De man die de hemel naar Engeland haalde
Eenvormigheid
bi]
Cabarestafette
Concert oude
muziek soms
beklemmend
WVC stoot
bunkers voor
kunst op slag af
Rotterdamse kunstenaars
in Liga Nieuw Beelden
DONDERDAG 21 FEBRUARI 1991
KUNST
PAGINA 23
Britten herdenken hun kunstschilder Stanley Spencer (1891-1959)
thema van de wederopstanding.
Voor hem was dat geen laatste oor
deel. maar een soort herkansing.
Gezinnen, vrienden en buren zou
den blij en hoogst verwonderd zijn
wanneer ze elkaar weer terugzagen
na lange tijd. als bij een vreugdevol
le ontmoeting in een hemel op aar
de. Spencer situeerde deze opstan
ding des vlezes op het kerkhof Port
Glasgow in zijn woonplaats Cook-
ham.
Op het schilderij 'Resurrection'
zien we hoe vrouwen en mannen in
doodskleed geeuwen en zich op een
kerkhof verbaasd de slaap uit de
ogen wrijven. De mensen die uit de
dood zijn verrezen, lezen ongelovig
de mooie, lieve tekst op hun eigen
grafsteen.
Het is maar een kleine keus uit
het werk van een schilder die de
liefde als richtsnoer nam bij al zijn
creaties. Na de dood van zijn eerste
vrouw Hilda maakte hij het prachti
ge werk 'Love Letters' (1950).
Stanley Spencer heeft massa's
liefdesbrieven aan Hilda geschre
ven. Ook na haar dood bleef hij
daarmee doorgaan. Hij had een gro
te eerbied voor de vrouw in het alge
meen en voor de liefde. In 1938
schreef hij: "Een man tilt de jurk
van een vrouw op met dezelfde
harstochtelijke bewondering lief
de
de
(Stanley Spencer (1891-1959),
The Apotheosis of Love. Barbican
Art Gallery in het Barbican Art
Centre. Silk Street, Londen. De
expositie is daar tot 1 april te
zien).
VERTAALPRIJS - De Aleida
Schot-Prijs 1991, die eens in de twee
jaar wordt uitgedeeld aan de beste
Nederlandse vertaling uit één van
de Slavische talen, wordt dit jaar
toegekend aan de vertaling van de
poezie van de Russische schrijver
en dichter Joseph Brodsky.
De onderscheiding wordt toege
kend aan Karei van het Reve. Jan
Robert Braat, Arie van der Ent, Mar-
ko Fondse, Arthur Langeveld, Mare
Schreurs, Charles B. Timmer. Kees
Verheul, Peter Zeeman.
"Con
Oude Muziek in Oudheden
Amores, Mi Madre" door Capella Praten-
sis. Uitgevoerd werden werken van
Vlaamse en Spaanse componisten uit de
15e eeuw onder wie Joh. Ockeghem,
Francisco de Penalosa, Juan de Anchieta
en Jacob Obrecht. Muzikale leiding Re
becca Stewart. Gehoord op 20 februari in
de Taffeh-Zaal.
LEIDEN Je moet er wel van
houden: van muziek uit de 15e
eeuw en van de aanpak van Ca
pella Pratensis. De uitvoerings
praktijk van het ensemble
steunt op wetenschappelijke ge
gevens. Het boekje dat het con
certprogramma begeleidt is ze
ker de moeite van het bestude
ren waard. Het gaat in op de po
litieke en culturele achtergrond
van de muziek. Het wijdt een
woordje aan de uitspraak van
het Spaans in die tijd. Daarnaast
worden grote zorg en aandacht
besteed aan de verschillende
werken en hun structuur. Zelfs
een vermelding van de geraad
pleegde bronnen ontbreekt niet.
Daar zal de doctorstitel van Re
becca Stewart wel debet aan
zijn. Ik neem echter mijn hoedje
af voor diegenen uit het publiek
die erin geslaagd zijn al deze in
formatie in zich op te nemen
voordat het concert begon. Een
nog diepere buiging voor wie op
het eerste gehoor de beschreven
analyses heeft herkend. Dit is
immers werk voor nauwkeurig
en herhaald luisteren zo moge
lijk met partituur erbij. Zonder
informatie vooraf moet de ge
middelde luisteraar het gewoon
hebben van een goed opge
bouwd programma en sappige
zangkunst.
