Youp van 't Hek geeft alles
Galerie Coup d'Art gaat dicht
'Ik zorg voor het verhaal, jullie voor de tranen'
Kijkje in keuken Toverlei
'Ik kan er niet tegen de hele dag stil te zitten'
Uitgevers: geer extra geld voor Buchmesse
Pools-joodse Yehuda Nir (60) schreef'militant' boek over holocaust
Publiek krijgt genadeloze sp&gel voorgehouden
Programma: Alles of nooit; Youp van 't Hek;
muziek Ton Scherpenzeel; decor: Herman
van Elteren; gezien op 9 april in de Leidse
Schouwburg; aldaar nog te zien tot en met za
terdag 13 april.
LEIDEN - De forens wacht op de
trein. Verkeerde koffer in de hand,
verkeerde jas aan. Op weg naar de
verkeerde baan. Nooit eens iets
leuks, nooit eens iets spannends,
zelfs geen hijger op de fax. Waarom
niet in de trein naar Parijs gestapt?
Waarom niet liftend naar het geeft
niet waar?
Op een dag word je geboren, op
een dag ga je dood. Maar wat doe je
daar tussenin? Dat is de centrale
vraag die Youp van 't Hek zichzelf
en zijn publiek stelt in zijn nieuwe
programma 'Alles of nooit'. Is die
tijd ertussenin die leven heet de ein
deloze sleur van de forens, 30 jaar
op weg naar de VUT en dan? Of pak
je, al was het maar één keer in dat
tijdperk, alles?
Van 't Hek spoort zijn publiek aan
tot dat laatste: "Zeg niet dat ik je
niet gewaarschuwd heb". Want de
tijd heeft ons heel vaak in de tang en
de tijd kun je niet terugzetten of stil
zetten op een mooi moment. Om die
vakantie met z'n tweeën vast te hou
den bijvoorbeeld.
Na 'Hond op 't ijs' waarin Youp
van 't Hek als een dolle hond zijn
publiek met honderden grappen en
woordspelingen mitrailleerde, is
'Alles of nooit' beschouwender.
Maar verwacht geen zoetsappige
avond waarop het publiek lui on
deruitgezakt in een stoel passief al
les over zich heen kan laten komen.
Want Van 't Hek tart het publiek,
beschimpt het, geeft het onderuit
de zak.
Van 't Hek schopt tegen alles aan:
tegen de draagbare autotelefoon, te
gen de ov-jaarkaart voor studenten
('alles is student, volgt u een cursus
bordenwasser, dan bent u student'),
tegen de 'probeerstaart' op het te
oude hoofd, tegen de wintersport
vakantie 'het Benidorm van de win
ter', tegen de visser met een visakte
'het Postbus 51-type' en tegen de lo
kale omroep.
Maar de boodschap is duidelijk:
we zijn allemaal bange meelopers.
Maken ons zorgen om de kapotte
LEIDEN - Een toneelrepetitie laten
zien aan het publiek: dat heeft iets
tegenstrijdigs. Bij toneelspelers
weet je het namelijk nooit helemaal
zeker. Laten ze ons 'echt' getuige
zijn van hun repetitie, of is het toch
meer een demonstratie waarbij
wordt nagespeeld hoe doorgaans
een repetitie verloopt?
In het kader van het artistiek café
van de Kunstkring Leiderdorp pre
senteerde toneelvereniging Tover-
lei gisteravond in 'De Hollandsche
Tuyn' een 'open repetitie'. Onder
leiding van regisseur Cees van
Damme werkten de spelers aan scè
nes uit een kort stuk van Heyer-
mans ('Het Kind') dat Toverlei op 19
april tijdens het eenakterfestival in
Hazerswoude zal uitvoeren.
Mike Henderson, Joop Cieraad,
Loes Brugman, Sylvia Robbers,
Saskia van Iterson en de regisseur
probeerden een zo reëel mogelijk
beeld van een repetitie te geven. Na
tuurlijk moest er terwille van het
publiek wat water bij de wijn. Aan
vankelijk werd er zeer regelmatig
onderbroken en herhaalde men en
kele scènes de nodige keren. Lang
zaam maar zeker echter liet de regis
seur de spelers langer doorspelen
om de toeschouwers een idee te ge
ven van dit ca. twintig minuten du
rende stuk van Heyermans. Het
gaat daarin om de geboorte van een
blind kind en om de manier waarop
de beide ouders daarop tegenover
elkaar en tegenover hun directe om
geving reageren.
