Vol onwankelbare zekerheden De Nederlandse 'Flying Doctors' De geschiedenis van de Staatkundig Gereformeerde Partij 1918-1948 Zestigjarig bestaan Radio Medische Dienst wordt bescheiden gevierd Als de term fundamentalisten valt, denkt men al gauw aan bizarre ta ferelen in het Midden-Oosten. Maar weinigen realiseren zich dat Ne derland al vele tientallen jaren zijn eigen fundamentalisten heeft, ver zameld in de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Van alle poli tieke formaties die in de Tweede Kamer opereren, is zij zelfs de oud ste. Omdat de SGP wat zeteltal betreft nooit de dwergstatus ontsteeg, bleef haar invloed uiterst beperkt. Voor velen vormde de SGP door de jaren heen óf een bron van ergernis en onbegrip óf een vreemd soort folkloristische franje van het democratisch bestel. Zich verdiepen in haar wortels en beweegredenen deed men zelden. door Ruud Paauw Op de vroegste geschiedenis van deze bijzondere partij is Willem Fieret on langs gepromoveerd aan de universiteit van Utrecht. Zijn proefschrift ('De Staatkundige Gereformeerde Partij 1918-1948, een bibliocratisch ideaal') verdient om tal van redenen de aan dacht. Fieret, zelf de SGP toegedaan, zorgt voor een welkome aanvulling van een tot dusver wat in het schemerdui ster gebleven stuk parlementaire ge schiedenis. Zo kreeg hij als eerste toe gang tot de notulen van het hoofdbe stuur van de SGP. Wat verder opvalt is dat Fieret bij alle sympathie voor de partij een opmerke lijke afstandelijkheid tot zijn onder werp heeft weten te bewaren. En een compliment dient hij vooral te krijgen voor de zeer leesbare vorm waarin hij de doorgaans toch zware materie heeft gegoten. Zijn part-time docentschap aan de Evangelische School voor de Journalistiek in Amersfoort zal daar stellig mee te maken hebben. Onvrede De SGP zag het levenslicht in 1918 op de Zeeuwse eilanden door toedoen van leden van de Gereformeerde Gemeen ten, een deel van de christelijk gerefor meerden en van de gereformeerde bond in de Hervormde Kerk, kortweg de bevindelijk-gereformeerden. Tot dat jaar stemden zij voornamelijk op de An ti-Revolutionaire Partij (nu deel van het CDA), maar al geruime tijd was er on vrede over de koers die de ARP zowel kerkelijk als politiek voer. Scherp werd de kuyperiaanse leer van de veronder stelde wedergeboorte veroordeeld. ARP-leider Kuyper ging er vanuit dat de doop van uit gelovige ouders gebo ren kinderen de voornaamste grond was voor hun veronderstelde wederge boorte. Dat was bevindelijk-gerefor meerden veel te eenvoudig en te ge makkelijk. Gezien zijn zondige aard kon de mens nooit tot genade komen. Hij dient zich tot God te bekeren. Maar zelfs de beste werken van de mens zijn met zonden bevlekt en kunnen geen bijdrage tot de bekering leveren. Dat gebeurt alleen op grond van Gods gena de. Politiek gezien namen de bevinde lijk-gereformeerden het de ARP uiterst kwalijk dat zij in kabinetten samen werkten met de rooms-katholieken. Het land had zich in de 17de eeuw uit de klauw van de roomsen geworsteld en dan was het weinig minder dan verraad als men er nu mee ging pacteren. Het anti-papisme loopt als een rode draad door de geschiedenis van de ARP. Eigenlijk voelden de bevindelijk-ge reformeerden niets voor de vorming van een politieke partij. Dat was een wereld vol verzoeking waar zij verre van moesten blijven. Maar een jonge, energieke predikant uit Yerseke, Gerrit Hendrik Kersten (1882-1948), zag dat anders. Ook in de politiek diende men op te komen voor Gods Woord. Tijdens de oprichtingsvergadering van de SGP toonde Kersten een voorzienige geest te hebben. Hij