sollicitatie brieven." Verschil Een levensgroot verschil met de jaren ze ventig. Het vak was toen omstreden, ver guisd zelfs. „Reclame was vies, een hand langer van het kapitalisme, het was maat schappelijk niet relevant. Er was in die tijd een tongres waar reclamemensen schoor voetend toegaven dat ze niet zo n schoon vak hadden. Ze waren zelfsjrczig om hun zelfrespect te verliezenzucht Veltman, j oud-directeur en nu adviseur van het toon aangevende reclamebureau Franzen Hey en Veltman. „Een man als lames Ix'ijer van het be drijf Public Affairs Consultants in Amsterdam heeft in politiek Den f laag heel vaak „een goed woordje" gedaan voor het toen zo omstreden vak. En dat was toen bitter hard nodig." Lang zaam maar zeker ontstond er ook in Den Haag een algemene brede acceptatie van het vak. Veltman, op getogen: „Als ik nu bij FHV kom en al die jonge mensen zie, zo verfrissend. Leuke koppen met haar, goed in de kleren. Een generatie die carrière wil maken. Een heel wat betere tijd dan toen." De collegebanken zaten twintig jaar gele den vol met wereldverbeteraars en andere hervormers. Marketing was not-done. Hoe wel ook toen de reclame enige aantrek kingskracht had. Althans, de creatieve kant van het vak. Bekende Nederlanders zijn tekstschrijver geweest, deels om het geld, deels omdat ze het vermoedelijk toch leuk werk vonden. Om enkele bekende namen te noemen: Willem Duys, Kees van Kooten. Drs. P. (Heinz Polzer) en Gregor Erenkel i rank Toegangsbewijs Wie vandaag de dag een college wil volgen van de door vakgenoten als briljant om schreven Giep Franzen, reclame-goeroe, dè marketing-deskundige, moet ver van tevo ren zorgen dat hij een toegangsbewijs heeft. In een 'uitverkochte' zaal hangen de stu denten aan zijn lippen. „Door die vier ge sponsorde leerstoelen heeft de reclame iets wetenschappelijks gekregen. I iet is een pro fessioneel vak. maar hoe groot de kennis ook is, een pure wetenschap wordt het nooit. Want het creatieve moment is nooit te vatten", weet Martin Veltman. bedenker van onder meer gevleugelde slagzinnen als Heerlijk. Helder Heineken en 's lands grootste kruidenier gaat/blijft op de klein tjes letten. Martin Veltman, dichter, columnist, tekst schrijver. Ooit struinde hij, met een eigen dichtbundeltje onder zijn arm, de reclame bureaus af in de hoop een plaatsje in het vak te veroveren. Dat kostte het 'droomko- De opmars van een volwassen, ongewone bedrijfstak ninkie' nog veel moeite. „Die dichtbundel bleek niet echt een aanbeveling te zijn. Maar toen ik er eenmaal inzat, had ik het geluk aanleg voor het vak te hebben." Een vak, dat enorm veranderd is. „Het principe is hetzelfde. De creatief moet marketing be grijpen. Als Franzen, mijn compagnon, of anderen hun rapport hadden gemaakt, lie ten wij creatieven ons doorzagen, net zo lang tot we het echt heel goed begrepen. Pas daarna trokken we ons terug. Brainstor men. De klacht van creatieven is nog altijd: de briefings zijn te lang. te weinig bondig", zegt Veltman. nu vooral dichter. Onlangs verscheen zijn zesde bundel Hollandse Quintijnen. Conformeren De snelle reclamejongens. En toch. trend setters zijn het nooit geweest. Eerder trou we volgers van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen en stromingen. Veltman: „Reclame conformeert zich, altijd. Als bloot taboe is, stoppen reclamemakers geen bloot in hun boodschap. Ze kunnen zien geen breuk met hun kiant veroorloven. De recla me pioniert alleen in typografie en zo." Ob- deijn: „Reclamemensen haken wel op alle nieuwe ontwikkelingen in. Reclame zijn superconsumenten. Als een reclame man drie dubbeltjes heeft, zet hij er zeker geen twee op de bank. Het beeld van die snelle wereld, ach laat ook maar zo. Klanten zijn ook voor een deel debet aan de glamourwereld, die wordt verondersteld. Dat beeld blijft in stand doordat reclame bureaus vaak de mogelijkheid hebben om nou niet op de meest armoedige locaties te zit ten. We scheren nu alle recla memensen over één kam. Er zijn tal van collega's, die niet aan dat beeld beantwoorden, maar tussen