Het schilderen, niet het motief Vakantie in explosieve sfeer Fraai overzicht Georg Baselitz in Stedelijk Museum Expositie Dogtroep verrassend uitstapje naar fantasiewereld Auteur Thomése in Leiden b /vrruLi iyyi KUNST rAUINA 35 Dennis Potters 'Voldoende koolhydraat' in LAK-theater Auteur Point! spreekt in Burclit literair LEIDEN De schrijver Frans Pointl is op donderdag 18 april te gast bij urcht literair. Hij gaat een gesprek aan met Jaap Goedege- buuren. hoogleraar in de theorie en geschiedenis van de literatuur aan de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg. Frans Pointl is sinds zgn AKO- nominatie voor de verhalenbundel 'De kip die over de soep vloog' en zijn optreden bij Adriaan van Dis zo bekend geworden, dat hij zich on derhand. naar eigen zeggen, een kruising voelt tussen Dik Trom en Jos Brink'. Toch kan hij van run roem niet echt genieten; hij was 'lie ver een gelukig mens geweest die niet schreef, maar het is anders ge lopen'. In zijn boeken staat Pointl's oorlogstrauma centraal en dan met name de gevolgen die de jodenver volging voor zijn familie en hemzelf heeft gehad. De bijeenkomst begint om 20.15 uur. Plaats van handeling: de Burchtsocieteit aan de Burgsteeg 14. "Voldoende Koolhydraat', van Dennis Potter in een co-produktie van Het Gebeuren en Het Nationale Toneel. Regie: Johan Timmers/Leo- pold Witte. Met Jules Royaards. Gijs Scholten van Aschat. Elja Pelgrom. Jacqueline Blom en Frank Houtappels. Gezien op 29 maart in Het Theater aan de Haven. Den Haag. Op 10 en 11 apnl in het LAK-theater te zien. DEN HAAG/LEIDEN - Het is een wijdverbreid misverstand: proble men thuis en/of op het werk ont vluchten en op vakantie gaan om wat druk van de ketel te halen. Veel al lukt dat namelijk niet, en bereik je het tegenovergestelde. Juist wan neer je in den vreemde alle tijd tot piekeren hebt, wil de bom nog wel eens barsten. Dat is het geval in 'Voldoende Koolhydraat', al is het niet helemaal waar dat hier de zaak geheel en al escaleert. Het scheelt echter niet veel, en met name de po gingen om het vooral toch nog maar 'gezellig' te houden, maken het ex plosieve sfeertje des te lachwekken der en dus ook des te schrijnender. Plaats van handeling is een zon overgoten vakantieverblijf op een Grieks eilandje. Twee managers van de multinational Greenfood mogen hier van hun superieuren wat tot rust komen, want het botert niet tussen hen beiden. Zo moet de oudere Jack bijvoorbeeld niet heb ben van de ideeën van zijn jongere collega Eddy omtrent de biotechni sche manipulatie van voedsel. Jack wordt vergezeld door zijn vrouw Elisabeth, Eddy door zijn tweede vrouw Lucie en zijn zoon Ben uit een eerder huwelijk. Naast alle gevoeligheden op zakelijk ter rein blijkt dat Eddy ook nog eens een verhouding met de vrouw van Jack heeft. Dat zijn al heel wat ver wikkelingen, waar de vrouw van Eddy bij wijze van wraak nog het een en ander aan toevoegt. Toegegeven: het klinkt als een af levering van Medisch Centrum West, maar ontstijgt dat niveau zon der enige twijfel. Alleen al het schrijftalent van de Engelse auteur Dennis Potter - in ons land bekend vanwege zijn door de VPRO twee maal uitgezonden televisieserie The Singing Detective' - staat daar borg voor. In flitsende dialogen draait het in wezen steeds om het zelfde: beurtelings probeert de één de ander op zijn of haar woorden te vangen. Dat typisch kreeftachtig rode kleurtje van vakantiegangers die pas zijn aangekomen, tekent hier bovendien de geladen sfeer. De ro manticus Jack citeert bijvoorbeeld Keats, waarop Eddy schamper rea geert met de mededeling dat je met gedichten de