'Kerkdaken als bijlen die de hemel kloven' 'Italië heeft mijn persoonlijkheid goed gedaan' Schrijver Edmondo di Amicis in het Nederland van de negentiende eeuw Schrijver Geerten Meijsing over zijnballingschapin Toscane Buitenlandse schrijvers op reis door Nederland. Het levert niet zelden uiterst lezenswaardige lectuur op. Vaak ook voor de Nederlanders zelf. Neem Edmondo de Amicis, die in 1873 en 1874 als een slalomskiër door ons land zigzagde. In een tijd dat Holland bij voorkeur werd omschreven als een duttend koninkrijkje dat elk moment kon worden ingelijfd door het grote Duitsland, beschrijft hij de Lage Landen aan de Zee als een bruisende, van energie overlopende natie. Maar niet overal is hij zo complimenteus. Wij reisden de 'fijnbesnaarde' Italiaanse schrijver achterna. Van onze redacteur Rob van den Dobbelsteen Holland een bruisend land. Het is een voor die jaren opmerkelijke vi sie. Want Holland werd volgens de rest van de wereld toch bewoond door nuchtere en vooral godvruch tige boeren die zich, behoedzaam lurkend aan een Goudse Pijp, nim mer zondige gedachten veroorloof den. Echt grote lol kon je in de Lage Landen aan de Zee zelden beleven.' Ze waren braaf ingedommeld, de Hollanders. Zaten bovenop de cen ten waarvan ze rentenierden. En loerden met de bijbel binnen hand bereik argwanend naar al het nieu we en vreemde dat op hen afkwam. Maar pas op, laat Edmondo de afne mers van zijn boek weten, diezelfde boeren hanteren mooi wel zulke moderne agrarische methoden, dat ze met hun kaas en boter de wereld markt nog verder zullen veroveren. En hun reeds eeuwen durende strijd tegen het woedende water, ge achte lezer, is 'waarlijk weergaloos'. Louter positieve geluiden dus? Nou, nee. Daarvoor was de brave Edmondo ten eerste buitenlander. ten tweede kritisch humorist en ten derde een kind van zijn tijd. Neem zijn beschrijving van de Amsterdamse Jodenbuurt die zo kwetsend is, dat hij van de weer omstuit vermakelijk wordt: "Het is een labyrint van nauwe, smerige donkere straatjes met stokoude hui zen, die schijnen te zullen omvallen als men een trap tegen de muur gaf'. Temidden van dit "kerkhof van zaken", in dit babyion van sme righeden, wemelt een mager, nooit gewassen en nooit gekamd volkje, bij hetwelk de zogenaamde heide nen, de gitanos van Spanje, zinde lijk en frisriekend zijn. "Alles wordt", sakkert Edmondo verderop onverdroten voort, "open lijk op straat verricht. Vrouwen bakken vis op kleine fornuizen, meisjes wiegen kleine kinderen, mannen rommelen in hun oude prullen, half naakte jongens rollen op straat tussen afval van groente en vis, oude wijven zitten op de grond zich met kattenagels te krab ben, terwijl ze met dierenonver- schilligheid hun lompen en hun af zichtelijke naaktheden laten zien". Het zal duidelijk zijn, hier kan een welgemanierde, fijngevoelige Itali aan niet al te lang vertoeven. "Hele einden op de tenen lopende", zoekt hij zich dan ook vertwijfeld een uit weg. "Mijn neus dichtknijpende en mijn ogen afwendende van alles waarvan ik het gezicht niet verdra gen kon, heb ik bijna al die straten doorlopen, en toen ik eindelijk uit kwam bij een brede gracht op een ruime en reine plek, was het mij of ik in een aards paradijs kwam en snoof ik met wellust de teerlucht op, die mij hier verkwikte". Leiden Over Leiden kan geen enkel misver stand bestaan. Smeltende violen, schetterend koper, dreunende pau ken. Wat een stad, dit "Athene van het noorden", dit "Saragossa van de Nederlanden", deze "oudste en roemrijkste dochter van Neder land" waar "men aanstonds stil wordt'", maar - we mogen de waar heid tenslotte geen geweld aandoen - "waaraan ik later toch niet kon te rugdenken zonder een zekere droef geestigheid". Want Leiden lieve le zers, hoe mooi ook. slaapt, en is "een dode stad" geworden. Er groeit, snikt Edmondo, de tranen uit z'n ogen boenend, gras in de eerst zo drukbevolkte straten. Daarom geeft hij Leiden zijn "eer biedige groet" en reist hij in een "reeds luchtigere stemming" naar Haarlem, de stad van de landschap schilders en bloemen. Nou, dat blijkt inderdaad "op-en-top Holland". Wat niet mag worden verward met het syno niem mooi. Aangekomen in de stad, heeft hij nauwelijks enige