Van het moeizame engelenge
duld vergende, milimeterwerk naar
het gezamenlijke zoekwerk van de
grote lijn binnen het regieconcept.
Toverlei bood een groep van zo'n
dertig toeschouwers de gelegen
heid om hierin even te mogen mee
denken. Moet bijvoorbeeld de
dienstbode voortdurend in het mid
dengedeelte van het speelvlak (de
kinderkamer) blijven, leidt het ge
doe met de niet verzonden geboor
tekaartjes wel of niet van het spel af,
hoe voorkom je goedkoop senti
ment, wat is het gevolg van de com
binatie realistisch spel en niet-rea-
listsische enscenering, kijk ik bij
deze 'claus' mijn tegenspeler of het
publiek aan. hoe vermijd ik die dra
matische toon met hoofdletters...
enzovoort?!
Toch blijft het publiek voor de re
petitie eigenlijk een stoorfactor. Als
in plaats van een 'onderbroek' in
eens een 'vuilnisbak' wordt ont
vreemd, wekt dat hilariteit Is ie
mand zijn tekst kwijt komt er toch
heel even een wat sterkere schrikre
actie... maar gelukkig, het is nog
maar een kijkje in de keuken - de
maaltijd zelf wordt nog niet geser-
*'oup van 't Hek: weergaloos tempo.
ftuurpan uit de Wehkamp-gids
trwijl de Koerden bij honderddui-
2nden op de vlucht zijn, er doden
sllen in Riga en de wereld in brand
«aat. Nooit worden we kwaad om
ingen die werkelijk van belang
jn. En intussen worden we steeds
ebieler. Het ene lullige tv-pro-
gamma is nog niet van het scherm
(foto Hapé Smeele)
verdwenen of het volgende nog lul
liger programma zit er al weer op.
Meedoen, niet nadenken. Dat is
de spiegel die Van 't Hek ons on
genadig voorhoudt. In een weerga
loos tempo, in een show die geen se
conde de aandacht doet verslappen.
Youp van 't Hek geeft alles.Tjakah!
ANNEMIEK RUYGROK
AMSTERDAM (GPD) - De geza
menlijke uitgevers zijn niet van
plan fors bij te dragen in de kosten
van een presentatie van de Neder
landse cultuur in 1993 op de Frank
furter Buchmesse. Zij vinden dat de
aanwijzing van Nederland als 'the-
maland' tijdens deze beurs in de
eerste plaats een zaak van de over
heid is. De Nederlandse regering
zelf heeft ons land immers driejaar
geleden voor Frankfurt aangemeld.
Dit blijkt uit een schriftelijke reac-
:e van het bestuur van de Konink-
jke Nederlandse Uitgeversbond
KNUB).
Kortgeleden heeft de directeur-
leneraal culturele zaken van het mi-
listerie van wvc, drs. J. Riezen-
:amp, de directie van de beurs laten
veten dat Nederland waarschijnlijk
ran het aanbod om over twee jaar
themaland' te zijn geen gebruik zal
naken, omdat het benodigde geld
liet kan worden gevonden.
De totale kosten van deelname
aan 'Frankfurt' werd destijds ge
schat op 10 miljoen gulden. Afge
sproken werd dat de overheid daar
van 5 miljoen zou bijdragen als de
grote uitgevers een even groot be
drag zou fourneren.
De KNUB wijst erop dat ook bij
presentaties van andere landen (Ita
lië, Frankrijk, Japan; dit jaar Span
je) de betrokken overheid steeds
het project voor het grootste deel fi
nancierde.
Barokvioliste Huggett speelt in Taffehzaal
LEIDEN - In de Taffehzaal van het ïitvoeren. Huggett was geruime
Rijksmuseum van Oudheden zal op ijd de eerste violiste van Ton Koop
woensdag 24 april de internationaal nans 'Amsterdam Baroque Or-
bekende barokvioliste Monica Hug- :hestra'.
gett viool-solowerken van J.S. Bach Op het programma van de avond,
die wordt georganiseerd door de
Stichting Oude Muziek en Theater,
staan de Sonate nr. 1 in g, de Partita
nr. 3 in E en de Sonate nr. 2 in a.
