De man die de hemel naar Engeland haalde Eenvormigheid bi] Cabarestafette Concert oude muziek soms beklemmend WVC stoot bunkers voor kunst op slag af Rotterdamse kunstenaars in Liga Nieuw Beelden DONDERDAG 21 FEBRUARI 1991 KUNST PAGINA 23 Britten herdenken hun kunstschilder Stanley Spencer (1891-1959) thema van de wederopstanding. Voor hem was dat geen laatste oor deel. maar een soort herkansing. Gezinnen, vrienden en buren zou den blij en hoogst verwonderd zijn wanneer ze elkaar weer terugzagen na lange tijd. als bij een vreugdevol le ontmoeting in een hemel op aar de. Spencer situeerde deze opstan ding des vlezes op het kerkhof Port Glasgow in zijn woonplaats Cook- ham. Op het schilderij 'Resurrection' zien we hoe vrouwen en mannen in doodskleed geeuwen en zich op een kerkhof verbaasd de slaap uit de ogen wrijven. De mensen die uit de dood zijn verrezen, lezen ongelovig de mooie, lieve tekst op hun eigen grafsteen. Het is maar een kleine keus uit het werk van een schilder die de liefde als richtsnoer nam bij al zijn creaties. Na de dood van zijn eerste vrouw Hilda maakte hij het prachti ge werk 'Love Letters' (1950). Stanley Spencer heeft massa's liefdesbrieven aan Hilda geschre ven. Ook na haar dood bleef hij daarmee doorgaan. Hij had een gro te eerbied voor de vrouw in het alge meen en voor de liefde. In 1938 schreef hij: "Een man tilt de jurk van een vrouw op met dezelfde harstochtelijke bewondering lief de de (Stanley Spencer (1891-1959), The Apotheosis of Love. Barbican Art Gallery in het Barbican Art Centre. Silk Street, Londen. De expositie is daar tot 1 april te zien). VERTAALPRIJS - De Aleida Schot-Prijs 1991, die eens in de twee jaar wordt uitgedeeld aan de beste Nederlandse vertaling uit één van de Slavische talen, wordt dit jaar toegekend aan de vertaling van de poezie van de Russische schrijver en dichter Joseph Brodsky. De onderscheiding wordt toege kend aan Karei van het Reve. Jan Robert Braat, Arie van der Ent, Mar- ko Fondse, Arthur Langeveld, Mare Schreurs, Charles B. Timmer. Kees Verheul, Peter Zeeman. "Con Oude Muziek in Oudheden Amores, Mi Madre" door Capella Praten- sis. Uitgevoerd werden werken van Vlaamse en Spaanse componisten uit de 15e eeuw onder wie Joh. Ockeghem, Francisco de Penalosa, Juan de Anchieta en Jacob Obrecht. Muzikale leiding Re becca Stewart. Gehoord op 20 februari in de Taffeh-Zaal. LEIDEN Je moet er wel van houden: van muziek uit de 15e eeuw en van de aanpak van Ca pella Pratensis. De uitvoerings praktijk van het ensemble steunt op wetenschappelijke ge gevens. Het boekje dat het con certprogramma begeleidt is ze ker de moeite van het bestude ren waard. Het gaat in op de po litieke en culturele achtergrond van de muziek. Het wijdt een woordje aan de uitspraak van het Spaans in die tijd. Daarnaast worden grote zorg en aandacht besteed aan de verschillende werken en hun structuur. Zelfs een vermelding van de geraad pleegde bronnen ontbreekt niet. Daar zal de doctorstitel van Re becca Stewart wel debet aan zijn. Ik neem echter mijn hoedje af voor diegenen uit het publiek die erin geslaagd zijn al deze in formatie in zich op te nemen voordat het concert begon. Een nog diepere buiging voor wie op het eerste gehoor de beschreven analyses heeft herkend. Dit is immers werk voor nauwkeurig en herhaald luisteren zo moge lijk met partituur erbij. Zonder informatie vooraf moet de ge middelde luisteraar het gewoon hebben van een goed opge bouwd programma en sappige zangkunst. Vóór de pauze miste de uit voering de nodige afwisseling en het goede sappigheidsgehal- te. De wetenschappelgke ver antwoording kan een zware druk op het musiceerplezier leg gen. Het zingend naar voren schrijden met afgemeten pas, de compacte