huur niet kunt beta len. Volgens Jack is dat nou typisch 'het jargon van de proleet' hetgeen door Eddy slechts met 'Tsjilp, tsjilp' wordt afgedaan. En als het eindelo ze jennen echt uit de hand dreigt te lopen, is er altijd wel iemand die de opwinding sust. Het regisseursduo Timmers/Wit- te heeft de spelers voor ongeloof waardige overdrijving behoed; sterk ensemblespel is het resultaat. Jules Royaards geeft blijk van zijn ruime blijspelervaring, want hij geeft op meesterlijke wijze gestalte aan de mokkende berusting van Jack die méér door heeft dan zijn omgeving vermoedt. Elja Pelgrom als zijn vrouw Elisabeth maakt met veel gefrusteerd venijn een paar de nigrerende opmerkingen. Gijs Scholten van Aschat speelt Eddy Scène uit 'Voldoende koolhydraat', gespeeld door Het gebeuren en Het Nationale Toneel. Van linkf naar rechts: Gijs Scholten van Aschat, Elja Pelgrom en Jules Rooyaards. (foto p»n sok> als een blaaskaak die het moeite- rol van de enigzins naïeve, egocen- tie opstandige en licht geraakte pu- loos van Jack denkt te kunnen win- trische Lucie en Frank Houtappels ber. nen. Jacqueline Blom vertolkt de maakt van zopn Ben een per defini- WIJNAND ZEILSTRA. Drie eeuwen Koreaanse lamst in Volkenkunde LEIDEN - Onder de naam 'Idyl le en idealen', drie eeuwen Ko reaanse schilderkunst' presen teert het Rijksmuseum voor Volkenkunde tot 9 juni een breed overzicht van Koreaanse schilderkunst. De schilderijen zijn afkomstig van enkele belangrijke Ko reaanse schilders uit de Yi-dy- nastie (1392-1910). De verzame ling bestrijkt ruwweg de perio de 1700-1910. Ze zijn allen af komstig van de unieke verzame ling van de in New York woon achtige Koreaanse danser Cho Won-Kyung. De Koreaanse schilderkunst past in de naturalistische tradi tie van de Oostaziatische schil derkunst, maar heeft een afkeer van het decoratieve en gekun stelde. Het ontwikkelde eigen stijlmiddelen, waarbij eeuwen oude technieken in gebruik ble- De 77 werken in het Rijksmu seum zijn goede voorbeelden van deze Koreaanse stijl. De meeste werken hebben de even wicht en de rust in de natuur tot onderwerp. Daarnaast behoren ook enkele representatieve gen restukken en een voorbeeld van de hofschilderkunst. Alwin Bar speelt Beethoven in Stadsgehoorzaal LEIDEN - De pianist Alwin Bar zal op vrijdag 12 april het laatste con cert van de Beethoven-cyclus 1991 geven. De vorige twee concerten werden in de Kapelzaal van het K &0 gegeven, maar dit derde Beethovenconcert zal in de Stads gehoorzaal van Leiden worden uit gevoerd. Het concert begint om 20.15 uur. Op het programma staan drie gro te sonates, opus 109, 110 en 111. Toegangskaarten kan men dage lijks bestellen op het Uitbureau van K&O aan de Oude Vest 45 in Lei den. Op de avond van het concert worden aan de kassa van de Stads gehoorzaal ook kaarten verkocht. Gedichtenavond bij Burcht literair LEIDEN - Burcht Literair en de T.S. Èliot Society verzorgen op vrij dag 26 april een avond over de ge dichten van Herman Gorter en Fre- derik van Eeden onder de titel 'De lente komt van verre'. Op deze avond zullen onder ande ren J.L. Goedegebuure, Anton Kor- teweg, R. van der Paardt, Maureen Peck, P. Schmitz, P. Schrgvers en Chr. de Zoeten een gedicht van één van de dichters voordragen en er een interpretatie van geven. Het geheel wordt ingeleid door Tj. A. Westendorp. De avond wordt in de Burchtsocieteit gehouden en begint om 20.00 uur. Fodor-kwintet en Brautigam in Stadsgehoorzaal LEIDEN - Door de medewerking van de bekende pianist Ronald Brautigam is het Fodor-kwintet in staat om op zondag 14 april in de Leidse Stadsgehoorzaal het piano- kwmtet