OEKEN Luther als een aap met ezelsoren Vleselijke onlusten De mening als tiran - en waartoe dat leiden kan 'Dodelijke lading' en de 'G van genadeloos' GERRY YANDER LINDEN (1952) Charles Waterton (1782-1865), een knotsgekke natuurbeschermer Edwin Oostmeijer. Debuutroman Edwin Oostmeijer j DINSDAG 26 FEBRUARI 1991 zus Soms denk ik het kruitvat van ontwapening ben jij in al die ijzeren ijver tot volharden. Een hoge narcis die uitkijkt op het IJ. een onuitgeslapen kaktustrompct met lawaai aan haar handen en grote dromen tussen ontgoochelde werken. Elkaar opgeraapt en~rechtge- zet, een onuitroeibaar verbond van liefde die je hebt. Bovenstaand gedicht komt uit de bundel 'Val op de rand', Ger ry van der Lindens debuut I (Uitg. Prometheus), dat - geheel I onterecht - nog maar weinig aandacht heeft gekregen in de j pers. 'Zus' schetst de liefde die le den van een gezin voor elkaar I dienen te hebben, ook al hebben I ze qua karakter niets met elkaar gemeen. Deze zus is kennelijk een vredesactiviste geweest. I Mooi is het beeld van de 'kaktus- trompet met lawaai/aan haar I handen'. Daarin zien wij de de- I monstrante terug die fanatieke j leuzen roept die - net als kiniit- sporen na het afvuren van een j schot - aan haar handen zijn j blijven 'kleven'. De laatste regel heeft iets bitters en tegelijk iets troostrijks. Hans Magnus Enzensberger is een Duitse dichter, romancier en es sayist die al sinds lange tijd de soci ale en culturele ontwikkelingen in de westerse wereld kritisch gade slaat. Hij schrijft de laatste jaren bij voorkeur essays, omdat in dit genre niet de waarheid vooropstaat (En- zensberger beweert niet dat hij die kent), maar de waarachtigheid. Het gaat hierbij om meer dan op rechtheid alleen. De auteur is er in nerlijk van overtuigd dat hij de waarheid spreekt, al weet hij dat hij die niet kan bewijzen. Maar waar- 1 achtigheid alleen is niet genoeg voor een goed essay. De auteur moet ook kritisch zijn, inzicht heb: ben in de onderwerpen die hij wil bespreken en hij moet goed kunnen i observeren. En natuurlijk moet hij helder kunnen schrijven. Enzensberger heeft al die eigen- schappen in ruime mate en dat maakt hem tot een uitstekend es- j sayist. Het is daarom verheugend dat de Bezige Bij veertien essays, die hij in de jaren '80 heeft geschre- j ven, nu heeft gebundeld onder de tiJ tel 'Lof van de inconsequentie'. In een nawoord schetst de samenstel- r Ier van de bundel, Cyrille Offer- I mans, een biografie van Enzensber ger. Hij legt daarin uit welke invloe den Enzensberger heeft ondergaan en hoe zijn standpunten zich heb ben ontwikkeld. Recensent In 'Lof van de inconsequentie' geeft Enzensberger onder meer zijn me ning over de literaire recensie. Dat dit voor een recensent bittere lec tuur is, blijkt al uit de titel: 'De te loorgang van de recensent'. Hierin toont Enzensberger aan, dat deze een zielepoot is en niet de Machtige Criticus, voor wiens haviksoog alle auteurs beven. Volgens Enzensberger bestond die Machtige Recensent vooral in een tijd dat lezen een standsver plichting was. Wie in de achttiende of negentiende eeuw deel uitmaak te van de hogere burgerij of de adel, hoorde te lezen. Volgens de heer Verdwijnende vogel- en plantensoorten, bomen die ontijdig hun bladeren verlie zen en afsterven door lucht verontreiniging. Vogels die voor de sport worden neer geschoten of omdat ze scha delijk zouden zijn. Het lijken plagen van onze eeuw, voor al van de laatste decennia. Dat is een misvatting. Wie het leven van Charles Water ton (1782-1865) volgt, komt er achter dat het ook in de eerste helft van de vorige eeuw al volkomen mis was. Julia Blackburn schreef over deze Britse natuurbe schermer