Taak verste ruimteschepen nog niet volbracht Waarom heeft elementair deeltje massa? Al brandt het hele Midden-Oosten de aarde wordt niet koud Onderzoekers stuiten op raadselachtige kristallen Eerste reuzenspiege! met succes gegoten ZATERDAG 23 FEBRUARI 1991 Van onze correspondent Ben Apeldoorn Zelfs als de Iraakse president Saddam Hussein zijn dreige ment waar zou maken en alle oliebronnen en -opslagplaatsen in het Midden-Oosten in brand schieten, dan nog zou dat. "waarschijnlijk geen gevolgen hebben voor het klimaat op we reldschaal". Zo luidt, samengevat, de con clusie van een Brits onder zoeksteam van het British Me teorological Office (BMO) in sa menwerking met meteorologen van het Lawrence Livcrmorc National Laboratory (LLNL). Op 17 januari maakten zij we reldkundig dat we niet bang hoeven zijn voor zo iets als een 'nucleaire winter* als gevolg van de enorme hoeveelheden roet en as die bij de branden in de at mosfeer terecht zouden komen. De term 'nucleaire winter' dook in het begin van de jaren tachtig op in een lijvig rapport waarin een aantal scenario's werden belicht van een nucleair treffen tussen de Sovjetunie en de Verenigde Staten, en tussen landen van het Warschaupact en van het Noordatlantisehe Ver bond NAVO. Dat rapport, opgesteld door de Amerikaanse wetenschap pers Turco, Toon. Ackerman, Pollack en Sagan (kortweg TTAPS-rapport genoemd). Iaat aan de hand van een groot aan tal computervoorspellingen zien dat er bij de talrijke gigan tische branden (steden, wouden en industriecentra) zó veel roet, as en gassen in de atmosfeer te rechtkomen dat het zonlicht er maandenlang sterk door wordt getemperd met als gevolg dat de temperatuur in grote delen op aarde ingrijpend zou dalen. Klimaatmodellen De oorlog in de Golf bracht Ri chard Turco en Brian Toon, res pectievelijk verbonden aan de universiteit van Californië en aan NASA's Ames Research Center, ertoe hun rapport weer eens te voorschijn te halen. Beide onderzoekers, gespe cialiseerd in atmosferische en klimaatmodellen, stelden on langs de klimaatcomputers de vraag: 'Reken eens uit wat er gebeurt met zowel het lokale als het wereldwijde klimaat als al le olievoorraden en -bronnen in het Midden-Oosten in rook op zouden gaan'. Daar hadden de computers niet zo erg lang voor nodig. De resultaten lieten zien dat er 'vrijwel zeker' boven het Mid den-Oosten, een (lokale) afkoe ling op zal treden en dat dit tot ver in Zuidoostelijke richting merkbaar zal zijn. Mogelijk zal zelfs de regelmaat zomermoessons in Zuidoost- Azië optreden ernstig worden verstoord. Minder duidelijk lieten de computers zich uit over de we reldwijde gevolgen van maan denlang brandende oliebronnen in het Midden-Oosten: er be staat een kans- Onduidelijk of niet. kennelijk waren deze uitspraken voor de Engelse klimaatdeskundigen voldoende voor een weerwoord, dat echter evenmin duidelijk heid verschaft. Wél bevestigen hun berekeningen de door Tur co en Toon voorspelde mogelij ke klimatologische gevolgen voor het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië. Tien dagen Michael MacCrackpn en zijn collega's van het LLNL komen zelfs tot het 'optimistische' beeld dat, zelfs wanneer alle olie in de Golfstaten vlam zou vatten, "dan nóg de luchtkwali teit boven de Golfstaten niet slechter zou zijn dan die tijdens de ergste smogdagen in. bij voorbeeld. Los Angeles". MacCracken gaat daarbij uit van 'het ergste geval': het ver branden van drie miljoen vaten olie per dag. Dat is precies de dagproduktie