in Es opus 16 van Ludwig van Beethoven uit te voeren. Behal ve dit werk van Beethoven worden tgdens dit koffieconcert, dat om 11.30 uur begint, composities van Danzi, Nielsen en Zemlinsky uitge voerd. Het Fodor-kwintet bestaat uit de fluitiste Marieke Schneemann. de hoboïst Bart Schneemann. de kla rinettist Harmen de Boer. de hoor nist Jacob Slagter en de fagottist Ronald Karten. Toegangskaarten kunnen wor den gekocht bg K&O in Leiden of aan de kassa van de Stadsgehoor zaal op de ochtend van het concert. Liesbeth List toch meest ontroerend in haar chansons AMSTERDAM - Vaak wordt Georg Baselitz een expres sionistisch schilder ge noemd. Dat is onjuist. Baselitz is een exponent van de formele schilderkunst. Motieven interesseren hem nauwelijks; hebben in ieder geval geen inhoudelijke be tekenis. Niet voor niets plaatst hij motieven onder steboven op de drager. In het Stedelijk Museum in Amsterdam zijn nu tekenin gen en prenten te zien uit de periode 1958-1988. wijk de Boer;met- Liesbelh List en Rob van Dijk; gezien: 5 april in de Leidse Schouwburg. Nog Ie zien in onder meer Scheveningen (19 april) en Delft (30 april). Of het nu kwam omdat Ramses Shaffy voor het eerst in haar solo- de zaal zat, of dat La List gedeelte van haar twee de solo-programma nog niet als een maatkostuum om haar schouders heeft hangen, het wilde in het begin maar niet vlotten met 'List en om streken'. Liesbeth List is natuurlijk vooral een zangeres, en een goede ook, maar aan cabaretteksten moet zij zich niet wagen. Cynisch of 'leuk', het kwam geen van beide over. Ver spreken deed zij zich in het begin ook ettelijke malen, zodat je het erg ste moest vrezen: List op haar re tour? Gelukkig is dat beslist niet het ge val. Meteen na de pauze daverde zij over het toneel in een dronkemans lied, haalde zij uit in een chanson van Serge Lama (vertaald door Bou- dewijn Spitzen) en ontroerde zij mateloos in 'Ik ben gebroken'. 'Bekijk het maar', een weerbar stig nummer van Carly Simon, was weer een minpuntje. List moet zich gewoon niet aan Amerikaanse songs wagen. Haar stem is meer ge schikt, voor chansons van klassiek kaliber. Een lievig liedje uit haar vorige programma over haar dochter, een vleugje nostalgie over Vlieland, het kan allemaal. Maar grote verrassing was toch het plotseling samen op treden met Shaffy. Nét op het mo ment dat zij zich eens te meer reali seerde dat haar 'goeroe' pal voor haar in de zaal zat, was zij haar tekst kwijt. Haar 'leermeester' te hulp roepend, liet hij zich overhalen op het toneel nog éénmaal 'Shaffy-can- tate' ten gehore te brengen. Natuurlijk ging de zaal, overwel digd door herinneringen aan mooie tijden, plat. En toen er als toegift nog 'Brussel' en 'Amsterdam' met nog immer oplaaiend vuur werd ge bracht, kon de avond, ondanks het matte begin niet meer stuk. Waarmee eens te meer is bewezen dat Liesbeth List in de wieg is ge legd voor het chanson. En dat moet zij blijven zingen ook. ANNEMIEK RUYGROK André Previn weg bij Royal Philharmonic LONDEN - Andre Previn vertrekt volgend jaar als eerste dirigent van het Royal Philharmonic Orchestra. Previn, die morgen 62 wordt, zal niet worden vervangen als hij in juli 1992 aftreedt. Vier jaar geleden gaf Previn zijn post als muzikaal leider op ten gunste van de Russische pia nist Vladimir Ashkenazy. "Ashkenazy werkt zo hard en heeft zijn eigen repertoire zo uitge breid dat de rol van de eerste diri gent naast die van muzikaal leider niet meer zo belangrijk is als die was", aldus luidde een door het or kest uitgegeven verklaring. Previn introduceerde de Russi sche pianist toen hij nog muzikaal