Vóór de pauze miste de uit
voering de nodige afwisseling
en het goede sappigheidsgehal-
te. De wetenschappelgke ver
antwoording kan een zware
druk op het musiceerplezier leg
gen. Het zingend naar voren
schrijden met afgemeten pas, de
compacte opstelling van de
groep omdat er gezongen werd
uit één koorboek, geplaatst op
een hoge lessenaar, de zorgvul
dig uitgedokterde uitspraak van
het Latijn uit die tijd, al deze fac
toren maakten dat wij als pu
bliek de ernst van de situatie
meteen dóór hadden hut WU
men serieus bezig met interpre
teren. Dat maakte het concert af
en toe wat beklemmend.
Toch heb ik genoten van het
vloeiende ademen van de zan
gers; stemmen die af en aan golf
den, zich met elkaar vermeng
den en weer uit elkaar dreven.
Fantastische hoge mannen
stemmen, speciaal geoefend in
die techniek, smolten samen
met laag gezongen vrouwen
stemmen. Rebecca Stewart,
maestro di capella, stond niet
vóór de groep maar was binnen
in het ensemble, zelf zingend, de
bezielde leiding. Ze is een fasci
nerende verschijning, expres
sief tot in het geexalteerde toe,
maar ze is wel degelijk in staat
met haar capella een eigen
plaatsje op de oude muziek
markt te bevechten.
MONICA SCHIKS
chalant schiet de schoonmaker zijn
sigarettepeukje weg. Sissend dooft
het in bloed en water.
Vlees en bloed - in de Barbican
Art Gallery in Silk Street, een paar
honderd meter verwijderd van dit
slachthuis, zien we bij binnenkomst
een Christus die in een Coronation
Street-achtige omgeving door twee
bepuntmutste Griekse volksdan
sers aan het kruis wordt genageld.
Het is een van de bekendste schilde
rijen van Stanley Spencer (1891-
1959), van wiens werk in de Barbi
can Art Gallery een overzichtsten
toonstelling wordt gehouden onder
de titel 'The Apotheosis of Love'.
Vanuit dakkapelletjes kijken jon
gens en meisjes nieuwsgierig naar
de gekruisigde heiland, die hier
geen lendedoek draagt maar een
strakke, rode zwembroek.
Stanley Spencer streefde in zijn
werk naar een synthese van het
aardse en het religieuze. Hij begon
in 1933 aan de reeks schilderijen die
nu ter gelegenheid van zijn hon
derdste geboortedag worden ten
toongesteld. Vanaf dat jaar stond
zijn werk nog maar in het teken van
één ideaal: het scheppen van een
Kerk-Huis, een huiselijk aandoende
kerk. In dat gebouw moesten de
schilderijen waarop hij zijn geboor
tedorp Cookham en alle inwoners
van dat dorp zou gaan vereeuwigen
een plaats vinden.
De inrichting van deze 'gewijde'
tentoonstellingsruimte moest over
eenkomen met het bouw- en stra
tenplan van Cookham. De inwo
ners, de huizen, straatjes en steeg
jes, het voetbalveldje, ja alles moest
te zien zijn in deze kerk. Zelfs de
Odney Bathing Pool, het zwembad
waar de schilder als jongen 's mor
gens zo vaak een duik had genomen
en op broeierige augustusdagen
had gekeken naar de vrouwen van
Cookham, werd niet vergeten. De
schilder situeerde er zijn doek 'De
doop' (1952).
Testament
Het Kerk-Huis moest in grote trek
ken een testament zijn van alles
waarin Spencer geloofde. Het
moest een scherp beeld geven van
die mensen en plaatsen waarmee hij
zich hecht verbonden voelde. Als
uitgangspunt nam Spencer bijbelse
taferelen. Binnen die context liet hij
de inwoners van Cookham een rol
spelen. In tegenstelling tot veel an
dere kunstenaars had Stanley
Spencer geen hekel aan de burger
lijke samenleving. Integendeel, zijn
werk is één grote hommage aan het
huiselijk leven en de burgerlijke
woon- en leefomgeving in zijn dorp
en in Engeland in het algemeen. Ty
pisch Engelse arbeidershuisjes met
rode baksteentjes, Engelse tuinen
met boompjes gesnoeid in de vorm
van kippen en hanen, alles vindt
zijn plaats op Spencers 'bijbelse
doeken, waarin hij Cookham por
tretteerde als het universum. Zelfs
het toilet had voor hem iets spiritu
eels. Jane Alison, schrijft in de cata
logus bij deze expositie, dat Spen
cer ervan overtuigd was dat er een
reeks spirituele ervaringen en ge
voelens bestonden die je slechts
thuis kon aantreffen en niet in een
kerk. De menselijke, erotische lief
de, de liefde tussen man en vrouw
vooral, was een van die gevoelens.