van Kuwayt voor dat Irak het land bezette, ofte wel ruim 30 procent van de tota le olieproductiecapaciteit van alle Golfstaten. De LLNL-onderzoekers na men twee dingen aan: de rook komt niet hoger in de atmosfeer dan twee kilometer en. ten tweede, de rook komt niet hoger dan vijf kilometer. Bovendien nam men aan dat de branden niet langer dan een maand zou den woeden. De uitkomsten zijn dat de rook in geen van beide gevallen langer blijft hangen dan tien dagen en dat er dus geen sprake is van ernstige klimatologische gevolgen. Wèl zullen gebieden direct onder de enorme, zwarte rookpluimen te maken krijgen met een totaal verduisterde zon waardoor lokaal kortdurende temperatuurschommelingen kunnen optreden. En in het 'allerergste geval' zullen, zo meent MacCracken, alle landen rond de Perzische Golf gedurende 'enige tijd' ge huld zijn in een mist met een verontreinigingsconcentratie van 25 microgram per kubieke meter. Dat is twee en een half maal erger dan tijdens één van de ergste smogdagen in Los An geles, maar nog altijd viermaal minder smerig dan de lucht die bewoners van de Oosteuropese bruinkoolgebieden in moeten ademen. Het is maar hoe je het bekijkt. Amerikaanse en Engelse schei kundigen zijn, onafhankelijk van elkaar, gestuit op kristal structuren die met de huidige natuurkundige kennis niet kun nen worden verklaard. Bij de ene groep traden onverklaarba re 'verstrooiingen' in de kristal groei op. terwijl het andere on derzoeksteam te maken kreeg met zeer regelmatige, halsket- ting-achtige ketens van een voudige opbouw, bestaande uit aan elkaar gekoppelde metalen. De resultaten zijn opgenomen in het blad New Scientist. De Amerikanen waren bezig met electrolyse: het leiden van stroom door een vloeistof. De electrolyseruimte bestond uit een nauwe ruimte tussen twee plaatjes Perspex (polymethyl- metacrylaat) en die plaatjes waren van elkaar gescheiden door een koperen ring. In de ruimte tussen de plaat jes was een kopersulfaat-oplos- sing gebracht, een verbinding tussen koper en zwavel. De on derzoekers staken een koperen naald door het midden van één der platen tot in de kopcr- sulfaatoplossing. Vervolgens zette men op de ring en de pen een spanning van 20 Volt gelijk stroom. De koper.en ring fun geerde als positieve electrode (de anode) en de pen als nega tieve (kathode). Men zag hoe vanaf de pen straalsgewijs 'ko- perstrengen' groeiden in de richting van de kathode. Binnen enkele minuten zat de hele zaak 'dicht'. Toen men wat beter keek. bleek dat ongeveer halverwege anode en kathode de strengen zich ineens in tallo ze veel kleinere uitlopers vert akten. Andere oplossingen van koper vertoonden ongeveer het zelfde groeigedrag maar de snelheid ervan verschilde naar gelang het soort oplossing. De plotselinge vertakkingen worden, zo neemt men aan, ver oorzaakt doordat vanaf de ano de (de ring) koprrionen (kope ratomen waarvan enkele elek tronen zijn 'losgemaakt', in dit geval door dc stroom) vrijko men en reageren met watermo leculen waarbij dan weer wa terstofionen (H+) gevormd worden. Door dit proces be weegt zich vanaf de anode een zurig 'milieu' in de richting van de pen, de kathode, en dat ont moet, ongeveer halverwege, de zich uitbreidende koperkristal- len. De oorzaak kent men dus, alleen is nog absoluut onduide lijk hoe het mechanisme werkt. Engelsen De Engelsen werkten niet met stroom maar met methylal cohol. Daarin ging ook een mengsel van kleine organische moleculen, een nitraatverbin ding van erbium en