schilderde toen al haar scherp hoe Nederland de SGP zou zien, als "achterlijk, conservatief, domperig, zwaarmoedig, mystiek". Bespotting en bestrijding zouden haar deel worden. De partij diende te streven naar een regering op basis van de in de bijbel ge openbaarde ordening Gods. Zij was be paald niet uit op een meerderheid van kiezers, het ging haar uitsluitend om de door haar beleden beginselen. In eerste instantie was zij dus getuigenispartij. Markant figuur Kersten, zoon van een militair die later boekhouder werd en van een zeer gelo vige moeder, was een hoogst markante figuur. Om hem hing de doem van het harmonium. Hij bezat zonder twijfel grote organisatorische gaven. Al op 26- jarige leeftijd had hij ledeboerianen en kruisgemeenten tot één kerkgenoot schap gebracht een formidabele prestatie, gezien de gevoeligheden die daar lagen. Aanvankelijk was hij onder wijzer. In zijn vrije tijd bestudeerde hij de 'oude schrijvers'. "Wanneer 's avonds tijdens het lezen de slaap hem dreigde te overmeesteren, zette hij zijn voeten in een teiltje koud water om wakker te blijven en verder te lezen". Niet universitair geschoold werd hij in 1906 in Meliskerke tot predi kant bevestigd. In 1912 vertrok hij naar Yerseke waar hij tot 1926 verbleef. Kersten ontpopte zich tot de tycoon van de SGP, een ware ayatollah. Tien tallen jaren was hij voorzitter van en Tweede-Kamerlid (van 1922 tot 1940) voor de SGP en tevens hoofdredacteur van het partijblad De Banier. Onder leiding van Kersten, die in de Kamer fors tekeer kon gaan, toonde de SGP zich een partij die vooral overal te gen was: tegen al wat rooms was, maar ook van de socialisten kon niets goeds komen; tegen vrouwenkiesrecht, ook al kostte dat stemmen ("want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevo len onderworpen te zijn"), tegen stem plicht, tegen sociale verzekeringen, te gen de invaliditeitswet ('in strijd met Gods voorzienigheid"), tegen verzeke ringsplicht, tegen vaccinatiedwang ('Als onze ziele onder God buigt, willen wij ook van al die ellenden niets mis sen, niets ontgaan zelfs"), tegen elke werkstaking, tegen de radio ("een krij- schend, diabolisch geluid"), tegen sub sidie voor openbare leeszalen en biblio theken ("geestelijke vergiftigingsin strumenten"), tegen de staatsloterij, te gen bioscoopvoorstellingen, tegen dan cings. Een enkele keer was de SGP vóór iets: voor wederinvoering van de doodstraf ('De overheid draagt het zwaard niet vergeefs'). Zodra zich op sociaal of maatschap pelijk gebied iets voordeed, tuurden de SGP-ers (in de jaren dertig beschikte de partij over drie zetels) gelijk arenden in de Schrift om te bepalen of iets wel door de beugel kon. Meestal dus ftiet. zorgde Kersten overigens wel voor een aantal onderduikplaatsen ten behoeve van het verzet. Maar van de SGP als partij ging. aldus Fieret. geen enkele verzetsactiviteit uit. Haar houding kan het best worden gekarakteriseerd als lijdelijk, defaitistisch. Buitenstaanders zouden wellicht denken dat na dit alles de bevrijding in 1945 de SGP voor grote innerlijke pro blemen zou plaatsen. Daar was geen sprake van. Kersten en Zandt (de twee de man van de SGP) schreven dat de Heere Zijne goedertierendheid niet ge heel van het volk van Nederland had weggenomen. "Hg bevrijdde ons van den onderdrukker, dien Hij enige tijd over ons deed heerschen". Jesaja 45 vers 6: "Ik maak den vrede en schep het kwaad". Alle gruwelen van de Duitsers dienden te worden beschouwd als een rechtvaardig oordeel van God. Het schoonste uur in de geschiedenis van de SGP deed zich voor in de nacht van 11 november 1925. (Vóór