Wetenschap Aan de pest hoeft niemand te sterven 'Friese Front' in Noordzee heeft rijk dierenleven \k 071 -161400 Redact* en eindredactie RAYMOND PBL Vormgeving: HENK BUtS NIEUWSLIJN Nieuwe aidstest ontdekt in Brazilië Onderzoekers van de medische Hogeschool in Sao Paulo heb ben een goedkope en simpele methode ontdekt om vast te stel len of een patient seropositief is. Zij ontdekten dat een routine test die normaal wordt gebruikt om vatbaarheid van kankerpa tiënten voor infectieziekten vast te stellen ook informatie ver strekt over aids. De patiënten krijgen een middel ingespoten en op de plaats van de injectie doet zich een allergische reactie in de vorm van een knobbeltje voor. Aan de omvang van het knob beltje en het aantal kan worden afgelezen of de patiënt besmet is en zo ja, in welk stadium de ziekte is. De ontdekking is vooral van belang voor de Derde Wereld. Bij de nu bekende aids-test wordt het bloed onderzocht op aanwezig heid van het molecuul CD4, die deel uitmaakt van het natuurlijk afweermechanisme van het menselijk lichaam. Voor dat onder zoek is kostbare apparatuur nodig. Controle op moedermelk Het milieu in Tsjechoslowakije is zo vervuild met kankerveroor- zakende chemicaliën dat het nodig kan zijn controle op moeder melk verplicht te stellen, zo meent de Tsjechoslowaakse minister van milieuzaken Vavrousek. Bij de invoering van een ontwerp voor een nieuwe wet op afval zei de minister dat routine-contro le op moedermelk ingesteld moet worden om te zien of vrouwen borstvoeding mogen geven en hoe lang. De vervuiling met pcb's (polychloorbifenyl). giftige chemische verbindingen die gebruikt worden in onder meer transformato ren en hydraulische systemen, is in sommige delen van het land zo groot dat hele kuddes vee moesten worden afgemaakt. Orinoco-schildpad sterft uit De Orinoco-schildpad, die al duizenden jaren in de grootste ri vier van Venezuela leeft, zou wel eens binnen het jaar uitgestor ven kunnen zijn. Volgens de Venezolaanse dienst voor faunabe heer zijn er nog maar 963 exemplaren van zijn. Als er niet onmiddellijk maatregelen worden genomen, zou de Orinico-schildpad binnen een jaar volledig van de aardbodem verdwenen kunnen zijn. De schildpad zou voor uitsterven be hoed kunnen worden door het vangen van jonge dieren, die ver volgens in een beschermde omgeving de kans krijgen zich te ontwikkelen. Verder moeten er maatregelen genomen worden om een einde te maken aan de jacht op de Orinoco-schildpad. Deze schildpad is een beschermde diersoort. Een pestlijder wordt naar het pest huis gebracht een prent van Jan de Ridder (omstreeks 1720). De tekst luidt 'wanneer men een sie- ken int pesthuijs send moet men syn matrassen en lakens met hem over brengen', (uit De Gave Gods, van Led" Noordegraaf en Gerrit Valk). Leidenaar vlooit omvang epidemieën uit LEIDEN PETER POT MEDEWERKER Stel: u bent op vakantie in India. Op een gegeven moment krijgt u hoge koorts, een zwakke en snelle hartslag, hoofdpijn en hallucinaties. U heeft op gezwollen lymfklieren en er verschij nen zwarte knobbels in uw oksels en liezen. De artsen stellen vast dat u de pest hebt en dat u niet meer bent te redden. Deze situatie lijkt hoogst on waarschijnlijk. maar is toch niet onmo gelijk. Tussen 1898 en 1948 stierven in India ruim 12 miljoen mensen aan deze gevreesde ziekte. In 1983 werden er wereldwijd nog 715 pestlijders gere gistreerd. „Jammer dat men in de Middeleeuwen het aantal pestdoden niet zo precies heeft bijgehouden," verzucht Leide naar Rudolph Ladan. Hij houdt zich al enkele jaren bezig met onderzoek naar epidemische ziekten in Leiden tussen 1400 en 1600. „Natuurlijk werd Leiden in die periode niet alleen getroffen door ae pest, want ook syfilis, de zweetziekte en dysenterie maakten ve le slachtoffers. De pest was echter on betwist de grootste 'killer', vertelt Lad- De pest kent drie vormen: builenpest, longpest en septicaemische pest. Bui lenpest kwam het meest voor, onge veer 70 procent van alle gevallen van pest. Mensen werden met deze ziekte besmet door