'Ik had geen'koffers' bij me' Poolse pater Stefan in Lisse begrijpt afwerende reacties niet: HOOGTIJ Herstel van het lekke dak ZATERDAG 9 MAART 1991 GEESTELIJK LEVEN van een Poolse paus. De omwenteling in Polen zal ze ker invloed hebben op de kerk, ge looft Bladowski. De kerk bood voor velen een vrijplaats, terwijl tot nu toe het lidmaatschap er ook min of meer bijhoorde. "Er was een sterke sociale controle". De priester waar deert het positief dat de keuze voor de kerk minder vanzelfsprekend is. "Ik denk dat het goed is voor de kerk. Iedereen moet nu voor zich zelf beslissen wat voor plaats het ge loof bij hem inneemt. Ik wens de RK Kerk in Polen een goede proef tijd toe". Hoewel hij zich realiseert dat hij afkomstig is uit een meer traditio nele RK Kerk, gelooft hij dat hem geen starre houding verweten kan worden. Pater Stefan noemt zich zelf iemand die zoekt naar het fun dament van de kerk. "Zeg maar zoals het was in de eerste drie, vier eeuwen". Van alle sindsdien ontsta ne cultuurgebonden gebruiken, zal hij net zo makkelijk afscheid nemen als het in Polen nog gebruikelijke "zwarte pak". Gevaarlijk "Zeker, ik zal nog veel moeten leren en studeren om de goede antwoor den te kunnen geven. Maar wat ik een beetje gevaarlijk vind, is dat veel mensen onvoldoende weten waarom de kerk vecht voor bepaal de principes". Een duidelijk voor beeld ziet hij in de oecumenische ta felvieringen. "Van wat de mensen kunnen zien, zeggen ze: mooi, uit stekend, maar zij vragen zich niet al tijd voldoende af of het wel zo mooi is wat er dan gebeurt". Voor hem is de eucharistie, de daadwerkelijke aanwezigheid van God in brood en wijn, van funda mentele betekenis. In de uiterlijke vorm is een oecumenische tafelvie ring misschien wel mogelijk, maar voor pater Stefan is het onbegrijpe lijk hoe iemand denkt dat de protes tantse opvatting (brood en wijn zijn slechts symbool) is te combineren met de rooms-katholieke (brood en wijn zijn het echte lichaam en bloed van Christus). Pater Stefan zal in Lisse alle ta ken van een priester vervullen, hoe wel hij officieel voorlopig is aange steld als 'priester-stagiair'. Hij reali seert zich dat deze voorzichtige aan duiding gebruikt is omdat veel mensen vreemd tegen een Pool aan kijken. Toch vindt Bladowski het een beetje vreemd. "Ik was in Polen al priester, heb een opleiding gehad van zeven jaar en ik heb in Leiden ook een paar jaar gewerkt. Schrijf maar op dat ik hard om die functie gelachen heb". Hoewel de regel in de RK Kerk is dat hij uiterlijk tien jaar in ons land kan werken, is het zijn bedoeling om in Nederland te blijven. Desge vraagd stelt hij met nadruk dat hij zich niet speciaal zal richten op de Poolse zwartwerkers in de omge ving. "Zij komen af op het grote, makkelijke geld. In Polen is 250 gul den een maandsalaris. Ik vraag me af of deze mensen tot de echte ar men horen, of het juist degenen zijn die altijd al de weggetjes weten". Na de huidige gang van zaken aan de hand van voorbeelden ('lapmid delen') geschetst te hebben, trekt Onstenk de conclusie dat er een nieuwe bezieling nodig is. Daar blijft het niet bij; ruim de helft van het boekje is gevuld met anti-lek- suggesties. W.S. RELIGIEUZE KALENDER In 'Hoogtij' zetten we een jaar lang de schijnwerper op reli gieuze feest- en gedenkdagen. BIDDAG; 13 MAART. In tegenstelling tot rooms- katholieken hebben protestantse christenen maar een uiterst beperkt aantal exclusieve feestdagen. Welgeteld zijn het er drie: biddag voor gewas en arbeid in het vooijaar, hervormingsdag op 31 oktober en dankdag voor het gewas in het najaar. De biddag voor het gewas vindt traditiegetrouw op de tweede woensdag van maart plaats, de dankdag in de eerste week van november. Lang niet iedere kerk viert deze dagen nog. Het is vooral de rechterflank in de protestantse kerken, die de bid- en dankstonden nog in ere houdt. De wijze van vieren loopt ook weer uiteen. Er zijn kerkeraden die een nabijliggende zondag als bid- of dankdag bestempelen, andere kerken roepen de gemeenteleden op de avond van de woensdag (de meest praktische tijd) samen, maar er zijn er ook die maar