de nacht van Schmelzer was er een nacht van Kersten). Kersten diende toen een amendement in om een eind te maken aan het Nederlandse gezantschap bij het Vaticaan. Daarvoor wist hij zowaar de protestantse partijen en de socialis ten op één lijn te krijgen tegen de ka tholieken. Het eerste kabinet-Colijn sneuvelde op die kwestie. Kersten zag er een bewijs van Gods besturing in. Veel om de hakken had het echter niet, want de katholieken keerden in het nieuwe kabinet gewoon terug. Vooral de andere christelijke partijen ergerden zich vaak aan de manier waar op Kersten zijn onwankelbare zekerhe den en rechtgesneden waarheden uit droeg. Hij bleef steeds maar slaan op dat ene aambeeld. Aan het laten func tioneren van het evangelie in een mo derne maatschappij had de SGP geen boodschap. De andere christelijke par tijen wél. Die droegen regeringsverant woordelijkheid en konden onmogelijk de tijd laten stilstaan. Door houding en woordkeus van met name Kersten geraakte de SGP vrijwel van begin af aan in het isolement. Men had niet anders verwacht, men zocht het misschien ook wel. Bij de verkiezin gen maakte het allemaal niets uit. De SGP beschikte over een vast, gezagsge trouw kiezerskorps, dat voornamelijk afkomstig was van de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden, plekken langs de kust en op de Veluwe. Het waren vaak gesloten, agrarische gemeen schappen, waar elke vorm van nieuw lichterij met de grootste achterdocht werd bekeken. Gehoorzaam De oorlogsjaren bracht de SGP in een preciare positie, gezien haar bijbelse opvattingen. De overheid, ook nu die in Duitse handen was, regeerde immers bij de gratie Gods en diende dus te wor den gehoorzaamd. In de ogen van Ker sten brak de oorlog uit om de grote zon den die in Nederland bedreven werden. God stortte rechtvaardig Zijn gram schap over Nederland uit. Hij doet geen onrecht, "ook niet als Hij den Duitscher gebruikt om ons te slaan". Tijdens het bombardement in Rotter dam woonde Kersten aan de Westersin gel. Hij voelde bij al het leed rondom hem geen woede of verontwaardiging; de vernedering gaf hem juist "rust en onderwerping". Verzet had naar zijn oordeel geen enkele zin. "Wie zal ver mogen tegen God te strijden?". Aan de verplichting van schoolbestu ren om aan de overheid een opgave te doen van eventuele joodse leerlingen moest volgens Kersten dan ook worden voldaan. In mei 1941 gaf hij zijn krant De Banier in handen van iemand die duidelijk fout was. Later in de oorlog Ingetogener In de naoorlogse jaren bleef de SGP haar principes tjouw. Wat veranderde was de toon. De opvolgers van Kersten gedroegen zich ingetogener. Het waren ook lang niet altijd meer predikanten die in de Kamer leiding gaven aan de SGP-fractie. Ir. C N. van Dis (1893-1971) stelde zich tamelijk zakelijk op en naar hem werd ook geluisterd. Hetzelfde geldt voor de huidige fractievoorzitter, ir. B.J. van der Vlies. Maar erg op haar gemak lijkt de SGP niet te zijn in dit tijdperk. Haar levensssfeer is die van de 19de eeuw. Het blijft een partij waarvan je het ge voel krijgt dat de leden de nieuwe maan weigeren te groeten uit eerbied voor de oude. 