de beet van een rattevlo. Op de plaats van de beet vormt zich een puistje, dat snel uitgroeit tot een zwarte zweer. In een volgende fase ver groten de lymfklieren. Daarna kan de pest plotseling verdwijnen. Gebeurt dat niet, dan treedt er bloedvergiftiging op, gevolgd door koorts. Tenslotte treedt de dood in. Longpest wordt overgebracht door be smette druppeltjes speeksel. Ook hier bij krijgt de patiënt koorts, de polsslag stijgt en overal verkrampt het lichaam. Het slachtoffer hallucineert en raakt in coma. Longpest is in bijna alle gevallen fataal. De derde, zeldzame, vorm van pest - de septicaemische - wordt ook overgebracht door een vlo, maar dit diertje heeft gedronken van het bloed van een pestpatiënL Hierdoor treedt acute bloedvergiftiging op en zijn de slachtoffers binnen enkele uren dood. De Middeleeuwers hadden diverse ver klaringen voor het uitbreken van de 'heete sieckte', zoals een van de namen voorde ziekte luidde Sir.il an God voor zonden was er een. Maar ook de standen van stenen en planeten «varen volgens hen verantwoordelijk voor de ziet te Volgens Ladan bestonden er ook verrassend moderne ideeën over de verspreiding van de ziekte. „Men had ook het vermoeden dat de pest het gevolg was van een smetstof in water of lucht. Het idee dat de ziekte besmet telijk was, bestond wel degelijk en men probeerde verspreiding te voorkomen door tonnen met pek in de straten te branden en zo de lucht te zuiveren." Strohoed ophangen Als de pest toch uitbrak, kon men be trekkelijk weinig doen. Stadsbesturen probeerden de ziekte vooral door af zondering van patiënten te beperken. Huizen waarin slachtoffers woonden, moesten een strohoed op de deur han gen. Herstellende zieken, of mensen die met zieken in contact waren ge weest, mochten alleen door de stad lo pen met een witte stok zodat iedereen opzij kon gaan. Rudolph Ladan heeft vooral gezocht naar een antwoord op de vraag hoe s-eel echte pestepidemieën er in het tijdvak 1400-1600 waren. Want er wa ren ook jaren met incidentele gevallen van pest in de stad. En omdat be- Bouwliw I ijfien ova ha aantal slachtoffers ontbreken, moest hij dus andere manieren verzinnen om daar achter te komen. Daarbij maakte hij ■bfuflt won op ha vraande mo th oden. Zo viel het Ladan op dat in be paalde jaren wel erg veel testamenten werden gemaakt. Toen hij verder ging zoeken, bleek dat in jaren met veel tes tamenten ook veel missen werden ge kocht die ter nagedachtenis van een overledene moesten worden gehou den. Aantal graven Een andere aanwijzing voor de ernst van pestepidemieën was het aantal ge kochte graven in de Pieterskerk, want vooral aanzienlijke Leidenaars werden in die tijd vaak nog in de kerk begra- ven. Normaal gesproken waren dat er jaarlijks tussen vijf en negentien. In het jaar I 126 waren het er op<i-ns T V )p basis van al deze gegevens zag Ladan dat tijdens pestepidemieen de sterfte minstens vertwee of verdrievoudigde i Maar uit zijn onderzoek bleek ook dat exacte aantallen niet zijn vast te stel len. Die zijn meegegaan in de gras-en van de slachtoffers I ui U-I.ingr i i 1 I.: dat de pest. in tegenstelling tot wat tot nu toe wordt beweerd, al vóór 1550 epidemische vormen aannam en zorg de voor grote sterfte. Door gebrek aan gegevens heeft men tot nu toe aangr nomen dat de pest na 1550 juist harder toesloeg dan in de tijd daarvóór Maar ui! In I ri.hr ni.t!i-:i.i.il Mi]k! da! d.C onjuist is. Ladan noemt de jaren 1411. 1439 en 1509 als voorbeelden van zwa re pestepidemieën. Tegenwoordig hoeft men niet meer te sterven aan de ziekte. Mits je er snel genoeg bij bent. is de ziekte goed te ge nezen. Ladan ..ik hoop dan ook dat mijn huisarts het zou herkennen, maar ik vrees het ergste.