opstelling van de groep omdat er gezongen werd uit één koorboek, geplaatst op een hoge lessenaar, de zorgvul dig uitgedokterde uitspraak van het Latijn uit die tijd, al deze fac toren maakten dat wij als pu bliek de ernst van de situatie meteen dóór hadden hut WU men serieus bezig met interpre teren. Dat maakte het concert af en toe wat beklemmend. Toch heb ik genoten van het vloeiende ademen van de zan gers; stemmen die af en aan golf den, zich met elkaar vermeng den en weer uit elkaar dreven. Fantastische hoge mannen stemmen, speciaal geoefend in die techniek, smolten samen met laag gezongen vrouwen stemmen. Rebecca Stewart, maestro di capella, stond niet vóór de groep maar was binnen in het ensemble, zelf zingend, de bezielde leiding. Ze is een fasci nerende verschijning, expres sief tot in het geexalteerde toe, maar ze is wel degelijk in staat met haar capella een eigen plaatsje op de oude muziek markt te bevechten. MONICA SCHIKS chalant schiet de schoonmaker zijn sigarettepeukje weg. Sissend dooft het in bloed en water. Vlees en bloed - in de Barbican Art Gallery in Silk Street, een paar honderd meter verwijderd van dit slachthuis, zien we bij binnenkomst een Christus die in een Coronation Street-achtige omgeving door twee bepuntmutste Griekse volksdan sers aan het kruis wordt genageld. Het is een van de bekendste schilde rijen van Stanley Spencer (1891- 1959), van wiens werk in de Barbi can Art Gallery een overzichtsten toonstelling wordt gehouden onder de titel 'The Apotheosis of Love'. Vanuit dakkapelletjes kijken jon gens en meisjes nieuwsgierig naar de gekruisigde heiland, die hier geen lendedoek draagt maar een strakke, rode zwembroek. Stanley Spencer streefde in zijn werk naar een synthese van het aardse en het religieuze. Hij begon in 1933 aan de reeks schilderijen die nu ter gelegenheid van zijn hon derdste geboortedag worden ten toongesteld. Vanaf dat jaar stond zijn werk nog maar in het teken van één ideaal: het scheppen van een Kerk-Huis, een huiselijk aandoende kerk. In dat gebouw moesten de schilderijen waarop hij zijn geboor tedorp Cookham en alle inwoners van dat dorp zou gaan vereeuwigen een plaats vinden. De inrichting van deze 'gewijde' tentoonstellingsruimte moest over eenkomen met het bouw- en stra tenplan van Cookham. De inwo ners, de huizen, straatjes en steeg jes, het voetbalveldje, ja alles moest te zien zijn in deze kerk. Zelfs de Odney Bathing Pool, het zwembad waar de schilder als jongen 's mor gens zo vaak een duik had genomen en op broeierige augustusdagen had gekeken naar de vrouwen van Cookham, werd niet vergeten. De schilder situeerde er zijn doek 'De doop' (1952). Testament Het Kerk-Huis moest in grote trek ken een testament zijn van alles waarin Spencer geloofde. Het moest een scherp beeld geven van die mensen en plaatsen waarmee hij zich hecht verbonden voelde. Als uitgangspunt nam Spencer bijbelse taferelen. Binnen die context liet hij de inwoners van Cookham een rol spelen. In tegenstelling tot veel an dere kunstenaars had Stanley Spencer geen hekel aan de burger lijke samenleving. Integendeel, zijn werk is één grote hommage aan het huiselijk leven en de burgerlijke woon- en leefomgeving in zijn dorp en in Engeland in het algemeen. Ty pisch Engelse arbeidershuisjes met rode baksteentjes, Engelse tuinen met boompjes gesnoeid in de vorm van kippen en hanen, alles vindt zijn plaats op Spencers 'bijbelse doeken, waarin hij Cookham por tretteerde als het universum. Zelfs het toilet had voor hem iets spiritu eels. Jane Alison, schrijft in de cata logus bij deze expositie, dat Spen cer ervan overtuigd was dat er een reeks spirituele ervaringen en ge voelens bestonden die je slechts thuis kon aantreffen en niet in