'De Staatkundig Gereformeerde Partij 1918-1948. een bibliocratisch ideaal' door dr. W. Fieret. Uitgegeven door Den Hertog B.V. in Houten. Ds. G.H. Kersten (1882-1948), oprichter van de SGP. Verbod Na 1945 kreeg Kersten tot zijn veront waardiging geen toestemming van de Commissie Zuivering State-Generaal terug te keren in de Tweede Kamer. Ge zien zijn zwakke gezondheid zou hij toch weldra hebben bedankt, maar dat hem de terugkeer was geweigerd, stem de hem tot grote bitterheid. Van de Commissie voor de Perszui vering kregen Kersten en zijn zoon een verbod opgelegd om gedurende tien jaar in een journalistieke of leidende niet-journalistieke functie werkzaam te zijn. Fieret uit de nodige kritiek op de wijze waarop de beide zuiveringscom missies te werk zijn gegaan, maar komt tot de conclusie dat de strafmaatrege len tegen Kersten (en zijn zoon) "niet onterecht" waren. De uitspraak zorgde binnen de zo rustige gelederen van de SGP voor de nodige beroering. Een Comité van Be zwaarden toog aan het werk en zorgde weldra voor een bijkans revolutionaire sfeer. Daarbij liep een aantal zaken door elkaar: inzicht te krijgen in het fi nanciële reilen en zeilen van uitgeverij De Banier in oorlogstijd (waarbij de fa milie Kersten ten nauwste betrokken was) en bepaalde reorganisatieplannen o.a. indamming van de enorme macht van het hoofdbestuur. Over en weer za gen brochures het licht. Het hoofdbe stuur vergeleek de opposanten met 'communistische cellen'. Zelf maakte het zich met een Jantje van Leiden af van elke verantwoordingsplicht. Ook van een onafhankelijke ereraad wilde het hoofdbestuur niet weten. De dood van Kersten in september 1948 haalde de allerscherpste kanten van het conflict af, hoewel dat onder huids toch tot 1953 voortsmeulde. Een deel van de achterban vervreemdde door de gang van zaken van de partij, maar het overgrote merendeel bleef met hondetrouw de leiders volgen. "Zelf vaar ik 's zomers vaak op de Middellandse Zee. Als ik me niet goed voel, aarzel ik niet om Radio Scheveningen te bellen. Maar duizenden andere plezier- vaarders doen dat nog niet". Op de praatstoel zit Ron Oort, secre taris van de Nederlandse Radio Medische Dienst. Deze Holland se variant op de Australische 'Flying Doctors' verleent al zestig jaar medische hulp aan alle Ne derlandse schepen, waar ook ter wereld. Via Radio Scheveningen krijgen de zes artsen van de dienst jaarlijks bijna vijfhonderd oproepen binnen, voor hulp bij een verkoudheid tot bij een hart infarct. Het gros van de beman ningen van pleziervaartuigen doet echter geen beroep op de RMD. Daar moet verandering in komen, vindt Oort. door Jules Hezemans Wat de Flying Doctors voor Australië be tekenen, is de Radio Medische Dienst voor de Nederlandse en internationale scheepvaart. Deze tak van het Rode Kruis Korps staat dag en nacht paraat om in soms levensgevaarlijke omstan digheden hulp te verlenen. Als de arts via Radio Scheveningen een noodsignaal binnen krijgt, staat de helikopter of red dingsboot binnen enkele minuten start klaar. Meestal kan de dienstdoende arts de meldingen afdoen door het geven van advies via de mobilofoon. Vorig jaar werd in nog geen tien procent van de ge vallen een reddingsactie op poten gezet. Sommige oproepen vindt Oort zelfs bij na gênant: "Bijvoorbeeld als iemand belt omdat de kapitein verkouden is, of een vuiltje in het oog heeft". In 1931 werkte de dienst nog met tele grammen. Tegenwoordig gaat de com municatie een stuk sneller: via de satel liet. De RMD-artsen kregen vorige maand allemaal een autotelefoon, zodat ze voortaan ook op de weg te bereiken zijn. Tevens heeft elk land met een kust lijn sinds dertig jaar een eigen RMD, zo dat schepen wereldwijd geholpen kun nen worden. De buitenlandse collega's worden meestal via Nederland gewaar schuwd. "Bijna alle Nederlandse sche pen bellen eerst met ons. Het is namelijk nogal lastig om in het Chinees of Rus sisch te moeten uitleggen wat er aan de hand is. Als het nodig is, neemt de Ne derlandse RMD contact op met de dienst in die buurt". "Ook ik bel liever 'Scheveningen' dan