Leidse kunst
bestaat
met
Bolten wil rust Lakenhal verstoren
Confrontatie Noord en Zuid
Pianotalent Soerjadi nog wat te onstuimig
WOENSDAG 20 FEBRUARI 1991
KUNST
PAGINA 21
LEIDEN De Lakenhal is geen
museum dat op ieders lippen ligt.
Tentoonstellingen zijn zelden
spraakmakend en de collectie
oude kunst waarmee het
stedelijk museum doorgaans in
de weer is spreekt niet tot ieders
verbeelding. Als het aan de
nieuwe directeur van het
museum ligt gaat dat allemaal
veranderen. De Lakenhal moet
nationale allure krijgen: een
kunsttempel worden waarin de
historie en moderne tijd
naadloos op elkaar aansluiten.
Directeur Jetteke Bolten-Rempt
heeft een beleidsschets
gepresenteerd waarin zij haar
visie geeft op de doelstelling van
De Lakenhal en de betekenis van
het stedelijk museum voor de
stad Leiden. Een nieuwe vleugel
'Hollandse landschappen, museumcafé, meer exposities'
voor de moderne kunst en zo
mogelijk voor de uitbreiding van
de historische afdeling, plus de
broodnodige uitbreiding van de
depotruimte staan bovenaan het
wensenlijstje van de
museumdirecteur. Maar, de
inrichting van het bestaande
museumgebouw is de eerste
prioriteit. Binnen de huidige
muren van het museum zal, meer
dan voorheen, aandacht worden
geschonken aan hedendaagse
beeldende kunst.
Ook in de zalen met oude kunst
zal de rust worden verstoord.
Bolten wil af van de statische
tentoonstellingen waarnaar de
mensen na één bezoek niet gauw
meer zullen terugkomen omdat
er toch niets verandert. De
historische afdeling moet
geactualiseerd worden met het
accent op de sociaal-
economische historie van
Leiden. De oude kunst en
kunstnijverheid wordt meer in
samenhang met elkaar
gepresenteerd, dus niet meer de
schilderijen hier en de beelden
daar.
Bolten zegt te streven naar een
chronologisch beeld van de
ontwikkelingen van stijlen en
opvattingen uitmondend in de
moderne kunst en vormgeving in
de 20ste eeuw. Wat betreft de
moderne, nog levende,
kunstenaars wordt een
cultuurscheppend beleid
gevoerd door nieuwe
ontwikkelingen tijdig te
signaleren en te tonen.
Met de Rijkdienst Beeldende
Kunst wordt onderhandeld over
het in bruikleen krijgen van 'het
Hollandse Landschap', zo'n 30 a
40 meesterwerken die thans
verspreid zijn over ambassades
en cultuurinstellingen in binnen-
en buitenland. Deze
landschapsschilderkunst sluit
goed aan bij de bestaande
collectie waardoor de
herkenbaarheid en
aantrekkingskracht van De
Lakenhal voor een breed
(inter)nationaal publiek verder
wordt vergroot. De
museumdirecteur is optimistisch
over de pfloop van de
onderhandelingen.
Voor het hele museum moet een
nieuw licht- en
klimaatbeheersingsplan komen.
Er is een museum winkel gepland
voor boeken, kunstvoorwerpen
en replica's evenals een
museumcafé. Ook de
museumbibliotheek wordt
toegankelijker. Directeur Bolten
stelt zich op het standpunt geen
monstertentoonstellingen van
elders over te nemen maar een
verscheidenheid aan exposities
te bieden voor een zo
verschillend mogelijk publiek.
Het aantreden van
mevrouw Bolten-Rempt,
als nieuwe directeur van
De Lakenhal, is niet
onopgemerkt gebleven. Er
waait een frisse wind door
het museum. Muren
worden witgekalkt,
stijlkamers opnieuw
ingericht en de entreehal
van het museum is vanaf
heden bestemd voor
moderne kunst. "De eerste
stappen op weg naar een
nieuw gezicht voor De
LakenhaL'jjstelt directeur
Bolten tevreden vast.
