Snowboarden niet alleen
voor de 'gladde' jongens
Vliegende Hollander op ski's
F
Van snurfer tot snowboard
Bussumse freestyle-springer Michiel de Ruiter naar WK in Lake Placid
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1991
De belangstelling ervoor
groeit gestadig. Op Duinrell
en bij de andere kunstba-
nen loopt het storm met
mensen die het willen leren.
Snowboarden is jong, maar
al zeer populair. Het surfen
in de sneeuw is dan ook
niet al te duur, niet echt ge
vaarlijk en sneller te leren
dan skiën. "Het is dus niet
alleen voor macho-figuren.
Je moet het gewoon erva
ren. Het is enorm fascine
rend".
door Herman Joustra
Zo op het eerste gezicht heeft het
allemaal weinig met wintersport
te maken. De oostenwind maakt
het wel bitter koud, maar er ligt
die dag, zoals gewoonlijk eigen
lijk, geen sneeuw op de hellingen
van het park Duinrell in Wasse
naar. Edwin Honsbeek (22) kan
het zich nauwelijks anders voor
stellen. Bijna dagelijks staat,
glijdt of springt de Leiderdorpse
snowboarder op de piste van wit
te kunststof, een mat met duizen
den kleine, omhoogstekende
pinnetjes, vergelijkbaar met die
dingen op gezondheidssandalen.
Dat is flink behelpen denk je
dan. Maar Honsbeek bestrijdt
dat ten zeerste. "Ik vind deze
baan heerlijk. Natuurlijk is het
op sneeuw anderS". Een kunst-
stofbaan is veel stroever, al is die
met zeepsop ingesmeerd om be
ter te kunnen glijden. Maar het
heeft wel degelijk voordelen om
erop te oefenen. Je moet hier veël
beter op je techniek letten, het
corrigeren is veel belangrijker.
Als je op een kunstbaan een fout
maakt, als je techniek niet goed
is, dan val je onherroepelijk. Op
sneeuw hoeft dat niet het geval te
zijn. Daar kun je soms een fout
maken en toch op de been blij
ven".
Maar daar houdt wat hem betreft de
vergelijking met het skiën meteen
op. "Het heeft er eigenlijk niets mee
te maken. Ja, het zijn beide winter
sporten, maar verder hebben ze niets
wat overeenkomt. Wat dat betreft
lijkt het even veel op het bobsleeën.
Het is niet zo dat wie kan skiën ook
kan snowboarden, het is een totaal
andere discipline".
Helm
Het blijk alleen al uit de manier waar
op een snowboarder van de hellingen
naar beneden suist. Voor alle duide
lijkheid vergelijkt Honsbeek het toch
met het skiën. "Je staat schuin op de
plank. De beide voeten zitten eraan
vast, anders dan bij het skiën, waar je
de schoenen uit de bindingen kunt
trekken. Hiervoor zijn nog geen goe
de bindingen uitgevonden. Dat hin
dert niet, want het is niet gevaarlijk.
Er kan nauwelijks iets gebeuren, al is
het wel raadzaam een helm te dragen.
Ernstige blessures heb ik nog niet ge
had. Alleen mijn achterste doet soms
zeer van het vallen, maar dat is dan
ook alles".
Zijn gezicht begint onmiddellijk te
stralen. Zelfs praten over zijn sport
vindt hij heerlijk, dat is wel duidelijk.
"Je kunt er fantastisch mee freesty-
len, sprongen maken. Je komt er ge
makkelijker mee door de Tiefschnee,
de losse sneeuw. Je voelt je veel vrij
er, kunt prachtige sporen trekken in
de sneeuw, en mooie bochten maken
terwijl je hand door de sneeuw glijdt.
Het is moeilijk uit te leggen. Je moet
het gewoon e
"Het is ook sneller op te pakken
dan het skiën. Ik ski al vanaf mijn
twaalfde. Ik kan het nu redelijk, maar
ook niet meer dan dat. Het snowboar
den beoefen ik nu zo'n tweeeneen-
half jaar en ik beheers het al aardig.
Je hebt er een beetje evenwichtsge
voel voor nodig, dat is het voornaam
ste. Je ziet dat ook op de cursus. De
meeste mensen pikken het snel op".
Hij maakt dat van nabij mee, want
behalve actief beoefenaar van de
sport is hij tevens gediplomeerd in
structeur bij Duinrell. Het aantal aan
meldingen voor de cursus snowboar
den rijst inmiddels de pan uit. En vol
gens Honsbeek is het einde nog lang
niet in zicht.