een boeiend boek. Charles Waterton is de geschiedenis ingegaan als een van de grote Engel se excentriekelingen. Hij krijgt niet voor niets een plaats in Edith Sit- wells 'English excentrics' en het is ook niet toevallig dat hij door de we tenschap nimmer serieus genomen is. Hij was dermate buitenissig dat hij stapelgek moet zijn geweest, zelfs als ook maar de helft van de over hem vertelde anecdotes of door hemzelf opgediste verhalen op waarheid berust. De heldendaad waardoor hij het bekendst geworden is en waarover hij in zijn eens veelgelezen 'Wande rings in South America' verhaalt, namelijk dat hij op de rug van een gevangen alligator in het oerwoud gezeten zou hebben terwijl India nen het spartelende dier naar de ri vieroever trokken, is onnozel. Zo iets intrigeert nu niet meer. Veel idioter, kwalijker ook. zijn deze twee handelingen voor huidi ge lezers: Waterton was fervent ka tholiek en zou in 1817 in audiëntie bij paus Pius VII ontvangen wor den om over de religieuze gewoon ten der Zuid-Amerikaanse India nen te spreken. Waterton reist naar Rome, en als we zijn Autobiography mogen geloven ontmoette hij daar direct een oude vriend met wie hij toen het topje van de St. Pieter be klom tot op het kruis "en toen nog dertien voet hoger tot aan de blik semafleider, waarop wij onze hand schoenen achterlieten. Hierna be zochten wij het kasteel St. Angelo waar het ons lukte op het hoofd van de beschermengel te klimmen waarop we op één been hebben ge staan". Misschien is het relaas wat over dreven, een fabel hoeft het niet te zijn. Wie de Piranesi-etsen in Boy mans gaat bekijken (Vedute di Ro ma) zal op de toppen van de gebou wen inderdaad hier en daar waag halzen ontwaren. Hoe dan ook: Pius VII 'was not amused'. De hand schoenen moesten weg (doordat niemand ze eraf durfde te halen moesten de heren het zelf doen) en de paus liet het gesprek over de In dianen met iemand die zich zo on waardig gedroeg schieten. Aap De tweede grap is veel kwalijker. sende opinie werd iemand die las, verstandig en wijs en dus een ver antwoordelijk burger. In iets dat moet heeft niemand zin, dus wie daadwerkelijk een boek opensloeg werd zeer bewonderd: lezende meisjes waren nette meisjes, dat vond iedereen. Het spreekt vanzelf dat als lezen zo belangrijk en nuttig was, de keuze van het boek niet aan de lezer zelf mocht worden overge laten. Hij mocht eens een sentimen tele, opruiende of pornografische roman onder ogen krijgen! De keu ze we.d gemaakt door recensenten, kritische, onafhankelijke mannen van onbesproken levenswandel. Zij vertelden de lezers wat goede boe ken waren, waakten tegen zedelijk Gorilla's waren destijds in Europa vrijwel nooit vertoond, en een aap die als wat afwijkende chimpansee in Engeland vertoond werd, en Jen ny werd genoemd, is hoogst waar schijnlijk een gorilla geweest. Wa terton kreeg het dier te zien en hij heeft roerend over haar erbarmelij ke toestand geschreven (het dier was ziek, droeg meisjeskleren, klom in hem omhoog en klemde zich aan hem vast). Toen Jenny in 1856 stierf, kreeg hij, zoals hem be loofd was, het kadaver toegezonden om het te prepareren. En wat doet hij er dan mee? Hij zet de aap welis waar op, maar voorziet haar van de oren van een ezel en vertoont haar in zijn rariteitenkabinet als een ver schijning van Maarten Luther, naast een aap met horens die ook reeds als 'Maarten Luther na zijn val' aangeduid was. Iemand die zo omgaat met zeld zaam materiaal kan door de weten schap moeilijk ernstig worden ge nomen. En Waterton heeft zijn le ven lang allerlei streken uitgehaald, bij voorbeeld de 'Nondescript' gefa briceerd, een aapmens die hij be weerde te hebben geschoten, maar die hij