Van onze redacteur
Jan Rijsdam
LEIDEN Tot voor kort werden
bezoekers van het museum opge
wacht door geharnaste wachters en
waren de wanden van de entreehal
opgesierd met wapentuig. "Een
soort Ridderzaal", zegt Jetteke Bol
ten ervan. "Dat gaf een erg histori
serend beeld. Ik heb altijd gevon
den dat De Lakenhal een museum
moet zijn waarin zowel oude als mo
derne kunst een plaats jnoet vin
den. De moderne kunst heeft tot
dusver onvoldoende aandacht ge
kregen. Het hing er maar zo'n beetje
bij. Zo'n entreehal is bij uitstek een
ruimte die een eigentijdse sfeer
moet ademen, om van daaruit de
reis door het verleden te beginnen".
De moderne kunst die er nu hangt
heeft menigeen de schrik om het
hart doen slaan. Bolten weer
spreekt dat dat haar bedoeling was.
"Schrikken en schrikken is twee.
Mensen moet op een goede manier
schrikken. Als ze schrikken en ver
volgens alleen hun weerzin uiten,
dan is dat niet goed. Maar, als men-
Directeur Bolten van De Lakenhal:
sen schrikken met nieuwsgierig
heid als resultaat, heb ik daar geen
moeite mee".
"Het doel dat mij voor ogen staat
is van De Lakenhal een plek te ma
ken waar kunst en cultuur zich kun
nen presenteren, ontwikkelen en
onderwerp van gesprek zijn. Bezoe
kers moeten, aan de hand van (inter
nationale topstukken uit de Neder
landse kunstgeschiedenis, een cul
turele wandeling door de tijd kun
nen maken, vanaf de 16de eeuw tot
heden. De betekenis van de Leidse
cultuur moet worden ingebed in
een nationale, en in zekere zin inter
nationale context. Dat klinkt heel
ambitieus, maar door de explosieve
ontwikkeling van de communicatie
en reproduktietechniek is cultuur
niet meer plaatselijk te bepalen. We
weten morgen wat vandaag in Ja
pan of New York gebeurt. Er is geen
sprake meer van een geïsoleerde
plaatselijke traditie of schilder
school".
"Leidse kunst bestaat niet", aldus
Jetteke Bolten. "Wel kunst die voor
Leiden van belang is. Dat is goede
kunst die in Leiden gemaakt is, of in
Leiden getoond wordt, ofwel in Lei
den en vooral in De Lakenhal een
■4
k Ét'
4
I
i
Bk'
fli»
m
W
W-y-kf.
Assemblage van Johan Slabbynck in Stelling.
(foto Mark Lamers)
Expositie: Installatie van Dora Garcia en as
semblages van Johan Slabbynck. Galerie
Stelling. Burgsteeg 14 in Leiden. Tot 3
maart te bezichtigen op woensdag tot en
met zaterdag van 12.00 tot 17.00 uur.
LEIDEN Johan Slabbynck wil
zijn werk liever niet toelichten.
Dat heeft hij bij de opening van
de expositie in Galerie Stelling al
te veel gedaan en zijn stem heeft
er onder geleden. Na deze veront
schuldiging volgt een stortvloed
van woorden die niet meer te stui
ten is. De jonge Belgische kunste
naar blijkt een enthousiast en
boeiend verteller te zijn. Johan
Slabbynck kan het niet laten zijn
kunst toe te lichten.
Samen met Dora Garcia expo
seert Johan Slabbynck tot 3
maart in Galerie Stelling. Johan
Slabbynck werkt onder meer met
plexiglas, speelgoedauto's, rub
ber, metaal, hardboard, neon
licht, foto's en verdorde bladeren.
Met een opmerkelijke precisie
maakt hij daar assemblages van.
Het eindresultaat ziet er sober en
zakelijk uit.
"Mijn inspiratiebron is de schil
derkunst in Duitsland en Scan
dinavië ten tijde van de Roman
tiek", aldus Johan Slabbynck.