een koolwa terstofverbinding van kwik. Er bium is een zacht, zilverachtig metaal dat in bepaalde minera len voorkomt en in 1843 voor het eerst werd gevonden. Het wordt bij kernonderzoek gebruikt. Na goed te hebben geroerd liet men dc glazen petrischaal een nachtje staan en toen men de andere ochtend een kijkje ging nemen bleek de bodem van de schaal overdekt te zijn met oranje kristallen. Toen men de kristalstructuur nader bekeek, sloeg dc verbazing toe. Dat de diverse atomen in de kristalele menten, met elkaar verbonden zouden worden was bekend. Maar dat ondanks het grote aan tal atomen en de willekeurige verbindingen dc groei toch ui terst regelmatig plaats had ge vonden wekte verbazing. De Britten benadrukken dat het er- bium-ion zich bovendien op ve le manieren laat binden en dat maakt die regelmaat in de kris talstructuur cn -opbouw nog extra onverklaarbaar. Of, en zo ja. hoe, deze onver wachte eigenschappen ten voordele van de mens kunnen worden aangewend, is nu nog volstrekt onduidelijk. Eerst willen zowel de Amerikanen als de Engelsen er achter zien te komen wat er in hun fraaie kris tallen nu eigenlijk voor geheim zinnigs zit. Glasspecialisten van de Duitse firma Schott in Mainz zijn er voor het eerst in geslaagd een spiegel te gieten met een middellijn van 8,6 meter. Het gieten van zo n enorme glasplaat, in dit geval met een oppervlak van meer dan 55 vierkante meter, lijkt op het eer ste gezicht niet zo bijzonder, maar is in werkelijkheid een karwei dat met de grootste precisie en voor zichtigheid moet worden uitge voerd. Het grootste probleem is de enorm hoge temperatuur van vloeibaar glas en de zuiverheid daarvan. De minste verontreini ging geeft aanleiding tot breken tijdens het afkoelingsproces. Dat stelt zeer hoge eisen aan het mate riaal van de vorm waarin het vloeibare glas wordt gegoten. Toen aan het eind van de jaren dertig de meer dan vijf meter gro te spiegel voor de Hale-telescoop (Mount Palomar in Californië) werd gegoten, mislukte dat door dat onderdelen van de vorm los raakten en kwamen bovendrij ven. Pas een tweede poging slaag de. Het heel geleidelijke afkoelen van de spiegel nam bijna twee jaar in beslag. Daarna volgden nog vele jaren van zorgvuldig slij pen en polijsten. De spiegel die nu in Mainz is ge goten, in opdracht van de Europe se Zuidelijke Sterrenwacht (ESO), gevestigd op de Chileense berg La Silla en met het hoofd kwartier in het Duitse Garching- bei-München, is niet alleen onge woon dun (nog geen achttien cen timeter dik), maar heeft ruwweg ook reeds de vorm die men be oogt. Tijdens het uitgieten van de 45 ton gloeiend, vloeibaar glas draai de de gietvorm namelijk rond met een snelheid van elke tien secon den een omwenteling, waardoor het oppen-lak een heel geleidelij ke 'komvorm' kreeg. Die vorm houdt de spiegel tijdens het af koelen tot kamertemperatuur, wat in een speciale oven plaats grijpt en ongeveer drie maanden in beslag neemt. Daarna wordt de spiegel tot de vereiste kromme fijngeslepen en - gepolijst en volgt weer een warm tebehandeling. het zogeheten ke- ramisatie-proces, waardoor de spiegel als geheel ongevoelig wordt voor temperatuurswisse lingen. f Dat de spiegel zo dun is, komt doordat hij aan de onderzijde zal steunen op een groot aantal com puter-gestuurde 'actuatoren'. Dat qjn steunen waarvan de onder steuningskracht kan varieren en die zo de spiegel altijd in de ver eiste, perfecte vorm kunnen hou den. Op die manier ondervangt men letterlijk en figuurlijk de