acht en vijf wel met prachtige creatieve ideeën komen." Veltman. Obdeijn, Franzen en Winninghof. zij allen worden door vakgenoten geprezen. De reclamewereld heeft daar trouwens wel een handje van, om collega's uitbundig te prijzen. En er zijn wat prijzen. Een willekeu rige greep: I-ampen voor creatieve werk stukken, in het leven geroepen door de Art Directors Club Nederland (ACDN), Effies voor de reclamecampagnes die het meeste effect hebben gesorteerd, ineesteld door de Vereniging voor erkende reclame-adviesbu reau (VEA), De Zilveren Meetlat, voor de al lerbeste actie-reclame, de Gouden Brief voor direct-marketing, een prijs voor de beste personeels advertentie. Er is geen be drijfstak met zoveel prijzen. Wie nooit in de prijzen valt. wordt niet voor vol aangezien. „Elkaar belonen hoort bij dit vak", zegt Martin Veltman. „Dat gedoe met al die prij zen is niets anders dan even te laten weten dat iets gelukt is", zegt Hany Obdeijn. die zich overigens niet aan de indnik kan om trekken dat er de laatste jaren weinig kri tisch wordt ingestuurd. Weer een feestje En als er weer een prijs wordt uitgereikt, is er weer een feestje waar iedereen iedereen ziet. „ledereen weet alles van iedereen, 't Is een klein wereldje met twee actieve vakbla den. 't Is een branche die zich creatief uit en iedereen kan er kennis van nemen", zegt F. Blanchard van de VEA. „Maar elke bran che is toch een eigen wereldje? Met zijn ei gen jargon en eigen cafés", zegt Albert Win ninghof. Op de bijeenkomsten wordt over het werk. maar vaak ook over de 'opzienba rende transfers' gesproken. En er zijn wat transfers. Het verloop bij reclamebureaus is met dertig procent per jaar ongekend hoog. Dat heeft ook te maken met de klanten die voor een ander bureau kiezen. En die dan eisen dat het creatieve team meeverhuist. Een creatief team (art director en copywri ter) met een paar Lampen wordt vaak voor forse bedragen weggekocht of krijet, na de gewonnen prijs, vaak een aanzienlijke sala risverhoging. Toch. het leuke (aanvangs)salaris met bij passende auto is voor de nieuwe lichting re clamemakers. vaak hoog opgeleid, slechts bijzaak. „De interesse van het vak c niciatie is voor mij van doorslaggevende be tekenis geweest om voor reclame te kie zen". zegt account executive (vertegen woordiger) Ed Stibbe (29) van FHV. Hij werkt bijna drie jaar 'in de reclame'. Hij stu deerde bedrijfskunde, werkte bij Unilever en volgde een kader-opleiding bij de ABN. „Halverwege gaf ik de pijp aan Maarten Het bankwezen, dat trok me toch niet. Ik ben toen doelbewust gaan zoeken naar een bureau, terwijl ik wist dat het niet makkelijk zou zijn om in dat wereldje een plaats te Nu ik er in zit, ja, misschien is het wel een beetje snelle wereld. Een aantal ideeën dat mensen er van hebben klopt wel. Ik bedoel, zo n snelle reclameboy met net een te bruin hoofd. En soms heb je wel eens het idee dat je, met alle respect, op een feestje van autoverkopers terecht bent ge komen." Toevallig Femke Blauwhof, enkele jaren account c cutive (schakel tussen klant en bureau) bij het bureau Ogilvy Mather, is toevallig het vak ingerold. Toen ze nog aan de Heao stu deerde liep ze enige tijd stage op een recla mebureau. „Op de Heao werd er toch wel wat negatief tegen het vak communicatie aangekeken. De mensen die communicatie, reclame, public relations etc. in hun pakket hadden voelden zich wat vlotter. Door mijn stages heb ik kunnen vergelijken en de sfeer maar vooral de wijze van werken op een re clamebureau sprak mij het meeste aan." „Er wordt in dit vak heel hard gewerkt, maar de eisen die klanten stellen worden ook steeds hoger", zegt prof. dr. W. Drie huis, voorzitter van het Genootschap voor de Reclame. Dat kan wel zo zijn, toch is er bij de meerderhéid van Nederland niet al te veel begrip om reclame te zien als een drij vende kracht achter een gezonde econo mie. Bijna de helft van de Nederlanders, zo blijkt een Nipo-enquète, wil een hogere omroepbijdrage betalen als daarmee een uitbreiding van de Ster-zendtijd kan wor- den voorkomen. Veertig