"Ik wil aan dezelfde thematiek
gestalte geven, maar dan met
nieuwe materialen en technische
middelen".
Als voorbeeld noemt Slab
bynck het werk van de Duitser
Caspar David Friedrich (1774-
1840). "Friedrichs schilderijen
hebben dezelfde zuivere en kille
atmosfeer", zegt Johan Slab
bynck. "Ik gebruik daar onder an
dere neon-licht voor. Friedrich
schilderde vaak een spoorlijn of
een kronkelende weg in het land
schap. Het zijn symbolen voor
een levensspoor of levensweg,
waarvan je niet moet afwijken. In
mijn werk heeft de spoorlijn de
zelfde betekenis. Maar ik heb de
rails niet geschilderd. Ik verwerk
de rails van een speelgoedtrein
tje".
Tegenover de zakelijke assem
blages van Johan Slabbynck is
een installatie van de Spaanse
kunstenares Dora Garcia opge
steld. Het geheel bestaat uit vier
grote zwart-wit foto's van Ooster
se porseleinen beeldjes, een rood
geverfd paneel, een blauw doek,
twee blauwe ingelijste vellen pa
pier en drie sokkels in de kleuren
wit, rood en blauw. Dora Garcia
noemt het werk "De Blinde
Man".
"Toen ik dit maakte, speelde er
een parabel door mijn hoofd",
zegt Dora Garcia. "Ik stelde me
een blinde verzamelaar voor". De
beeldjes op de foto's zijn typische
verzamelobjecten. De opstelling
herinnert aan die van kunstmu
sea uit de vorige eeuw. Toen wer
den de wanden zo economisch
mogelijk benut, om maar zoveel
mogelijk schilderijen te kunnen
exposeren. Dora Garcia: "Een
blinde heeft niets aan een verza
meling kunstvoorwerpen. De
kleuren rood en blauw bestaan
nog slechts in zijn herinnerin
gen".
In Galerie Stelling komen
Noord en Zuid lijnrecht tegen
over elkaar te staan. Johan Slab-
byncks monochrome' zakelijk
heid tegenover de uitbundigheid
van Dora Garcia's primaire kleur
gebruik. Het verhalende element
in het werk van Dora Garcia te
genover de technische vertaling
van de Duitse Romantiek in het
werk van Johan Slabbynck. Een
opmerkelijke combinatie van bij
zondere werken. Wat mij betreft:
een geslaagde expositie.
LISETTE OOMEN
Warenhuis
Sommigen zien in het museum het
'warenhuis' van de jaren negentig.
Is dat ook wat Bolten voor ogen
staat?
"De diversiteit van de collectie
van De Lakenhal is zo groot dat het
voor een grote publieksgroep van
belang is. Je kunt hier komen en al
leen de 16e eeuw bekijken of alleen
de moderne kunst, of alles in sa
menhang bekijken. In dat opzicht
zou je kunnen spreken van 'cul-
tuurshopping"'.
"Interessant is bijvoorbeeld dat
op 3 oktober, in de twee uur dat het
museum gratis toegankelijk is, 2400
mensen komen kijken naar de huts-
potpot en het schilderij van Van
Bree. Ik zou gr^ag bereiken dat
mensen het heden net zo boeiend
gaan vinden als het verleden".
Alle dagen 3 oktober? "Ja, daar
hoop je op. Maar of we die doelstel
ling kunnen bereiken? Ik hoop wel
dat de belangstelling van de door
snee Leidenaar voor de Lakenhal
groter wordt".
Bolten vindt niet dat haar plan
nen een dikke onvoldoende beteke
nen voor haar voorganger. "Zijn
zorg voor de collectie is optimaal ge
weest. Ik hoop met de nieuwe in
richting van het museum de samen
hang tussen verschillende onderde
len, ook voor de gespecialiseerde
bezoeker, beter zichtbaar te ma
ken".
Hoe worden de plannen van de
nieuwe directeur binnen de muren
van het museum ontvangenZijn de
conservatoren van de historische af
deling en oude kunst niet bang dat
ze terrein moeten inleveren ten be
hoeve van de moderne kunst?
