De strijd teeende 'wrake Gods' Dominique Lapierre schrijft de geschiedenis van aids:'een echtekiller-story' ZATERDAG 13 APRIL 1991 PAGINA 27 Oktober 1980, het academisch zie kenhuis in Los Angeles. Op kamer 516 ligt een patiënt met zeer myste rieuze ziekteverschijnselen. De jon ge man heeft een 'lelijke' schimmel infectie in zijn slokdarm, terwijl zijn hele immuunsysteem is verdwenen, omdat hij nauwelijks nog witte bloed cellen heeft. Niemand kan op dat moment bevroeden dat deze patiënt de geschiedenis zal ingaan als het eerste bekende slachtoffer van de plaag die pas jaren later wereldwijd gevreesd zal worden: aids. Het re laas van de ontdekking van de ziek te, de jacht op het virus en de koorts achtige speurtocht naar een werk zaam geneesmiddel, vertelt de Fran se auteur Dominique Lapierre in zijn jongste bestseller 'Groter dan de lief de'. Het is de eerste keer dat de even korte als krachtige historie van de strijd tegen het aids-virus zo com pleet is beschreven. Een verhaal van zichzelf wegcijferende zusters, van medici die zich voor enorme ethische vragen gesteld zien, van slachtoffers tussen moed en wan hoop. Maar ook van traag reageren de deskundigen, van blinde 'bloed bankiers' en zelfs van elkaar becon currerende onderzoekers. door Wim Schrijver Lapierre: "Ik wilde een eerbetoon leveren aan mensen die zich willen inzetten voor anderen". "Het is een echte killer-story", beaamt Lapierre volmondig over zijn boek waar van deze week de Nederlandse "editie verscheen. De Franse schrijver geniet wereldfaam door titels als 'De vijfde rui ter', 'O, Jeruzalem' (boeken die hij samen met de Amerikaan Larry Collins schreef) of 'Brandt Parijs?', stuk voor stuk thril lers die een gedramatiseerde constructie vormen van ware gebeurtenissen. "De waarheid is oneindig veel interessanter dan fictie", is zijn overtuiging. In feite is Lapierre een onderzoeksjournalist; net als voor zijn andere boeken, deed hij voor 'Groter dan de liefde' uitgebreid re search. Driejaar lang reisde hij de wereld over en interviewde vele tientallen per sonen. Maar Lapierre wilde meer dan 'slechts' de meeslepende jacht op de sluipmoor denaar aids, beschrijven. "Ik wilde een eerbetoon leveren aan mensen die zich willen inzetten voor anderen", zo licht hij toe. Daarmee volgde hij de koers die hij inzette met zijn vorige boek, 'De stad der vreugde', waarin hij de schijnwerper zet op het werk van moeder Teresa en haar 'missionarissen der liefde' in 'Sjanti Na- gar', nabij Calcutta, een complete stad voor leprozen. Lapierre en zijn vrouw werden zo gegrepen door wat zij daar za gen, dat zij de stichting 'Hulpactie voor Leprozen Kinderen in Calcutta' in het le ven riepen, ten dele bekostigd door de opbrengsten van 'De stad der vreugde'. Wisselend Er is overigens ook een duidelijk link tussen dat boek en 'Groter dan de liefde', dat is opgebouwd uit voortdurend wisse lende scenes. Nu ^ens speelt het verhaal in Los Angeles, dan in Latroen (Israël), vervolgens in Atlanta, maar even snel ook weer in Benares (India). Daar begint het verhaal ook, aan de oever van de hei lige rivier, waar het jonge meisje Ananda de kost verdient met het zoeken naar sie raden of gouden kiezen in de as van over ledenen. Het eerste hoofdstuk eindigt wanneer 'de kleine Ganges-gier' wordt verstoten door haar familie, nadat zij met lepra blijkt te zijn besmet. Lapierre: "Toen ik in 1985 naar New York ging, las ik dat moeder Teresa en een aantal van haar zusters daarjuist wa ren om een tehuis te openen voor ernstig zieken die leden aan een nieuwe plaag. Ik denk dat ik op dat moment nog