een kerk. De menselijke, erotische lief de, de liefde tussen man en vrouw vooral, was een van die gevoelens. Liefde De liefde speelt een cruciale rol in Spencers Kerk-Huis-project. De zo genaamde Memorial Chapels, twee gedachteniskapellen die hij wou in tegreren in dit grootse werk, wer den gewijd aan zijn twee echtgeno ten, Hilda Carline en Patricia Pree- ce. Zij moesten op schilderijen in deze kapellen een plaats vinden. Vooral de liefde voor zijn eerste vrouw Hilda heeft Spencer de kracht en inspiratie gegeven voor zijn Kerk-Huis-schilderijen. De schilder voelde zich door die liefde verbonden met de wereld en met God. Hilda duikt dan ook telkens weer op in zijn werk. De geslachtsgemeenschap be schouwde Spencer als een sacra ment. Vlees, zo schreef hij eens, vond hij de 'geheimzinnigste mate rie die er bestond'. De erotische lief de zou de harmonie tussen de men sen en de volkeren kunnen terug brengen. Liefde was 'de essentiële kracht bij het scheppen van kunst'. Een gelukkig seksueel leven was hem echter niet beschoren. Tussen hem en Hilda was de liefde dan wel niet platonisch, maar het kwam er wel dicht bij in de buurt. Toen hij la ter met Patricia Preece in zee ging, merkte hij dat ze lesbisch was. In 1939 trok Spencer naar Lon den, waar hij op zichzelf ging wo nen. Het huiselijk leven met Hilda was verleden tijd en de relatie met Patricia Preece verliep moeizaam. Hij bleef echter wel met de twee vrouwen een goede geestelijke rela tie houden en zijn brieven uit die tijd geven blijk van een grote liefde voor beiden. Spencer begon in Londen over zijn situatie na te denken, te medite ren over leven en spiritualiteit. Hij vereenzelvigde zich sterk met 'Christus in de Woestijn' en maakte over dat thema een serie schilderij en. In 'The Hen' uit 1954 zien we hoe Christus in de woestijn droevig ligt te kijken naar (ja. hoe absurd!) een Engelse leghen. Het is een ontroe rend hulpeloze Christus die hier ligt. In een van zijn dagboeken schreef Spencer over hem: "Ik denk dat God de mens heeft geschapen omdat hij zo eenzaam was". Het mislukken van Spencers seksuele relaties is er misschien de bet aan dat er zoveel erotische situa ties en motieven op zijn doeken voorkomen; op het schilderij 'A Vil lage in Heaven' legt God de vader zelfs voorzichtig zijn hand op het achterwerk van een meisje. Maar al tijd bevatten die erotische situaties een spoor van treurigheid. Zijn schilderstukken wemelen van de fi guren die elkaar lijken aan te raken of te omarmen. Maar wie goed kijkt, ziet dat het meer een naar elkaar toe vallen is, naar elkaar toe vallen in een wankeling. En vaak zit er ook iets duwerigs in die situaties. Wederopstanding Spencer was al vanaf het begin van zijn carrière geïnspireerd door het LEIDEN - Merkwaardig genoeg brengt Leiden toch niet echt veel enthousiasme op voor de Cabarestafette, de avondvullen de presentatie van 'aanstor mend cabarettalent'. Vergele ken met de grote belangstelling voor het Leids Cabaret Festival - dat deze week in de schouwburg plaats heeft - is een honderdtal toeschouwers voor dit evene ment betrekkelijk mager. Jammer is dat in zekere zin wel, want een cabarestafette biedt de gelegenheid om te zien hoe zich opvallende cabaretfes tivaldeelnemers na 'hun' festi val ontwikkelen. Job Schuring is van de drie solisten die gisteravond optra den, degene die al de meeste er kenning heeft gekregen. Als theaterpersoonlijkheid wint hij nu al steeds meer aan overtui gingskracht. Hij kan zingen, pia no spelen en - wat nog moeilij ker is - een conference brengen. Daarbij probeert hij op licht ver teerbare wijze geëngageerd te zijn. Bart Stultiens is al wat langer bezig, en zijn programma heeft hij ook al heel wat keren ge speeld. De