"De wens om tot verandering en
vernieuwing te komen bestaat al
heel lang. Men wist alleen niet pre
cies hoe en wat. Daarover bestond
meer twijfel dan over de vraag of er
iets veranderen moet. Van dat
laatste is iedereen overtuigd. Waar
ik mee bezig ben is ideeën verzame
len en een samenhang daarin aan
brengen. De relaties die ik wil leg
gen tussen de verschillende afdelin
gen worden zeker niet als bedrei
gend ervaren".
Als oude kunst plaats moet maken
voor hedendaagse beeldende kunst,
waar gaan die kunstwerken dan
naar toe als de depots al overvol
zijn?
"Daar wil ik nog geen uitspraak
over doen", reageert Bolten. Er zijn
onderhandelingen gaande om be
paalde dingen in bruikleen te geven
aan andere musea. Als een stuk op
een goede plek komt, waar het ook
toegankelijk is voor publiek, heb ik
daartegen geen bezwaar. Mijn op
vatting is juist dat er binnen de Ne
derlandse musea veel meer mobili
teit moeten plaatvinden om de col
lecties te kunnen toespitsen".
Sinds jaar en dag bestaan er al
plannen voor uitbreiding van De
Lakenhal met een nieuwe vleugel
voor moderne kunst. Jetteke Bol-
Directeur Bolten-Rempt in de nieuw ingerichte entreehal van De Lakenhal, waar nu .werken van Carel Balth
hangen: "Mensen moeten op een goede manier schrikken". (foto Hteico Kuiper»»
ten wimpelt vragen daarover be
hendig af. "Ik wil niet vooruitlopen
op de politieke besluitvorming",
verklaart ze. "Natuurlijk denk ik
dat die nieuwe vleugel hoogst nood
zakelijk is. Als het aan mij ligt, maar
het ligt natuurlijk niet alleen aan
mij, gaat binnen enkele jaren de eer
ste paal de grond in".
De Lakenhal kan de collectie Hol
landse landschappen wel vergeten
zonder die nieuwe vleugel, veron
derstellen wij.
Het blijft geruime tijd stil. "Nou
ja, ik denk wel dat de nieuwe vleu
gel daar een heel belangrijke rol in
speelt. Ik heb de Rijksdienst Beel
dende Kunst gezegd dat als ze die
collectie nu willen onderbrengen,
dat dat absoluut onmogelijk is".
Hoe denkt Bolten over de verkoop
van kunstwerken uit het overvolle
depot, om die nieuwe vleugel te fi
nancieren. Is dat bespreekbaar?
"Nee, ik denk dat wat in bezit is
van het museum ook in eigendom
moet blijven. We moeten niet als
een soort individuele smaakmaker
zeggen: dit of dit verkopen we maar
weer. Ten opzichte van bruikleen
ligt dat anders. Ik ben niet zo ie
mand die op het bezit van het muse
um zit, zo van: dit is van ons en gaat
nooit ergens anders heen".
Wat is Bolten's grootste wdns als
het gaat om het aankoopbeleid van
het museum?
"Dat is moeilijk. Wat betreft de
oude kunst zou ik wel een vroege
Rembrandt willen hebben, uit de
Leidse periode. Maar dat is vrijwel
onmogelijk. Het hele aankoopbud
get bedraagt maar om en nabij de
50.000 gulden per jaar".
"Wat de moderne kunst betreft
zou ik graag een belangrijk werk
van Van Doesburg, die met zijn tijd
schrift De Stijl ook in Leiden actief
was, willen hebben. Daar zijn mis
schien eerder mogelijkheden voor.
Ik zou ook wel iets willen van Jan
Toorop die ook in deze contreien ge
werkt heeft. De aanloop naar de he
dendaagse kunst, dat is echt een
leemte in het museum. Daar wil ik
absoluut meer aandacht aan beste
den".