honder den passen gedaan of een groot ge voel van welbehagen doorstroomt zijn lichaam. Jawel, hij ontwaart een prachtig marktplein met een kerk dat een dak heeft "zo steil, dat het is alsof het de hemel als een bijl moet kloven", maar daar tegenover prijkt een "zonderling gebouw dat voor openbare verkopingen dient". De Amicis noemt het "een monu ment van fantastische bouworde" dat het voorkomen heeft van een "Indiase pagode" en dat met een "bastaard-Spaanse smaak" door een "bouwnjeester die opgewonden was van de jenever" Is veranderd in een Hollands huis. Maar het vreemdst op deze markt vindt hij toch een "lelijk bronzen standbeeld dat zich op het midden er van verheft" en dat Laurens Jans- zoon Coster voorstelt, volgens het latijnse opschrift "de uitvinder van cis in opperste verwarring: "Hoe nu'? Wat is dat voor nieuwigheid? Is Gutenberg de uitvinder niet van de boekdrukkunst? Wat wil deze man dan? Wie is die Coster?" Edmondo, voor geen kleintje vervaard, gaat op onderzoek uit en stuit al vlug op het boek "De Legende van Coster". Een titel die bewijst dat de Nederlan ders zelf ook nauwelijks in de spits vondigheid van Haarlems Grote Zoon geloven. De Amicis meedo genloos: "Bijgevolg zou het stand beeld van de arme Coster wel omge smolten kunnen worden in een mooi kanon, om de zeerovers van Sumatra de les te lezen." Reizen door het Nederland van de negentiende eeuw. Je gelooft bij tijd en wijle je eigen ogen niet. Nederland en zijn bewoners. Edmondo de Amicis. Uitg. Veen. ƒ14,90. De waterscheiding met 'de verschrikkingen van het noorden' ligt ter hoogte van de Alpen en die steekt hij alleen nog over wanneer hij voor zijn werk of familiaire omstandigheden in Nederfand moet zijn. Deze keer is het niet anders. Zijn uitgever heeft hem weten te strikken voor een reeks van interviews en signeer- en fotosessies ter promotie van zijn nieuwe boek Altijd de vrouw, de roman die met Veranderlijk en wisselvallig een zogenaamde 'tweedekker' vormt. Copyright 1991. Geerten Meijsing. Een schrijver in ballingschap over zijn 'Italië-gevoel'. In 1978 noteert Meijsing in zijn dag boek: "Voor het eerst ben ik alleen in het land van mijn keuze, waar door ik in aanmerkelijk nauwer contact met de gebruiken van het volk en dat volk zelve kom. Mijn verblijf heeft nog immer een feeste lijk karakter, een opschorting van het werkelijke leven Een jaar later: "Eindelijk verhuis ik defini tief naar Italië - als ik mij daar zo prettig voel, meer passend in mijn eigen huid, waarom zou ik er dan niet blijven? Wat heb ik nog in Ne derland te zoeken?" Tegelijkertijd wordt Meijsing ge confronteerd met de schaduwkan ten. Italië blijkt geen 'feest' meer. Hij krijgt er te maken met het ver politiekte leven van alledag: "Ik be gin het overheidsapparaat als vijan dig te zien, iets om te bestrijden of op zijn minst te omlopen of te om zeilen. Het is bijna een dagtaak een Italiaans ingezetene te zijn, door het vergaren van documenten en attes ten, stempels en zegels, nummer-, platen en persoonsbewijzen". Van die niet aflatende gang naar het verbureaucratiseerde over heidsapparaat zal Meijsing bij mon de van zijn hoofdpersoon tien jaar later uitvoeriger verslag doen in Veranderlijk en wisselvallig. Met het boek sleept hij tot zijn eigen ver bazing de AKO-literatuurprijs in de wacht. De 50.000 gulden die hij ermee verdient, stellen hem in staat om verder te schrijven in zijn zelf gekozen ballingsoord in de Tos- caanse heuvels nabij het stadje Luc ca. Meijsing bewoont er een oud en vervallen huis met een lek dak en een kapotte kachel. The fool on the hill' in een schijnbaar bucolische landstreek. Op zijn Amsterdamse etage die nog steeds zijn pied-a-terre in Ne derland is, spreekt hij over zijn haat- -liefde- verhouding met het land beneden de 'waterscheiding'. In zijn werkkamer talloze verwij zingen naar het niettemin geliefde 'tweede vaderland. Meysmg: "In Italië ben ik een niemand. Ik ben er klasseloos. Door mijn schrijver schap heb ik mij buiten welke klas se dan ook gesteld en dat heeft daar beduidende consequenties. De mensen begrijpen niet wat voor ie mand je bent. Ze kunnen je niet plaatsen. En als je niet bulkt van het geld, als je armoedig bent en