Octrooi aanvragen op een koe?
VI =i i =iWH M
Database biedt beter
beeld aardbevingen
Geheim bolbliksem
te zoeken in
'magnetron-oven'
-aair
WOENSDAG 10 APRIL 1991
Nergens is de aanwezigheid van de beruchte San Andrcasbreuk
duidelijker merknaar dan in Ccntraal-Califirnië, waar hij als een
kaarsrechte barst, omgeven door heuvels en dalen, door de woestijn
loopt. (foto GPD)
i correspondent Ben Apeldoorn
Stel, je wilt je ergens vestigen
met een winkel in siervoor
werpen gemaakt van glas. De
verzekeringsmaatschappij
komt, als bijna alles in kannen
en kruiken is, met een offerte
waarop een jaarlijkse premie
staat vermeld die zo ongeveer
neerkomt op de te verwachten
eerstejaarsomzet van je
gloednieuwe winkeltje.
Wat blijkt? De ondergrond
van dat winkeltje kan zo af en
toe flink gaan schudden, met
het levensgrote risico dat je in
één klap door je hele voorraad
heen bent. Met andere woor-
den: het winkeltje staat in een
gebied waar aardbevingen
voorkomen.
Zo'n landstreek is bijvoor
beeld de Amerikaanse staat
Californië en wel in het bij
zonder de wereldsteden Los
Angeles en San Francisco, die
zo ongeveer zijn gebouwd op
de duidelijkste, tectonischc
'barst' ter wereld: de San An
drcasbreuk. Deze markeert de
scheidingslijn waar twee
reusachtige aardschollen, de
Pacifische Plaat en de Noord-
Amerikaanse Plaat, meestal
heel kalm maar onstuitbaar
langs elkaar bewegen met een
gemiddelde, onderlinge snel
heid van zes centimeter per
jaar. Dit gaat lang niet overal
zo gemakkelijk. Op sommige
plaatsen moeten enorme
weerstanden worden over
wonnen en het is dan een
kwestie van tijd voordat dit
gebeurt.
Soms wordt bij de dan op
tredende hoofdschok en na
schokken de bij de rest ontsta
ne achterstand van vele me
ters in één klap 'ingehaald'.
Het is beslist niet leuk als je
huis in een gebied staat waar
zo'n onverwachte inhaalma-
noevre gebeurt.
Dat ondervonden de bewo
ners van San Francisco in de
ochtend van 18 april 1906. toen
hun stad en het omliggende
gebied werd .getroffen door
een aardbeving met een kracht
van 8,3 op de schaal van Rich
ter. Ongeveer 900 mensen
kwamen om tijdens de aard
schok en dc daaropvolgende
branden. In 1924 werd de Ja
panse hoofdstad Tokyo door
een zware aardbeving getrof
fen en ook daar was de schade
Bodemstuctuur
Al sedert vele tientallen jaren
probeert men met alle moge
lijke middelen en technieken
aanstaande aardbevingen eni
germate betrouwbaar te voor
spellen. De belangrijkste fac
toren daarbij zijn het opspo
ren van opgelopen spanningen
in de aardkorst en veranderin
gen in de bodemstructuur aan
het aardoppervlak.
In Zuid-Californië worden
door het door NASA opgezette
Crustal Dynamics Project
laserbundels toegepast in
combinatie met satellieten en
reflectoren om reeds bewegin
gen van enkele millimeters te
kunnen detecteren. Dat pro
ject bracht tussen 1980 en 1986
een groot aantal veranderin
gen aan het licht in het Cali-
fornische gebied rond de San
Andreasbreuk. Het lijkt alsof
het hele terrein door reuzen-
handen geplooid en vervormd
wordt. Zo is nabij Los Angeles
een gebied bijna zo groot als
Nederland gedurende de afge
lopen 25 jaar bijna driekwart
meter omhoog gekomen ter
wijl men in een zijtak van de
San Andreasbreuk, de Hay-
wardbreuk bij San Francisco,
onlangs nog enorme spannin
gen mat die erop zouden kun
nen duiden dat een nieuwe
schok aanstaande is.