Werk buitenlandse kunstenaars in
Lakenhal, Waag en bij Galerie Stelling
DEN HAAG/LEIDEN (ANP) - Onder de titel 'Het Klimaat'
organiseert de Culturele Raad Zuid-Holland in de periode van 3 mei
tot en met 30 juni een serie tentoonstellingen van buitenlandse
beeldende kunsternaars die in Nederland wonen en werken. De
tentoonstellingen zijn te bezichtigen in stedelijk museum De Lakenhal
in Leiden, Stedelijk Museum Prinsenhof in Delft en bij dertig galeries
en expositieruimten verspreid over heel Nederland.
Volgens de Culturele Raad Zuid-Holland zijn de afgelopen jaren veel
buitenlandse kunstenaars naar Nederland gekomen vanwege het
kunstonderwijs en de gunstige sociaal-economische omstandigheden.
De tentoonstellingen moeten een beeld geven van de beïnvloeding van
het werk van de individuele kunstenaars door het Nederlandse
klimaat en de beïnvloeding van het artistieke klimaat in Nederland
door de komst van de buitenlanders.
In de Lakenhal zal het centrale deel van Het Klimaat plaatsvinden,
met exposities van zeven kunstenaars. Ook het podium voor
hedendaagse kunst en muziek De Waag en galerie Stelling zullen aan
het project meedoen.
De Waag bewijst bestaansrecht
LEIDEN De kunst- en muziekmanifestaties in de Waag hebben, sinds
het nieuwe programma-aanbod van start is gegaan, ruim 32.000 mensen
getrokken. "De Waag is er binnen anderhalf jaar in geslaagd om zich als
professionele culturele instelling met een herkenbaar programma-aanbod
een plaats naast de andere culturele instellingen te verwerven", aldus
coördinator Frits Bruins van de Waag in een gisteren verschenen
evaluatie- en beleidsnota. Volgens Bruins voegt De Waag duidelijk iets toe
aan het totale gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid.
Sinds het Waaggebouw, in 1985, in handen is gekomen van de
gemeentelijke directie kunst en cultuur rekent men het tot de taak van de
Waag om een programma-aanbod te realiseren op het gebied van
hedendaagse kunst en muziek. Uit de publieke belangstelling voor acht
tentoonstellingen en de concertseries blijkt, volgens Bruins, dat de nieuwe
activiteiten, zowel op het gebied van hedendaagse kunst als op het gebied
van de muziek, goed aanslaan.
De balans opmakend concludeert de coördinator van de Waag dat het
beleid gericht op het stimuleren van jonge, onbekende kunstenaars, het
uitvoering geven aan experimenten, vernieuwing en grensverlegging
moet worden voortgezet. Per jaar wordt voortaan een thema vastgesteld
dat als een rode draad door het tentoonstellingsprogramma loopt. Op het
ogenblik wordt een grafiekprogramma getiteld 'Moralisme', in
samenwerking met het Centrum Beeldende Kunst uit Groningen en
grafische werkplaats De Bange Duivel, gebracht. Verder zal er een
manifestatierond het thema buitenlandse kunstenaars m Leiden
plaatsvinden. Ook het werk van Leidse kunstenaars zal in de toekomst
regelmatig te zien blijven.
Het huidige aantal concerten blijft gehandhaafd. Getracht wordt dit jaar
de succesvolle, jarenlange traditie van het Slagwerk Festival in ere te
herstellen. Bij het muziekaanbod in de Waag is de toekomstige rol van de
Stadsgehoorzaal als muziekcentrum nog niet aan de orde geweest.
'Vader was
acupuncturist
en prikkelbaar'
Tweede voorronde van hel Le»ds Cabaret Fes
tival. Genen op 19 februan in de Leidse
schouwburg.