"De belangstelling is echt gigan
tisch. Op Duinrell hebben we bij
voorbeeld dit jaar al 160 cursisten ge
had. Bij de andere kunstbanen in Ne
derland, dat zijn er nu een stuk of der
tig, loopt het ook storm. Echt ver
wonderlijk vind ik dat niet. Het is
enorjn fascinerend. Bijna iedereen
die op wintersport gaat en iemand
ziet op een snowboard vindt het een
fraai gezicht. Zo gaat dat".
i w ,r f-A
..r -
- Edwin Honsbeek: "Ik vind deze baan heerlijk. Als je op een kunstbaan een fout maakt, als je techniek niet goed is, dan val je onherroepelijk'
Het snowboarden is een nog jonge tak
van wintersport die zich in Nederland
en in andere landen snel ontwikkelt.
Het is overgewaaid uit de Verenigde
Staten, waar het inmiddels behoorlijk
populair is en begon eigenlijk, zoals zo
veel sporten, bij toeval. Een aantal ja
ren geleden was er een plankje in de
speelgoedwinkels verkrijgbaar onder
de naam snurfer. Er zat een koordje aan
de punt waaraan het kind zich kon vast
houden als hij een helling afging. Het
werd een rage en al snel, met de nodige
aanpassingen, een sport.
Tegenwoordig is de snowboard een
vrij brede plank van ruim anderhalve
meter, die aan het ene uiteinde iets om
hooggebogen is, net als bij een ski. Op
de plank bevestigd zijn twee bindin
gen, die ietwat schuin op de lengte-as
staan en waarin de schoenen moeten
worden vastgezet.
Er zijn drie disciplines: slalom, reuze
slalom en half-pipe. Bij de eerste twee
onderdelen gaat het puur om tijd, bij de
laatste om de uitvoering. De snowboar
der maakt een aantal niet-voorgeschre-
ven figuren en sprongen, die door de ju
ry op schoonheid en technische vaar
digheid worden beoordeeld. Dat alles
heeft plaats in de zogeheten half-pipe.
een soort 'uitholling overdwars', die
lijkt op een gigantische pijp of buis die
precies op de helft, in de lengterichting,
is doorgesneden. Ook bij het skateboar
den wordt daarvan gebruik gemaakt.
Hoewel het van origine een Ameri
kaanse sport is. voeren de Amerikanen
niet langer de boventoon, behalve bij
de half-pipe. Op de slalom en reuzesla
lom maken Duitsers. Oostenrijkers.
Zwitsers en Italianen de dienst uit. Ne
derland speelt slechts een bescheiden
rol.
Werk genoeg dus voor hem, maar het
heeft ook zijrv nadelen. Door zijn be
zigheden als instructeur kan hij min
der tijd besteden aan een gedegen
training. Op dit moment komt hij
naar eigen schatting niet verder dan
drie uur per week. "Dat is niet te veel,
maar ik ben nu eenmaal afhankelijk
of
van het feit of er een baan vrij
niet. En dat is niet zo vaak het geval,
met al die cursussen, want er wordt
hier ook veel skiles gegeven. Geluk
kig wordt de baan een paar uur per
week vrijgehouden. Dan zet ik voor
mezelf een slalom uit en ga trainen".
Het is genoeg om aardig mee te
kunnen draaien in eigen land, maar
te weinig om hoge ogen te gooien bij
het Nederlands Kampioenschap dat
vanaf volgende week maandag in het
Franse Les Arcs wordt gehouden.
Honsbeek weet dat ook, al te veel illu
sies op een hoge eindklassering heeft
hij niet. "Ik denk dat ik op dit mo
ment tot de middenmoot behoor. Dat
kan ik aardig nagaan. Per jaar wor
den er in ons land zo'n vijftien, zes
tien officiële wedstrijden gehouden.
Neem de laatste wedstrijd, in Hoofd
dorp. Ik eindigde daar ongeveer als
dertigste. Veel verder zal ik nu ook
wel niet komen".
Die ambitie heeft hij ook aller
minst. Het snowboarden is voor hem
een hobby en niet meer dan dat. Ne
derland heeft weliswaar inmiddels
een prof. Theo Rimmelink, die een
kledingsponsor heeft weten te strik
ken en van de bond (Snowboard Hol
land) zijn inschrijfgeld voor de wed
strijden vergoed krijgt, maar Hons
beek benijdt diens positie niet. "Voor
mij zou dat niets zijn. Het snowboar
den is en blijft voor mij een hobby.
Als prof zul je nooit rijk worden en
bovendien stompt het je alleen maar
af als je de hele tijd bezig zou zijn met
snowboarden. Mijn studie is veel be
langrijker".