Kaarten voor het concert zijn te
verkrijgen bij K&O aan de Oude
Vest 45 en op de avond van het con
cert aan de zaal.
LEIDEN - Galerie Coup d'
Art, aan de Nieuwe Rijn, zal
eind deze maand de deuren
sluiten. Eigenaar Frans Koot
verhuist met zijn kunsthan
del naar Antwerpen. In een
stadje als Leiden is, volgens
Koot, geen droog brood te
verdienen. Integendeel: an
derhalf jaar een galerie run
nen in Leiden heeft hem zo'n
100.000 gulden gekost.
"Galeriehouders zijn alle
maal met iets bezig dat niet
hun broodwinning is. Het is
een soort liefdadigheid",
zegt Koot. Bijna geen enkele
galerie, zeker niet in Leiden,
is loonvormend. Misschien
een paar, in Amsterdam of
Den Haag".
Frans Koot wist waar hij aan begon
toen hij in september 1989 zijn gale
rie aan de Nieuwe Rijn opende. "Ik
had al een klein galerietje aan het
Utrechtse Veer. Daar zat ik totaal
niet in de loop en kreeg ik geen ster
veling binnen. Na een erfenisje be
sloot ik een pand te kopen dat wel in
de loop lag. Ik wist dat een galerie
niet lonend was. Maar, ik vind het
leuk om te doen. Mijn vrouw is zelf
kunstenares. Een van de redenen
waarom ik er mee begonnen ben is
dat ik een aantal mensen wilde gaan
promoten in de galerie".
"Waarom ik er nu mee stop? De
belangrijkste reden is dat ik er niet
tegen kan om de hele dag stil te zit
ten in mijn kantoor. Ik zit vier da
gen te wachten tot er iemand bin
nenkomt. Op zaterdag is het heel
leuk. Dan is het aardig druk. Maar
de andere dagen is het hier doodstil.
Ik heb wel genoeg administratief
werk, maar dat kan ik ook 's avonds
doen".
"Ik ben een enorm produktief en
actief mens. Dan is het vreselijk als
je de hele dag opgesloten zit in een
kantoortje. Ik was ook gewend aan
veel contacten met kunstenaars.
Dat is ook iets wat ik mis. En, er
kwam geen gesprek voor in de
Frans Koot: 'Het houden
plaats met mensen die in de galerie
komen kijken".
"Ik heb in Frankrijk een boerde
rij. Daar geef ik 's zomers teken- en
schilderlessen. Maar de afgelopen
anderhalf jaar kwam ik er ook nau
welijks aan toe mijn zaken in Frank
rijk een beetje bij te houden. Om de
galerieruimte in Leiden 's zomers te
verhuren is nauwelijks te doen".
"Op een gegeven moment heb ik
besloten het over een andere boeg
te gooien. Ik heb goede contacten
met een aantal galeriehouders in
Antwerpen. Uiteindelijk is daar uit
gekomen dat ik per 1 november in
Antwerpen een galerie open, voor
zes maanden per jaar. Daarna kan ik
weg naar Frankrijk. En als het me
goed is bevallen dan ga ik daarna
weer voor 6 maanden naar Antwer
pen. Dat is een gang van zaken
waarbij ik mij beter thuis voel, denk
ik".
De galeriehouder heeft geen spijt
van zijn Leidse avontuur. "Het is
voor mij puur een belegging ge
weest. Nogmaals: van een galerie
kun je niet bestaan. Alle andere ga
leriehouders in Leiden hebben een
bijfunctie of een echtgenoot die
geld in het laatje brengt. Anders is
een galerie niet te betalen. Mijn op
zet was dat ik uiteindelijk quitte zou
spelen. Ik hoefde er niet van te le
ven, maar het moest me ook geen
geld kosten. Als ik het nu allemaal
bij elkaar optel heeft het me behoor
lijk wat duiten gekost".