** Mammoetbotten In een tuin in de buurt van het Tsjechoslowaakse Bmo zijn bij graafwerkzaamheden reusachti ge botten en eeen slagtand van twee meter ontdekt. Medewer kers van het stedelijk museum denken dat het gaat om vijf wervels en een scheenbeenbot, alsmede het haast volledige bekken van een voorganger van de mammoet die ongeveer 200.000 jaar geleden leefde. STELLINGEN Bridgers schijnen een licht cri minele inslag te hebben. Brid gers zijn blijkbaar gewone men sen. (H.Pieters, Utrecht) Het begrip 'hond' blaft niet. ('Das Begriff Hund bellt nicht"). (AM. Kreuz, Leiden) De forse overheidsuitgaven in de jaren '70 versus het harde bezuinigen in de jaren '80 en de resultaten van de verkiezingen in deze periode tonen aan dat het een misverstand is te den ken dat een vrijgevig heerser eerder de vriendschap van het volk verkrijgt dan de gierige. (Naar: Machiavelli) Het meestal als problematisch beschouwde hoge ziektever zuim in de gezondheidszorg heeft als belangrijke maat schappelijke functie, dat veel vrouwen het door hen begeerde deeltijdwerk kunnen verrichten. De duur van het brouwproces en de wijze waarop zelf-brou wers met hun brouwsel omgaan leidt tot de conclusie dat het zelf brouwen van bier vanuit het oogpunt van bestrijding van alcoholisme dient te worden ge stimuleerd. U-Mde Heer, Leiden) Waar wiskunde tekortschiet in het verklaren van natuurver schijnselen kan een filosofische benadering tot nieuwe inzich ten leiden. Naast de associatie van de vorm van een CELLO (tekening) met het menselijk lichaam, kunnen de f-gaten van dit in strument worden geassocieerd met de nieren: één kan men missen, twee echter niet. (A.J.C.M. Beniers. Nijmegen) In wetenschappelijke tijd schriften zou aan de rubriek 'er rata' een meer prominente plaats moeten worden toege kend. De overeenkomst tussen het niveau van de bij een proef schrift gevoegde stellingen, waarvan de inhoud niet direct betrekking heeft op de speciali satie van de promovendus, en dat van het gesprek aan de bor reltafel, is meer dan louter toe- va Het gebruik van het formule ren van stellingen bij een pro motie had oorspronkelijk tot doel de basis te vormen voor het bewijs dat de promovendus kennis bezat van het gehele ge bied der bestaande weten schappen. Omdat deze pre tentie een illusie is geworden, getuigt het van realiteitszin dit middeleeuwse gebruik af te schaffen. (Harry Hofman, Groningen) Frank Rijkaard is inzetbaar in de verdediging en op het mid denveld. Tevens is voor hem een leidende rol weggelegd in 'spitting image' (F. Boereboom, Utrecht) MEDEWERKER GPD Het Friese Front' is de naam voor een dertig tot veertig meter diep. uniek stukje Noordzee, honderd kilometer lang en vijf tien breed. Het ligt ten noorden van Texel en Vlieland aan de zuidelijke rand van de diepere Oestergronden, het diepe bek ken in de luwte van de Doggers- bank. Het Friese Front heeft een slib- bige bodem met een opmerke lijk en in soorten afwijkend die renleven (zeeëgels, zandbeker- wormen. twecideppige schelpen en brokkelsterren) met daarbo ven een heel rustige, plankton- rijke waterkolom. Daarin leeft meer sprot, wijting, schar, dwergtong. zwemkrab en ko- ningsgamaal dan elders. Dat trekt weer meer vogels (zeekoet, noordse stormvogel, kleine mantelmeeuw): tot 20.000 stuks in augustus en september. En een opvallende concentratie van bruinvissen, die in de jaren zestig uitgestorven leken en nu bezig zijn aan een voorzichtig herstel. Bodemhappen De ontdekking van het Friese Front was toevallig, op 17 okto ber 1977, tijdens bodemonder zoek in de zuidelijke Noordzee. Dr. Freek Creutzberg, hoofd van de toenmalige afdeling autoe- cologie en expeditieleider aan boord van het NlOZ-onder- zoeksvaartuig 'Aurelia', gaf op dracht het anker te laten vallen op de zuidelijke rand van de Oestergrond. Toevallige bleek dat er vrijwel geen stroom stond. Mogelijk juist het moment van de kente ring. maar gelijktijdig kwam bij Creutzberg de gedachte op dat de slibafzettingen in dit deel van de Noordzee te maken kon den hebben met de geringe stroomsterkte". "Vanaf dat moment tot de vol gende morgen acht uur werd om het halfuur het log afgele zen, waaruit het vrijwel ontbre ken van stroming bleek. De waarnemingen werden de nacht daarop herhaald en de uitslag was identiek. Creutzberg begreep dat onder deze om standigheden in het water wer velend materiaal de kans