nooit van het woord aids had gehoord". De Frans man was direct geboeid door het feit dat moeder Teresa, die hij als vanzelfspre kend plaatste in de barre omstandighe den in de Derde Wereld, haar werkter rein uitbreidde naar die wereldstad. La pierre bezocht onmiddellijk het tehuis ('Geschenk der Liefde') dat moeder Tere sa in New York had geopend en ontmoet te daar een kleine, Indiase zuster, Anan da... "Een jonge vrouw uit de sloppen van het verre India, die zoveel had gele den, in deze wereldstad... het intrigeerde me". Wat Lapierre daar in die voormalige pastorie aan de Washington Street zag. maakte geweldige indruk op hem. Aller eerst de opofferende liefde van de zus ters die van hun geestelijke leidsvrouwe hadden geleerd dat het wreedste dat ie mand kan worden aangedaan eenzaam heid is. Lapierre noemt het werk van de zusters in het 'Geschenk der Liefde' zelfs zwaarder dan de arbeid onder de ernstig mismaakte Indiase leprozen, wat toch ook "puur slagerswerk" betekende. Gezicht Evenzeer werd de schrijver geraakt door de verhalen van de doodzieke slachtof fers van het aids-virus, maar ook die van de strijdlustige medici. Het besluit van Lapierre stond al gauw vast: hij zou het verhaal van de strijd tegen aids een ge zicht geven. "Een verhaal over deze ver schrikkelijke ziekte zou vooral over wan hoop en vernietiging kunnen gaan, maar het verhaal dat ik wilde vertellen, moest een verhaal van hoop worden, van ge loof, van liefde. En om het een gezicht en een ziel te geven heb ik ook de geschie denissen verteld van een aantal doctoren en de onderzoekers, van wie de meesten hun werk in alle anonimiteit doen". Naast die puur menselijke kant aan het verhaal, wilde Lapierre de geschiedenis van de strijd tegen de nieuwe 'zwarte dood' ook een spirituele dimensie geven. Want: "Op een dag vroeg ik zuster Anan da waar zij toch steeds de kracht van daan haalde om door te gaan. Toen zei ze: die krijg ik omdat een jonge monnik in Israël iedere dag voor mij bidt". De ver baasde Lapierre kreeg te horen dat ach ter de zusters van moeder Teresa een 'rozenkrans om de wereld' staat, die ge vormd wordt door aan huis gekluisterde zieken en invaliden, die echter nog een krachtig wapen hebben: het gebed. Voor deze mensen, die zelf vrijwel niets kun nen uitrichten, zijn de missionarissen hun armen en benen. De titel van het boek, 'Groter dan de liefde', slaat ook allereerst op de zusters van moeder Teresa; ze zijn afgeleid van de laatste woorden van een aids-patiënt in het tehuis in het hartje van New York: "Er kan geen grotere liefde zijn dan die van jullie". Maar de titel, zo maakt La pierre duidelijk, slaat evengoed op de be schreven medici, ook al geeft hij aan dat daar mensen met grote ego's bijzitten. "Dat geeft niet, zolang ze maar een medi cijn ontdekken", zegt hij glimlachend. In zijn opzet om een hoopgevend do cument te maken, lijkt Lapierre ge slaagd. Van zijn boek, dat vorig jaar reeds in zijn vaderland en Italië ver scheen, zijn inmiddels ruim twee mil joen exemplaren verkocht. En, wat meer zegt over het effect van 'Groter dan de liefde', in zo'n zeventigduizend brieven, geven lezers te kennen dat ze getroffen zijn door de inhoud van het werk. "Ik heb bijvoorbeeld net een brief gekregen van een vrouw die schrijft: op de dag dat ik uw boek uitlas, kreeg ik te horen dat ik zero-positief ben. Van uw boek heb ik ge leerd om niet in zelfmedelijden te blijven zitten". Voorbij Het epos van de strijd tegen aids begint in het najaar van 1980, waar vlak na el kaar vijf jonge homoseksuelen dezelfde uiterst zeldzame parasitaire aandoening