Liefde
De liefde speelt een cruciale rol in
Spencers Kerk-Huis-project. De zo
genaamde Memorial Chapels, twee
gedachteniskapellen die hij wou in
tegreren in dit grootse werk, wer
den gewijd aan zijn twee echtgeno
ten, Hilda Carline en Patricia Pree-
ce. Zij moesten op schilderijen in
deze kapellen een plaats vinden.
Vooral de liefde voor zijn eerste
vrouw Hilda heeft Spencer de
kracht en inspiratie gegeven voor
zijn Kerk-Huis-schilderijen. De
schilder voelde zich door die liefde
verbonden met de wereld en met
God. Hilda duikt dan ook telkens
weer op in zijn werk.
De geslachtsgemeenschap be
schouwde Spencer als een sacra
ment. Vlees, zo schreef hij eens,
vond hij de 'geheimzinnigste mate
rie die er bestond'. De erotische lief
de zou de harmonie tussen de men
sen en de volkeren kunnen terug
brengen. Liefde was 'de essentiële
kracht bij het scheppen van kunst'.
Een gelukkig seksueel leven was
hem echter niet beschoren. Tussen
hem en Hilda was de liefde dan wel
niet platonisch, maar het kwam er
wel dicht bij in de buurt. Toen hij la
ter met Patricia Preece in zee ging,
merkte hij dat ze lesbisch was.
In 1939 trok Spencer naar Lon
den, waar hij op zichzelf ging wo
nen. Het huiselijk leven met Hilda
was verleden tijd en de relatie met
Patricia Preece verliep moeizaam.
Hij bleef echter wel met de twee
vrouwen een goede geestelijke rela
tie houden en zijn brieven uit die
tijd geven blijk van een grote liefde
voor beiden.
Spencer begon in Londen over
zijn situatie na te denken, te medite
ren over leven en spiritualiteit. Hij
vereenzelvigde zich sterk met
'Christus in de Woestijn' en maakte
over dat thema een serie schilderij
en. In 'The Hen' uit 1954 zien we hoe
Christus in de woestijn droevig ligt
te kijken naar (ja. hoe absurd!) een
Engelse leghen. Het is een ontroe
rend hulpeloze Christus die hier
ligt. In een van zijn dagboeken
schreef Spencer over hem: "Ik denk
dat God de mens heeft geschapen
omdat hij zo eenzaam was".
Het mislukken van Spencers
seksuele relaties is er misschien de
bet aan dat er zoveel erotische situa
ties en motieven op zijn doeken
voorkomen; op het schilderij 'A Vil
lage in Heaven' legt God de vader
zelfs voorzichtig zijn hand op het
achterwerk van een meisje. Maar al
tijd bevatten die erotische situaties
een spoor van treurigheid. Zijn
schilderstukken wemelen van de fi
guren die elkaar lijken aan te raken
of te omarmen. Maar wie goed kijkt,
ziet dat het meer een naar elkaar toe
vallen is, naar elkaar toe vallen in
een wankeling. En vaak zit er ook
iets duwerigs in die situaties.
Wederopstanding
Spencer was al vanaf het begin van
zijn carrière geïnspireerd door het
LEIDEN - Merkwaardig genoeg
brengt Leiden toch niet echt
veel enthousiasme op voor de
Cabarestafette, de avondvullen
de presentatie van 'aanstor
mend cabarettalent'. Vergele
ken met de grote belangstelling
voor het Leids Cabaret Festival -
dat deze week in de schouwburg
plaats heeft - is een honderdtal
toeschouwers voor dit evene
ment betrekkelijk mager.
Jammer is dat in zekere zin
wel, want een cabarestafette
biedt de gelegenheid om te zien
hoe zich opvallende cabaretfes
tivaldeelnemers na 'hun' festi
val ontwikkelen.
Job Schuring is van de drie
solisten die gisteravond optra
den, degene die al de meeste er
kenning heeft gekregen. Als
theaterpersoonlijkheid wint hij
nu al steeds meer aan overtui
gingskracht. Hij kan zingen, pia
no spelen en - wat nog moeilij
ker is - een conference brengen.
Daarbij probeert hij op licht ver
teerbare wijze geëngageerd te
zijn.