leider was zelf bij het orkest. Vol gens zakelgk leider Ian Maclay vindt Previn het echter steeds moei lijker om onder Ashkenazy te wer ken. Baselitz (1938) wordt vaak in één adem genoemd met collega's als A.R. Penck, Jorg Immendorff, en Markus Lupertz. Dat klopt in zover dat zij allemaal rond de jaren zestig dezelfde pro blemen hebben gekend. Proble men, omdat ze naarstig op zoek wa ren naar een eigen identiteit. De voortrekkersrol die Berlijn voor de Tweede Wereldoorlog vervulde was na 1945 verdwenen en dus hadden de kunstenaars weinig tot niets om op terug te vallen. Een nieuw begin werd gemaakt en 'De Nieuwe Schil derkunst' was geboren. Zelfstandig Anders dan zijn vrienden zoekt Baselitz (eigenlijk: Georg Kern) naar een manier om de schilder kunst als zodanig te beschouwen. Hij is er van overtuigd dat de schil derkunst niets met de wereld om ons heen te maken heeft. Een schil derij draagt iets bij aan de werke- i Baselitz, afkomstig uit het Museum v lijkheid is altijd een zelfstandige bijdrage aan de werkelijkheid. In eerste instantie schildert hij heel heftig, gebaseerd op grafische kunst uit de achttiende en negen tiende eeuw. Maar die bijna naïeve doeken en bladen verwijzen ergens nog naar de werkelijkheid: vooral beroepen en allerhande attributen. De in Duitsland geboren Baselitz, sinds 1975 wonend en werkend op slot Derneburg in Niedersachsen, besluit om ook die link naar de hem omringende wereld uit te sluiten. Al schilderend ontdekt hij dat hij om dat te bereiken alle motieven van hun inhoudelijke waarde moet ont doen. Wat ligt dan meer voor de hand dan die elementen op de kop te plaatsen. Niet 'gewoon' schilde ren en vervolgens het doek of blad honderdtachtig graden draaien, maar daadwerkelijk op de kop schilderen, tekenen, etsen. Zo is Baselitz consequent bezig met pure schilderkunst. Het was wellicht makkelijker geweest de schilderkunst te verlaten (onder an deren Daniel Buren heeft dat ge daan) maar de Duitser meent dat de problemen èn de oplossingen van de schilderkunst binnen de discipli ne moeten worden gevonden. En zo zie je nu in het Stedelijk Museum bijvoorbeeld een adelaar, op z'n kop weergegeven. Is het dan nog een adelaar? Allicht. Maar dat heeft niets met de intenties en werk wijze van de schilder, maar alles met onze geschiedenis, onze beeld vorming van doen. Wij zijn dermate beïnvloed door de geschiedenis van de schilder- en beeldhouwkunst dat we ons slechts met moeite kunnen losmaken van een vertelling, een min of meer herkenbare verbeel ding. Ondanks de abstracte kunst stromingen (toch ook niet iets van een aantal dagen terug) krijgen wij het in onze hersenen maar niet voor elkaar om een omgekeerde adelaar als een autonoom beeld te beschou wen. Wij zien nog steeds een beest voor ons —weliswaar op z'n kop— met veertjes, een snavel, ogen en poten. Onderwerp Omdat Baselitz zichzelf heeft opge zadeld met de schilderkunst moet hij èrgens beginnen. Ergens binnen die schilderkunst. En dan kun je niet om schilderkundige of pictura le elementen heen. En dus schil dert, tekent en gutst hij. Waarbij het onderwerp er totaal niet toe doet zo lang datgene wat men schildert vol doende mogelijkheden biedt öm te schilderen zoals hij wil schilderen. En zo heeft de adelaar of de boom in het werk van Baselitz dezelfde status als de Mont St. Victoire in het werk van Cézanne. Een vergelijking van Rudi Fuchs die hout snijdt. Zoals ook bij de 'grootvader van het kubisme' heeft ook Baselitz nog de beschikking over dat enorme ruime palet van mogelijkheden die schil der- en tekenkunst hem biedt. Dat levert prachtige bladen op. Binnen één werk is hij in staat di verse technieken en facturen te ge bruiken. Is hij bovendien in staat om beeldelementen talloze malen te gebruiken, steeds op een een ande re wgze verbeeld. Daarmee krijgt elk werk een geheel eigen karakter. Heel duidelijjk komt dat naar voren in de drie series die in het Stedelijk te zien zijn. 