LEIDEN - Het komt niet vaak voor
dat een jury bekent dat ze haar taak
'niet moeilijk heeft gevonden'. Gis
teravond gebeurde dat toen theater
directeur Marten Putman, mede na
mens zijn collega-juryleden Bavo
Galama (cabaretier) en Frank Ver
hallen (recensent), de deelnemers
aan de halve finale van de dertiende
editie van het Leids Cabaret Festi
val bekendmaakte: Mark van de
Veerdonk. Ad van Oorschot, Tim
van der Sluijs, De Dulle Roeckers
en André Westra zullen aanstaande
donderdagavond tegen elkaar in
het strijdperk treden.
Een echt 'volwassen talent' heeft
de jury volgens haar woordvoerder
niet kunnen vinden onder de voor
rondekandidaten, wèl een paar
'deelnemers met mogelijkheden'.
Het niveau van de beide avonden
kwalificeerde hij dan ook als 'rede
lijk'.
In totaal drie kandidaten van de
tweede voorrondeavond zyn tot de
halve finale doorgedrongen. Het da
mesduo 'De Dulle Roeckers' brach
ten in de woorden van de jury de
meest wonderlijke bijdrage aan het
festival. De dames Hilde de Roeck
en Ingrid Dullens zijn zonder enige
twijfel professioneel geschoold. Ze
kunnen zich op een podium bewe
gen, ze kunnen zingen en ze kunnen
een tekst tot zijn recht laten komen.
Het geheel heeft flair en uitstraling
Toch is er een 'maar'... De inhoud
kan - als je het positief wil bekijken -
voor absurd doorgaan. Evenzogoed
zou je aanmerkelijk minder vrien
delijk aan de term 'inhoudsloos'
kunnen denken. Of het programma
meer dan sierlijke cadeauverpak
king is, zal de hernieuwde kennis
making tijdens de halve finale moe
ten leren.
De solisten Tim van der Sluijs en
André Westra mogen eveneens don
derdagavond terugkomen. Het in
tro van Van der Sluijs is geestig. Het
licht is uit en het voordoek nog ge
sloten. De reden daarvoor komen
we door een lied te weten: "Ik ben
zo lelijk als de nacht". Na dat origi
nele openingsnummer valt Van der
Sluijs nogal tegen. Hij zou volgens
de jury wat selectiever in zijn
woordspelingen kunnen zijn, en dat
is een understatement by uitstek.
"Mijn vader was acupuncturist en
bijzonder prikkelbaar" en nog veel
meer opmerkelijken van dit kaliber,
en woordspelingen als 'Lothar de
Misère' missen ieder niveau. Tim
van der Sluijs is overigens wel ie
mand die thuis hoort op een caba
retfestival. Typisch iemand die wat
kan en zich door middel van de con
frontatie met een breder publiek
kan gaan ontwikkelen.
De andere solist, André Westra,
heeft de goodwill van de jury vooral
te danken aan het tempo en de hoge
grapdichtheid van zijn optreden.
Ronduit wordt hij door de jury
woordvoerder als talent gekwalifi
ceerd. Een sterk punt in zijn optre
den is inderdaad zijn vertelkunst.
Hij dwingt je mee te gaan met zijn
verhalen, al valt helaas een overdo
sis aan 'sick jokes' in negatieve zin
°P- WIJNAND ZEILSTRA
PERZISCHE TAPUTEN
Minister D'Ancona in eenakter
DEN HAAG (GPD) - Podiumerva
ring en lef genoeg. Maar of zij ook
beschikt over het zuivere theatrale
talent moet nog worden afgewacht.
Op 6 maart treedt de minister van
cultuur, Hedy d'Ancona, aan als
heus toneelspeelster. In een 15 mi
nuten durende éénakter neemt zij
samen met beroepsacteur - en kan
didaat voor de Louis d'Or - Peter Fa-
ber de spectaculaire opening voor
haar rekening van BulkBoeks Dag
van de Literatuur (tevens opening
Boekenweek) in het Haagse Con
gresgebouw.
Ruim 7.000 jongeren zullen getui
ge zijn van een PvdA-bewinds-
vrouw die een dame van stand
speelt. Faber is monnik. Hij heeft
zoals bekend zijn kandidatuur voor
de hoogste toneelonderscheiding te
danken aan zijn rol van Max, in Het
Koekoeksnest (Nederlandse versie
van 'One flew over the cuckoo's
nest').
