Leidse kunst bestaat met Bolten wil rust Lakenhal verstoren Confrontatie Noord en Zuid Pianotalent Soerjadi nog wat te onstuimig WOENSDAG 20 FEBRUARI 1991 KUNST PAGINA 21 LEIDEN De Lakenhal is geen museum dat op ieders lippen ligt. Tentoonstellingen zijn zelden spraakmakend en de collectie oude kunst waarmee het stedelijk museum doorgaans in de weer is spreekt niet tot ieders verbeelding. Als het aan de nieuwe directeur van het museum ligt gaat dat allemaal veranderen. De Lakenhal moet nationale allure krijgen: een kunsttempel worden waarin de historie en moderne tijd naadloos op elkaar aansluiten. Directeur Jetteke Bolten-Rempt heeft een beleidsschets gepresenteerd waarin zij haar visie geeft op de doelstelling van De Lakenhal en de betekenis van het stedelijk museum voor de stad Leiden. Een nieuwe vleugel 'Hollandse landschappen, museumcafé, meer exposities' voor de moderne kunst en zo mogelijk voor de uitbreiding van de historische afdeling, plus de broodnodige uitbreiding van de depotruimte staan bovenaan het wensenlijstje van de museumdirecteur. Maar, de inrichting van het bestaande museumgebouw is de eerste prioriteit. Binnen de huidige muren van het museum zal, meer dan voorheen, aandacht worden geschonken aan hedendaagse beeldende kunst. Ook in de zalen met oude kunst zal de rust worden verstoord. Bolten wil af van de statische tentoonstellingen waarnaar de mensen na één bezoek niet gauw meer zullen terugkomen omdat er toch niets verandert. De historische afdeling moet geactualiseerd worden met het accent op de sociaal- economische historie van Leiden. De oude kunst en kunstnijverheid wordt meer in samenhang met elkaar gepresenteerd, dus niet meer de schilderijen hier en de beelden daar. Bolten zegt te streven naar een chronologisch beeld van de ontwikkelingen van stijlen en opvattingen uitmondend in de moderne kunst en vormgeving in de 20ste eeuw. Wat betreft de moderne, nog levende, kunstenaars wordt een cultuurscheppend beleid gevoerd door nieuwe ontwikkelingen tijdig te signaleren en te tonen. Met de Rijkdienst Beeldende Kunst wordt onderhandeld over het in bruikleen krijgen van 'het Hollandse Landschap', zo'n 30 a 40 meesterwerken die thans verspreid zijn over ambassades en cultuurinstellingen in binnen- en buitenland. Deze landschapsschilderkunst sluit goed aan bij de bestaande collectie waardoor de herkenbaarheid en aantrekkingskracht van De Lakenhal voor een breed (inter)nationaal publiek verder wordt vergroot. De museumdirecteur is optimistisch over de pfloop van de onderhandelingen. Voor het hele museum moet een nieuw licht- en klimaatbeheersingsplan komen. Er is een museum winkel gepland voor boeken, kunstvoorwerpen en replica's evenals een museumcafé. Ook de museumbibliotheek wordt toegankelijker. Directeur Bolten stelt zich op het standpunt geen monstertentoonstellingen van elders over te nemen maar een verscheidenheid aan exposities te bieden voor een zo verschillend mogelijk publiek. Het aantreden van mevrouw Bolten-Rempt, als nieuwe directeur van De Lakenhal, is niet onopgemerkt gebleven. Er waait een frisse wind door het museum. Muren worden witgekalkt, stijlkamers opnieuw ingericht en de entreehal van het museum is vanaf heden bestemd voor moderne kunst. "De eerste stappen op weg naar een nieuw gezicht voor De LakenhaL'jjstelt directeur Bolten tevreden vast. Van onze redacteur Jan Rijsdam LEIDEN Tot voor kort werden bezoekers van het museum opge wacht door geharnaste wachters en waren de wanden van de entreehal opgesierd met wapentuig. "Een soort Ridderzaal", zegt Jetteke Bol ten ervan. "Dat gaf een erg histori serend beeld. Ik heb altijd gevon den dat De Lakenhal een museum moet zijn waarin zowel oude als mo derne kunst een plaats jnoet vin den. De moderne kunst heeft tot dusver onvoldoende aandacht ge kregen. Het hing er maar zo'n beetje bij. Zo'n entreehal is bij uitstek