"In het eerste jaar heb ik elke
maand dure advertenties gezet, van
duizend gulden per stuk, in een
kunstblad. Dat haal ik er nooit meer
uit. Ik heb vorig jaar een verlies ge
had van 26.000 gulden. Ik ga de
ruimte nu verhuren, dat mag ieder
een weten, voor 45.000 gulden per
Van onze redacteur
Cees van Hoore
UTRECHT - 'Arebeije, mooie are-
beije!'. Het handelsgezang van de
marktkooplieden op het Utrechtse
Vredenburg is vaag te horen in de
hotellounge. Met een ongewone fel
heid in zijn stem zegt de Pools-jood
se schrijver Yehuda Nir: "Ik haat de
term overlevende. Ze getuigt van
een ghetto-mentaliteit die ik veraf
schuw. Altijd als de holocaust ter
sprake komt, duikt dat woord weei
op. Ik ben geen overlevende, ik ber,
een winnaar, een oorlogsveteraan
Als jongetje van negen jaar ben il
alle nazi's te slim af geweest".
Yehuda Nir is vanuit New Yorl
enkele dagen naar Nederland geke
men ter promotie van zijn boe;
'Verloren kinderjaren', een autobi<-
grafische roman waarin hij b»-
schrijft hoe hij als kind aan de dod
in de gaskamers wist te ontkome».
Een gesprek met een strijdbair
In 'Verloren kinderjaren' lesn
we hoe Nir in het Poolse Lwówen
Warschau als telg uit een welgest-ld
geslacht samen met zijn zuster Lila
en zijn moeder uit handen vande
nazi's weet te blijven. En niet alken
uit die van de nazi's, maar ook uit
die van de Polen en de Oekraïrers,
die al in het begin van de oorlogzijn
vader in een bos hebben vermcord.
Nir en zijn familieleden beviiden
zich bijna vijf jaar tussen deze drie
vuren. Ze blijven in leven doorilan-
co doopbewijzen te kopen, docu
menten die door priesters cp de
zwarte markt worden verhaideld.
Om aan voedsel te komen wordt
wat er nog over is van het famliebe-
zit versjacherd bij boeren, dé alles
opkopen, zelfs piano's, die ze als
troggen voor hun varkens gebrui
ken.
Altijd is er bij de kleine Zehuda
de angst voor de ontdekkng van
zijn jood-zijn. Zélfs als hij later in
het Poolse verzet gaat. Want "de
meeste Polen vochten niet tegen
het Nazisme; ze vochten tegen
Duitsland, hun aloude vijand en
konden dus fijn antisemitisch blij
ven". Yehuda loopt enorm gevaar
omdat hij besneden is. Hij moet alle
mogelijke moeite doen om dat ver
borgen te houden voor zijn niet-
joodse vriendjes. Een poging om de
voorhuid weer aan de eikel vast te
lijmen mislukt.
Nir is nu zestig jaar. Pas drie jaar
geleden begon hij met het schrijven
van zijn schokkende memoires.
Nir: "Ik ben er laat mee begonnen,
heb het een tijd lang weggeduwd.
Maar toen ik in Connecticut eens op
een feest was, ontmoette ik daar een
man die met een zwaar accent
sprak, een Poolse jood, die net als ik
de oorlog heelhuids was doorgeko
men. Na die ontmoeting kwam die
hele stoet van gruwelijke beelden
uit mijn verleden terug. Het bleek
dat ik een perfect geheugen had. Ik
rook weer de drek uit de riolen
waarin we met het verzet vochten
tegen de Duitsers, ik zag weer die
lijkjes van joodse baby's in de win
terkou op het balkon liggen, stijf be
vroren, omdat ze niet mochten wor
den begraven. Toen ben ik gaan
schrijven. Helder en eenvoudig, net
zoals mijn grote voorbeeld Camus".
Wraak
"Mijn boek laat zien hoe het is om
een menselijke prooi te zijn. Iedere
niet-jood was gevaarlijk voor ons.
En vooral voor de katholieken en
hun priesters moest je uitkijken.
Hoe dat toch komt? Ach, ik denk
dat ze ons nog steeds kwalijk ne
men dat wij ze met Jezus Christus
een geweten hebben gegeven, zodat
ze niet alles meer kunnen uitvre
ten".