procent wil zelfs gemiddeld 96 gulden meer betalen als daar mee de Ster helemaal kan worden afge schaft. Vrij vertaald, het beeld dat reclame oproept is niet erg positief. Driehuis op do- ceertoon: „Reclame heeft drie functies, overreding, het verschaffen van informatie en het brengen van verstrooiing. In het ver leden was er een negatief oordeel omtrent dat overredende karakter. Dat is nu minder negatief. Het verstooiingskarakter waar deert het publiek positief. De reclame zit nog met dat informatieve karakter, juist daar ligt de grote uitdaging." Management De reclame verandert. No^ niet zo lang ge leden leken de bomen tot in de hemel te groeien.Als je het over een echt zichtbare verandering in ons vak hebt, dan is het wel het financiële management van bureaus. Dat stond nooit bovenaan de lijst Nu toch wel. Ook reclamebureaus moeten gemana ged worden als 'gewone' ondernemingen. In ons vak gaan vele miljarden per jaar om. De noodzaak om veel meer aandacht aan financieel management te schenken heeft vooral ook te maken de opdrachtgevers, die steeds zorgvuldiger naar hun investeringen kijken", zegt Winninghof. Een andere ingrijpende verandering die voor de deur staat is het Europa van 1992. Voor lokale bureaus zal er niet veel veran deren, verwachten reclamemakers. Want hun markt blijft immers gelijk. „Internatio nale bureaus zullen samen met hun inter nationale opdrachtgevers groeien", weet Winninghof. „En nationale bureaus zullen samenwerkingsvormen moeten zoeken met gelijkgestemden in het buitenland. Belang rijk is straks ook welke multinationals hun hoofdkwartier in Nederland hebben en vanuit welk land een campagne gecoördi neerd wordt. Nederlanders, die in Europa bekend staan als uitstekende reclamema kers, zijn in het voordeel. Wij kunnen over de grenzen kijken. Wij zijn als klein land niet gevaarlijk en wekken bij andere Eu ropese landen geen aversie op. Speelt alle maal mee. Het merendeel van ons werk zal overigens gewoon voor de Nederlandse markt zijn." Richtlijnen Toch, de kans is aanwezig dat uit kostenbe sparend oogpunt een commercial voor een bepaald type auto in zowel Scandinavië als Spanje gelijk is. Blanchard: „Vervlakking? 't Zou kunnen. In noordelijke landen ga je meer in op de veiligheid van een auto, in zuidelijke landen zou je het acceleratie-ver- mogen meer accent kunnen geven. Het kan zo zijn dat een concept straks Europees toe pasbaar moet zijn. Dan kun je niet inspelen op bepaalde kenmerken van bepaalde na tionaliteiten. In Brussel is een groot aantal richtlijnen in voorbereiding. De Nederland se reclame doet al veel aan zelfregulering als het gaat om het milieu en de gezond heid. De verwachting is dat de eisen nog strenger worden, dat er zelfs verboden ko men om reclame te maken voor produkten die legaal te krijgen zijn. De reclame wacht in spanning af. Via de Afsluitdijk van West-Friesland naar Friesland n Dl vurrGEPTwee uur en tvvjnljg minuten is ie lang- gelooft écht dat er ooit een trein over dat huizen liggen lager, het water hoger dan de land en Schiermonnikoog zijn geen uitzon waar de veerboten van Doeksen naai ft Iets internationaals. Een bus van /aam om met de auto te kunnen concurre- machtige waterwerk zal rijden weg Bushokjes zijn er in alle soorten en dering. In Ixeuwarden kunnen ze overstap- landen vertrekken. De bus wel. iiiiti U... AllL ,«n X M7II li. 11.» Kii,. rortrolrt IrAiirirt ,«ti flirt Vlaaralna malnn Hi i al hnl ine ctann tientallen fit>l - ni>n nn Hp hlic naar I anvvPrcnnD Tpr hnnotP van Hprhaviim Llannpn wiTiav I let heeft Iets internationaals. Een bus de Friese FRAM voor het station in Alkmaa ter hoogte van snackbar Saigon en een cof feeshop waar ze hasj verkopen, wat de pro vincieplaats iets kosmopolitisch geeft. Een groepje Zwitsers stapt verwaaid in. Ze zijn met kinderen en al van hun vakantieadres in Esmond aan Zee naar Alkmaar gefietst om daar de bus naar de Afsluitdijk te pak ken. Die naar Leeuwarden dus. De Zwitsers, helemaal weg van ons vlakke land. hebben er zich op verkeken, /o gemakkelijk ging het fietsen