Vrijwel alle gegevens, van
duizenden stukken en stukjes
aardkorst en -oppervlak langs
en in de buurt van de hoofd
breuk zijn nu zo'n beetje in
kaart gebracht. Geleerden van
het begin dit jaar opgerichte
Zuidcalifornischc Aardbe
vingscentrum (SCEC) maken
zich thans op om al deze gege
vens samen te brengen in één
enorme database. Door middel
van een nog te schrijven pro
gramma wil men voor elk wil
lekeurig gebied(je) vragen
stellen aan de database hoe
deze de diverse verschijnselen
interpreteert en wat daarvan
(lokaal) de gevolgen kunnen
zijn.
Nauwkeuriger
Op die manier wil men probe
ren aardbevingen en de kracht
ervan met grotere nauwkeu
righeid te 'voorspellen' dan tot
dusverre mogelijk is. Men ver
wacht dat het project vooral
zijn vruchten af zal werpen bij
het adviseren in nog te realise
ren, grootscheepse bouwwer
ken, zoals bijvoorbeeld wol
kenkrabbers en kerncentrales.
Lange-termijnplanning in de
gesteldheid van de aardbodem
is daarbij van het grootste be
lang.
Het SCEC zal onder de hui
dige omstandigheden, afhan
kelijk van fondsen van de Na
tional Science Foundation
(NSF) en de United States
Geological Survey, vijf tot elf
jaar kunnen blijven werken en
kan voor 1991 alvast rekenen
op tien miljoen gulden.
Van onze correspondent Ben Apeldoorn
Bolbliksems behoren tot de meest spectaculaire en
geheimzinnige natuurverschijnselen die we kennen. Het woord
zegt het al: een bliksem in de vorm van een bol. Althans, we
menen dat omdat het verschijnsel altijd optreedt tijdens een
(opkomende) abnormaal zware onweersbui. Er zijn niet veel
mensen die ooit van een bolbliksem getuige waren en de
verslagen van deze mensen laten zien dat grootte en gedrag van
bol tot bol(bliksem) nogal uiteenlopen.
Ooggetuigen spreken van centime
ters grote bollen, maar soms ook
van diameters tot bijna een meter.
In tegenstelling tot het zeer kortdu
rende karakter van de bliksem zelf,
kan een bolbliksem soms meerdere
minuten zichtbaar blijven en de
meest vreemde, zelfs spookachtige
capriolen vertonen.
In de jaren vijftig (de juiste da
tum, zelfs het jaar is onbekend ge
bleven) zat een Zeeuws gezin op een
warme zomermiddag geschaard
rond een pan soep terwijl buiten
een inktzwarte, op sommige plaat
sen zelfs donkergroene lucht nader
bij kwam waaruit onafgebroken
bliksemflitsen 'vorkten'. Het huis
was net enkele weken tevoren aan
gesloten op het elektriciteitsnet en
boven de tafel hing een lampekap
voorzien van een peerlamp. Die was
ontstoken vanwege de ingetreden
duisternis.
Tijdens een hevige bliksemflits,
die meteen door een krakende don
derslag werd gevolgd, verscheen op
de plaats waar de draad in het pla
fond verdween een felgloeiende
lichtkogel die in enkele seconden
uitgroeide tot de grootte van een
voetbal. Met afgrijzen zagen de ge
zinsleden toe hoe de bol rustig langs
de draad naar beneden kwam zet
ten, over de lampekap huppelde,
een half rondje over de rand van de
pan beschreef om vervolgens in de
inhoud daarvan te duiken. Enkele
seconden lang was een hevig gek
netter te horen waarna een oorver
dovende explosie optrad. Niemand
liep letsel op maar ailes en iedereen
zat onder de soep.
Microgolven
Het kan ook minder goed aflopen,
zoals onder andere blijkt uit een be
richt uit 1933 over een bolbliksem
tijdens een plotseling opkomende
donderbui in de Amerikaanse staat
Kansas. Werklieden zochten een
goed heenkomen onder een grote
boom en zagen hoe één hunner, tij
dens een verblindende bliksemflits,
werd geraakt door een uit de boom
langzaam neerdalende vuurbol. Het
leek alsof de man in een fractie van
een seconde verdampte.
Anderzijds spreken talloze
'slachtoffers' ook van rechtstreeks
contact met een plotseling binnen-
huppelende bolbliksem zonder dat
er maar in de minste mate sprake
was van brandwonden of andere
sporen van hitte. Mede gezien dat
grillige, volslagen onvoorspelbare
karakter van een bolbliksem is de
ware aard van het verschijnsel al ve
le jaren een raadsel.
