Die veel inleyt is niet wijs, die niet inleyt wil geen prijs ïrrrr? ftfla - t t XJ.l ZATERDAGS BIJVOEGSEL De Leidse loterij van 1596 De staatsloterij bestond nog niet in de late zestiende eeuw en er waren ook nog geen snackbars met eenarmige bandieten. Toch konden de mensen in die tijd hun goklust botvieren. Met dobbelen of kaarten, wat eigenlijk verboden was. Loterijen waren wel toegestaan en ondanks het feit dat de Hervormers er eigenlijk tegen waren, werden ze steeds populairder. Bij spelers en organisatoren, de steden die de verlotingen gebruikten als ze in geldnood verkeerden. De loterijen waren gebeurtenisen op zich, met trekkingen die dagen in beslag namen door het voorlezen van de gedichtjes die door de kopers van loten waren gemaakt. Loterijrijmpjes als weerspiegeling van mentaliteit en emotie. Leiden had aan het eind vqji de zes tiende eeuw behoefte aan een nieuw gasthuis (voor zieken) en een dolhuis, waar krankzinnigen konden worden verpleegd. Maar de stad kon de bouw daarvan niet zelf betalen. De economi sche bloei van de vijftiende eeuw was voorbij en de kosten van de liefdadigheid drukten steeds zwaarder op de stedelijke begroting. Daarom werd aan de Staten van Holland toe stemming gevraagd om een loterij te organi seren. Van de opbrengst konden de gewenste instellingen worden gebouwd. Op 14 maart 1593 kreeg de stad toestemming. peter pot Uit het gerecht het hoogste juridische col lege in de stad werden enkele loot- meesters benoemd die een en ander op po ten moesten zetten. Het organiseren van de loterij was geen sinecure. De loten moesten worden verkocht en geadministreerd en er moesten begeleidende festiviteiten komen. Bovendien moest Leiden ook rekening hou den met loterijen die elders werden georga niseerd. Hierdoor kwam de loterij pas in 1596 werkelijk van de grond. CLUBS Doordat er aantrekkelijke prijzen waren, be staande uit zilverwerk en geld, wisten de Leidse lootmeesters 281.232 loten te verko pen. In totaal waren er meer dan 28.000 lo- tenkopers. dus gemiddeld ging het om zo'n 10 loten per persoon van d. Maar in de prak tijk varieerde het aantal per persoon gekoch te loten, die per stuk ongeveer een dagloon kostten, natuurlijk sterk. Arme sloebers koch ten er eentje, terwijl de rijksten kooplie den. edelen en rijke weduwen soms 2500 of meer loten kochten. Vaak werden veelvou den van 128 gekocht, omdat daarmee pre mies werden verdiend. Het gebeurde daarom nogal eens dat mensen gezamenlijk deelna men aan loterijen, een praktijk die ook tegen woordig nog bestaat in de vorm van zoge naamde Loterijclubs. Tot diep in de Republiek en zelfs daar buiten werden de loten verkocht. Net zoals vandaag de dag gebeurde dat door tus senpersonen. Alleen waren het in 1596 geen sigarenwinkeliers, maar vooral herbergiers. In loeiden gingen ook colporteurs met loten langs de deuren. Loten werden niet alleen betaald in klinkende munt, maar ook in na- tura. Zo was er een deelnemer die loten kocht in ruil voor een paar honderd pond suiker. Een man uit Haarlem zette een paard in, terwijl een andere deelnemer met zijn dressoir kwam aanslepen. De hoofdprijs van de I>eidse loterij viel niet op het lot van een l>eidenaar. De gelukkige was de Middelburgse koopman Jan Adriaens Hij won een prijs ter waarde van 1500 gul den. Toen de lootmeesters zijn lot trokken op een speciaal podium voor het stadhuis, werd niet zijn naam voorgelezen, maar een rijmpje dat Jan, volgens het gebruik van die dagen, op zijn lot had geschreven. Hij noteerde Die op God betrout, zijn geluc es menichfout" (hij die op God vertrouwt, zal veel geluk hebben). "Niet bijster origineel", erkent Dick de Boer. docent Middeleeuwse geschiedenis aan de I>eidse universiteit. "Maar loterijrijmpjes ('prozen') als dat van lan Adriaens bevatten toch