"De Duitsers hebben een groot
deel van mijn volk uitgeroeid en dat
draag ik ze na tot in lengte van da
gen. In mijn boek gebruik ik een
motto uit 'Malone dies' van Samuel
Beckett. Ik ken het uit mijn hoofd:
'Laat ik, voordat ik verder ga, zeg
gen dat ik niemand vergiffenis
schenk. Ik wens allen een afschu
welijke leven toe en vervolgens het
vuur en het ijs van de hel tot in de
toekomstige verfoeilijke genera-
Yehuda Nir: "Ik voel me geen overlevende, ik voel me een winnaar".
ties'. Zo voel ik dat. Ik heet eigenlijk geen Eli Wiesel-type, ik ben te mili-
Grünfeld maar die Duitse naam heb tant".
ik laten veranderen. Het idee dat al
les vergeven en vergeten moet wor
den vind ik absurd. Mijn vader is
door antisemieten vermoord, ik zin
op wraak. Ik zou de hopeloze epis
tels die de oorlogsmisdadigers
schreven net voor hun terechtstel
ling willen hebben, als 'n scaip. Ik
voel me ook geen overlevende, nee,
ik voel me een winnaar. Ik hoor nu
net dat het Nieuw Israëlitisch
Weekblad hier geen interview met
"Maar je kunt als jood niet genoeg
op je qui vive zijn. Neem nu die
Golfoorlog. Door wie werd het gas
aan Irak geleverd? Juist ja, door de
Duitsers. Mijn moeder en zuster wo
nen in Israel. Laatst kwam er bij
hen een Duitser op bezoek, de zoon
van Rockschmidt, de adellijke fa
milie waar wij in de oorlog een tijd
•als bedienden voor hebben ge
werkt. Wolfgang heet hij. Hy vroeg
mijn moeder of ik niet een brief
mij wil. Dat begrijp ik wel ja, ik ben wilde schrijven waarin stond dat
R«U»4 de BruinI
zijn familie een aantal joden had ge
red. Die brief zou dan in het oorlogs
museum in Israël worden tentoon
gesteld, zoals dat wel meer met der
gelijke brieven gebeurt. Ik heb hem
vanuit New York geschreven dat
daar niets van in kwam. Ze hebben
ons helemaal niet gered, ze wisten
niet eens dat we joden waren! En
ook al wisten ze dat wel, moet je ze
dan belonen voor het feit dat ze heb
ben besloten ons niet te doden? Ik
kreeg van die boomlange Ariër een
woedende brief terug, Hij schreef
dat ik, als zijn vader er niet was ge
weest, al lang was geëindigd als een
klein hoopje as".
Nir laat het boek ophouden wan
neer de familie volkomen berooid
terugkeert uit een werkkamp. Hoe
wel hy nu als psychiater in New
York een goed bestaan heeft opge
bouwd, besluit hij zijn roman niet
met een happy ending. "In 1946 zijn
we naar Palestina gegaan. Niemand
daar vroeg wat we hadden meege
maakt. Velen waren helemaal niet
op de hoogte. Dat was wrang. Later
ben ik naar Amerika geemigreerd.
Naar Polen ben ik nooit meer terug
gegaan, simpelweg omdat ik het
nooit echt heb verlaten. Met mijn li
chaam zit ik nu veilig hier, maar
mijn ziel is nog steeds daar, in Po
len".
"Soms zie ik op de televisie die
lange rijen voor de Poolse winkels
staan. En dan denk ik: er is nog
niets veranderd. Dit was vlak voor
de oorlog ook ai zo. Er was dagen
niets te krijgen en dan kwam er in
eens een overvloed van een bepaald
artikel. Ik weet nog dat er op een
dag een grote lading watermeloe
nen kwam. Omdat er niks anders
was, kochten we er zoveel mogelijk
van in. We hebben wekenlang met
een badkuip vol watermeloenen ge
zeten. Je moest die dingen toch er
gens opslaan".
Het boek van Nir is in New York
zeer gunstig ontvangen door de cri
tici en inmiddels vertaald in het
Frans, Japans en het Nederlands.
