Binnenland
'Twee keer meer politieke
vluchtelingen, dat kan best'
Almelo wil kunstwerk
parlement wel hebben
Rudi Fuchs wil algehele boycot van
opdracht kunstwerk Tweede Kamer
M'n hersenen staan nog op het
ZO; DAT DE
öEVEiLIGING
QOED GEPLAATST
IE) EN TUDIQ
UITE)CnAKELT
Vrijdag 7 jun. 1991
Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA AlTAN ERDOGAN RONALD FRJSART 'c v PATRJCX VAN DEN HURK SJAAK SMAKMAN FRANS VISSER MARGOT KLOMPMAKER Vcxmgeving ANDRIES DETMAR
4
Algemeen Nederlands Persbureau (ANP). Gemeenschappelijke Persdienst (GPD). Inter Press Service (IPS).
In Nederland vindt relatief het kleinste aantal politieke
vluchtelingen in West-Europa onderdak. Ons land telt
vijftienduizend erkende vluchtelingen: één promille van
de bevolking. Dat is niet iets om trots op te zijn, vindt Jan
Nico Scholten, voorzitter van de Vereniging Vluchtelin
genwerk Nederland. „Een verdubbeling van het aantal
politieke vluchtelingen binnen vijf jaar, dat kan best. Dat
leidt niet tot ingrijpende problemen voor de samenle
ving."
voorzitter. Scholten slaagt er
daarom niet in het interview
rustig af te maken. F.lke paar
minuten gaat de telefoon. Zo
juist hebben Vluchtelingen
werk, de Nederlandse Orde van
Advocaten en de bureaus voor
Rechtshulp ook nog eens het
overleg met het ministerie op
geschort.
De plannen van de minister
en staatssecretaris Kosto hieden
te weinig waarborgen dat de
DEN HAAG LOUIS BURGERS
De Vereniging Vluchtelingen
werk Nederland, waarin onder
meer kerken en Amnesty Inter
national samenwerken, houdt
morgen een landelijke manifes
tatie in Amsterdam. Die is be
doeld om de regering en het
parlement aan te sporen een
zorgvuldiger asielbeleid te voe-
Het zijn hoogtijdagen voor de
aanvragen voor asielzoekers
snel en eerlijk worden afgewik
keld. Gisteren stemde een
meerderheid van de Tweede
Kamer toch met de plannen in.
De organisaties zijn het met
het kabinet eens dat de proce
dures, die nu maximaal vijf jaar
duren, aanzienlijk sneller kun
nen. Maar alleen als daar vol
doende waarborgen tegenover
staan voor bijvoorbeeld
een individuele behandeling en
een juiste rechtsgang. Asielzoe
kers moeten vanaf 1 oktober
binnen enkele maanden weten
waar zij aan toe zijn. Dat kan
door direct een schifting aan te
brengen tussen vluchtelingen
die terecht een beroep doen op
de asielwetgeving en mensen
die kennelijk niet politiek ver
volgd worden.
Het duurt nu nog veel te lang
voordat een asielzoeker weet of
hij wordt toegelaten. „Nog erger
is dat asielzoekers tijdens deze
procedure niets mogen. Ze mo
gen geen werk zoeken, krijgen
geen kans te integreren in de
samenleving. Ze moeten
kortom hun tijd soms wel vijf
jaar in ledigheid doorbren
gen."
Direct terugsturen is beter,
vindt Scholten. „Begrijp me
goed, niet- politieke vluchtelin
gen zijn welkom. Maar econo
mische vluchtelingen kunnen
we niet toelaten als we óók poli
tieke vluchtelingen willen hel
pen. Dat klinkt hard. Je moet
echter zakelijk zijn, juist ter wil
le van de échte vluchtelingen.
Als we iedereen toelaten, komt
er een enorme stroom op gang.
Dat kan Europa niet hebben.
Het continent zou ontwrich-
Daarom moeten de Europese
landen volgens Scholten veel
meer economische hulp sturen
naar de Derde Wereld. Daar is
een immense stroom ontheem
den en niet-erkende vluchtelin
gen op gang gekomen. Deze
groepen moet je in hun eigen
land helpen, zegt de oud-parle
mentariër.