in werkelijkheid in elkaar knutselde, uitgaand van het achter ste van een brulaap. Charles Waterton was een welge stelde (hoewel niet echt schatrijke) Engelse landjonker die van zijn va der een groot landgoed met daarop Ealton Hall in de buurt van Wake field, Yorkshire, geërfd had. Hij heeft zijn leven lang niet hoeven werken, altijd zijn behoefte aan rei zen, observeren en experimenteren kunnen bevredigen. Als jongeman bereisde hij een paar maal Zuid- Amerika waar hij - als Alexander von Humboldt (1769-1859) en Ai- mëe Bonpland (1773-1858) vóór hem - onverschrokken de oerwou den introk, veel beleefde, veel ver zamelde, opschreef. Maar hij bleef een dilettant en met de waarheid verval en voedden de lezers op tot nette burgers. De gedachte dat lezen essentieel is voor het behoud van onze maat schappij bestaat niet meer. Daaren tegen vinden wij dat zelfs iemand die nooit een boek inkijkt een ver antwoordelijk burger kan zijn en misschien zelfs wijs en verstandig. Wie nu nog leest, doqt dat voor zijn plezier en niet uit plichtsbesef. Of u de Privé leest, Enzensbergers 'Lof van de inconsequentie', of mis schien wel niets, het is vanuit maat schappelijk oogpunt onbelangrijk. Tegenwoordig is een recensent volgens Enzensberger een circula tieagent (volgens de vertaler; ik zou zeggen: colporteur) of een peda nam hij het beslist niet nauw. Niet voor niets was Cervantes zijn lieve lingsauteur. Zijn zwerftochten door Zuid- Amerika werden een succes, hij pu bliceerde nog vele andere artikelen en boeken. Waterton was een groot natuurliefhebber en hij had er blijk baar slag van met allerlei soorten dieren, vooral vogels, maar ook slangen, om te gaan. Vrees kende hij niet. hij was ongeveer twee me ter lang. broodmager, een onver moeibaar loper en klimmer. Reservaat Zijn nieuwsgierigheid was onbe grensd. Hij stapte op alles af wat bi zar was, ook op dwergen, reuzen, een albinistische neger, en stelde vragen. Hij ontving geestelijk ge stoorden en liet ze door zijn verre kijkers en apparaten kijken. Hij klom in hoge bomen om vogels op hun nesten te bestuderen, likte aan dit, proefde van dat, was een van de eersten die het geheimzinnige In- dianengif curare bestudeerde. Hij verzon nieuwe manieren om dieren op te zetten. Charles Waterton. goog. De één is de slechtst betaalde medewerker v^n het uitgevershuis, de ander houdt zich om onbekende redenen (maar meestal aan de uni versiteit) bezig met interpretatie. De colporteur moet ervoor zorgen dat zijn recensie in de krant niet ten onder gaat te midden van de nieuw ste trends in autodesign, drankge bruik. gynaecologie en folkloristi sche mode; de pedagoog moet een dode of levende schrijver te pakken krijgen vóór een ander hem al heeft geïnterpreteerd. In het eerste artikel van de bun del, 'Het einde van de consequen tie', vraagt Enzensberger zich af, waarom veel mensen het er zo moei lijk mee hebben als iemand een eer Hij maakte met ongeveer ieder een ruzie en werd steeds pedanter. Nadat hij Walton Hall had geerfd liet hij een hoge stenen muur van ki lometers lengte om het park heen metselen om het af te sluiten voor de oprukkende industrieën, voor ja gers en stropers. Hij won zelfs een slepend proces tegen zo'n alles ver giftigende zeepfabriek. Hij noteer de de laatste raaf, de laatste wouw die afgeschoten werd, mét de schul dige erbij. Hij maakte van zijn land goed wat je het eerste natuurreser vaat zou kunnen noemen, liet zieke en dode bomen staan, bouwde spreeuwentorens, lokte uilen, rei gers en oeverzwaluwen aan, betaal de voor elke egel die levend binnen zijn muren afgeleverd werd en liet bezoekers gul genieten van al het moois, zijn paradijs, waarin hij ook tropische