Daarin lijkt nu verandering te zijn
gekomen. Een groep Japanse na
tuurkundigen van de Waseda-uni-
versiteit en van het College of
Aeronautical Engineering, beide in
i hevig onweer een schuur in het Franse plaatsje Sa-
Tokyo, zijn er in hun laboratorium
in geslaagd 'bolbliksems' te fabrice
ren die tot enkele minuten bleven
bestaan en een sterk met de praktijk
'in het veld' overeenkomend gedrag
blijken te vertonen. De geleerden
gebruiken daarvoor als 'bron' een
artikel dat aan het begin van de
Tweede Wereldoorlog werd uitge
vonden ten behoeve van Engelse ra
darinstallaties.
Dat artikel prijkt inmiddels in tal
loze keukens: een magnetron, ook
wel 'microgolf-oven' geheten. Het
eten wordt daarin niet aan vuur
blootgesteld maar aan elektromag
netische straling met een golflengte
van slechts twaalf centimeter (mi
crogolven) oftewel 2450 MegaHerz
(MHz). Deze straling veroorzaakt in
het voedsel moleculaire activiteit
waardoor dit gaar wordt.
De magnetron die de Japanners
gebruikten werkte ook bij precies
dezelfde golflengte (2450 MHz), al
leen het aantal Watts was wat groter
dan dat van de bekende keuken
magnetron, namelijk 5000 Watt.
De electromagnetische golven wer
den via een golfgeleider vanuit de
magnetron naar een betrekkelijk
kleine, metalen ruimte geleid en
wel zodanig dat de golfenergie in
een kleine ruimte werd geconcen
treerd. In die ruimte, waarin zich
een licht aerosol (lucht met een rest
je van een zeker element of verbin
ding in gasvorm) bevond, wekte
men steeds elektrische ontladin
gen, 'bol-bliksempjes', op onder in
vloed van de microgolven.
Plasma-bolletjes
De lichtbolletjes die men in 'le
ven' wist te houden (tot enkele mi
nuten lang) blijken tegen sterke
luchtstromingen in te kunnen be
wegen, net als bolbliksems gewoon
tegetrouw plegen te doen. Evenals
vele malen bij echte bolbliksems is
waargenomen, kunnen de Japanse
plasma-bolletjes ongehinderd door
metalen of keramische afscheidin
gen 'bewegen' zonder deze te be
schadigen.
Als het inderdaad zo is dat deze
onderzoekers 'echte bolbliksems'
hebben nagemaakt, dan betekent
dit dat microgolfinterferentie, zij
het misschien onder zeldzame, at
mosferische omstandigheden, ook
in de vrije natuur voorkomt. Dat is
een geheel nieuw, opzienbarend
feit.
Verder onderzoek zal moeten uit
wijzen in hoeverre de Japanse na
tuurkundigen er inderdaad in zijn
geslaagd het geheim van bolblik
sems te ontrafelen.
Overigens hoeft niemand onge
rust naar de keuken te blikken bij
de nadering van een zware onweers
bui, al blijft het raadzaam om onder
dergelijke omstandigheden de stek
kers van elektrische toestellen uit
het stopcontact te trekken. Met of
zonder magnetron; bolbliksems
zijn en blijven een heel zeldzaam
verschijnsel.
Als een uitvinder wat wil
verdienen aan zijn
geesteskind, dan moet hij
octrooi aanvragen. In de
meeste beschaafde landen
zullen anderen het dan wel
uit hun hoofd laten zijn
uitvinding zonder betaling
in produktie te nemen, want
dat kan in de papieren
lopen.
Het lijkt ook logisch, want een uit
vinder mag best wat overhouden
aan zijn vinding. Zolang daarbij al
leen stoffelijke zaken in het geding
zijn, is er nog geen vuiltje aan de
lucht. Wat moeten we echter aan
met de ontdekkingen van de bio
technologie. Zijn (genetisch gema
nipuleerde) dieren ook 'octrooieer
baar'? De Europese Commissie
vindt van wel. De ontwerp-richtlijn
daarvoor ligt klaar. De Tweede Ka
mer moet beslissen.