liefst drie diensten op de bewuste dag uitschrijven. In dat laatste geval is er zonder twijfel sprake van een, zeg maar, 'zwaardere' kerk. Van invloed bij het houden van de woensdag als biddag is soms ook of het een stads- of een plattelandsgemeente (waar beduidend meer mensen afhankelijk zijn van wat de grond oplevert) betreft. Eén van de eerste keren dat er over speciale bid- en dankdagen met het oog op het gewas gesproken wordt, is wanneer de particuliere (provinciale) synode van Overijssel in 1653 zich tot Ridderschap en steden (de overheid van die dagen) wendt met de vraag of er een biddag kan worden uitgeschreven, gezien het land was bezocht "landverdervende plagen". Besloten werd toen tot een biddag "tot afwering van Godes plagen en tot het verkrijgen van een gezegenden zomer" en tegelijkertijd ook tot een dankdag "voor de veelvoudigen verkregen seegeningen en weldaeden". Sindsdien is er niet veel veranderd. "Technisch zijn we wel heel wat mans. ook in de cultures van landbouw, veeteelt en visserij. Maar zonder des Heren zegen (ook gezondheid) zal het niet gaan", zo schrijft een predikant in een dezer dagen verschenen kerkblad. Een collega elders: "Maar niet minder bidden we voor een wereld met vele noden. Bidden om arbeid en om gewas is tegelijk een bidden om vrede zodat er niet gevochten hoeft te worden waarbij het land kapot gaat maar dat er gewerkt kan worden op het land en in de fabrieken en kantoren". En een derde predikant houdt zijn gemeenteleden samenvattend voor, dat de bidstond dè gelegenheid is om "onze afhankelijkheid van de Here God te laten zien". Dat is immers wat de tiende 'Zondag' (hoofdstukje) van de oude Heidelbergse Catechismus de gelovigen voorhoudt: gezondheid of ziekte, regen of droogte het komt allemaal uit Vaders hand. De bid- en dankdagen herinneren nog heel flauwtjes aan de bidstonden die gedurende lange tijd nationaal werden uitgeschreven. Al in de middeleeuwen werden regelmatig bidstonden in bijzondere tijden (pest, oorlog, enzovoort) gehouden, na de Reformatie werd het helemaal goed gebruik. Sinds de tweede helft van de zestiende eeuw werd het uitschrijven van bidstonden zelfs als een roeping van de overheid beschouwd. Zo ging dat toen: de overheid stuurde in bijzondere tijden een 'biddagsbrief naar de predikheren, die deze brief op de eerstvolgende zondag voorlazen. Op die bewuste zondag bleven alle uitspanningen gesloten, was publiek vermaak en openbare arbeid verboden. De kerken zaten stampvol... Overigens bewijzen de door het hele land georganiseerde gebedsdiensten aan de vooravond van de Golfoorlog, dat speciale bidstonden nog altijd mogelijk zijn. Zij het niet meer op initiatief van de overheid. Het koren wordt geoogst. 'Zonder des Heren zegen zal het niet paa^'. LISSE Pater Stefan Bladowski ("iedereen zegt gewoon pater Stefan") heeft er nimmer slecht van gesla pen dat niet iedereen even enthousiast is over de komst van een Poolse priester. "Ik begrijp niet waar mensen bang voor zijn. Ik ben hier zonder 'koffers', zonder ab solute antwoorden, geko men", aldus de laconieke re actie van de 32-jarige pries ter, die sinds deze week als 'priester-stagiair' in de Ma- riaparochie in Lisse werk zaam is. De vingers van één paar handen zijn ruim voldoende om het aantal rooms-katholieke priesters' uit Po len dat in ons land werkzaam is, te tellen. Bladowski weet van twee landgenoten, die voor de Poolse emigranten in de kuststrook werk zaam zijn, verder is er eentje in Lim burg en zijn er drie in het bisdom Utrecht. Vorige week maakte bisschop Si- monis van Utrecht bekend dat het experiment met 'zijn' drietal zo goed is bevallen, dat besloten is nog twee Polen aan te trekken. Toen Si- monis in 1988 zijn Poolse avontuur begon, waren de emotionele weer standen groot. De RK Kerk in Polen is immers een stuk conservatiever dan hier. Echter, nu de drie zich hebben kunnen bewijzen, zijn de geluiden overwegend positief. Pater Stefan heeft een zelfde er varing opgedaan in Leiden, waar hij de afgelopen paar jaar werkzaam was in de Lodewijkparochie (Steen- schuur). "De mensen zeggen: wat krijgen we