Regisseur Robert Benton ('Kramer
vs Kramer') heeft de schrijver reeds
benaderd en er bestaan plannen
voor verfilming van 'Verloren kin
derjaren'. Nir: "Mensen veront
schuldigen zich vaak wanneer ze
mijn boek hebben gelezen. Sorry,
zeggen e dan, ik vond het niet alleen
ontroerend maar ook erg spannend.
Kan dat wel bij zo'n beladen onder
werp? Dan zeg ik altyd: ja hoor,
want ik heb er niet by zitten huilen
toen ik het schreef. Ik zorg voor het
verhaal, jullie voor de tranen".
Yehuda Nir, Verlorea kinderjaren.
Uiig. Kwadraat, Utrecht. 1991.
Hktoo Kal per*)
jaar. Dus reken maar uit wat het me
in anderhalf jaar gekost heeft".
"Ik vraag 1000 gulden voor een
expositie. Daar verstuur ik kaarten
voor, ik maak reclame en geef er een
openingsborrel van. De rest is voor
de kosten van verwarming en elek
tra. Ik hou er dus geen stuiver aan
over. Als er wat verkocht wordt gaat
nog wel 25% naar de galeriehouder.
Maar er hangen nu schilderijen van
500, 600 gulden. Wat is dan 25%?
Dan moet je er nog behoorlijk wat
van verkopen. En daar is Leiden
niet groot genoeg voor".
'Toch laat ik de galerie niet vallen
om financiële redenen. Dit jaar zou
ik wel quitte spelen, afgezien van de
huisvestingslasten. Maar, ik wil ge
woon meer tijd voor de curcussen in
Frankrijk, meer vrijheid om andere
galeriën te bezoeken en andere kun
stenaars te ontmoeten, om kunst te
promoten en te bemiddelen. Dat
vind ik belangrijker en geeft mij
meer plezier dan aan de Nieuwe
Rijn te zitten wachten of er iemand
binnenkomt. Als ik al myn geld er
in had gestoken, dan was ik mis
schien doorgegaan. Maar die drang
heb ik niet".
Klimaat
Frans Koot wyt het gebrekkige kli
maat in Leiden aan de verspreide
ligging van de Leidse galeries. "Wat
mij verstandig lijkt is dat ze by el
kaar in de buurt gaan zitten. Er is nu
geen route waar mensen lekker
kunnen slenteren en kijken. Kopers
heb je niet op voorhand. Wel kij
kers. En kijkers worden kopers. Dat
merk ik op zaterdagmiddag met de
mensen die over de markt lopen.
Die komen dan gezellig even bin
nen en ik heb meegemaakt dat dat
ook kopers worden. Maar het heeft
veel tijd nodig voordat de loop er
echt in komt".
Met een bordje, in de etalage, met
de tekst 'loop 'ns binnen' nodigde
Frans Koot in de afgelopen ander
half jaar de marktbezoekers uit
kunst te komen kyken in Coup
d'Art Het hielp maar weinig. "Het
publiek in Leiden is niet cultureel
gericht", meent Koot "Als ze 100
gulden in hun zak hebben kopen ze
er liever vyf ceedeetjes voor dan een
schilderij. Of ze kopen een poster
by Vroom en Dreesmann. Werk on
der de duizend gulden raak ik nog
wel kwijt. Maar zodra een schilderij
3000 of 4000 gulden moet kosten
dan wordt het moeilijk".
Op 27 april sluit Frans Koot defi
nitief de deuren van zyn galene aan
de Nieuwe Ryn. 1 November opent
Galerie Coup d'Art in Antwerpen
haar deuren. De zaak aan de Nieuwe
Ryn is reeds verhuurd en wordt een
ceedee winkel.
Guta Hedewig wint
prijs Theaterschool
AMSTERDAM (ANP) - Guta Hede
wig (23) heeft met haar dansperfor-
mance „About delicate stuff' de
Ineke Sluiterprijs voor dans-stu-
denten van de Theaterschool ge
wonnen. Dat heeft de Amsterdamse
Hogeschool voor de Kunsten giste
ren bekendgemaakt
De choreografieprijs, een bedrag
van 1500 gulden, is bedoeld om het
zelf maken van choreografien door
studenten van de Theaterschool te
stimuleren. De pnjs is voor de vyfde
keer uitgereikt