'Kampfmotieve I, II en III' bestaat steeds uit twaalf houts kooltekeningen van zeventig bij honderd centimeter. Tegen elkaar opgehangen valt prachtig de voort gang van het proces waar te nemen. Je moet vanwege de omvang welis waar steeds even een paar passen terug, maar anderszijds word je steeds ook weer naar de bladen toe getrokken. Om te kijken wat er zich op die verschillende bladen af speelt. En dan doel ik niet op de om gekeerde koppen, maar op de lij nen, de krassen, de vlakken, de structuren die na verloop van tijd een geheel eigen leven gaan leiden. Kortom: de tekeningen geven haar fijn aan hoe de man werkt en —be langrijker- wat hij met zijn bladen voorheeft. Tentoonstelling: Georg Baselitz, tekeningen en prenten 1958-1988. Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, Amster dam. Open: maandag t/m zondag van 11-17 uur. Tot 5 mei. Catalo gus. Van onze correspondente Francoise Ledeboer AMSTERDAM - Wie zich in het Am sterdamse Theaterinstituut beperkt tot kijken, geniet maar half. Wie zich echter laat overhalen om op de expositie over de Dogtroep op knoppen te drukken èn aan hand grepen te trekken die figuren en at tributen in werking stellen, beleeft een aantal kostelijke uren. Van hun optredens wisten we het al, maar hetzelfde geldt voor deze tentoon stelling: ook voor volwassenen heeft het theatergezelschap een uit stapje naar eén onvoorspelbare maar altijd aantrekkelijke fantasie wereld in petto. De Dogtroep begon in 1975 met spektakelvoorstellingen die zich bij voorkeur niet afspelen binnen de vier muren van een theater. De filo sofie van de groep is dat kunst thuishoort binnen de samenleving: het is vormgeving van alles wat in het dagelijks leven niet aan bod komt en dient zo dicht mogelijk bij het publiek te worden gepresen teerd. "Onze kunst is geen vehikel voor een moraal, onze beelden zijn sym bolen die iets vertellen wat je niet ziet. Het is openbare verbeelding, ongepolijste schoonheid, met de kracht van het intuïtief opwinden de en het rationeel onbegrijpelijke", zo formuleren de medewerkers hun artistieke drijfveren. Zij willen een gids naar het innerlijk van individu ele toeschdbwers zijn. Het succes van hun formule was zo groot dat de Dogtroep in de afgelo pen zestien jaar ook steeds vaker werd gevraagd voor optredens in het buitenland. Van Marseille tot Moskou en van Toronto tot de pol ders bij Lelystad: 'overal laten kin deren en volwassenen zich inmid dels van harte overrompelen door optredens waarin het samenvoegen van een brede schakering aan vaar digheden zorgt voor telkens weer andere verrassingseffecten. Van beeldhouwen tot schrijven, van mu ziek maken tot lassen en van acte ren tot bergbeklimmen: de mede werkers van de Dogtroep zijn van alle markten thuis. Het scenario wordt echter pas defi nitief vastgesteld op de speelplek. De voorstelling groeit zo vanuit de omgeving. Een verhaal met een plot moet de toeschouwer echter niet verwachten: "Onze stukken zijn als dagdromen, als een landschap in verandering". De Dogtroep ontwikkelde in de loop van de jaren mobiele installa ties die steeds opnieuw kunnen worden gebruikt. In het Theaterin stituut staat het onderstel van 'De Kar' met één zwenkwiel aan de voorkant en twee grote ijzeren wie len aan de achterkant. Dat