vogels losliet. Hij moet nu eens een uiterst aima bel, dan weer een onuitstaanbaar man zijn geweest. Toen hij half in de veertig was trouwde hij met een ze ventienjarig meisje, de moeder had wat exotisch bloed. Zijn vrouw stierf bij de geboorte van de zoon, Edmund. Waterton nam toen twee ongehuwde zusters van zijn vrouw in huis die voor de opvoeding van het kind gezorgd hebben en die al tijd bij hem zijn blijven wonen. Rehabilitatie Met zijn zoon bleek hij later niet te kunnen opschieten. De verstand houding is steeds meer verslech terd en uiteindelijk heeft Edmund de hele nalatenschap van zijn vader zo goed hij maar kon verstrooid en vernietigd, zodat er weinig rest. Het is misschien begrijpelijk, maar ook erg jammer, want Charles Waterton is, hoe dan ook. een letterlijk fantas tisch man geweest. Geen weten schapper. maar een in alle opzich ten fascinerend mens met bewon derenswaardige eigenschappen en gaven en even griezelige beperkin gen. Zelf schreef hij in een van zijn Es says: "Om de waarheid te zeggen, de wetenschap zit niet echt in mij. Ik kijk naar kunst en naar de natuur in het voorbijgaan; en ik pen neer waar ik het meeste plezier aan be leef'. Dat klinkt sympathiek, maar aan de andere kant moet zelfs Julia Blackburn erkennen dat Waterton onverdraaglijk pedant was: "Aan gezien hij er nog nooit getuige van was geweest hoe een koekoek een ander jong vogeltje uit het nest werkte, had zoiets ook nooit plaats gehad en zou het ook nooit plaats vinden". Niettemin: een aardig boek over een boeiend mens. Alleen: wie En gels leest neme de Engelse editie, zinnen als 'Maar de kwestie was nu: waar vond men de muis die de kat het spek zou opbinden?' (233) doen het ergste vrezen. HANS WARREtf Julia Blackburn: Charles Waterton 1782-1865. De eerste natuurbescher mer. Vertaling Ria Leigh-Loohuizen. Geïllustreerd. Uitg. Van Oorschot, Amsterdam, 49,-. der ingenomen standpunt herroept. Consequent gedrag wordt over het algemeen bewonderd, want wie consequent is heeft principes, is moedig, vastberaden en heroïsch. Bij nader inzien blijkt echter, dat deze edele principes meestal niet voortkomen uit persoonlijke over tuiging. Zij zijn het gevolg van orga nisatie in school, groep, kerk, kazer ne of partij. Daar wordt consequent gedrag gevormd, daar wordt recht lijnigheid geeïst totdat men menin gen verkondigt of daden uitvoert, die niet meer overeenkomen met de stem van het eigen geweten. Bovendien leidt het vasthouden aan eens ingenomen standpunten vaak tot groot ongeluk: consequen te strijd met alle middelen leidt tot terrorisme (evenals consequente verdediging van de birtnenlandse veiligheid), consequente bescher ming van het milieu leidt tot 'plag- genhuttendom' en consequente uit voering van het communisme... wel, iedereen weet waartoe dat heeft geleid. Enzensberger pleit daarom voor eigenzinnigheid. Georg Eiser, de man die op 8 november 1939 een aanslag op Hitier pleegde, was een eenvoudige man die geen kranten las, geen uitgesproken politieke overtuiging had en die van politiek niet veel moest hebben. Zijn daad was moedig en heroïsch (al zag Ei ser het zelf misschien niet zo) en kwam voort uit zgn persoonlijke overtuiging dat het nationaal-socia- lisme moest worden bestreden. De aanslag was niet het gevolg van een samenzwering of van een politieke ideologie, waarvan hg de conse quenties tot het bittere einde aan vaardde. Eiser was eigenzinnig en volgens Enzensberger een stuk moediger dan zg, die zonder na te denken vasthouden aan een stand punt dat op den duur leidt tot ver raad aan zichzelf en tot het goedpra ten van rampen die men niet heeft gewild. WILFRED SIMONS Hans Magnus Enzensberger. Lof van de inconsequentie. Essays. Voorzien \an een nawoord door Cyrille Offcrmans. tits. De Besife Bij. 1980. 