Op dit moment proberen
jaarlijks zo'n twintigduizend
vluchtelingen toegang te krijgen
tot Nederland. Een kwart
5000 mensen wordt ook
daadwerkelijk toegelaten. De
stroom zwelt aan, blijkt uit de
meest recente gegevens. Tussen
1988 en april van dit jaar groei
de het aantal asielaanvragen
van 7486 (1988). via 13.898
(1989) en 21.208 (1990) tot 6389
alleen al in de eerste vier maan
Vluchtelingenwerk vindt dat asielzoekers te lang op een beslissing over hun verblijf in Nederland moeten
wachten. Op de foto asielzoekers bij aankomst in een opvangcentrum in Aalten. foto anp cor out
den van dit jaar.
Vluchtelingenwerk is dan ook
een snel groeiende vereniging.
Het aantal leden en donateurs
nam in drie jaar toe van vijfdui
zend naar zo'n dertigduizend.
Het aantal vrijwilligers groeide
van driehonderd naar zeven
duizend. Mensen die zich in
hun vrije tijd inzetten voor
vluchtelingenopvang. Ze nemen
ze mee naar de supermarkt, kle
den ze, zorgen voor meubels en
leren ze om te gaan met gas,
water en elektriciteit.
Scholten: „In Nederland be
staat een grote bereidheid om
vluchtelingen op te vangen. Tal-,
loze gemeenten en dorpen dra
gen een steentje bij." Hij is niet
bang dat door een verdubbeling
van het aantal asielzoekers op
grote schaal onlustgevoelens
ontstaan. „Zelfs in plaatsen als
Stevensbeek en Slagharen, waar
grote groepen asielzoekers kwa
men wonen, verdween het ver
zet vrij snel."
«GPD
De gemeente Almelo gaat zich
sterk maken om het omstreden
monument dat Kounellis voor
de nieuwbouw van de Tweede
Kamer heeft ontworpen, naar
de stad te halen. De Almelose
wethouder van cultuur P.J.
Grondel heeft al drie lokaties in
gedachten, die hij morgen voor
legt aan het PvdA-kamerlid Flip
Buurmeijer. Buurmeijer, die
met een deel van zijn fractie
morgen Almelo bezoekt, heeft
zich zoals gemeld geërgerd aan
de waarde-oordelen van de Ka
mer over kunst, en wil proberen
het monument naar Twente te
halen. Volgens Grondel zou het
kunstwerk vooral goed ogen bij
het Theaterhotel van Van der
Valk in de stad.
Sommige parlementariërs lie
ten zich al ontvallen dat als het
beeld er toch moest komen, het
„dan maar aan het Tjeukerr-
meer geplaatst moet worden.
Kounellis wordt beschouwd
als een van de meest vooraan
staande kunstenaars van deze
tijd. Kortgeleden werden er in
het Haagse Gemeentemuseum
en het Stedelijk Museum in
Amsterdam tentoonstellingen
aan zijn teken- en beeldhouw
werk gewijd. Bij het vervaardi
gen van zijn objecten gebruikt
Kounellis 'gewone' materialen
als steenkool, jute, zand en ste
nen. Soms doen gasvlammen In
zijn kunstwerken dienst. Kou
nellis komt voort uit de Arte
Povera-beweging ('arme kunst')
èn is wereldberoemd.
Als ontwerp Kounellis wordt weggestemd
Rudi Fuchs: „De parlementariërs hebben zich niet in de kwestie ver
diept." foto gpd peter senteur
DEN HAAG PETER HUYSMAN
„Als de Tweede Kamer zich te
gen het ontwerp van Kounellis
uitspreekt, dan hoop ik maar
één ding: dat de nieuwe op
dracht door de Nederlandse
kunstwereld tot Besmet Werk
wordt verklaard."
Dit zegt Rudi Fuchs, directeur
van het Haagse Gemeentemu
seum en internationaal ver
maard deskundige op het ge
bied van hedendaagse beelden
de kunst. Hij is verantwoordelijk
voor het advies aan minister
d'Ancona om de in Rome wo
nende Griek Kounellis aan te
wijzen als de meest geschikte
kunstenaar voor een fors kunst
werk voor de deur van het nieu
we gebouw van de Tweede Ka
mer.
Fuchs staat op het standpunt
dat een nieuwe opdracht ge
boycot zou moeten worden.
„Als Kounellis de opdracht
misloopt, dan geloof ik dat geen
enkele andere zichzelf respecte
rende kunstenaar het werk op
zich zou moeten nemen."