nodige podiumerva ring is hem aan te zien. Wanneer hij achter de vleugel plaats neemt en bijvoorbeeld de Ne derlandse bewerking van het prachtige Chris De Burgh-num- mer 'The head and the heart' ten gehore brengt, laat hij zijn ster ke kant zien. Zijn vrolijke pot pourri van bekende deunen is trouwens ook erg aardig. De jeugdverhalen over onder meer het misdienaar-zijn en de kunst van het wierookvat zijn bedui dend minder. De eigen jeugd als inspiratiebron hebben we al zo vaak gezien. Jaap Mulder is nog de minst bekende van de drie. Van begin tot eind blijven boeien lukt hem nog niet goed. Met zijn absurdis tisch getinte verhalen gaat hij sterk van start. Zijn liedjes (óók met eigen pianobegeleiding) zijn eveneens een belangrijke troef. Het laatste gedeelte met zogenaamd opvallende kranten berichten is daarentegen nogal slecht. Driemaal eigen pianobegelei ding, driemaal een vrijwel kaal toneel, drie heren, drie solisten, drie vrijwel identiek opgebouw de optredens (liedje-praatje liedje): een dergelijke program mering van deze cabarestafette demonstreert ongewild het ge vaar van de grote mate van een vormigheid dat het succes van de huidige cabaretgeneratie ern stig bedreigt. WIJNAND ZEILSTRA DEN HAAG (GPD) - Het ministe rie van WVC is bezig de bunkers af te stoten, die sinds de jaren '40 heb ben gediend als bergruimte voor kunst die moest worden beschermd in oorlogstijd. Het gaat om maxi maal zeven bunkers, die over het hele land verspreid liggen, en een ruimte in de Pietersberg bij Maast richt. WVC wil het geld voor het on derhoud van deze opslagruimten anders besteden. Het ministerie gaat er bovendien niet langer van uit dat hier een oorlogsdreiging kan ontstaan, gezien de ontspanning tussen Oost en West. De eerste bunker wordt in april '91 overgedragen aan de Staatsdo meinen, die de opdracht krijgt een koper ervoor te vinden. Het gaat om een bovengronds bouwwerk bg Paaslo in Overijssel, waar op dit mo ment tijdelijk een collectie schilde rijen uit Letland is opgeslagen, die binnenkort zal worden geexpo- seerd in Deventer. Het ministerie heeft eind vorig jaar bij de rgksmusea geïnventari seerd of zij interesse hadden in het gebruik van enkele bunkers. Een aantal musea heeft laten weten dat ze nagaan in hoeverre ze deze ver sterkingen als depot kunnen ge bruiken. Met name musea in oudere gebouwen kampen vaak met een groot gebrek aan depotruimte. De overheid streeft ernaar dat de be langrijkste kunstvoorwerpen in noodgevallen kunnen worden be schermd in of vlakbij de musea waartoe ze behoren. Slechts enkele, nieuwere musea beschikken over een versterkte ruimte, waar hun belangrijkste stukken veilig kunnen worden op geslagen. Het ministerie gaat ervan uit dat dit nodig kan zijn in geval van een natuurramp, bijvoorbeeld een overstroming, of bg een brand, waardoor instortingsgevaar dreigt TOURNEE - De wereldberoemde Russische pianist Svatoslav Richter geeft volgende maand twee concer ten in ons land. Zondag 17 maart speelt hij in Musis Sacrum Arnhem, twee dagen later gevolgd door de Oosterpoort in Groningen. Tgdens de concerten zal Philips opnames maken voor een later uit te brengen live-cd. Richter speelt in Arnhem en Groningen onder meer werken van J.S. Bach. 