van de longen bleken te hebben. Over de oorzaak van deze 'zuigelingenpneumo- nie' tastten de betrokken medici volledig in het duister. En wat erger was, er leek ook geen afdoend geneesmiddel te zijn. "Noch Amerika, noch de rest van de wereld had er een vermoeden van, maar het feest was voorbij", schrijft Lapierre over de verworvenheden van de seksue le revolutie. De grote homo-bevrijdings beweging, die begonnen was met een de monstratie in 1969 in de Newyorkse wijk Greenwich Village, had ook een groot aantal 'homoseksuele excessen' voortge bracht. En de gevolgen daarvan werden eind 1980 zichtbaar, schrijft Lapierre. Joseph Sonnabend, die als specialist in geslachtsziekten een goedlopende praktijk had in Greenwich Village, zegt: "Het was pure waanzin, Er had zich daar al een aantal dokters op dit buitenge woon gevoelige gebied gevestigd, artsen die niets anders deden dan gevallen van gonorroe, syfilis en parasitaire infecties behandelen. Het meest tragische van alles was hun weigering om hun patiën ten behoorlijke voorlichting te geven. Dat kwam omdat de meest voorzichtige waarschuwing tegen de gevaren waar aan deze patiënen zich door hun manier van leven blootstelden als een morele veroordeling kon worden uitgelegd". Alarmklok De bezorgde artsen uit Los Angeles wil den de alarmklok luidden. Daarvoor leek het meest gezaghebbende medische vak tijdschrift in de VS, 'The New England Journal of Medicine', de meest aangewe zen weg. Ondanks sterk aandringen van de immunoloog Michael Gottlieb, zag men daar niks in een verhaal. Daarop wendde men zich tot de Centers for Disease Control (CDC) in Atlanta, de 'FBI' op het gebied van microben en vi russen. Bijhet hoofd van de afdeling On derzoek Venerische ziekten, James Cur- ran, kreeg Gottlieb voor elkaar dat in het CDC-bulletin een artikeltje geplaatst mocht worden. Dat gebeurde pas halverwege 1981; maar het betreffende bericht van 46 re gels werd van de voorpagina verdreven door een verhaal over twee Amerikaanse toeristen die tijdens een vakantie in het Caribisch gebied met knokkelkoorts wa ren besmet. Hoewel Gottlieb in dat stadi um onmogelijk meer kon melden dan dat de vijf jonge homo's niet meer over een functionerend immuunsysteem be schikte, had hij toch een onomstotelijk bewijs van de ernst van de ziekte: twee van de vijf patiënten waren al aan de ge heimzinnige ziekte bezweken. Curran en zijn CDC kregen rond die zelfde tijd nog een 'brandmelding', dit keer uit New York. Alvin Friedman-Kien van de Medische Faculteit meldde het uitbreken van een andere uiterst zeld zaam ziekteverschijnsel. In dit geval ging het om een zeldzame vorm van huidkanker. Ook Friedman-Kien ont dekte dat het louter ging om homoseksu elen 'en als zodanig zeer actief, met hon derden of zelfs duizenden contacten'. Bij navraag bleek dat er op de afdeling oncologie in de twee jaar daarvoor al ver schillende patiënten voor kanker waren behandeld met vergelijkbare verschijn selen. Ook dat waren homo's en allen wa ren inmiddels gestorven. Friedman-Kien gefrustreerd: "Er was een epidemie aan de gang geweest zonder dat iemand er iets van had gemerkt". Telefoontjes met collega's elders leerden hem dat er zich ook daar patiënten met enge blauwe plekken hadden gemeld. In juli 1981 legden de CDC-experts verband tussen beide gebeurtenissen. In het bulletin werden medici opgeroepen attent te zijn op beide uitzonderlijke ziekteverschijnselen bij homo's. Curran, nu overtuigd van de ernst van de situatie, stond vervolgens voor de grote vraag hoe hij nu zijn collega's moest overtuigen. Voor velen bleef het een