Bart Stultiens is al wat langer
bezig, en zijn programma heeft
hij ook al heel wat keren ge
speeld. De nodige podiumerva
ring is hem aan te zien. Wanneer
hij achter de vleugel plaats
neemt en bijvoorbeeld de Ne
derlandse bewerking van het
prachtige Chris De Burgh-num-
mer 'The head and the heart' ten
gehore brengt, laat hij zijn ster
ke kant zien. Zijn vrolijke pot
pourri van bekende deunen is
trouwens ook erg aardig. De
jeugdverhalen over onder meer
het misdienaar-zijn en de kunst
van het wierookvat zijn bedui
dend minder. De eigen jeugd als
inspiratiebron hebben we al zo
vaak gezien.
Jaap Mulder is nog de minst
bekende van de drie. Van begin
tot eind blijven boeien lukt hem
nog niet goed. Met zijn absurdis
tisch getinte verhalen gaat hij
sterk van start. Zijn liedjes (óók
met eigen pianobegeleiding)
zijn eveneens een belangrijke
troef. Het laatste gedeelte met
zogenaamd opvallende kranten
berichten is daarentegen nogal
slecht.
Driemaal eigen pianobegelei
ding, driemaal een vrijwel kaal
toneel, drie heren, drie solisten,
drie vrijwel identiek opgebouw
de optredens (liedje-praatje
liedje): een dergelijke program
mering van deze cabarestafette
demonstreert ongewild het ge
vaar van de grote mate van een
vormigheid dat het succes van
de huidige cabaretgeneratie ern
stig bedreigt.
WIJNAND ZEILSTRA
DEN HAAG (GPD) - Het ministe
rie van WVC is bezig de bunkers af
te stoten, die sinds de jaren '40 heb
ben gediend als bergruimte voor
kunst die moest worden beschermd
in oorlogstijd. Het gaat om maxi
maal zeven bunkers, die over het
hele land verspreid liggen, en een
ruimte in de Pietersberg bij Maast
richt. WVC wil het geld voor het on
derhoud van deze opslagruimten
anders besteden. Het ministerie
gaat er bovendien niet langer van
uit dat hier een oorlogsdreiging kan
ontstaan, gezien de ontspanning
tussen Oost en West.
De eerste bunker wordt in april
'91 overgedragen aan de Staatsdo
meinen, die de opdracht krijgt een
koper ervoor te vinden. Het gaat om
een bovengronds bouwwerk bg
Paaslo in Overijssel, waar op dit mo
ment tijdelijk een collectie schilde
rijen uit Letland is opgeslagen, die
binnenkort zal worden geexpo-
seerd in Deventer.
Het ministerie heeft eind vorig
jaar bij de rgksmusea geïnventari
seerd of zij interesse hadden in het
gebruik van enkele bunkers. Een
aantal musea heeft laten weten dat
ze nagaan in hoeverre ze deze ver
sterkingen als depot kunnen ge
bruiken. Met name musea in oudere
gebouwen kampen vaak met een
groot gebrek aan depotruimte. De
overheid streeft ernaar dat de be
langrijkste kunstvoorwerpen in
noodgevallen kunnen worden be
schermd in of vlakbij de musea
waartoe ze behoren.
Slechts enkele, nieuwere musea
beschikken over een versterkte
ruimte, waar hun belangrijkste
stukken veilig kunnen worden op
geslagen. Het ministerie gaat ervan
uit dat dit nodig kan zijn in geval
van een natuurramp, bijvoorbeeld
een overstroming, of bg een brand,
waardoor instortingsgevaar dreigt
TOURNEE - De wereldberoemde
Russische pianist Svatoslav Richter
geeft volgende maand twee concer
ten in ons land. Zondag 17 maart
speelt hij in Musis Sacrum Arnhem,
twee dagen later gevolgd door de
Oosterpoort in Groningen. Tgdens
de concerten zal Philips opnames
maken voor een later uit te brengen
live-cd. Richter speelt in Arnhem en
Groningen onder meer werken van
J.S. Bach.
'Love Letters' (1950) van Stanley Spencer.
BEATRIX OPENT LEEUW VAN VENETIË
De schilder Stanley Spencer.
De Britse kunstschilder
Stanley Spencer(1891-
1959) wilde na zijn
veertigste levensjaar nog
maar één groot kunstwerk
maken: een Kerk-Huis.
Daarmee bedoelde hij een
kerk die een huiselijk
karakter zou krijgen. Het
Kerk-huis kwam er nooit,
de schilderijen waarmee
dit gebouw moest worden
ingericht wel. Ter
gelegenheid van Spencers
honderdste geboortedag
worden ze in de Barbican
Art Gallery in Londen
onder de titel 'The
apotheosis of Love'
tentoongesteld. Tot 1 april
is daar nu het werk te zien
van de schilder die de
hemel naar Engeland
haalde.