Het ziet er inderdaad naar uit
dat de Tweede Kamer het Kou-
nellis-ontwerp afwijst. Een
meerderheid van de fracties van
CDA, de kleine christelijke par
tijen en een deel van de WD,
zal zich volgende week dinsdag
vermoedelijk tegen het geplan
de beeld uitspreken. Het gaat
om een metalen stellage met
aan de bovenkant een mand
met kolen 'kolenkit'. Critici
vinden het werk öf niet mooi, of
achten het niet in overeenstem
ming met de confessionele op
vattingen over macht en demo
cratie.
Fuchs ontzegt de Kamer ab
soluut niet de vrijheid te oorde
len over een voorgesteld kunst
werk voor het nieuwe pand.
Wat hem echter stoort is dat de
parlementariërs zich niet in de
kwestie hebben verdiept en dat
daar grote minachting voor de
kunst uit spreekt. Ook zegt hij te
weten dat fractieleden die het
beeld mooi vinden vanwege de
fractiediscipline toch tegen zul
len
Over de passage in de toelich
ting van minister d' Ancona op
het kunstontwerp waarin ge
sproken wordt over de hemel en
de macht die daar naar het
inzicht van Fuchs in ieder
geval niet vandaan komt, zegt
de museumdirecteur: „Ik heb
dat een keer gezegd in een ver
gadering. Ik vind dat een hono
rabele opvatting, waar ik nog
steeds achter sta. Slechts een re
latief klein deel van de Neder
landse bevolking is van mening
dat de democratie door God ge
geven is."
KOKANJE
Kaaskop
Voedingsmiddelen
vullen niet alleen de
maag. Zij kunnen
ook de taal verrijken. Gaat het
om basisvoedsel, dan is de kans
groot dat dit in allerlei zeegwij
zen en uitdrukkingen onderdak
heeft gekregen. In het aan „culi
nair taalgebruik" gewijde num
mer van Onze taal wordt bij
voorbeeld gewezen op de grote
verbreiding van woorden als
„brood" en „boter". Een be
smeerde boterham behoorde
eeuwenlang tot het standaard-
menu van de Nederlanders.
Vandaar dat alleen van brood
gezegd wordt dat we dit brood
nodig hebben. En dat „boter
aan «i«-galg ■neren" hal top
punt van verspilling wil uitdruk
ken. Toch behoort de mens,
naar het woord van de apostel,
niet bij brood alleen te leven.
Zijn geest hoort ook open te
staan voor het „hemels brood",
het woord van God.
Het is ook opvallend hoe stevig
het woord „honing" in onze
taal verankerd is. Eeuwenlang
in deze stre
ken op honing aangewezen als
ze een zoetstof wilden gebrui
ken. Suiker, gemaakt van bie
ten, deed hier pas in de vorige
eeuw zijn intrede. Behalve in
spreekwoorden, zoals „Men
vangt meer vliegen met een le
pel honing dan met een vat
azijn", duikt het zoete natuur-
produkt op in gezegden als: „Ie
mand honing om de mond
smeren" en „Een land van melk
en honing". Welke kerkvader
was ook al weer van mening dat
de vrouw een „met honing in
gestreken zwaard" was?
In de middeleeuwen was het
verzwelgen van grote hoeveel
heden gerstenat voor het gewo
ne volk een belangrijker bezig
heid dan het smeren van een
boterham. Toch heeft bier niet,
zoals brood, zijn stempel op het
taaleigen gezet. In de Dikke van
Dale staan wel enkele spreek
woorden. maar die klinken mij
bepaald niet bekend in de oren.
Als iemand aangeschoten is.
dan zouden wij met een blik
van verstandhouding „hij is bo
ven zijn bier" tegen elkaar zeg
gen. In werkelijkheid spreken
we dan niet over bier maar over
theewater. Van het gezegde
„jong bier moet gisten" heb ik
Bi| romantiek en fraaie liinen denk je direct aan Italië Vandaar dat we deze zitgroep
Linate doopten Naturel rotan voorzien van comfortabele kussens l mate voen zich in
zowel een klassiek als modern interieur prima thuis En is leverbaar in diverse kleuren.
De stoel koopt u nu vanaf 1485,-.
De tweezitter varvat 2275,-en er is levens een dnezitter vanaf 2965,-
i gehoord. Dat zou ver
goelijkend gezegd worden over
jongelui die zich zeer dartel en
uitgelaten gedragen. Maar voor
dergelijk gedrag hebben we juist
een fraaie term voorhanden! Wij
spreken dan van „brooddron
ken" gedoe! Als we op het woor
denboek afgaan, worden wij in
Nederland niet dronken van
bier, maar wel van thee en
brood.