vormveranderingen die de spie gel anders onder zijn eigen ge wicht zou ondergaan bij een wijzi ging van de stand. Door de druk- en trekkracht van de actuatoren heel snel te veranderen, kan men zelfs de luchtonrust van de damp kring corrigeren. Met een dikke spiegel is dat onmogelijk. De spiegel die nu is gegoten, is de eerste van de vier identieke spiegels die bestemd zijn voor wat de grootste en meest geavan ceerde telescoop ter wereld moet worden: de Very Large Telescope (VLT). De VLT zal bestaan uit vier op één rij naast elkaar opgestelde reuzentelescopen. elk met een door een computer in perfecte vorm gehouden, acht meter grote spiegel. Op deze manier ontstaat een enorme telescoop met een ge combineerd spiegeloppervlak van ruim 200 vierkante meter. Aan het eind van deze eeuw moet de VLT in gebruik worden geno men. niet op de berg La Silla. maar op een aangrenzende Chi leense berg. de 2664 meter hoge Cerro Paranal. Men verwacht dat het astrono mische onderzoek met behulp van deze telescoop een geweldige sprong voorwaarts zal maken en sommige sterrenkundigen voor spellen zelfs dat er veel meer mee zal worden ontdekt dan met de nu om de aarde cirkelende Hubble Space Telescope, zelfs als de opti sche fouten daarvan zijn verhol pen. Vijfjarenplan voor Voyagers en Pioneers De mens heeft sedert de Russische Spoetnik in oktober 1957, dat het eerste voorwerp van men selijke makelij was dat in een baan om de aarde kwam, al duizenden satellieten in de ruimte gebracht. De meeste 'gewoon' in een baan om de aarde, maar er zijn er ook bij die op weg gingen naar andere werelden. Zo bezochten twee Vikings in 1976 de rode planeet Mars en maakten daar een zachte landing, werden ook de planeten Venus en Mercuri- us, die dichter bij de zon staan dan de aarde, van nabij bekeken en ver trokken in de jaren '70 vier sondes in de richting van de andere plane ten Jupiter. Saturnus, Uranus en Neptunus. Deze vier ruimtescheep jes. de Pioneer-10 en -11 en de Voya ger-1 en -2, hebben hun langdurige taak er inmiddels op zitten en vlie gen nog steeds gestaag door in de ontzaglijke leegten buiten het zon nestelsel. Van deze vier haalde de Voyager- 2 het huzarenstukje uit om in zijn eentje alle vier genoemde planeten te bezoeken. Twaalf jaar was hij on derweg na zijn lancering in 1977 om zijn immense tocht, na drie uitge kiende zwaaien om de planeten Ju piter, Saturnus en Uranus te heb ben beschreven, in augustus 1989 met een adembenemende scheer- vlucht langs de planeet Neptunus en diens kleine metgezel Triton te Amalgaam niet meer in riool De tandarts mag amalgaam, een sterk kwikhoudend metaal, niet meer in het riool lozen. Jaarlijks ge bruiken de Nederlandse tandartsen twaalf ton amalgaam voor vullingen in gebitten. Daarvan komt 2,3 ton kwik in het riool terecht. Er is nu een algemene maatregel van bestuur (een overheidsregle- mentje) in de maak, zo meldt het maandblad Mens en Wetenschap, dat de tandartsen zal voorschrijven een zogenaamde amalgaamafschei- der in hun praktijk te gebruiken. Daarmee wil de regering de lozing van amalgaam met 95 procent te rugdringen. besluiten. Voyager-2 heeft meer ge gevens opgeleverd dan de overige drie bij elkaar. Het is bijna zeker dat de Voyagers en de Pioneers geen enkele planeet meer zullen bezoeken en dat ze zelfs over een miljard jaar, als ze in die tijd tenminste niet door een meteo riet zijn getroffen of al te dicht langs een ster zijn gezeild, nog steeds doorvliegen, alleen dan in een ge bied van het heelal