bijzonder veel informatie over het leven en denken van de zestiende eeuwers Alle deelnemers aan loterijen waren namelijk ver plicht bij de aankoop van hun lot zo'n rijm pje, spreuk of zegswijze op te geven. Toen men rond 1440 met loterijen begon, gaven de lotenkopers eenvoudig hun naam op. Maar in de zestiende eeuw werd het gewoonte om in plaats daarvan een rijmpje op te geven. Die 'prozen' dienden zowel ter identificatie van de winnaars als ter vermaak van het pu bliek dat bij de trekking aanwezig was". En afleiding was niet overbodig, want lote rijen waren in de zestiende eeuw een langdu rige kwestie. Iedere lotenkoper het namelijk het recht dat zijn lot of loten werden getrok ken totdat er bij voorbeeld bij de 31ste trek king een prijs viel. De Leidse loterij duurde daardoor maar liefst 52 dagen! Het voorlezen van de prozen moest voor enige verstrooiing van de toeschouwers zorgen COMPUTER Dick de Boer ontdekte al meer dan 15 jaar geleden in het Leids gemeentearchief de on geveer 13.000 overgebleven rijmpjes van de loterij van 15%. Maar door tijdgebrek en doordat er nog vrijwel geen computers wa ren, deed hij er lange tijd niets mee. Want het was duidelijk dat alleen met de computer zo'n gigantische hoeveelheid materiaal kon worden verwerkt. Pas toen de PC en allerlei moderne computerprogramma's beschik baar kwamen, kwam de analyse van al die rijmpjes binnen handbereik. Enkele jaren ge leden kon hij samen met een aantal studen ten aan de slag. "De prozen kunnen ons niet alleen vertel len in hoeverre de mensen in de zestiende eeuw geletterd waren" vertelt De Boer, "maar ook in hoeverre dit samenhing met hun welstand, sociale status of beroep". De Boer heeft berekend dat in 15% vrijwel elk Leids gezinshoofd een lot kocht. Volgens hem geeft het aantal loten dat men kocht een aanwijzing voor de hoogte van iemands ver mogen. "Deze stelling is echter niet water dicht", erkent hij, "want de gefortuneerde 1 rederik Hendrik die ten tijde van de lote rij in Leiden studeerde kocht slechts 14 lo ten. Maar als indicatie is de methode bruik baar". De loterijrijmpjes vertellen ons nog meer. aldus Dick de Boer. "De prozen bevatten een bont scala aan onderwerpen. Vaak maakten de lotenkopers gebruik van wijd en zijd be kende rijmpjes, waardoor de gedichtjes nogal eens hetzelfde zijn. De Boer Maar meestal werden de prozen geïnspireerd door de din gen die kopers van loten zelf meemaakten of die hen bezighielden Zodoende bieden de loterijrijmpjes een unieke kans door te drin gen in de belevingswereld van de zestiende plaats de het einde arin zaken oorlogen RELIGIE Uit de rijmpjes blijkt in de eerst» sterke invloed van de religie aan van de zestiende eeuw. een tijd wj als hongersnoden, natuurrampet: en ziekten nog als de wrekende hand Gods werden gezien. De betrokkenheid met (»od en godsdienst kwam natuurlijk tot uitdruk king in allerlei lovende verzen. Vaak met de hoop dat God zou zotten dat iemand prijs winnaar werd. Maar ook rijmpjes met een wat meer relativerende toon kwamen voor Zo gaf Leidenaar Ian van Damme als rijmpje op: te zijn bij God. Wat zullen dan baten, gout, zihvre vaten, off't hoochste lot?' Huybreeht de Rav spotte zelfs met het ty pisch katholieke begnp van vagevuur. "Leeser zegt mij onwrholen. wat brant men in 't vagrwur, hout. turff off colen?". Volgens Dick de Boer was het niet alleen in vloed van godsdienst die er voor zorgde dat het woord God zo vaak werd gebniiki in de loterijrijmpjes De Boer "God rijmde gewoon prima op lot. Bij weduwen kwam het vaak voor dat zij de rijmwoorden kinderen en hin deren gebruikten Een sterke invloed van de godsdienst of terwerk door het loot podium z ■M \an der Wide s gedicht was zeker door de controle geglipt want andere gedichten van een dergelijke strekking werden