LONDEN Bij Central Markets,
het complex waarin de grote slach
terijen en vleeshallen van Londen
zijn gevestigd, jaagt een man met
een hogedrukspuit plassen bloed
de goot in. Achter hem hangen var
kens als valschermspringers aan
stalen haken. Om de kadavers heen,
in de wit betegelde ruimten, zoe
men vliegen hun Gregoriaans. Non-
De emancipatie van een wereldstad
Expositie: Grafiek, schilderijen, tekeningen e
beelden van elf Rotterdamse kunstenaars l
de jaren '40, '50 en '60. Tot 25 maart te beziel
in Galerie Liga Nieuw Beelden, Presid
LEIDEN - De voortrekkersrol die
Rotterdam vervuld heeft in de door
braak en acceptatie van de naoor
logse moderne kunst wordt te wei
nig belicht. Dat is de achterliggende
gedachte geweest voor de nieuwe
expositie in Galerie Liga Nieuw
Beelden. Tot 25 maart worden in
deze galerie werken van Rotter
damse kunstenaars uit de jaren '40,
'50 en '60 in de schijnwerpers gezet.
Het gaat om werken van in totaal
elf kunstenaars. Kraanen, Motz en
Van Stuyvenberg figureerden na de
Tweede Wereldoorlog in de Rotter
damse kunstenaarsgroep "ARA".
Wout van Heusden, Quirijn van Tiel
en Koos van Vlijmen waren verbon
den aan de groep "Vrij Beelden".
Daarnaast is er werk te zien van
Wally Elenbaas, Guust Romijn, Van
Oudheusden, Emiel Voeten en Pie-
ter de Haard.
De schilderijen van Pieter de
Haard hebben mijn bijzondere aan
dacht opgeëist. Het is frappant hoe
deze kunstenaar zich ontwikkeld
heeft. Aanvankelijk schilderde hij
abstract-geometrische gouaches,
waaruit zijn bewondering voor
Theo van Doesburg spreekt. Tij
dens de Tweede Wereldoorlog heeft
Pieter de Haard zich verdiept in de
relatie tussen beeldende kunst en
muziek. Door de materiaalschaarste
was hij genoodzaakt om met pastel
krijt te gaan werken; het enige ma
teriaal dat hem nog ter beschikking
stond. De oudere werken van Pieter
de Haard die in de galerie te zien
zijn, steken qua stijl scherp af bij de
andere werken.
Na de Tweede Wereldoorlog is de
Rotterdamse kunstenaar met olie
verf gaan werken. De vormgeving
komt dan meer in de richting van
wat zijn tijdgenoten maken. Toch
blijft Pieter de Haard een buiten
beentje. Zijn werk is minder deco
ratief, zijn kleuren minder contrast
rijk en hij brengt de verf in dikke la
gen op. De vormen die hij schildert
krijgen soms een bijna calligrafisch
In één expositie circa vijftig wer
ken van elf kunstenaars samen
brengen garandeert een grote varia
tie. Alleen al vanwege de verschei
denheid in techniek. Een greep uit
de expositie: er zijn olieverfschilde
rijen, houten en stenen beeldhouw
werken, grafiek, tekeningen, goua
ches, aquarellen en collages te zien.
Maar ondanks de verscheidenheid
in stijl en techniek zijn er twee in
het oog springende overeenkom
sten. Alle werken zijn abstract en
vrijwel alle werken doen denken
aan gordijnstoffen uit de jaren '50
en '60. Dat is niet kattig bedoeld. Er
zijn nu eenmaal veel kunstenaars
geweest die zich met de ontwerpen
van interieursstoffen hebben bezig
gehouden.
LISETTE OOMEN
Boze Hugo Claus
verbiedt uitgave
van nieuwe roman
BRUSSEL (ANP) - Een boze Hugo
Claus heeft de Antwerpse Uitgeverij
Nioba verboden zijn jongste roman
'Zomernacht' uit te geven. Het boek
zou in het voorjaar op de markt ko
men en de uitgeverij heeft er ook al
reclame voor gemaakt bij de boek
handel en in de pers.
Claus is ontstemd over een novel
le van Guido Lauwaert, die door uit
geverij Nioba is uitgebracht. Die no
velle, 'Avenu Claus', is de weergave
van een 'literaire wandeling' door
Gent, langs de huizen waarin Claus
gewoond heeft.