opgeblazen 'ho moprobleem' of hooguit een 'epidemie onder griezels'. Met toestemming van de generale staf van de CDC vormde hij een werkgroep die kwam met een zeer uitge breide vragenlijst waaraan zieke en ge zonde homo's werden onderworpen. Dramatisch Na het veldwerk in 'gay' hotels begon in Atlanta het onderzoek in het laborato rium. Echter, weken van zeer intensief zoeken leverden niets op. De verwekker van de geheimzinnige ziekte kon niet worden opgespoord. De medische speur ders kwamen daarop met een fantasiebe naming: 'Gay Related Immuno Defien- cy'. Intussen bleek buiten de laboratoria hoe dramatisch de gevolgen waren van wat dan nu GRID heette voor de slacht offers zelf; de medici en het verplegend personeel, geconfronteerd met het lijden van de patiënten, spraken al spoedig van 'de wrake Gods'. Dringende verzoeken om hulp bereik ten ook Bethesda (Maryland), een kleine stad waar dertien nationale gezondheids instituten zijn gevestigd, waaronder het Nationaal Kankerinstituut. Directeur van dit instituut is de vermaarde Robert Gallo, de 'visser in de dode zee', die het bestaan van retrovirussen (HTLV), ver antwoordelijk voor sommige vormen van kanker, had ontdekt. Curran nam graag de gelegenheid te baat om de medi ci van het kankerinstituut te overtuigen. Maar, tot zijn niet geringe verbazing kreeg hij geen voet aan de grond. Een paar maanden na deze teleurstel lende afwijzing, kreeg de CDC het bewijs dat de situatie nog ernstiger was dan men al dacht. Drie mensen, op totaal ver schillende plaatsen in de VS. waren be smet geraakt met het gevreesde virus, via bloedtransfusies, die zij als hemofi- liepatiënt hadden gekregen. Curran en zijn staf realiseerden zich dat de 'epide mie onder griezels' nu een nationale zaak was. Ieder jaar kregen immers 3,5 mil joen Amerikanen bloedtransfusies? Bij de CDC besloot men de afkorting GRID (waaruit blijkt dat het slechts een verschijnsel bij homo's zou zijn), om te dopen in aids (acquired immuno defien- cy syndrome). Hierbij liet de CDC het niet. In de winter van 1983 werd een con ferentie georganiseerd met de in Ameri ka geprivatiseerde bloedbanken en -pro ducenten. Volgens het gezaghebbende blad 'Fortune' horen de 'bloedbankiers' tot de vijfhonderd meest winstgevende ondernemingen in de VS. Inmiddels wa ren ook al kleine kinderen via bloed transfusie besmet met aids. dus de CDC dacht weinig moeite te hebben het 'bloed-establishment' te overtuigen'. Dat viel zwaar tegen. CDC-medewer- ker Harold Jaffe: "Ze vertikten ons een voudig te geloven. Ze zeiden dat het con troleren van alle bloedvoorraden astro nomisch duur zou zijn en in geen enkele verhouding stond tot de realiteit van het risico; bovendien betoogden ze dat het weigeren van homoseksuelen als bloed donor ongetwijfeld zou worden uitge legd als een ontoelaatbare inbreuk op de rechten van het individu". Pas een jaar later nam de bloedindustrie maatrege len; intussen waren er al meer dan 1,5 miljoen eenheden bloed ongecontro leerd afgenomen. Blunder In Frankrijk kwam rond die tijd het on derzoek naar de verwekker van aids wel op gang: in het respectabele Institut Pas teur in Parijs. Curran hoopte dat direc teur Gallo van het Amerikaanse kanker instituut hierdoor geprikkeld zou wor den, maar dat gebeurde niet. Gallo had al in de zomer van 1982 een van zijn minde re goden aan het onderzoek gezet en dat vond hij voldoende. Lapierre schrijft dat dit een blunder was van de befaamde onderzoeker. "De man die het enige tot dan toe bekende re trovirus bij mensen had ontdekt, weiger de, af te stappen van de gedachte dat an