van waaruit onze zon alleen nog met een grote tele scoop is te zien. Toch zit het werk van de ruimte vaartuigjes er nog lang niet op. Boeggolf Zo verrichten de Voyagers nog steeds metingen aan allerlei op die enorme afstand voorkomende deel tjes, afkomstig van de zon, en wor den er met een voor ultraviolette straling gevoelige spectrometer waarnemingen gedaan. Met die spectrometer heeft men onder meer ontdekt dat er in de ijle 'wolken' interstellair waterstof hol ten voorkomen waarin de spectro meter als het ware wat beter 'zicht' heeft op de verte. UV-straling bij de golflengten waarvan de spectrome ter zich bedient wordt namelijk ge absorbeerd door het interstellaire waterstofgas. Interstellair wil zeg gen 'tussen de sterren', in tegenstel ling tot interplanetair dat 'tussen de planeten' betekent. Beide aanduidingen zijn thans van toepassing op de twee Voya gers; hun missie wordt door de Amerikaanse ruimtevaartorganisa tie NASA langzamerhand overge schakeld van een interplanetaire naar een interstellaire. Dat gaat ten koste van de UV-spectrometer maar onderzoekers koesteren veel meer interesse in een ander feno meen: waar gaat de stralingsinvloed van de zon daadwerkelijk teloor ir. de stralingsmélée afkomstig van de sterren? Met andere woorden: waar be vindt zich de 'boeggolf van de zon. wat voor vorm heeft deze en hoe ge dragen de deeltjes zich daar? De zon beweegt zich namelijk ook door de ruimte en wel met een snelheid van ongeveer 250 kilome ter per seconde ten opzichte van het melkwegcentrum; bij die (galacti sche) beweging worden alle plane ten, dus ook de aarde, meegesleept. Zou de zon stil staan, dan zou de door de zonnewind gecreeerde in vloedssfeer. de heliosfeer, een mooie bolvorm hebben, maar om dat hij beweegt is er sprake van een sliertachtige structuur. De zonne wind is een onafgebroken stroom geladen deeltjes, die de zon naar alle kanten uitzendt, die ook het magne tisch veld van de zon (het 'patroon van veldlijnen') meenemen naar 'buiten' én die ergens op zekere af stand samen met straling van inter stellaire oorsprong een 'boeggolf of 'schokgolf vormen. Dat wordt heliopauze genoemd en daar gaat de interplanetaire ruimte ook echt over in de interstel- laire. Astronomen nemen aan dat de af stand van hier tot de heliopauze sterk afhangt van de activiteiten van de zon. Bij veel zonnewind, bij voorbeeld tijdens een elfjarig maxi mum (wat in 1990 optrad), kan de af stand tot de heliopauze oplopen tot wel vijftien miljard kilometer. In dat geval zullen de Voyagers de he liopauze niet eerder bereiken dan ergens tussen de jaren 2030 en 2040. Maar tijdens een zonneminimum zóu de afmeting van de heliosfeer een factor twee kleiner kunnen zijn en als dat juist is, zouden de Voya gers de heliopauze al rond het jaar 2000 kunnen bereiken. 'VIM' Amerikaanse onderzoekers hebben een vijfjarenplan ontwikkeld waar in de metingen van zowel de Voya gers als de Pioneers worden samen gevoegd om een meer ruimtelijk beeld te krijgen van heliosfeer en heliopauze. De vier sondes bevin den zich immers op zeer grote af- De Vogayer-2. hier aangekomen bij de planeet Unranus, zal rond de euwwisseling het zonnestelsel definitief verlaten. (foto CJPD) standen van elkaar. Het plan heet 'Voyager Interstellaire Missie', kort weg VIM. De NASA heeft het voort bestaan van de 'VIM' inmiddels voor een periode van 25 jaar gega randeerd. Toch dreigen er grote moeilijkhe den te ontstaan bij het ontvangen van de ongelooflijk zwakke signa len van