niet. IX* koppen gloeien van de strakke wind. De bus naar leeuwarden is in het nieuws. Hij doet er te lang over. vinden ERAM en de Noord Zuid Hollandse verv oersmaatschap pij NZH die samen deze lijn exploiteren. Twee uur en twintig minuten is te lang- met de auto te kunnen concurre zegt Peter Kors van de NZH. Misschien moet ie niet meer al die dorpjes aandoen. En moet ie wat comfortabeler, zoals de sneltreinbus die vanaf Utrecht CS naar Oos terhout gaat. En frequenter waardoor hij betere aansluitingen geeft met de trein. Nu gaat hij om het uur; wie in Leeuwarden ver der het noorden in wil. mist net de trein naar Groningen. Een meisje met Gullit-kapsel is er aan ge wend zo lang in de bus te zitten. Elke maand gaat ze van Alkmaar naar Leeuwar den om familie te bezoeken. Achttien strip pen is niet niks, maar het is goedkoper dan de trein. En ondanks alle gekrakeel sneller. Want er zijn wel plannen voor een railver binding over de Afsluitdijk, maar niemand gelooft écht dat er ooit een trein machtige waterwerk zal rijden. De bus vertrekt keurig op tijd. Maar al vijf minuten komt hij vast te zitten in een hardnekkige file. Bijna een kwartier duurt het oponthoud. De chauffeur blijft er koel onder. Het gebeurt daar geregeld, leet hij uit met een tongval die verraadt dat hij alles af weet van het pompeblèd dat zo trots op zijn bus prijkt. Het lelieblad zoals het voor komt op de f riese vlag en op de shirts van eredivisieclub Heerenveen is voor hem een stukje nationale trots. Het is nog honderd kilometer naar Leeuwarden. Pas halverwege de Afsluitdijk zal hij West-Friesland voor écht Friesland verruilen. |e moet door de ogen van de Zwitsers kun nen kijken om te zien hoe mooi de kop van Noordholland is. Vreemde dimensies. De huizen liggen lager, het water hoger dan de weg. Bushokjes zijn er in alle soorten en maten. Bij alle hokjes staan tientallen fiet sen vastgeketend. De bus is zichtbaar be langrijk voor kinderen die veraf op boeren hoeven wonen. Maar de bus naar Leeuwarden heeft ook duidelijk een recreatieve functie. Op weer en wind voorbereide mensen stappen her en der in. Ze zullen pas in Harlingen uit stappen om daar de boot naar Vlieland of Terschelling te nemen. Meer dan de helft van die passagiers is geen frequent gebrui ker van het openbaar vervoer. Het zijn au tomobilisten die het te duur vinden om de auto mee te nemen naar de Waddeneilan den of te link om het vehikel langdurig in j Harlingen te parkeren. Ook passagiers voor verder gelegen autovrije eilanden als Ame-1 land en Schiermonnikoog zijn geen uitzon dering. In Leeuwarden kunnen ze overstap pen op de bus naar Lauwersoog. Er is weinig verkeer op de Afsluitdijk, maar in de zomer is dat anders. Nu kan de chauf feur de sokken er in zetten om de vertraging weg te werken. We gaan met een noodgang langs een onooglijk torentje. Daar is de dijk op 28 mei 1932 gesloten. Het Dsselmeer. onze eigen zee. ziet er die dag ook echt als zee uit. Woeste golven met gemeen schuim en geen land in zicht aan de overkant. Dat zicht op oneindig en de lange busrit die van het ene naar het andere land lijkt te voeren, de andere taal ook. doen Nederland groter lijken dan het is. In Harlingen is de bus even wat voller. De trein, een modem dieseltje met de naam 'Wadiloper', gaat niet tot Harlingen Haven. waar de veerboten van Doeksen r landen vertrekken. De bus wel. Ter hoogte van Herbayum stappen scholie ren in die een taal spreken waardoor je he lemaal het gevoel hebt in den vreemde te verkeren. Het enige dat niet verandert is het wegge drag. Een BMW hangt macho achter een auto met minder vermogen. Hinderlijk, ook voor de buschauffeur die er desondanks in slaagt precies op tijd de Stationswei (wei is Fries voor weg) op te rijden. De omgeving van het station hoort niet bij Leeuwarden. De spiegelende kantoren tore nen Manhattan-achtig. Het hoofdkantoor van de FRAM heeft zich krampachtig aan deze nieuwlichterij aangepast. Het heeft lang geduurd, maar wat is lang als het leuk is?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 26