dere retrovirussen, als ze al bestonden, beslist tot dezelfde familie moesten be horen. Volgens hem moest de aids-ver- wekker een naaste verwant zijn van het door hem ontdekte HTLV". Dat was niet het geval, zo ontdekten de Franse onderzoekers in het Institut Pas teur. waar het aids-retrovirus eind 1983 gefotografeerd werd. Deze ontdekking is het begin van een bittere rivaliteit tussen Gallo en de Franse onderzoekers. Vol gens het boek is Gallo duidelijk degene die een verkeerde schaats heeft gereden. Hij moest en zou, aldus de Franse auteur, te boek worden gesteld als ontdekker van de verwekker van aids. Wat de Fran sen onder de noemer LAV (Lymphaden- opathy Associated Virus) presenteerden, noemde Gallot, die na de ontdekking aan de overkant van de oceaan zijn staf had gemobiliseerd, HTLV-3. Ter illustratie: in een medisch blad werd HTLV-3 in beeld gebracht met foto's van het LAV van de Fransen. Onderwijl hadden de behandelende artsen hun eigen problemen. Zoals dr. Jack Dehovitz, hoofd van de aids-afde- lmg van het oude St. Clara-ziekenhuis. Dehovitz: "Voor de onderzoekers was de aids-olifant eenvoudig een virusconcen traat op de bodem van hun reageerbuis jes. Voor ons was het een dodenmasker op een wit kussen, waarin twee grote, ge kwelde ogen Magere Hein al in de holle kassen staarden". Zo was er het probleem van het formu lier met het opschrift 'Living-will', in de wandelgangen bekend als 'Niet reanime ren', dat door de patient getekend moest worden. Wilde de patient dat niet, dan waren de medici zich ervan bewust dat zij de kans liepen een proces wegens moord te riskeren, als er niet tot het laatst voor iemand werd gevochten. De hovitz: "De gevolgen van deze ziekte wa ren zo afschuwelijk, dat ik na een poosje bgna blij was over een sterfgeval". Nadat het virus ontdekt was. kon de zoektocht naar een effectief bestrijdings middel beginnen. Het door het institut Pasteur ontwikkelde HPA-23, dat ook door de acteur Rock Hudson was ge bruikt, bleek niet afdoende. Diens dood bleek wel een schok voor Amerika: aids had een gezicht gekregen. Gottlieb en Samuel Broder van het kankerinstituut in Bethesda. ontdekten beiden de remmende werking op aids van suramine, een lichtroze poeder dat de parasiet kon doden die slaapziekte veroorzaakte. Bij een klinische test bleek echter dat het middel zo giftig was. dat de patiënt er nog sneller door werd ge dood dan door aids. Een van de Franse onderzoekers meld de zich in de aomer van 1984 bij het Re search Triangle Park in North Carolina. Deze dochter van het Britse concern Burroughs Wellcome, Co., is met ruim twintigduizend werknemers een van de voornaamste particuliere onderzoeks centra in de wereld. De Franse afgevaar digde lichtte de ontdekking van het LAV toe. David Barry, adjunct-directeur on derzoek. liet zich overtuigen en wist op zijn beurt zijn directie te overtuigen. In december 1985 werd daar, door de jonge onderzoekster Marty St. Clair, een middel ontdekt dat het aids-virus afrem de. Hoofdbestanddeel van het middel was thymidine, gemaakt uit haringsper ma. Na zorgvuldige controle van deze ontdekking, moest zo snel mogelijk de Food and Drugs Administration (FDA) toestemming geven om de stof uit te tes ten. Barry was bereid enige miljoenen dollars te investeren. De toestemming van de FDA kwam er. De tests met het middel, AZT gedoopt, konden beginnen. Eerst op dieren, zoals wettelijk voorge schreven. maar begin 1985 kregen de on derzoekers, die keihard hadden doorge werkt en het middel uiteindelijk zelf hadden uitgeprobeerd, toestemming om de proeven op mensen voort te