bijvoorbeeld Italië", vertelt Oort, die zelf een fervent watersporter is. Hij zou graag zien dat andere amateurkapiteins dat ook deden: "Ik denk dat veel ongeluk Een arts wordt in volle zee op een schip gezet. ken op privéboten niet bij ons worden gemeld. Dat is jammer, want we werken heel snel. Misschien is er een lichte drempelvrees. We moeten af van het imago dat we enkel de grote vaart hel pen. In onze nieuwe folders wordt duide lijk gemaakt dat we niet alleen professio nele zeelui van dienst zgn". Oort heeft grote bewondering voor 'zijn' artsen: "Die slagen erin om vanuit hun luie stoel een juiste diagnose te stel len. En dat aan de hand van warrige ge gevens die een paniekerige stem door geeft over slechte mobilofoonverbin ding". De medici van de RMD zijn zonder uit zondering scheeps- of marinearts ge weest. Nu hebben ze een eigen praktijk, maar zijn bij toerbeurt een week be schikbaar. Ze doen dat uit een soort hob byisme, zegt Oort. "Wel tegen een ver goeding van 1200 gulden per week maar daarvoor worden ze vaak uit hun bed ge beld. En dan moeten ze maar zien een juist beeld van de situatie te krijgen. De mensen aan de andere kant van de lijn zgn meestal in paniek, waardoor de si tuatie vaak wordt overdreven. Dan roe pen ze om een helikopter, terwijl ze nog geen vijf kilometer buiten de haven van IJmuiden liggen. Toch slagen onze art sen er altijd in een juiste diagnose te stel len. Als het ernstig lijkt, laten ze natuur lijk wél een arts naar het schip brengen. (foto GPD) Dit systeem is nog maar een keer fout ge gaan". Dat was vorig jaar, toen een schipper opbelde dat een bemanningslid een beenwond had. Er was een 'steentje' uit het visnet gevallen. De kapitein vroeg om een helikopter, terwijl hg vlak voor de kust lag: "De arts zei daarom dat hg maar terug naar de haven moest varen. Toen het schip vier uur later in Den Hel der binnenliep, bleek dat steentje een blok beton van zo'n 300 kilo te zijn ge weest. De schipper had zich in paniek niet duidelijk uitgedrukt. Anders was de helikopter er meteen heengevlogen". Dit ongeval werd breed uitgemeten in de vissergwereld. Dat heeft een klein voordeel gehad, vertelt Oort: "De vissers zijn nu veel meer doordrongen van het belang van een duidelijke melding". Het lage aantal fouten wil nog niet zeg gen dat de RMD altijd uitkomst kan bie den. Soms is een opvarende zo ziek, dat hg al is overleden als de arts nog van de wal moet vertrekken: "Laatst kreeg een zeeman een hartinfarct. Hg was binnen een half uur dood. De helikopter had op z'n vroegst na nog eens dertig minuten ter plaatse kunnen zijn". Ook is het ondoenlijk om een schip te bezoeken dat midden op de oceaan ligt. Meestal is er geen bevoegd medicus aan boord, zodat ze maar moeten hopen dat er een schip in de buurt is waarop wel een arts meevaart. Als dat niet zo is. geeft de arts aanwijzingen aan iemand aan boord. Het goede werk heeft de dienst geen fortuin opgeleverd. Sterker nog, maar liefst de helft van de kosten wordt regel recht betaald uit de collectebussen. "De andere helft wordt gedekt door de subsi dies van de overheid en giften van enkele redergen. Het Rode Kruis is immers een charitatieve vereniging, wij vragen geen geld. We verzoeken de geholpen schip pers alleen de telefoonkosten van de arts te vergoeden. Dat is nooit meer dan en kele guldens". Dit beleid heeft wel tot gevolg dat de zestigste verjaardag niet groots gevierd kan worden: "We houden het bij een be scheiden symposium op 12 oktober, we hebben immers geen geld voor een grootschalige reünie".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 27