Op BulkBoeks Dag van de Litera
tuur de tweede aflevering
wordt in 7 zalen van het Congresge
bouw een ruim 6 uur durend non-
stop literair programma gebracht. en schrijver3 le2en voor eigen
Een groot aantal auteurs heeft zijn werk en worden in talkshows gein-
medewerking toegezegd. Dichters terviewd (o.a. door Koos Postema).
Wibi Soerjadi piano: Prokofiev. Chopin,
Liszl en Schumann. Gehoord in de Stads
gehoorzaal op 19 februari.
LEIDEN - De opstelling in de gro
te zaal van de Stadsgehoorzaal
deed denken aan die welke in het
begin van deze eeuw gebruikelijk
was: zitjes met tafeltjes en stoel-
jes in een halve kring om de vleu
gel heen. De zaal leek er minder
hol door, want al waren heel wat
mensen gekomen om dit jonge ta
lent te horen, de grote zaal is ge
woon te groot voor een dergelijk
recital. Ondanks zijn jeugd heeft
Wibi Soerjadi al een aantal be
langrijke onderscheidingen ge
wonnen, waarvan het doordrin
gen tot de finale van het Interna
tionale Franz Liszt concours ze
ker het belangrijkste en veelzeg-
gendste is.
Een groot pianistisch talent en
jeugd, het is een combinatie die
altijd weer indruk maakt. Maar
jeugd gaat vanzelf voorbij, en ta
lent is niet meer maar ook niet
minder dan het vertrekpunt voor
een ontwikkeling. Dat Wibi Soer
jadi beschikt over een groot pia
nistisch potentieel staat als een
paal boven water. Technische
problemen lost hij spelenderwijs
en met kennelijk plezier op. Zo'n
bewerking van de mars uit de
opera 'De liefde voor de drie si
naasappelen' van Prokofiev was
een beknopte virtuoze entree
voor het programma, al voldoet
een dergelijk uit zijn verband ge
rukt fragment toch niet bijster.
Het begin van de Ballade op. 23
no. 1 van Chopin beloofde veel
goeds, poëtisch en met expressie
ve melodische lijnen gespeeld.
Maar waar de dynamiek heviger
werd, verdween de poezie om
plaats te maken voor pianistisch
geweld, waarin slechts veel no
ten, en niet meer dan dat, overble
ven. Het forte verloor alle klank
en glans. Voor het pianistisch
kunnen dat Soerjadi in de zware
Sonate in b van Liszt ten toon
spreidde kan men niet anders dan
bewondering hebben, maar ook
hier werden de betoverende klan
ken die hij uit de Bosendorfer
wist te krijgen, even later door
een genadeloos forte weggemept.
Soerjadi lijkt gefascineerd door
de klanken van zijn instrument,
maar ziet te weinig kans om poé-
zie en kracht met elkaar te verbin
den. In de Ballade van Chopin en
meer nog in de Sonate van Liszt,
een werk van langere adem, werd
daardoor de samenhang onvol
doende duidelijk, en daarmee de
logische voortgang verstoord.
Voor de Etudes symphoniques
van Schumann gold dit in minde
re mate: het zijn 12 korte variaties
in etudevorm op een thema, en
het was dan ook in dit stuk dat Wi-
bi Soerjadi's spel het beste tot zijn
recht kwam. De parafrases over
twee liederen van Schubert, 'Auf
dem Wasser zu singen' en 'Die Fo-
relle', van Liszt, had ik graag inge
ruild met Prokofiev, voor een
werk uit het oorspronkelijke pia
norepertoire. Het zeer enthou
siaste publiek hoede niet lang aan
te dringen om drie toegiften te
krijgen, die de positieve en nega
tieve kanten van zijn spel nog
maals onderstreepten. Het is te
hopen dat Wibi Soerjadi zich de
tijd zal gunnen om zich in rust in
de muziek te verdiepen.
MIES ALBARBA