zetten. Daarbij werden verbazingwekkend goe de resultaten geboekt. Enige patiënten die reeds opgegeven waren, bloeiden let terlijk weer op. Begin 1986 kon begon nen worden aan een uitgebreider onder zoek, dat 'dubbelblind' werd uitgevoerd slechts een deel zou het echte middel krijgen, een ander deel een placebo, een nepmiddel. Roep Haast was geboden, want de roep om een geneesmiddel werd steeds luider. De wanhopige patiënten namen hun toe vlucht tot de meest extreme 'middelen'. In de zogenoemde 'guerillaklinieken' werden zelfs zuren voor het ontwikkelen van foto's toegediend. Aan het dubbelblinde onderzoek, dat de naam 'Operatie 53' meekreeg, werd door 281 personen meegewerkt. Behalve de knellende gewetensvraag wie er mee mochten doen, zaten de medici ook met het levensgrote probleem dat het onder zoek een vorm van Russische roulette was. Gottlieb: "Mensen die vermoedelijk zouden sterven, maanden achtereen pla cebo's geven, terwijl er een medicament bestond dat hen misschien kon redden - was dat op zichzelf geen ernstige schen ding van de fundamenteelste principes van de medische ethiek?" Een aantal proefpersonen bleek op die knellende vraag zelf een antwoord te vin den: zij ruilden simpelweg hun wee- krantsoen capsules met die van een an dere patient. Of ze sneden de capsules open; was de smaak bitter dan was het AZT en anders was het placebo. Barry vroeg zijn scheikundigen daarop een pla cebo te maken dat net zo smaakte als het echte geneesmiddel. Sommigen patiën ten gingen echter zo ver dat ze in labora toria de stof lieten analyseren. Dus liet Barry aan zowel de AZT als het placebo een bepaalde molecule toevoegen, waar door ze niet meer uit elkaar te houden waren. De proef zou een half jaar moeten du ren. Toen er echter steeds proefpatienten stierven, werd de "storm van protest on der de tienduizend andere slachtoffers steeds groter. Vooral de strijd van Mathilde Krim, deskundige in de stryd tegen aids, trok de aandacht De test werd voortijdig afgebroken, maar pas nadat de leden van de federale commis sie de cijfers hadden bestudeerd: van de twintig gestorven proefpersonen, was er slechts een met AZT behandeld. De 'rest' had het placebo gekregen. Kritiek Tot dit moment is AZT het enige middel dat remmend werkt op aids of het zelfs voorkomt. Wel was er grote zorg over schadelijke bijwerkingen, maar inmid dels is aangetoond dat het ook in kleine re doses werkzaam blijft. Toch blijft de kritiek klinken, maar dan met name op de extreem hoge prijs. De kosten van een behandeling op jaarbasis liggen rond de 12.000 gulden. In de VS hebben achttien miljoen personen echter geen enkele vorm van ziektekostenverzekering. In tussen is wel de aandelenkoers van Bur roughs Wellcome Co. gestegen. Overi gens heeft de fabrikant toegezegd AZT gratis ter beschikking te stellen aan kin deren met aids. In zijn epiloog gaat Lapierre nog even in op de rivaliteit tussen de Franse en Amerikaanse onderzoekers, die in 1986 het touwtrekken over LAV en HTLV-3 beëindigden, nadat beide middelen wa ren omgedoopt tot HIV (Human Immu- nodefiency Virus). Lapierre blijft er in tussen bij dat het 'zonneklaar' lijkt dat in dertijd van Amerikaanse zijde funda mentele inbreuk is gemaakt op de rech ten van de Fransen. Overigens geeft hu wel het laatste woord aan Gallo, die alle geruchten over zijn rol afdoet als "niet meer dan pr". 'Groter dan de Liefde' is uitgegeven door Bosch Keuning in Baarn en kost ƒ34.50. De fabrikant heeft toegezegd AZT gratis ter beschikking te stellen aan kin deren met aids.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 27