toch ergens mee bezig bent, begrijpen ze d'r helemaal niks van. Dat ik een va der met een dochter ben, zonder vrouw, maakt het nog ingewikkel der. Als de mensen hier horen datje schrijver bent, dan kennen ze je nog wel een plaats in de samenleving toe. Je hebt een bepaald respect, wat je in Lucca niet hebt, want dat respect moet je door familie, door afkomst, succes of door geld afge dwongen hebben. Ze zien mijn soci ale en familiaire status niet en ze zien mijn succes niet voor zover ik succes heb natuurlijk omdat ik in Nederland publiceer. En dus ben ik in letterlijke zin echt volkomen klasseloos. Ik onderga dat vaak als vernederend, als pijnlijk en ik troost me met twee niet-vrolijke voorbeelden: mijn lievelingsschrij vers Frederik Rolfe en George Gis sing, over wie V.S Pritchet gezegd heeft, dat het allebei 'slachtoffers van een klassesysteem' zijn". geen heimwee, eerder het gevoel van ballingschap, hetgeen zijn ont heemding alleen maar versterkt. Hij voelt zich nergens meer thuis, noch in Nederland, noch in Italië en die onthechting is hij geleidelijk aan gaan beschouwen als een condition d' écrivain. Als schrijver zet hij zich ook 'noodgedwongen' af tegen de modieuze Italienische Welle, met haar design, keuken, computers, schoenen en kleding en "die meest insipide van alle literaturen, de mo derne Italiaanse". Maar toch, net als de 'kunststu denten' in het verleden heeft Meijsing zijn artistieke educatie op gedaan op menige tour door het 'kloteland' dat Italië heet en hoewel hij zijn liefde voor het land liever voor zich zelf houdt, kan hij er niet omheen: "Ik voel me er thuis omdat daar de Tiber stroomt, de Vigilius zich er afspeelt en er nog inspireren de landschappen en steden te zien zijn. Zo'n klein stadje als Lucca bij voorbeeld heeft dat organische ge heel wat zo'n rol heeft gespeeld bij de schrijvers, schilders, beeldhou wers en musici die ik vroeger be wonderde. Het is vergelijkbaar met wat Stendhal schreef toen hij voor het eerst over de Mont-Cenis Italië binnentrok. Zoiets van: 'Ha daar ligt het. Daar is het land van geluk zaligheid, van aantrekkingskracht, van elegantie en van weelde'". "Ik kan zeggen dat het land mij heeft veranderd, 't Heeft mijn per soonlijkheid goed gedaan. Ik moest daar mijn leven gestalte geven zon der kennissen, zonder hulp van bui tenaf, zonder een netwerk van vrienden en familie, waardoor je meer op de proef wordt gesteld. En ja, door de schoonheid en de cul tuur van het land krijg je een soort levenskunst. Dat klinkt een beetje tuttig maar het is een soort 'welle- vingskunst', waarbij elegantie en humor een grote rol spelen. In het begin was het allemaal heel ernstig maar langzamerhand wordt je leven op een hoger plan getild". Schrijver Geerten Meijsing: "Ik ben in letterlijke zin echt volkomen klasseloos". 'Jk 2if vooraan bij de chauf feur, dal is mijn lievelings plaats. c)e hebI erallijd warme voelen, hel ruikI er20 heerlijk naar bemine en natuur. Levenskunst Meijsing is misschien geen 'slachtoffer van een klassesysteem', maar door de sociale positie die hij als schrijver inneemt in Lucca en Toscane is hij zeer klassebewust ge raakt. "Het komt door die stad waar ik woon. Lucca is altijd een hele rij ke stadsstaat, een onafhankelijke republiek geweest met heel veel adellijke mensen. Ik woon op een landgoed naast een villa en dus heb ik aan de ene kant met arbeiders en boeren te maken en aan de andere kant met mensen die bulken van het geld. Vroeger dacht ik nog dat je, als je geleerd had, met andere mensen die ook geleerd hadden een soort klasse ging vormen, waarbij er van geld en afkomst geen sprake meer was. In Italië bestaat zo'n klas se van intellectuelen en weten schappers niet. Geld en afkomst zijn daar de dingen waar het om gaat". Hij houdt bewust afstand en heeft SCHRIJVERS SIGNEREN IN DE BOEKENWEEK Donderdag 14 maart: van 19.00 tot 21.00 uur signeert CHARLES PALLISER 'De QUINCUNX' en 'De SENSATIONIST Vrijdag 15 maart: van 16.30 tot 18.00 uur signeert CEES NOOTEBOOM het boekenweekgeschenk 'HET VOLGENDE VERHAAL' Boekhandel Kooyker bv. KOOYKER Breestraat 93. 2311 CK Leiden sinds 1863 Telefoon 071 - 160500

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 24