De concurrentie tussen Europa,
de Verenigde Staten en Japan op
het gebied van biotechnologie is
moordend. Wil Europa bijblijven,
dan zal het iets aan de wetgeving op
het octrooigebied moeten doen, an
ders lopen de concurrenten weg
met de resultaten van het Europese
onderzoek. In de VS is men al ver
der met de aanpassing van het oc
trooirecht, zo blijkt uit een verslag
in Scientific American. Dat er hier
nog heel wat haken en ogen zitten
aan het octrooirecht op dierlijk ma
teriaal blijkt wel uit een studie van
de Nederlandse Organisatie voor
Technologisch Aspectenonderzoek
(NOTA).
Het huidige octrooirecht is vast
gelegd in het Europees Octrooiver
drag uit 1973 en in de Nederlandse
Octrooiwet. Daarin is wel het nodi
ge te vinden over 'octrooiering' van
dieren. Zo zijn bijvoorbeeld krui
singen (wezenlijk biologisch) met
als doel veredeling, uitgesloten van
octrooiaanvragen, evenals de daar
uit voortgekomen nieuwe dieren-
rassen. De ontwikkelingen in de
biotechnologie hebben deze wetten
evenwel achter menselijke cellijnen
voor toepassing in de produktie van
geneesmiddelen i
Harvard-muis
Nieuwe biotechnieken worden ge
bruikt bij schapen, varkens en run
deren om bijvoorbeeld de ziekte
weerstand of de vleesproduktie te
verbeteren, of om geneesmiddelen
te produceren. Zij zien het octrooi
als een belangrijke voorwaarde
voor de commerciële exp\oitatie
van transgene dieren. De eerste oc
trooiaanvragen zijn dan ook al bij
het Europees Octrooibureau gede
poneerd. De zogeheten Harvard-
muis geniet de eer het eerste dier
met een octrooi-aanvraag te zijn.
Vandaar dat de Europese Com
missie een nieuwe richtlijn voor het
Een kan nu
nog nakomelin
gen van een top-
stier zonder ver
dere kosten ver
meerderen. (fotO
octrooirecht heeft opgesteld. Voor
naamste veranderingen zijn daarin,
dat dierenrassen weliswaar uitge
sloten blijven van dat recht, maar
bepaalde soorten niet. De beschrij
ving van micro-biologische werk
wijzen is verruimd. Ook werkwij
zen met daarin wezenlijke biolo
gische stappen zouden 'octrooieer
baar' moeten zijn, zolang de hoofd
moot van de werkwijze maar micro-
bilogisch is. Bovendien worden on
der micro-organismen (voorheen
gold dat alleen plantaardig materi
aal) nu ook dierlijke cellen verstaan.
Een belangrijke verandering in
het octrooirecht zou de medebe
scherming van het nageslacht zijn
van een dier waarop octrooi is ver
leend. Voor nieuwe ontwikkelingen
is het verder nog van belang te we
ten dat de EC-richtlijn octrooirecht
wil invoeren vanaf het experimen
teel onderzoek, wanneer dat leidt
tot commercieel toepasbare uitvin
dingen.
Er zijn nogal wat bezwaren tegen
de richtlijn aangetekend van de
kant van het bedrijfsleven, de land
bouworganisaties en' milieu- en
consumentengroeperingen. De dis
cussie spitst zich toe op ethische be
zwaren en landbouwbelangen. Bei
de zaken leven sterk in Nederland.
Toelaatbaarheid
Het voornaamste ethische bezwaar
is, dat de met octrooiverlening aan
biotechnologische vindingen de
toelaatbaarheid niet meer ter dis
cussie staat. Octrooiaanvragen zou
den volgens sommigen ook op ethi
sche criteria moeten worden ge
toetst. Daarvoor levert de octrooit-
wetgeving evenwel geen geschikt
kader.
In de discussie speelt de geneti
sche aanpassing van dieren een be
langrijke rol. Groeperingen als de
Kontaktgroep Biotechnologie en
Samenleving, het Nederlands Agra
risch Jongeren Kontakt en de Die
renbescherming staan kritisch te
genover genetische modificatie van
dieren of zijn daar aperte tegenstan
ders van. Zij vrezen dat de nieuwe
richtlijn de ontwikkeling van trans
gene dieren alleen maar zal stimule-
De argumenten daartegen vari
ëren van afbreuk aan de integriteit
van het dier. tot een eerste stap op
weg naar genetische manipulatie
bij de mens. De NOTA brengt daar
tegenin dat een verbod op octrooi
verlening op dieren het onderzoek
hooguit kan afremmen, maar niet
kan stoppen. De NOTA wijst er in
dit verband met klem op dat eigen
dom van mensen in strijd is met de
rechten van de mens en daarom ver
boden. Uitspraken daarover zijn
derhalve overbodig.