is een ideaal rijdend podium voor parades en concerten, maar kan ook dienen als onderstel voor een grote vogel kop. Een deel is afkoppelbaar en in de uitsparing past dan precies de grote drum. Ook werkt de groep veel met 'De blauwe toren', een bouwsel van zes meter hoog waar aan wieken kunnen worden beves tigd. Spuitman De bezoekers worden langs een aantal vermakelijke en veel ge bruikte requisieten geleid. Aan een van de muren is bij voorbeeld de jas van 'De spuitman' opgehangen. Het idee was een figuur te maken die op een absurde manier in tranen kon uitbarsten. Het uiteinde van een brandslang werd daartoe in een jas gemonteerd. Daarin werden stukjes tuinslang bevestigd. Met de brand- kraan aan 'huilt' de spuitman uit zijn armen, nek, ellebogen en rug, een act die elke keer veel hilariteit oogst. t Kenmerkend voor de inventivi teit van Dogtroep is ook de figuur met het rugorgel. Het instrument werd gemaakt uit orgelpijpen die waren gekocht op het Waterloo- plein. Het probleem was aanvanke lijk daar geluid uit te krijgen. De vondst bestond tenslotte uit lucht- bedpompen die met de hand wor den bediend. Het leukste is de schaars verlichte versierde zaal waar een beroep wordt gedaan op de zelfwerkzaam heid en fantasie van de bezoeker. Men kan er een snavel open en dicht laten klappen, een gele draak met groene stippen laten steigeren, een vogelkop laten vliegen en horizon tale wieken met vogelkoppen in be weging zetten (bukken graag). De acht vaste medewerkers zijn kennelijk gefascineerd door vogels want elders in het statige pand aan de Herengracht worden ook enige vogelmaskers getoond die in voor stellingen worden gebruikt. Requi sieten als de spuitbaby, het spuug- mannetje, licht- en blokschoenen en vuurldompen getuigen echter opnieuw dat de rijke fantasie en cre ativiteit van het theatergezelschap niet in een vast omlijnd kader is te plaatsen. Eerste uur De waardering voor het werk van de Dogtroep werd in 1981 met een ge- deeltelijke en in 1985 met een volle dige subsidie beloond. Dat was een ontwikkeling die de medewerkers van het eerste uur bij de oprichting in het geheel niet voor ogen stond, maar die het gezelschap nu wel zon der financiële zorgen in staat stelt tot "een steeds verdergaand onder zoek naar nieuwe vormen van le vende geïntegreerde kunst". Zo lang zij zich verbazen over 'de blij vende honger' naar hun werk, zal een internationaal publiek kunnen ervaren wat zij inmiddels heel zeker weten. "Kunst is geen luxe" en hoort niet alleen thuis in de theaters waar alleen een select gezelschap de weg naar weet te vinden. De tentoonstelling duurt tot en met 9 juni. Het Theaterinstituut aan de Herengracht 168 is open van dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur. LEIDEN In de centrale bibliotheek aan de Nieuwstraat wordt op zon dag 14 april de schrgver P.F. Thomése (1958) geïnterviewd. Dit gebeurt door Hanneke Eggels, cursusleidster moderne Nederlandse letterkunde van de Stichting Literaire Salon. Thomese, die verhalen schreef in de literaire tijdschriften De Revisor en De Held, debuteerde vorig jaar met de verhalenbundel 'Zuidland'. Voor deze bundel kreeg hij een nominatie voor de AKO-literatuurprgs. Volgens het juryrapport 'neigt hg naar het barokke, zonder gekunsteld te zgn'. Het gesprek met Eggels zal vooral gaan over de vaderlandse geschiede nis, die in de debuutbundel een belangrijke rol speelt. Maar ook zal Thoméses voorkeur voor stuurloze mensen aan de orde komen, die elke greep over hun omgeving zgn kwgtgeraakt. Het vraaggesprek begint om 14.00 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 37