een ruimte die een eigentijdse sfeer moet ademen, om van daaruit de reis door het verleden te beginnen". De moderne kunst die er nu hangt heeft menigeen de schrik om het hart doen slaan. Bolten weer spreekt dat dat haar bedoeling was. "Schrikken en schrikken is twee. Mensen moet op een goede manier schrikken. Als ze schrikken en ver volgens alleen hun weerzin uiten, dan is dat niet goed. Maar, als men- Directeur Bolten van De Lakenhal: sen schrikken met nieuwsgierig heid als resultaat, heb ik daar geen moeite mee". "Het doel dat mij voor ogen staat is van De Lakenhal een plek te ma ken waar kunst en cultuur zich kun nen presenteren, ontwikkelen en onderwerp van gesprek zijn. Bezoe kers moeten, aan de hand van (inter nationale topstukken uit de Neder landse kunstgeschiedenis, een cul turele wandeling door de tijd kun nen maken, vanaf de 16de eeuw tot heden. De betekenis van de Leidse cultuur moet worden ingebed in een nationale, en in zekere zin inter nationale context. Dat klinkt heel ambitieus, maar door de explosieve ontwikkeling van de communicatie en reproduktietechniek is cultuur niet meer plaatselijk te bepalen. We weten morgen wat vandaag in Ja pan of New York gebeurt. Er is geen sprake meer van een geïsoleerde plaatselijke traditie of schilder school". "Leidse kunst bestaat niet", aldus Jetteke Bolten. "Wel kunst die voor Leiden van belang is. Dat is goede kunst die in Leiden gemaakt is, of in Leiden getoond wordt, ofwel in Lei den en vooral in De Lakenhal een ■4 k Ét' 4 I i Bk' fli» m W W-y-kf. Assemblage van Johan Slabbynck in Stelling. (foto Mark Lamers) Expositie: Installatie van Dora Garcia en as semblages van Johan Slabbynck. Galerie Stelling. Burgsteeg 14 in Leiden. Tot 3 maart te bezichtigen op woensdag tot en met zaterdag van 12.00 tot 17.00 uur. LEIDEN Johan Slabbynck wil zijn werk liever niet toelichten. Dat heeft hij bij de opening van de expositie in Galerie Stelling al te veel gedaan en zijn stem heeft er onder geleden. Na deze veront schuldiging volgt een stortvloed van woorden die niet meer te stui ten is. De jonge Belgische kunste naar blijkt een enthousiast en boeiend verteller te zijn. Johan Slabbynck kan het niet laten zijn kunst toe te lichten. Samen met Dora Garcia expo seert Johan Slabbynck tot 3 maart in Galerie Stelling. Johan Slabbynck werkt onder meer met plexiglas, speelgoedauto's, rub ber, metaal, hardboard, neon licht, foto's en verdorde bladeren. Met een opmerkelijke precisie maakt hij daar assemblages van. Het eindresultaat ziet er sober en zakelijk uit. "Mijn inspiratiebron is de schil derkunst in Duitsland en Scan dinavië ten tijde van de Roman tiek", aldus Johan Slabbynck. "Ik wil aan dezelfde thematiek gestalte geven, maar dan met nieuwe materialen en technische middelen". Als voorbeeld noemt Slab bynck het werk van de Duitser Caspar David Friedrich (1774- 1840). "Friedrichs schilderijen hebben dezelfde zuivere en kille atmosfeer", zegt Johan Slab bynck. "Ik gebruik daar onder an dere neon-licht voor. Friedrich schilderde vaak een spoorlijn of een kronkelende weg in het land schap. Het zijn symbolen voor een levensspoor of levensweg, waarvan je niet moet afwijken. In mijn werk heeft de spoorlijn de zelfde betekenis. Maar ik heb de rails niet geschilderd. Ik verwerk de rails van een speelgoedtrein tje". Tegenover de zakelijke assem blages van Johan Slabbynck is een installatie van de Spaanse kunstenares Dora Garcia opge steld. Het geheel bestaat uit vier grote zwart-wit foto's van Ooster se porseleinen beeldjes, een rood geverfd paneel, een blauw doek, twee blauwe ingelijste vellen pa pier en drie sokkels in de kleuren wit, rood en blauw. Dora Garcia noemt het werk "De Blinde Man". "Toen ik dit maakte, speelde er een parabel door mijn hoofd", zegt Dora Garcia. "Ik stelde me een blinde verzamelaar voor". De beeldjes op de foto's zijn typische verzamelobjecten. De