Van de kant van de landbouwor
ganisaties is gewezen op toenemen
de afhankelijkheid van boeren van
het bedrijfsleven. Het is dan ook
niet verbazingwekkend dat deze or
ganisaties liever octrooiverlening
op dieren en hun nageslacht zouden
willen uitsluiten. De NOTA vraagt
zich echter af in hoeverre octrooi
verlening op dieren die al bestaande
afhankelijkheid zou vergroten. Wel
licht zouden boeren er beter aan
doen openbaar onderzoek te stimu
leren of landbouwcoöperaties oc
trooirechten laten verwerven. Een
scheiding tussen octrooirecht en
Collectief goed
Een veel gehoorde stelling is dat al
le erfelijke informatie, inclusief
nieuwe toepassing ervan, opgevat
moet worden als een collectief
goed. Niemand zou daar als enige
aanspraak op kunnen maken. He
laas staat Europa niet op zichzelf en
denkt men in de VS en Japan an
ders over deze kwestie. Aanvaar
ding van de gedachte van een col
lectief goed zou Europa achterop
werpen in de concurrentiestrijd
met deze landen.
Ook bestaat de vrees dat invoe
ring van de richtlijn zal leiden tot
nog verdere afname van de geneti
sche diversiteit binnen de veesta
pel. Ook hierbij tekent de NOTA
aan dat die diversiteit door de huidi
ge fokpraktijken al lang onder druk
staat. De richtlijn zou door een aan-
vullling juist die diversiteit kunnen
handhaven of uitbreiden. Men zou
bijvoorbeeld zuivere lijnen van ras
sen kunnen opslaan door sperma of
embryo's in te vriezen om zo de di
versiteit te kunnen handhaven en
zelfs uitbreiden.
De zwaarst getroffenen van oc
trooiverlening op dieren zouden de
ontwikkelingslanden zijn, die toe
gang willen tot in Europa ontwik
kelde kennis of Europees fokmate-
naal. Ook hier maakt de NOTA een
aantekening bij. De ontwikkelings
landen zouden zelf beter moeten na
denken over het intellectueel eigen
domsrecht van ondekkingen op ba
sis van materiaal uit hun land. waar
zij later misschien dik voor moeten
betalen. De NOTA erkent dat uit
sluiting van dieren en nageslacht
van het octrooirecht voor deze lan
den voordelig kan uitpakken. Niet
erkennen van het octrooirecht door
ontwikkelingslanden biedt geen
uitkomst. Ze kunnen dan hun pro-
dukten niet meer kwijt op de Eu
ropese (en de Amerikaanse en Ja
panse) markt.
Verzachting van de gevolgen van
de nieuwe richtlijn zou volgens de
NOTA gezocht moeten worden bui
ten die richtlijn om. De VS en Japan
zullen waarschijnlijk niet meewer
ken aan uitsluiting van dieren en
rassen van het octrooirecht. Uitslui
ting alleen door Europa is daarmee
zinloos. Wel zouden bijvoorbeeld
met bepaalde ontwikkelingslanden
afspraken gemaakt kunnen worden
over vrij gebruik van erfelijke infor
matie of fok- en kweekmatenaal.
Geheim houden
Ten slotte komen onderzoek en in
novatie aan de orde. Enerzijds is het
onderzoek gebaat bij het octrooi
recht als beloning van de uitvinder.
Anderzijds kan een teveel aan oc
trooien de onderzoeker remmen. Er
zit nu eenmaal een tijdje tussen de
aanvraag van een octrooi en de toe
kenning. Zolang zal het onderzoek
geheim blijven en kunnen andere
onderzoekers er geen voordeel van
hebben. De NOTA wijst er ook nog
op dat niet toekennen van het oc
trooirecht niet automatisch leidt tot
snellere openbaarmaking van on
derzoeksgegevens. Vooral bedrij
ven. maar ook universiteiten, zullen
in dat geval eerder geneigd zijn hun
ontdekkingen zo lang mogelijk ge
heel geheim te houden. Dat gebeurt