nu? Ook priesters reage ren zo. Maar, zeg ik, als jullie vinden dat ik iets moet veranderen, zeg het me dan, help me. Het is heel makke lijk om te zeggen: daar moet ik niets van hebben. Maar waarom zou je niet blij zijn dat iemand je komt hel-^ pen?" Bladowski, afkomstig uit Kartuzy (ruim dertig kilometer van Gdansk), kwam driejaar geleden na een vakantie in ons land zelf op de gedachte om hier de kerk te dienen. Trok het avontuur? Pater Stefan schudt het hoofd. Zijn motivatie had meer met roeping te maken. "Toen ik hier was sprak ik mensen die mij vroegen om te blijven. Hier zijn te weinig priesters en Polen heeft er genoeg". En: "De kerk kent geen grens". Eenvoudiger De priester, die inmiddels onze taal uitstekend beheerst, moest wel even wennen. "Ik ben niet ge schrokken van de welvaart", zegt hij met een glimlach, de-vergelij king trekkend met priesters die voor het eerst met de armoede in de Derde Wereld worden geconfron teerd. Die levensstandaard is er vol gens hem intussen de oorzaak van, dat velen de band met God zijn kwijtgeraakt. "Ik heb gestudeerd en hard ge werkt, ik heb dit zelf bereikt", ty peert pater Stefan de algemene le venshouding die hij om zich heen ziet. Slechts in tijden van spanning en zorg weten de mensen God op eens weer te vinden, en dat noemt hij "een beetje jammer". God is niet veranderd, weet hij, maar de men sen. "God wil ons echt niet kleiner maken. De vraag is of we als rijke mensen Hem nog dankbaar willen zijn". In Polen is de mentaliteit van de gemiddelde gelovige vrijwel ie dereen is daar rooms-katholiek beduidend anders, meent Pater Stefan: "De-mensen in Polen hebben een eenvoudiger geloof'. Bladowski. "Ik wil niet zeggen dat ze daar meer gelovig zijn, ze hebben wel een eenvoudiger geloof. Hier wil men grenzen aan het geloof stel len, maar Christus heeft gezegd dat je moet leren geloven als de kinde ren. En dat doen ze meer in Polen. Net als liefde stel je in het geloof geen voorwaarden". Overigens gelooft pater Stefan dat de enorme omvang van de RK Kerk in Polen niet slechts door die pe religiositeit kan worden ver klaard. In het ondemocratische ï>o- Het enorme probleem van kerkver lating, een verschijnsel dat vooral de grote kerken parten speelt, kan verlammen. 'Kerkvolk' dat de be richten in de bladen daarover leest, weet soms niet meer waar het aan toe is. Om een zinnige discussie over met name herstel van 'het lekke kerkdak' te bevorderen, heeft de hervormde emeritus predikant dr A. J. Onstenk uit Hoogeveen een boekje geschreven waarin voor beelden van de genoemde artikelen len vormde de machtige kerk het enige alternatief voor de commu nistische partij. "Veel mensen zaten in de kerk om zo iets te forceren. Er was verder geen keus". Sociale controle De RK Kerk in Polen is, vergeleken met de Nederlandse kerkprovincie, nog sterk hiërarchisch. "Hier wordt meer samen gedaan, ook omdat er weinig priesters zijn. Ik vind trou wens ook dat een priester niet alles alleen moet doen, zoals in Polen nog uit kranten en tijdschriften als in valshoek fungeren. 'Als het dak les is...' is de titel van het boekje (net zeventig pagina's), dat volgens de schrijver zelf geen enkele wetenschappelijke pretentie heeft. Het enige wat hij wilde is ma teriaal aanreiken op grond waarvan kerkelijke groepen kunnen naden- gebeurt". Daar was trouwens vol gens pater Stefan een rede voor: uit angst voor invloed van de veilig heidsdienst, deden de priesters daar alles zelf. De Poolse kerk lag zwaar onder vuur van het bewind en dat had een positieve invloed op het samenho righeidsgevoel. "In Polen is er een heid in de kerk. Ook onder de pries ters. Dat scheelt heel veel. En, dat kan ik ook zeker zeggen, er is ge hoorzaamheid aan Rome". Dat was volgens hem al zo voor de komst ken over kerkverlating. - Het resultaat is inderdaad een aansprekend en toegankelijk werk je, waarin de schrijver net als een inleider op een discussieavond zorgt voor prikkelende ideeën, die onmiskenbaar subjectief zijn ge kleurd, maar daarom zo uitnodigen tot het bepalen van de eigen ge dachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 17