'Love Letters' (1950) van Stanley Spencer. BEATRIX OPENT LEEUW VAN VENETIË De schilder Stanley Spencer. De Britse kunstschilder Stanley Spencer(1891- 1959) wilde na zijn veertigste levensjaar nog maar één groot kunstwerk maken: een Kerk-Huis. Daarmee bedoelde hij een kerk die een huiselijk karakter zou krijgen. Het Kerk-huis kwam er nooit, de schilderijen waarmee dit gebouw moest worden ingericht wel. Ter gelegenheid van Spencers honderdste geboortedag worden ze in de Barbican Art Gallery in Londen onder de titel 'The apotheosis of Love' tentoongesteld. Tot 1 april is daar nu het werk te zien van de schilder die de hemel naar Engeland haalde. LONDEN Bij Central Markets, het complex waarin de grote slach terijen en vleeshallen van Londen zijn gevestigd, jaagt een man met een hogedrukspuit plassen bloed de goot in. Achter hem hangen var kens als valschermspringers aan stalen haken. Om de kadavers heen, in de wit betegelde ruimten, zoe men vliegen hun Gregoriaans. Non- De emancipatie van een wereldstad Expositie: Grafiek, schilderijen, tekeningen e beelden van elf Rotterdamse kunstenaars l de jaren '40, '50 en '60. Tot 25 maart te beziel in Galerie Liga Nieuw Beelden, Presid LEIDEN - De voortrekkersrol die Rotterdam vervuld heeft in de door braak en acceptatie van de naoor logse moderne kunst wordt te wei nig belicht. Dat is de achterliggende gedachte geweest voor de nieuwe expositie in Galerie Liga Nieuw Beelden. Tot 25 maart worden in deze galerie werken van Rotter damse kunstenaars uit de jaren '40, '50 en '60 in de schijnwerpers gezet. Het gaat om werken van in totaal elf kunstenaars. Kraanen, Motz en Van Stuyvenberg figureerden na de Tweede Wereldoorlog in de Rotter damse kunstenaarsgroep "ARA". Wout van Heusden, Quirijn van Tiel en Koos van Vlijmen waren verbon den aan de groep "Vrij Beelden". Daarnaast is er werk te zien van Wally Elenbaas, Guust Romijn, Van Oudheusden, Emiel Voeten en Pie- ter de Haard. De schilderijen van Pieter de Haard hebben mijn bijzondere aan dacht opgeëist. Het is frappant hoe deze kunstenaar zich ontwikkeld heeft. Aanvankelijk schilderde hij abstract-geometrische gouaches, waaruit zijn bewondering voor Theo van Doesburg spreekt. Tij dens de Tweede Wereldoorlog heeft Pieter de Haard zich verdiept in de relatie tussen beeldende kunst en muziek. Door de materiaalschaarste was hij genoodzaakt om met pastel krijt te gaan werken; het enige ma teriaal dat hem nog ter beschikking stond. De oudere werken van Pieter de Haard die in de galerie te zien zijn, steken qua stijl scherp af bij de andere werken. Na de Tweede Wereldoorlog is de Rotterdamse kunstenaar met olie verf gaan werken. De vormgeving komt dan meer in de richting van wat zijn tijdgenoten maken. Toch blijft Pieter de Haard een buiten beentje. Zijn werk is minder deco ratief, zijn kleuren minder contrast rijk en hij brengt de verf in dikke la gen op. De vormen die hij schildert krijgen soms een bijna calligrafisch In één expositie circa vijftig wer ken van elf kunstenaars samen brengen garandeert een grote varia tie. Alleen al vanwege de verschei denheid in techniek. Een greep uit de expositie: er zijn olieverfschilde rijen, houten en stenen beeldhouw werken, grafiek, tekeningen, goua ches, aquarellen en collages te zien. Maar ondanks de verscheidenheid in stijl en techniek zijn er twee in het oog springende overeenkom sten. Alle werken zijn abstract en vrijwel alle werken doen denken aan gordijnstoffen uit de jaren '50 en '60. Dat is niet kattig bedoeld. Er zijn nu eenmaal veel kunstenaars geweest die zich met de ontwerpen van interieursstoffen hebben bezig gehouden. LISETTE OOMEN Boze Hugo Claus verbiedt uitgave van nieuwe roman BRUSSEL (ANP) - Een boze Hugo Claus heeft de Antwerpse Uitgeverij Nioba verboden zijn jongste roman 'Zomernacht' uit te geven. Het boek zou in het voorjaar op de markt ko men en de uitgeverij heeft er ook al reclame voor gemaakt bij de boek handel en in de pers. Claus is ontstemd over een novel le van Guido Lauwaert, die door uit geverij Nioba is uitgebracht. Die no velle, 'Avenu Claus', is de weergave van een 'literaire wandeling' door Gent, langs de huizen waarin Claus gewoond heeft. De ironische toon van de novelle is bij