gccensu reerri Ook politiek getinte gedichtje* kwamen1 voor. Kri|n loostrn uit Leiden kwam in zi|ii proze tenig op de moord op Willem van Oranje12 jaar eerder en de aanstelling van dienst zoon Maurits als leger aan v neuk-r Zijn proze luidde "Scgt toch wat baet. het Spaens senaet. die doot des Piyra. In welc* sleet. Papou lot lect. zijn zoen is geslelt. die doer (~>ods raet het land voorst act. naeonse wens. ende met vruet. maar doichdich muet. een vroem cnjshelt HriMft dt Spaanse regering gr had v ndr moord op de Prins t\\ tliem v on Oranje Wij hebben in zijn plaat* zijn zoon Maurit*) benoemd Daarvan hebben onze katho lickc vijanden i Papou de papen) heel wat vet drier Hij geeft, met raad van God. leiding aan het land. zoals wij dat willen en is met zijn moed gebaseerd op v erst and en deugd een vrome oorlogs "Die de Spangnaerts gunstich sijn «•n haer nae buren haten. als vremde regieren. Dick de Boer "Die loterijrijmpjes bevat ten bijzondier veel in formatie over het le ven en denken in de zestiende eeuw". niet. de rijmpjes waren niet allemaal even braaf. Hoewel het reglement van de loterij weliswaar inzendingen met een ophitsend of aanstootgevend karakter verbood, werden die wel degelijk ingeleverd. Zo luidde de pro ze van de leid.se familie Spanbrouc "De jongste van Spanbrouc doel vragen, wat de xrijsters onder haer schorteclcet dra gen". Bovenstaand rijmpje werd nog grappiger door dc dubbele hiidem d»e het bevatte Na het voorlezen van het rijmpje nepen de loot meesters namelijk 'niets als het kit geen prijs had "Mensen ging daarmee rekening houden in hun gedichtjes Het kon een komisch effect hebben woord 'met' weerklonk na een gedichtje wat daarop was gemaakt De toeschouwers zullen waarschijnlijk dubbel hebben gelegen toen de lootmeesters 'niets' riepen na de vraag wat vrijsters onder hun rok droegen", vertelt de Boer lachend. Sommigen meenden dat wat grovere teksten ook moesten kunnen I. van der WMe dacht geluk af te dwingen, door in zijn njmpje te dreigen dat hi| de lootmeesters met hun ach- i Mensen die de Spanjaarden gunstig zijn gezind, en hun landgenoten haten, wat zullen zij er aan hebben wat sal't haer baten? als de Spanjaarden aan de macht zijn?) Behalve prozen die anti katholiek of anti Spaans waren, zijn er eveneens voorbedden van rijmpjes die aangeven dat mensen alle vreselijke gevolgen van de Tachtigjange Oor log, die in 1568 was begonnen, zat waren "O Godt. slaet II oogrn op dit \adcriant. dat wij morgen crijgrn ren gitcdc \7ecdc ofte bestand" Het bestand dat de lotenkoper b!i|kcns /ijn gedicht zo vung wenste, zou er «Mik indrr daad komen In 1609 werd het Iwaalfjang bestand (1609-1621) gesloten INFORMATIE Volgens Dick de Boer zj|n de loterij rijmpjes vooral zo belangri|k omdat ze niet alleen in formatie geven om het culturele leven van mensen in de zestiende, maar ook over dal in v roegere tijden "Op allerlei gebieden hchiel den de steden lot in liet laatste kwart van de zestiende eeuw nog hun Middeleeuwse ka rakter Op economisch, sociaal en op cultu reel gebied Ook de middeleeuwse rijmiradi tie bleef grotendeels intact. Met de njmpje» van de loterij van 1596 kunnen we dus -v\tH vooruit als achteruit in de tijd kijken In hoe verre was er nog sprake van de middeleeuw se mentaliteit rn emotie en in welke opzie li ten diende de nieuwe lijd zich aan? I n dal maakt de prozen nu juist (In hei Betast. «Ir vuiatsintri aan dr l'arliaan lm. i< pii| vnjdair **n mor» mi 17 00 u van li 00 tot 1700 uui I jtesintrn Een prijskaart van een loterij, door voor het gasthuis van de stad Rotterdam getoond aan het publiek Rechts detail-afbeelding van een v ifiimi 'nlüiiytiLiuUilu imir I vn irni rrrrrr rrrrrrrrrrr ii i 111111111i ii i ii 11 ii i n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 41