De ironische toon van de novelle
is bij Claus in het verkeerde keelgat
geschoten. Een zegsman bij Nioba
bevestigde gisteren dat. Claus in
middels de uitgeverij verboden
heeft 'Zomernacht' uit te brengen.
Guido Lauwaert heeft al jaren te
rug bekendheid gekregen als orga
nisator van de 'Nachten van de Poe
zie'. Vroeger werden die in Brussel
en Kortrijk gehouden en tegen
woordig in Utrecht. Lauwaert is
medewerker van NRC-Handelsblad
en Het Parool en van de Vlaamse
krant Het Laatste Nieuws.
AMSTERDAM "De leeuw van Venetië voelt zich thuis in Amsterdam,
net zoals ik". Directeur van het Palazzo Grassi in Venetië, dr. P. Viti
(rechts) zei dit gisteren bij de opening van de tentoonstelling „De Leeuw
van Venetië" in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam. Koningin
Beatrix verrichte de officiële openingshandeling door een gordijn weg te
trekken waarachter de leeuw te voorschijn kwam.
Tot en met 31 maart is de tentoonstelling, die onder auspiciën van het Ita
liaanse ministerie van cultuur staat, voor het publiek geopend.
De bronzen gevleugelde leeuw, die tot voor kort op één van de twee zuilen
naast het Dogenpaleis stond, geldt als symbool voor Venetië. Over de ouder
dom en de herkomst van het beeld is zo goed als niets bekend. Sommigen ar
cheologen beweren dat het 4,4 meter lange en bijna drie ton wegende beeld
uit het Midden-Oosten of zelfs China komt.
Schattingen over de leeftijd van de leeuw lopen uiteen van de vierde
eeuw voor Christus tot de elfde eeuw na Christus. Recent wetenschappelijk
onderzoek heeft aangetoond dat er in de loop der eeuwen tenminste vijf res
tauraties hebben plaatsgevonden. Voor de laatste restauratie, in 1985 is de
leeuw voor het laatst van de zuil gehaald.
Viti wees er in zijn openingstoespraak op dat het de eerste keer is dat de
leeuw Venetië vrijwillig verlaat. In 1797 werd het bronzen gevaarte als oor
logsbuit door de Fransen naar Parijs meegenomen. Na de val van Napo
leon keerde het dier weer terug naar Venetië. (fot ANp)
Tentoonstelling
Toer van Schayk
VLISSINGEN (ANP) - Toer van
Schayk, die als choreograaf en ont
werper verbonden is aan het Natio
nale Ballet, houdt zich ook bezig
met de schilder- en beeldhouw
kunst. Zijn schilderijen zgn van 22
februari tot en met 9 april te zien in
de expositieruimte voor heden
daagse kunst 'Bellamy 19' in Vlis-
singen.
De 54-jarige choreograaf studeer
de beeldhouwen en tekenen aan de
Koninklijke Academie voor Beel
dende Kunsten in Den Haag en
daarna aan het Hoger Instituut voor
Schone Kunsten in Antwerpen.
'GOEDKOOP' - De nieuwe Stads
schouwburg van Breda kost geen
twintig miljoen gulden, zoals de ge
meente eerder had aangenomen,
maar 4t miljoen gulden.
Niettemin kan de exploitatie een
derde goedkoper uitvallen. Dat zal
het geval zijn als Joop van de Ende
Theaterprodukties de stads
schouwburg Concordia na Carré in
Amsterdam en het Circustheater in
Scheveningen, gaat gebruiken als
derde musicaltheater.
Marion Bloem leest voor in de Burcht
LEIDEN In het kader van 'Burcht Literair' zal de schrijfster Marion
Bloem (1952), onder meer bekend van de roman 'Geen Gewoon Indisch
Meisje', donderdag 28 februari vanaf 20.15 uur in De Burcht vertellen over
haar werk. De schrijfster is zeer veelzijdig en heeft, behalve zestien ro
mans, ook jeugdboeken, gedichten, speelfilms, documentaires en televi
sieprogramma's op haar naam staan. Daarnaast maakt zij etsen en aquarel
len.
Behalve uit 'Geen gewoon Indisch meisje' zal Marion Bloem voor
'Burcht Literair' ook vertellen over en voorlezen uit romans als 'Lange rei
zen, korte liefdes' (1987), 'Rio' (1987), 'Meisjes vechten niet' (1988) en uit
haar vorig jaar verschenen boek 'Vliegers onder het matras'.