opstelling herinnert aan die van kunstmu sea uit de vorige eeuw. Toen wer den de wanden zo economisch mogelijk benut, om maar zoveel mogelijk schilderijen te kunnen exposeren. Dora Garcia: "Een blinde heeft niets aan een verza meling kunstvoorwerpen. De kleuren rood en blauw bestaan nog slechts in zijn herinnerin gen". In Galerie Stelling komen Noord en Zuid lijnrecht tegen over elkaar te staan. Johan Slab- byncks monochrome' zakelijk heid tegenover de uitbundigheid van Dora Garcia's primaire kleur gebruik. Het verhalende element in het werk van Dora Garcia te genover de technische vertaling van de Duitse Romantiek in het werk van Johan Slabbynck. Een opmerkelijke combinatie van bij zondere werken. Wat mij betreft: een geslaagde expositie. LISETTE OOMEN Warenhuis Sommigen zien in het museum het 'warenhuis' van de jaren negentig. Is dat ook wat Bolten voor ogen staat? "De diversiteit van de collectie van De Lakenhal is zo groot dat het voor een grote publieksgroep van belang is. Je kunt hier komen en al leen de 16e eeuw bekijken of alleen de moderne kunst, of alles in sa menhang bekijken. In dat opzicht zou je kunnen spreken van 'cul- tuurshopping"'. "Interessant is bijvoorbeeld dat op 3 oktober, in de twee uur dat het museum gratis toegankelijk is, 2400 mensen komen kijken naar de huts- potpot en het schilderij van Van Bree. Ik zou gr^ag bereiken dat mensen het heden net zo boeiend gaan vinden als het verleden". Alle dagen 3 oktober? "Ja, daar hoop je op. Maar of we die doelstel ling kunnen bereiken? Ik hoop wel dat de belangstelling van de door snee Leidenaar voor de Lakenhal groter wordt". Bolten vindt niet dat haar plan nen een dikke onvoldoende beteke nen voor haar voorganger. "Zijn zorg voor de collectie is optimaal ge weest. Ik hoop met de nieuwe in richting van het museum de samen hang tussen verschillende onderde len, ook voor de gespecialiseerde bezoeker, beter zichtbaar te ma ken". Hoe worden de plannen van de nieuwe directeur binnen de muren van het museum ontvangenZijn de conservatoren van de historische af deling en oude kunst niet bang dat ze terrein moeten inleveren ten be hoeve van de moderne kunst? "De wens om tot verandering en vernieuwing te komen bestaat al heel lang. Men wist alleen niet pre cies hoe en wat. Daarover bestond meer twijfel dan over de vraag of er iets veranderen moet. Van dat laatste is iedereen overtuigd. Waar ik mee bezig ben is ideeën verzame len en een samenhang daarin aan brengen. De relaties die ik wil leg gen tussen de verschillende afdelin gen worden zeker niet als bedrei gend ervaren". Als oude kunst plaats moet maken voor hedendaagse beeldende kunst, waar gaan die kunstwerken dan naar toe als de depots al overvol zijn? "Daar wil ik nog geen uitspraak over doen", reageert Bolten. Er zijn onderhandelingen gaande om be paalde dingen in bruikleen te geven aan andere musea. Als een stuk op een goede plek komt, waar het ook toegankelijk is voor publiek, heb ik daartegen geen bezwaar. Mijn op vatting is juist dat er binnen de Ne derlandse musea veel meer mobili teit moeten plaatvinden om de col lecties te kunnen toespitsen". Sinds jaar en dag bestaan er al plannen voor uitbreiding van De Lakenhal met een nieuwe vleugel voor moderne kunst. Jetteke Bol- Directeur Bolten-Rempt in de nieuw ingerichte entreehal van De Lakenhal, waar nu .werken van Carel Balth hangen: "Mensen moeten op een goede manier schrikken". (foto Hteico Kuiper»» ten wimpelt vragen daarover be hendig af. "Ik wil niet vooruitlopen op de politieke besluitvorming", verklaart ze. "Natuurlijk denk ik dat die nieuwe vleugel hoogst nood zakelijk is. Als het aan mij ligt, maar het ligt natuurlijk niet alleen aan mij, gaat binnen enkele jaren de eer ste paal de grond in". De Lakenhal kan de collectie Hol landse landschappen wel vergeten zonder die nieuwe vleugel, veron derstellen wij. Het blijft