Koosnaampjes en scheldwoor
den maken ook vaak dankbaar
gebruik van de namen van voe
dingswaren. Een Fransman
noemt zijn dochtertje bijvoor
beeld „mon chou". ofwel „mijn
soesje". Is een Nederlands kind
zoet. dan murmelt zijn moeder
algauw iets over „mijn snoep
je". Met een melkmuil wordt
echter niets aardigs bedoeld.
Roept een Spanjaard „leche!"
=melk), dan bestelt hij geen be
ker melk. maar dan bezigt hii
een krachtterm. Italianen heb
ben het graag over „liefjes" en
„zoentjesvangers", maar dan
praten ze niet over hun kroost
maar over verschillende soorten
pasta.
Een liefhebber van pasta wordt
in het buitenland soms voor
een „spaghettivreter" uitge
scholden. Engelsen schelden
Fransen graag voor „kikkers"
uit. als straf voor het feit dat de
billen van deze dieren op Fran
se menukaarten niet ontbreken.
Andere volken hebben er ook
een handje van om van het na
tionale gerecht of een bekend
culinair produkt in een land een
scheldwoord te maken. Een hu
meurige Belg heeft er bijvoor
beeld geen moeite mee om zijn
noorderbuur een kaaskop te
Heeft het woord Sauerkraut in
de Duitse taalschat nu ook zo'n
hoge vlucht genomen als de
woorden brood en honing in
het Nederlands? Kent men er
gelijksoortige gezegden als
„zich de zuurkool niet van het
bord laten eten", „de mens zal
bij zuurkool alleen niet leven"
en misschien zelfs, in plaats van
„het hemels brood", „de hemel
se zuurkoól? Nee. helaas, zo
dwingend is de relatie tussen
basisvoedsel en taalrijkdom nu
ook weer niet.
ZWIER MEDEWERKER
.Arbeiders werkten
onder erbarmelijke
omstandigheden. In
de meeste beroepen
werden zij niet veel
ouder dan dertig
jaar. Loodvergifti-
de grafischi
industrie zo vaak
voor, dat onderne
mers leerjongens
gratis melk verstrek
ten. Anders waren
ze dood vóór ze het
vak hadden ge
leerd."
Dat was, globaal
gesproken, het
beeld van arbeidend
Nederland in de
tweede helft van de
negentiende eeuw.
vlak voor de oprich
ting van de arbeids
inspectie. Gelukkig
zijn de tijden veran
derd.
Hoewel: „Het is
soms net of m'n
hersenen nog op het
nachtkastje staan".
Uitspraak van een
28-jarige dakdekker
in de jaren negentig
van déze eeuw, die
door blootstelling
aan chemische stof
fen tijdens zijn werk
een beschadigd
centraal zenuwstel
sel heeft opgelopen. Een affiche
De gevolgen: ver
geetachtigheid, de
pressies en verlam
mingsverschijnselen. De man
zal de dertig wel halen, maar
wat is het verschil tussen toen
en nu, na honderd jaar arbeids
inspectie?
Daarover is een zeer lezens
waardig boek verschenen, naar
'aanleiding van het eeuwfeest
dat de arbeidsinspectie, onder
deel van het ministerie van so
ciale zaken en werkgelegenheid,
vorig jaar vierde. Vier auteurs
hebben in een ruim geïllu
streerde paperback de geschie
denis en ontwikkeling van de
probeerde te bevorderen.
de arbeidsinspectie in de jaren dertig de veiligheid in wasserij-
illustratie sdu uitgeverij
arbeidsinspectie samengevat en de negentiende eeuw r
nemen tevens een voorschot op
de toekomst.
De geschiedenis is deels een
nostalgisch, deels een treurig
stemmend verhaal. leuk hoor.
die goeie ouwe tijd waarin jan
de arbeider en vrouwelijke col
lega Mien maar al te vaak letter
lijk hun leven moesten geven
om in het zweet huns aan-
schijns het dagelijks brood te
mogen verdienen.
Ook de rest van de maat
schappij kon aan het einde van
r las
tig wennen aan overheidsbe
moeienis met het vrije spel der
economische krachten. Dat de
arbeider het niet best had werd
min of meer beschouwd als een
natuurlijk gegeven, door God zo
gewild.
Paradoxaal genoeg is de zorg
om het lot van de arbeider
eveneens ontstaan uit economi
sche noodzaak. Door de groei
ende economie ontstond in Ne
derland steeds meer behoefte
aan arbeidskrachten. Kinderen
waren het goedkoopst en bij ge
brek aan enige regel werden die
dus zonder meer ingeschakeld.