de vier ruimtevaarttuigies. De afstand is zo groot, dat NASA's Deep Space Network, waarbij een aantal radiotelescopen internatio naal samenwerkt, nu al grote moei te heeft om het radio-'gefiuister' in concrete gegevens om te zett.ffl Als er nieuwe satellieten worden gelanceerd, zullen de veel krachti ger signalen daarvan veel waarde volle informatie van de Pioneers en de Voyagers "overschreeuwen F.n dan zullen we weer een hele tijd moeten wachten op metingen die van de echte buitengrenzen van ons zonnestelsel afkomstig styn. Zo'n kans krijgen we niet gauw In de serie De Wetenschappers gaan we in op het werk van mensen die zich aan ver schillende universiteiten bezighouden met wetenschappelijk onderzoek. Vandaag Marjan Koopsmans, die zich aan de univer siteit van Groningen vijf jaar boog over de vraag 'Waarom heeft alles massa'. Marjan Koopmans levert 'kleine bijdrage aan oplossing prangende vraag' Waarom heeft alles massa? Een antwoord op die vraag kan zijn: omdat de deeltjes die de bouw stenen van alle materie vormen, massa hebben. Maar waaróm hebben die deeltjes massa? Hierover heeft de 31-jarige on derzoekster Marjan Koopmans uit Groningen zich de afgelopen vijf jaar gebogen. Onlangs pro moveerde zij op het resultaat van dat onderzoek, dat zij ver richtte in opdracht van de stich ting voor Fundamenteel Onder zoek der Materie .(FOM). De ja ren gedurende het onderzoek heeft Maijan Koopmans in haar kennissenkring vaak pogen uit te leggen, waar zij zich mee be zighield. "Dat lukte niet altijd. Ook om die reden heb ik aan het eind van mijn proefschrift een Nederlandstalige samenvatting gegeven, waarin ik speciaal voor leken tekst en uitleg geef'. In de moderne natuurkundige theo rieën gaat men ervan uit dat de na tuur is opgebouwd uit kleine on deelbare deeltjes, zogeheten ele mentaire deeltjes. Het onderzoek van Marjan Koopmans heeft zich beperkt tot enkele van deze deeltjes en hun wisselwerking. Een atoom, zo leert de natuurkunde ons. is op gebouwd uit een kern, bestaande uit positief geladen protonen en neutrale neutronen, waar omheen negatief geladen elektronen cirke len. Tussen deze elementaire deeltjes worden krachten uitgeoefend die ervoor zorgen dat ze elkaar aantrek ken of afstoten. Er zijn vier krach ten bekend, de zwaartekracht, de Marjan Koop mans: Nu wat toege- paster de slag. A Sk i zwakke en sterke kernkracht en de elektromagnetische kracht. De laatste kracht zorgt ervoor dat een deeltje met een positieve lading een deeltje met negatieve lading aan trekt en een deeltje met positieve la ding afstoot. De zwaartekracht is er de oorzaak van dat deeltjes met een massa elkaar aantrekken. Ook de twee kernkrachten spelen een be langrijke rol in de wisselwerking tussen de inmiddels vele bekende elementaire deeltjes. QED Koopmans heeft in haar onderzoek alleen de rol van de elektromagneti sche kracht betrokken. In haar stu die zijn wiskundige modellen waar in de eigenschappen van de deeltjes zijn ondergebracht, heel belangrijk. De wiskundige modellen die de elektromagnetische kracht be schrijven, zijn tot uitdrukking ge bracht in de quantum elektrodyna mica (QED). Binnen de quantumna- tuurkunde, die tot nu toe de meest betrouwbare methoden heeft opge leverd voor onderzoek op atomaire schaal (waar de klassieke mechani ca niet meer van toepassing is) is QED het succesvolste en nauwkeu rigste berekeningsmodel. Koopmans: "In het onderzoek hebben wij gebruik gemaakt van een vereenvoudigd model van QED om de wisselwerking