Claus in het verkeerde keelgat geschoten. Een zegsman bij Nioba bevestigde gisteren dat. Claus in middels de uitgeverij verboden heeft 'Zomernacht' uit te brengen. Guido Lauwaert heeft al jaren te rug bekendheid gekregen als orga nisator van de 'Nachten van de Poe zie'. Vroeger werden die in Brussel en Kortrijk gehouden en tegen woordig in Utrecht. Lauwaert is medewerker van NRC-Handelsblad en Het Parool en van de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws. AMSTERDAM "De leeuw van Venetië voelt zich thuis in Amsterdam, net zoals ik". Directeur van het Palazzo Grassi in Venetië, dr. P. Viti (rechts) zei dit gisteren bij de opening van de tentoonstelling „De Leeuw van Venetië" in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam. Koningin Beatrix verrichte de officiële openingshandeling door een gordijn weg te trekken waarachter de leeuw te voorschijn kwam. Tot en met 31 maart is de tentoonstelling, die onder auspiciën van het Ita liaanse ministerie van cultuur staat, voor het publiek geopend. De bronzen gevleugelde leeuw, die tot voor kort op één van de twee zuilen naast het Dogenpaleis stond, geldt als symbool voor Venetië. Over de ouder dom en de herkomst van het beeld is zo goed als niets bekend. Sommigen ar cheologen beweren dat het 4,4 meter lange en bijna drie ton wegende beeld uit het Midden-Oosten of zelfs China komt. Schattingen over de leeftijd van de leeuw lopen uiteen van de vierde eeuw voor Christus tot de elfde eeuw na Christus. Recent wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er in de loop der eeuwen tenminste vijf res tauraties hebben plaatsgevonden. Voor de laatste restauratie, in 1985 is de leeuw voor het laatst van de zuil gehaald. Viti wees er in zijn openingstoespraak op dat het de eerste keer is dat de leeuw Venetië vrijwillig verlaat. In 1797 werd het bronzen gevaarte als oor logsbuit door de Fransen naar Parijs meegenomen. Na de val van Napo leon keerde het dier weer terug naar Venetië. (fot ANp) Tentoonstelling Toer van Schayk VLISSINGEN (ANP) - Toer van Schayk, die als choreograaf en ont werper verbonden is aan het Natio nale Ballet, houdt zich ook bezig met de schilder- en beeldhouw kunst. Zijn schilderijen zgn van 22 februari tot en met 9 april te zien in de expositieruimte voor heden daagse kunst 'Bellamy 19' in Vlis- singen. De 54-jarige choreograaf studeer de beeldhouwen en tekenen aan de Koninklijke Academie voor Beel dende Kunsten in Den Haag en daarna aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen. 'GOEDKOOP' - De nieuwe Stads schouwburg van Breda kost geen twintig miljoen gulden, zoals de ge meente eerder had aangenomen, maar 4t miljoen gulden. Niettemin kan de exploitatie een derde goedkoper uitvallen. Dat zal het geval zijn als Joop van de Ende Theaterprodukties de stads schouwburg Concordia na Carré in Amsterdam en het Circustheater in Scheveningen, gaat gebruiken als derde musicaltheater. Marion Bloem leest voor in de Burcht LEIDEN In het kader van 'Burcht Literair' zal de schrijfster Marion Bloem (1952), onder meer bekend van de roman 'Geen Gewoon Indisch Meisje', donderdag 28 februari vanaf 20.15 uur in De Burcht vertellen over haar werk. De schrijfster is zeer veelzijdig en heeft, behalve zestien ro mans, ook jeugdboeken, gedichten, speelfilms, documentaires en televi sieprogramma's op haar naam staan. Daarnaast maakt zij etsen en aquarel len. Behalve uit 'Geen gewoon Indisch meisje' zal Marion Bloem voor 'Burcht Literair' ook vertellen over en voorlezen uit romans als 'Lange rei zen, korte liefdes' (1987), 'Rio' (1987), 'Meisjes vechten niet' (1988) en uit haar vorig jaar verschenen boek 'Vliegers onder het matras'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 23