geruime tijd stil. "Nou ja, ik denk wel dat de nieuwe vleu gel daar een heel belangrijke rol in speelt. Ik heb de Rijksdienst Beel dende Kunst gezegd dat als ze die collectie nu willen onderbrengen, dat dat absoluut onmogelijk is". Hoe denkt Bolten over de verkoop van kunstwerken uit het overvolle depot, om die nieuwe vleugel te fi nancieren. Is dat bespreekbaar? "Nee, ik denk dat wat in bezit is van het museum ook in eigendom moet blijven. We moeten niet als een soort individuele smaakmaker zeggen: dit of dit verkopen we maar weer. Ten opzichte van bruikleen ligt dat anders. Ik ben niet zo ie mand die op het bezit van het muse um zit, zo van: dit is van ons en gaat nooit ergens anders heen". Wat is Bolten's grootste wdns als het gaat om het aankoopbeleid van het museum? "Dat is moeilijk. Wat betreft de oude kunst zou ik wel een vroege Rembrandt willen hebben, uit de Leidse periode. Maar dat is vrijwel onmogelijk. Het hele aankoopbud get bedraagt maar om en nabij de 50.000 gulden per jaar". "Wat de moderne kunst betreft zou ik graag een belangrijk werk van Van Doesburg, die met zijn tijd schrift De Stijl ook in Leiden actief was, willen hebben. Daar zijn mis schien eerder mogelijkheden voor. Ik zou ook wel iets willen van Jan Toorop die ook in deze contreien ge werkt heeft. De aanloop naar de he dendaagse kunst, dat is echt een leemte in het museum. Daar wil ik absoluut meer aandacht aan beste den". Werk buitenlandse kunstenaars in Lakenhal, Waag en bij Galerie Stelling DEN HAAG/LEIDEN (ANP) - Onder de titel 'Het Klimaat' organiseert de Culturele Raad Zuid-Holland in de periode van 3 mei tot en met 30 juni een serie tentoonstellingen van buitenlandse beeldende kunsternaars die in Nederland wonen en werken. De tentoonstellingen zijn te bezichtigen in stedelijk museum De Lakenhal in Leiden, Stedelijk Museum Prinsenhof in Delft en bij dertig galeries en expositieruimten verspreid over heel Nederland. Volgens de Culturele Raad Zuid-Holland zijn de afgelopen jaren veel buitenlandse kunstenaars naar Nederland gekomen vanwege het kunstonderwijs en de gunstige sociaal-economische omstandigheden. De tentoonstellingen moeten een beeld geven van de beïnvloeding van het werk van de individuele kunstenaars door het Nederlandse klimaat en de beïnvloeding van het artistieke klimaat in Nederland door de komst van de buitenlanders. In de Lakenhal zal het centrale deel van Het Klimaat plaatsvinden, met exposities van zeven kunstenaars. Ook het podium voor hedendaagse kunst en muziek De Waag en galerie Stelling zullen aan het project meedoen. De Waag bewijst bestaansrecht LEIDEN De kunst- en muziekmanifestaties in de Waag hebben, sinds het nieuwe programma-aanbod van start is gegaan, ruim 32.000 mensen getrokken. "De Waag is er binnen anderhalf jaar in geslaagd om zich als professionele culturele instelling met een herkenbaar programma-aanbod een plaats naast de andere culturele instellingen te verwerven", aldus coördinator Frits Bruins van de Waag in een gisteren verschenen evaluatie- en beleidsnota. Volgens Bruins voegt De Waag duidelijk iets toe aan het totale gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid. Sinds het Waaggebouw, in 1985, in handen is gekomen van de gemeentelijke directie kunst en cultuur rekent men het tot de taak van de Waag om een programma-aanbod te realiseren op het gebied van hedendaagse kunst en muziek. Uit de publieke belangstelling voor acht tentoonstellingen en de concertseries blijkt, volgens Bruins, dat de nieuwe activiteiten, zowel op het gebied van hedendaagse kunst als op het gebied van de muziek, goed aanslaan. De balans opmakend concludeert de coördinator van de Waag dat het beleid gericht op het stimuleren van jonge, onbekende kunstenaars, het uitvoering geven aan experimenten, vernieuwing en grensverlegging moet worden voortgezet. Per jaar wordt voortaan een thema vastgesteld