Niks onbekommerde jeugd:
werken! Maar hierdoor groeide
het schoolverzuim, waardoor de
industrie vreesde voor een ge
brek aan geschoolde arbeids
krachten.
Nog in 1870 concludeerde
een staatscommissie, na zeven
jaar gedegen onderzoek, dat
kinderarbeid niet verboden
mocht worden: de kinderen
zouden maar de straat opge
jaagd worden er was nog
geen leerplicht en bovendien
zouden de ouders de inkcunsten
moeten missen. Om de kinde
ren zelf maalde niemand.
Het beroemde Kinderwetje
van Van Houten van 1874 ver
bood alleen kinderarbeid in fa
brieken. Op het land, in de
thuisindustrie en vooral in de
loodzware bezorging van goe
deren ging de kinderarbeid ge
woon door. Desnoods voor en
na schooltijd, zodat veel kinde
ren hun schooltijd slapend
doorbrachten.
Toch is het Kinderwetje van
grote betekenis geweest. Voor
het eerst werd wettelijk ingegre
pen in de arbeidsverhoudingen:
het begin van de sociale wetge
ving in ons land. De auteurs van
het jubileumboek maken dui
delijk dat grote sectoren van de
maatschappij daar problemen
mee hadden.
En wat dat betreft is re nog
maar weinig veranderd. In de
jaren tachtig van déze eeuw sig
naleerde de asrbeidsinspectie
opnieuw kinderarbeid, vooral in
illegale confectie-ateliers en in
de kermiswereld. Maar ook in
de sector 'kunst en amusement'
komt exploitatie van kinderen
voor. De arbeidsinspectie wordt
vaak voor bemoeizuchtig uitge
maakt als kinderen wordt ver
boden op te treden in recla
mespots of televisieprogram
ma's. 'Dat kind vindt het zelf
het leukst!', is dan het verwijt.
Niet alleen bij kinderarbeid
lijken verleden en heden op el
kaar. Het is inmiddels gemeen
goed dat zagende, draaiende,
slijpende, plettende en anders
zins gevaarlijke machines be
veiligd moeten zijn, net als ta
kels, hijskranen of steigers.
Maar er wordt nog tamelijk on
bekommerd met chemische
middelen omgesprongen.
Niet zozeer in de chemische
fïrocesindustrie. Daar is de vei-
igheid meestal wel gewaar
borgd. Maar wel op gewone
werkplekken. Een metaalbewer
ker heeft te maken met koel
vloeistoffen, lasrook en ontvet-
tingsmiddelen. Een bouwvakker
hanteert metselspecie, hecht-
middelen, sierpleisters, isolatie
materiaal en speciale lijmen. Op
kantoor wordt gewerkt met ko
pieermachines en laserprinters.
Er zijn veertigduizend chemi
sche stoffen op de markt die re
gelmatig in de industrie worden
gebruikt. Het aantal bekende
verbindingen bedraagt vijf mil
joen. Dagelijks komen er nieu
we stoffen bij. Van veel stoffen
is niet bekend wat de gezond-
heidsricico's zijn, al wordt de
lijst van mogelijk kankerverwek
kende stoffen gestaag langer.
Het zou best kunnen, aldus
de arbeidsinspectie, dat er een
tijdbom tikt onder de chemi
sche industrie: arbeiders wor
den bij voortduring geconfron
teerd met risico's die ze nog
nooit hebben ontmoet. Op ter
mijn kan blijken dat het kanker
risico van bepaalde stoffen of
produktiemethoden zo groot is,
dat ermee doorgaan acuut on
mogelijk wordt. Dit bewustzijn
begint pas langzaam door te
dringen, aldus de auteurs van
het boek.
De blik in de toekomst van de
arbeidsinspectie is helaas nogal
simpel. Als één ding duidelijk
wordt in dit boek, is het wel dat
zowel de werknemende als de
werkgevende mens bijzonder
hardleers blijkt als het gaat om
veiligheid op het werk. En daar
mee is de eeuwcirkel rond: het
gaat om arbeid, het gaat om
produktie. het gaat voor alle
betrokkenen om geld. En vei
ligheid staat dan achter in de rij,
helaas.
Een zaak van vertrouwen.
Arbeidsinspectie 1890 - 1990,
redactie Hans Binneveld, Sdu
Uitgeverij Koninginnegracht, f
39,90.