34.50. Smetvrees hebben en in een slagerij moeten werken, dat lijkt me zeer kwellend. Ook al loopt mijn hart over van deernis met iemand met anorexia achter de toonbank van een banketbakkerij en voor gene- versdrinkers die niet méér mogen doen dan de lucht ervan opsnuiven. Een vegetariër die ambtshalve slachthuizen moet bezoeken, daar kan ik m'n ogen nauwelijks bij droog houden. En een homofiel wiens geaardheid door zijn wettige echtgenote verketterd wordt, die kan bij mij op alle begrip rekenen. Over die dingen worden wel eens boeken geschreven, ook romans. Tot voor kort echter las ik nooit een roman waarin een man optreedt die homoseksueel is, vegetaner. ge trouwd én ambtenaar bij de Keu ringsdienst van Waren. Dat zou pas een weinig te benijden type zijn! Zo'n roman is er nu en ik heb hem gelezen. Helemaal. Zonder er een traan bij te laten. Te lachen viel er trouwens evenmin wat - die homo seksuele vegetarier heeft ook nog een elfjarig zoontje dat het dodelijk ongeval van zijn vriendje niet ver werken kan. of dat ongeval op zijn eigen manier probeert te verwer ken, wat hier op hetzelfde neer komt. De vrouw is natuurlijk ook niet gelukkig met de situatie. Zij mist de arm om haar schouder en tijdens haar praatprogramma op de teevee moet ze dan ook nog eens. geheel te gen haar gevoel in, de herenliefde verdedigen, louter en alleen om haar Amerikaanse gast onderuit te halen (zoiets zou een aardig thema zijn voor een teeveeserie: iemand die, door kijkcijfers gedwongen, verplicht is iets te verdedigen waar hij of zij gruwelijk het land aan heeft). Zij komt, aan het eind van het boek, nog in een kettingbotsing terecht. Dat lees je vaker en 't is heel triest Het is mg een raadsel waarom het vijf jaar heeft moeten duren voor de Nederlandse vertaling van Clive Cusslers 'Cyclops' in de boekwin kels verscheen. Met heel wat min der kwaliteit wordt heel wat meer haast gemaakt. Want de avontuur lijk aangelegde Amerikaanse au teur is een uiterst begaafde vertel ler. Wat hij vertelt gaat vaak de gren zen van het geloofwaardige te bui ten. maar de wijze waarop hij dat al les vertelt maakt dat de lezertes) zich desondanks laat meeslepen. Volgens de uitgever lijkt het le ven van Clive Cussler sterk op dat van zijn held Dirk Pitt. Ook Cussler is een avonturier m hart en nieren. Een begaafd diepzeeduiker. Een ontdekker van goudmijnen. En de vinder van meer dan vgflig vergane schepen. Maar hoe onwezenlgk. hoe onzin nig. hoe onmogelijk Pitts dolle avonturen ook zijn, ik heb me er geen ogenblik bij verveeld. Integendeel zelfs, ik vond het op recht jammer dat ik na dik driehon- maar 't kan nog triester: waar laat de schrijver van deze vleselijke roman haar tegenop botsen? Tegen een wagen vol ontsnappende slacht- huisvarkens. Varkensvlees dat haar homoseksuele vegetarische echtge noot Vincent zou moeten keuren. Wellicht In slachthuizen waar dik ke mannen met lederen schorten el kaar bespringende stieren vaneen jagen want "seks moeten we vermij den hier. Dat is slecht voor het vlees. Daar wordt het alleen maar zuur en flets van". De schrijver zal hier een wrang contrast voor ogen hebben gehad Mildred immers, de heteroseksuele carnivoor, zij wordt zuur en flets van gemeden seks. Dat praatpro gramma van haar heet 'De Vrijge zellenmachine'. Als de begintune klinkt wordt er een fiets zichtbaar waarop een zadel met een soort van vibrator. Verband met de aangesne den onderwerpen is er niet. "Waar om stond die fiets er eigenlijk? Mildred ging. voordat het publiek de studio binnenkwam, met een been op de trapper staan en streelde wat uit het