dat als een rode draad door het tentoonstellingsprogramma loopt. Op het ogenblik wordt een grafiekprogramma getiteld 'Moralisme', in samenwerking met het Centrum Beeldende Kunst uit Groningen en grafische werkplaats De Bange Duivel, gebracht. Verder zal er een manifestatierond het thema buitenlandse kunstenaars m Leiden plaatsvinden. Ook het werk van Leidse kunstenaars zal in de toekomst regelmatig te zien blijven. Het huidige aantal concerten blijft gehandhaafd. Getracht wordt dit jaar de succesvolle, jarenlange traditie van het Slagwerk Festival in ere te herstellen. Bij het muziekaanbod in de Waag is de toekomstige rol van de Stadsgehoorzaal als muziekcentrum nog niet aan de orde geweest. 'Vader was acupuncturist en prikkelbaar' Tweede voorronde van hel Le»ds Cabaret Fes tival. Genen op 19 februan in de Leidse schouwburg. LEIDEN - Het komt niet vaak voor dat een jury bekent dat ze haar taak 'niet moeilijk heeft gevonden'. Gis teravond gebeurde dat toen theater directeur Marten Putman, mede na mens zijn collega-juryleden Bavo Galama (cabaretier) en Frank Ver hallen (recensent), de deelnemers aan de halve finale van de dertiende editie van het Leids Cabaret Festi val bekendmaakte: Mark van de Veerdonk. Ad van Oorschot, Tim van der Sluijs, De Dulle Roeckers en André Westra zullen aanstaande donderdagavond tegen elkaar in het strijdperk treden. Een echt 'volwassen talent' heeft de jury volgens haar woordvoerder niet kunnen vinden onder de voor rondekandidaten, wèl een paar 'deelnemers met mogelijkheden'. Het niveau van de beide avonden kwalificeerde hij dan ook als 'rede lijk'. In totaal drie kandidaten van de tweede voorrondeavond zyn tot de halve finale doorgedrongen. Het da mesduo 'De Dulle Roeckers' brach ten in de woorden van de jury de meest wonderlijke bijdrage aan het festival. De dames Hilde de Roeck en Ingrid Dullens zijn zonder enige twijfel professioneel geschoold. Ze kunnen zich op een podium bewe gen, ze kunnen zingen en ze kunnen een tekst tot zijn recht laten komen. Het geheel heeft flair en uitstraling Toch is er een 'maar'... De inhoud kan - als je het positief wil bekijken - voor absurd doorgaan. Evenzogoed zou je aanmerkelijk minder vrien delijk aan de term 'inhoudsloos' kunnen denken. Of het programma meer dan sierlijke cadeauverpak king is, zal de hernieuwde kennis making tijdens de halve finale moe ten leren. De solisten Tim van der Sluijs en André Westra mogen eveneens don derdagavond terugkomen. Het in tro van Van der Sluijs is geestig. Het licht is uit en het voordoek nog ge sloten. De reden daarvoor komen we door een lied te weten: "Ik ben zo lelijk als de nacht". Na dat origi nele openingsnummer valt Van der Sluijs nogal tegen. Hij zou volgens de jury wat selectiever in zijn woordspelingen kunnen zijn, en dat is een understatement by uitstek. "Mijn vader was acupuncturist en bijzonder prikkelbaar" en nog veel meer opmerkelijken van dit kaliber, en woordspelingen als 'Lothar de Misère' missen ieder niveau. Tim van der Sluijs is overigens wel ie mand die thuis hoort op een caba retfestival. Typisch iemand die wat kan en zich door middel van de con frontatie met een breder publiek kan gaan ontwikkelen. De andere solist, André Westra, heeft de goodwill van de jury vooral te danken aan het tempo en de hoge grapdichtheid van zijn optreden. Ronduit wordt hij door de jury woordvoerder als talent gekwalifi ceerd. Een sterk punt in zijn optre den is inderdaad zijn vertelkunst. Hij dwingt je mee te gaan met zijn verhalen, al valt helaas een overdo sis aan 'sick jokes' in negatieve zin °P- WIJNAND ZEILSTRA PERZISCHE TAPUTEN Minister D'Ancona in eenakter DEN HAAG (GPD) - Podiumerva ring en lef genoeg. Maar of zij ook beschikt over het zuivere theatrale talent moet nog worden afgewacht. Op 6 maart treedt de minister van cultuur, Hedy d'Ancona, aan als heus toneelspeelster. In een 15 