tussen elek tronen te beschrijven. De theorie hoe massa ontstaat, is namelijk erg ingewikkeld. Het gebruikte model kent drie dimensies lengte, breedte en tijd. Vandaar de naam QED. In wezen denk je de wisselwerking tussen deeltjes op een plat vlak Zo kun je relatief gemakkelijk bereke nen hoe de methode werkt. Uitein delijk moet je wel weer terug naar vier dimensies en diepte toevoe gen". Het model QED is gebruikt om te verklaren waarom elektronen een massa hebben. De wiskundige mo dellen geven een bepaalde waarde aan een grootheid die de massa van elektronen bepaalt. Koopmans "Wij hebben als het ware in een vat elektronen, vrij van de invloed van zwaartekracht, gekeken naar de juiste waarde voor de massa". "Het onderzoek ging er niet om een verklaring te vinden voor de vraag waarom een tafel een bepaald gewicht heeft, maar om een verkla ring te geven voor een massa bin nen het gebied van de elementaire deeltjes. Daar is massa een heel cru ciaal begrip. Deeltjes hebben niet zoveel eigenschappen. Een deeltje heeft massa en lading. De massa krijgt een bepaalde hoeveelheid energie en snelheid als het beweegt. Er zijn bijvoorbeeld deeltjes die geen massa hebben, de lichtdeel tjes, die met de lichtsnelheid bewe gen." Bewegingsvergelijking De vraag is nu wat de invloed is van de wisselwerking van elektronen op hun massa (dynamische massa- generatie). Om daarop een ant woord te vinden is het QED-model nog verder vereenvoudigd door aan te neihen dat er meer 'soorten' elek tronen (N) bestaan. Nu kunnen er twee resultaten ontstaan uit de be wegingsvergelijking Het ene gaat ervan uit dat het alleen mogelijk is een massa te vinden uit bewegings vergelijkingen als N kleiner is dan een bepaalde kritische waarde. Het andere resultaat is dat de massa weliswaar afneemt als N toeneemt, maar ze wordt nooit helemaal nul. Natuurkundigen zijn het er met over eens welk van deze resultaten het gevolg is van de bewegingsver gelijkingen van het QED-model dat Koopmans heeft gebruikt. Het is haar gelukt met behulp van de com puter de bewegingsvergelijkingen op te los;.rn nvt een nieuwe wis kundige beschrijving voor da int«-r acties, die beter voldoet aan de randvoorwaarden van het gebruik te model, ook wel QED(N) ge noemd. De daaruit voortgekomen resulta ten geven steun aan de tweede op vatting over de resultaten uit bewe gingsvergelijkingen 'dynamische massageneratie' is mogelijk voor el ke waarde van N. Het klinkt alle maal heel ingewikkeld en dan gaat het ook nog om een sterk vereen voudigd model. Koopmans: „Dat is voor mij juist het probln m Hoe meer je er van probeert af te weten, hoe duidelijker het wordt dat je fei telijk nog heel weinig weet." Fascinerend Wat beweegt iemand om zich met deze materie vijf jaar lang voor de stichting FOM, bezig te houden? Marjan Koopmans "De opbouw van de natuur is iets fascinerends. Bovendien heeft het een aantal filo sofische gevolgen, maar daar heb ik me niet zo mee bezig gehouden De bijdrage die Koopmans aan de theoretische natuurkunde heeft ge leverd. is in wezen nog klein. Nu is het zaak de berekeningen uit te voe ren op een vier dimensionaal mo del. dat de werkelijkheid meer be nadert en ook experimenteel wel licht valt aan te tonen. Voor Koop mans houdt het fundamentele on derzoek *u op. "Na zoveel jaren zou ik nu graag wat toegepaster aan de slag gaan. Mijn belangstelling gaat het meest uit naar milieuproble men, bijvoorbeeld het broeikasef fect".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 37