kreeg te bezinken. Deze plaats en dit tijdstip komen daarom oveTeen met de geboorte van het Friese rront. Het vorau d<- ren ren het onderzoek door Creutzberg en vele anderen, dal uiteindelijk geleid heeft tot het gedetailleer de inzicht dat we nu m het I da- se Front hebben", aldus prof. >e Wildr \an MO/ Het slib is vermoedelijk afkom stig van de Engelse oostkust (Norfolk) en wordt verrijkt met organisch materiaal van algen- bloei in zuidelijker, ondieper water. Het wordt afgezet op de sterk hellende bodem van het Friese Front omdat daar ver schillende door de Noordzee stromende watermassa's men gen, waardoor de getijsnelheid afneemt. Over de snelheid waarmee het slib wordt afgezet blijven de méningen verdeeld. Er is ver- suiling aangetroffen op een me ter diepte en dat zou er op kun nen wijzen dat de bovenste me ter slib in de laatste honderd jaar is afgezet (snelheid één centimeter per jaar) Maar de vervuiling kan ook door werve ling en menging zo diep terecht zijn gekomen. Andere onder zoekers houden het daarom op een afzetting van drie tot vier millimeter per jaar. F.r is geen plantengroei op de bodem van het Friese Front zonlicht dringt niet dieper dan 25 meter door in dit water. Maar het slib bevat veel voe dingsstoffen voor algen, die er dan ook in rijke mate bloeien. V 0voedingsstoffen arme bodembegroeiing rijke zone De oorspronkelijke Friese Front hypothese: D Op het Friese Front is de bodem sterk verrekt door het bezinken van voorjaarsbloei van algen uit zuidelijke ondiepere wateren. De opvallend hoge algenconcentratie op het Friese Front in de zomer wordt toegeschreven aan de grote aanvoer van voedingsstoffen uit de bodem Dc algen vormen weer voedsel voor dierlijk plankton (vooral roeipootkrecft)cs) kwallen, kreeftachtigm en vislarvm Er zijn spectaculaire vangsten sprot - en haringlarven gedaan en grote aantallen roei poot kreeftie* en nbkwallen gevon den I holoodgrgrscns Wijzen op concentraties haring en sprot, maar het is nici zeker of hét gebied een paai plaau voor sprot is. Zcckoet en alk jagen al duikend op kleine visjes. zïuiIs hanne. sprot en zandspienng. Ornaat deze vogels in staat zijn om clirptrn «rei BM drei honderd meter te bereiken, kunnen ze de hele waterkolom van het Friese- Frontgebicd afzoeken. Andere soorten (meeuwen, stormvo- grls, jan van grnts) kunnen niet zo diep duiken en zijn aan ge wezen op de bovenste water laag Die ts echter vocdselarm. waardoor ze van andere dieren en menselijke vitterij activiteit afhankelijk zijn. Scholen roof sissen als makreel en hanng ja gen kleinere prooivisies naar het oppervlak, waardoor die binnen het bereik van de meeu wen komen. VisMrij Van nog mm belang snor deze vogels is dc visserij-activiteit. Zij volgen de vtakotter» en eten zo wel dc vfaMn die aan de opper vlakte uit het net ontsnappen als dc vis, die als bijvangst door de vissers overboord wordt gr- zet. Ook de ingewanden van de aan boord schoongemaakte sis sen vormen een voedselbron- De dichtheden van dezr zeevo gel» worden dan ook in hoge mate bepaald door de aan we zigheid van vissersschepen. In de broedtijd, zo becijfert NIOZ onderzoeker Marriik Irn pold. maken per dag gemiddeld negenduizend rit vuyfafa- bruik van het I ncse Front Bui ten dr broedtijd zijn het er der tienduizend. Hij teklr er in au gustus en september 1988 ruim twintigduizend zeevogHs. waar onder tienduizend zeekoeten. De in ons land broedende soor ten meeuwen zijn dc laatste tientallen jaren sterk in aantal len toegenomen. En ook dc wal visachtigrn keren in dc Noord zee terug Tussen 1920(Hl 1910 was ren op het strand aan gr spoelde tuimelaar of rrn grwo nr dolfijn niet bijzonder. De tui melaar leek de laatste 25 jaar uitgestorven; de gewone dolfijn werd in bet Nederland» der! van de Noordzee nog maar zel den gezien. In de zomer van 1990 was een invasie' van tui melaars ui dr Nederlandse wa teren plaats, terwijl bovendien de voor 1950 hier onbekende wttsnuitdolfijn tot dr vaste be woners zijn geworden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 7