mi nuten durende éénakter neemt zij samen met beroepsacteur - en kan didaat voor de Louis d'Or - Peter Fa- ber de spectaculaire opening voor haar rekening van BulkBoeks Dag van de Literatuur (tevens opening Boekenweek) in het Haagse Con gresgebouw. Ruim 7.000 jongeren zullen getui ge zijn van een PvdA-bewinds- vrouw die een dame van stand speelt. Faber is monnik. Hij heeft zoals bekend zijn kandidatuur voor de hoogste toneelonderscheiding te danken aan zijn rol van Max, in Het Koekoeksnest (Nederlandse versie van 'One flew over the cuckoo's nest'). Op BulkBoeks Dag van de Litera tuur de tweede aflevering wordt in 7 zalen van het Congresge bouw een ruim 6 uur durend non- stop literair programma gebracht. en schrijver3 le2en voor eigen Een groot aantal auteurs heeft zijn werk en worden in talkshows gein- medewerking toegezegd. Dichters terviewd (o.a. door Koos Postema). Wibi Soerjadi piano: Prokofiev. Chopin, Liszl en Schumann. Gehoord in de Stads gehoorzaal op 19 februari. LEIDEN - De opstelling in de gro te zaal van de Stadsgehoorzaal deed denken aan die welke in het begin van deze eeuw gebruikelijk was: zitjes met tafeltjes en stoel- jes in een halve kring om de vleu gel heen. De zaal leek er minder hol door, want al waren heel wat mensen gekomen om dit jonge ta lent te horen, de grote zaal is ge woon te groot voor een dergelijk recital. Ondanks zijn jeugd heeft Wibi Soerjadi al een aantal be langrijke onderscheidingen ge wonnen, waarvan het doordrin gen tot de finale van het Interna tionale Franz Liszt concours ze ker het belangrijkste en veelzeg- gendste is. Een groot pianistisch talent en jeugd, het is een combinatie die altijd weer indruk maakt. Maar jeugd gaat vanzelf voorbij, en ta lent is niet meer maar ook niet minder dan het vertrekpunt voor een ontwikkeling. Dat Wibi Soer jadi beschikt over een groot pia nistisch potentieel staat als een paal boven water. Technische problemen lost hij spelenderwijs en met kennelijk plezier op. Zo'n bewerking van de mars uit de opera 'De liefde voor de drie si naasappelen' van Prokofiev was een beknopte virtuoze entree voor het programma, al voldoet een dergelijk uit zijn verband ge rukt fragment toch niet bijster. Het begin van de Ballade op. 23 no. 1 van Chopin beloofde veel goeds, poëtisch en met expressie ve melodische lijnen gespeeld. Maar waar de dynamiek heviger werd, verdween de poezie om plaats te maken voor pianistisch geweld, waarin slechts veel no ten, en niet meer dan dat, overble ven. Het forte verloor alle klank en glans. Voor het pianistisch kunnen dat Soerjadi in de zware Sonate in b van Liszt ten toon spreidde kan men niet anders dan bewondering hebben, maar ook hier werden de betoverende klan ken die hij uit de Bosendorfer wist te krijgen, even later door een genadeloos forte weggemept. Soerjadi lijkt gefascineerd door de klanken van zijn instrument, maar ziet te weinig kans om poé- zie en kracht met elkaar te verbin den. In de Ballade van Chopin en meer nog in de Sonate van Liszt, een werk van langere adem, werd daardoor de samenhang onvol doende duidelijk, en daarmee de logische voortgang verstoord. Voor de Etudes symphoniques van Schumann gold dit in minde re mate: het zijn 12 korte variaties in etudevorm op een thema, en het was dan ook in dit stuk dat Wi- bi Soerjadi's spel het beste tot zijn recht kwam. De parafrases over twee liederen van Schubert, 'Auf dem Wasser zu singen' en 'Die Fo- relle', van Liszt, had ik graag inge ruild met Prokofiev, voor een werk uit het oorspronkelijke pia norepertoire. Het zeer enthou siaste publiek hoede niet lang aan te dringen om drie toegiften te krijgen, die de positieve en nega tieve kanten van zijn spel nog maals onderstreepten. Het is te hopen dat Wibi Soerjadi zich de tijd zal gunnen om zich in rust in de muziek te verdiepen. MIES ALBARBA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 21