zadel naar boven kwam. Wie het niet snapt, dacht ze, die snapt het maar niet". Wat valt er te snappen? Dat zij verlangt naar intimiteit maar niet weet hoe die te bereiken, evenals Vincent en hun zoonfje Dimme? En dat zij zich daarom terugtrekken in zichzelf, net als Dimmes schildpad je? Edwin Oostmeijer, de schrijver van deze roman, is scheutig genoeg met aanwijzingen in die richting. Hij doet het vaardig, vlot. maar weet niet te bewerkstelligen dat je je echt begaan voelt met die vleselijke on lusten van deze menagerie. Geen lach, geen traan. Vlees noch vis. PEER VAN T ZELFDE Edwin Oostmeijer, Dc VrijRcielIrn- marhinc. Uitg. De Harmonie, Amster dam derd pagina's aan het einde van Pitts belevenissen was gekomen. Helaas had ik dat moment geen tweede boek van Clive Cussler bij de hand. Anders was ik er beslist meteen aan begonnen. Grafton Sue Grafton is vaste gast in de boe kenserie BZZTóH-Cnme, die onder redactie staat van Joost de Wit n Phil Muysson. De AbmUhBO •chrtt&tar doet dMfin haar best het alfabet vol te maken. Zg begon met A van alibi' Vervolgens kwamen 'B van bedrog' en 'C van crimineel' en zo verder. Ze is nu aan 'G van ge nadeloos' en werkt nog aan 'H van hartstocht en haat'. En ze lgkt fanta sie genoeg in huis te hebben om het alfabet inderdaad te kunnen volma ken. KOOS POST Clive Cut«ler. 'Dodelijke lading'. Uitg. \S llr.m.» d <«m f 32.50. Sar Grafton. 'G \an genadeloos'. I Hg ill/Toll ƒ:9.50 Hans Magnus Enzensberger met 'Lof van de inconsequentie' Kaalgeschoren 'moffenhoer', temidden van haar juichende rechters, '...het vasthouden aan eens ingenomen standpunten leidt vaak tot groot ongeluk'. (foto archirn Boeiende thrillers Daarnaast 'n hartstochtelijk ver zamelaar van antieke auto's. Maar voor ons toch vooral een man die zijn bijna onstuitbare fanta sie in vloeiend proza op papier kan krggen. Ga maar na: in 'Dodelijke lading' zoals 'Cyclops' hier wordt genoemd - is die door hem bedachte Dirk Pitt actief op diverse fronten. Hij maakt voor zichzelf jacht op een geheim zinnige gezonken schat. Daarnaast moet hg voor de regering een groep je Russen stoppen dat via de vernie tiging van Castro's Cuba de Ver enigde Staten wil treffen. En daar tussendoor speelt hij nog een hoofdrol bij het verijdelen van een Russische aanval op een Ameri kaanse maannederzetting. waarvan zelfs het Witte Huis het bestaan niet kent Dirk Pitt heeft dus heel wat te doen in dit boek waarin de koude oorlog nog in alle hevigheid woedt Een bar koude oorlog zelfs. Nog geen schim van verzoening. Dat al les tot grotere eer en glorie van onze held die maar weinig steun van an deren nodig heeft om het onmoge lijke mogelijk te maken. In al haar verhalen tot nu toe speelt de blonde Kinsey Milhone (33) de hoofdrol 'Pnve-detective' staat er op haar kaartje. Wel een pittige en doortastende tante, maar geen bikkelharde Ken au. Integendeel. en V rouw die ei genlek te gevoelig is om zich zo con sequent van haar bizarre taken te kunnen kwgten. In 'Genadeloos' wordt zij op de dag dat zg wordt ingehuurd om ie mands moeder op te sporen, door een zware crimineel op zgn doden Igstje geplaatst. Hij neemt daarvoor een huurmoordenaar in dc arm Dus terwijl de sympathieke Kinsey op zoek is naar die oudere vrouw kan achter elke boom of om elke hoek de kogel wachten. Ze neemt daarop een lgfwacht in dienst, met wie zg het na enige tgd meer dan goed kan vinden. Verder zal ik er maar niets over loslaten De afloop laat zich toch al gemakkelijk raden Sue Grafton schrijft intelligent en vlot Bijster diep graaft ze niet maar haar verha len laten zich wel gemakkelijk le zen. Leuke ontspanningslectuur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 17