Geen problemen
Hij zit op dit moment in zijn eerste
jaar van de heao in Haarlem. "Toch
geeft dat niet al te veel problemen
met het snowboarden. De heao is een
hbo-opleiding, dus er is geen op-
komstplicht Officieel afmelden
hoefde dus niet. Maar ik heb wel ge
zegd tegen de leraren dat ik naar de
Nederlandse kampioenschappen
ging in Les Arcs. Wat dat betreft
kreeg ik alle medewerking. Zo kon ik
een opdracht informatica eerder inle-
De Leiderdorper kan zodoende
voor even zijn gedachte bepalen bij
het NK. Hij haalt twee snowboards
uit zijn auto. "Een slalomboard en
een all-roundboard". verduidelijkt
hij. Zo op het oog verschillen de plan
ken niet van elkaar. Beide zijn vrij
breed en plat. "Maar het slalomboard
is niet symmetrisch. De punt zit iets
naast het midden en de achterkant is
schuin afgeslepen. Op die manier is
het eenvoudiger om bochten te ne
men. Het allroundboard is wat flexi
beler, voor de verschillende spron
gen die je er mee maakt".
Niet duur
Echt duur is het ook niet. zegt hij "Je
hebt al een board vanaf 450 gulden,
maar je kunt ze ook huren. Je kunt er
ook met gewone skischoenen op
staan, al is het beter speciale schoe
nen te nemen. Die zijn wat flexibe
ler".
Hij trekt ze even aan voor een klei
ne demonstratie op een helling in
Duinrell. Wanneer hij de piste be
treedt met zijn grote snowboard ste
vig onder de arm geklemd, is dat vol
doende om de aandacht van een ski
klasje te trekken. "Zo, uitslover",
klinkt het onmiddellijk.
"Ach, zo gaat dat", zegt Honsbeek.
"Met een snowboard heb je al gauw
de naam macho te zijn. Dat komt
denk ik door de televisiebeelden die
je soms ziet. Dat zijn vaak spectacu
laire opnamen, snelle afdalingen of
schitterende sprongen. Maar of je dat
nou macho moet noemen. Natuurlijk
zijn er mensen die willen opvallen,
maar dat is niet anders dan bij andere
sporten. Bij het skiën of het tennis
bijvoorbeeld lopen die lui met de
duurste merkkleding rond. Anders
hebben ze het gevoel dat ze er niet bij
horen. Die mensen heb je ook bij het
snowboarden. Alleen dragen ze dan
bijvoorbeeld felgekleurde hoofdoek-
Het topsportklimaat in Nederland
lijkt er de laatste maanden, vooral
voor de beoefenaars van een van de
zogeheten 'kleinere sporten', stuk
ken op vooruit gegaan. Ook een
wintersporter als Michiel de Ruiter
heeft weinig te klagen. De Bussum
se freestyle-springer bestuurt dank
zij de sponsoring van het NOC een
spiksplinternieuwe hagelwitte Audi
80, krijgt van de Nederlandse Ski
Vereniging nagenoeg al zijn kosten
vergoed, heeft materiaalsponsors,
beschikt over een privé-trainer en
kan zich 's winters volledig op de
salto's en schroeven storten. De roe
pende in de sportwoestijn, bestaat
die eigenlijk nog wel?
door Edward Swier
"Ach, er is natuurlijk altijd wel wat",
glimlacht De Ruiter. "Ik speel geen voet
bal, hè. We halen Studio Sport dan ook
nooit. Ja als er ooit eens eentje zijn nek
breekt, hetgeen overigens nog nooit ge
beurd is hoor. Maar, het had allemaal in
derdaad veel slechter gekund. In Canada
zijn de vergoedingen erg goed, en in
Frankrijk worden de springers al betaald
als ze na een sprong blijven staan, maar
het kan ook anders. In Amerika vindt ie
dereen het bijvoorbeeld een eer om in de
selectie te komen. De bond zegt daar dan
ook: Wees blij dat je er in zit. En laat die
jongens verder alles zelf betalen".
Terwijl slalom en andere alpinenum
mers ook in ons land zeer populair zijn,
speelt het freestyle-skiën zich toch af in
de schaduw van de sneeuwhellingen.
Reeds in de jaren zestig bereikte het
freestyle-springen al de professionele
status. "Wedstrijden in de VS werden ge-
Michiel de Ruiter: "Een handje aan de grond en je bent kansloos
doteerd met hoge geldprijzen en blin-
kende automobielen". Die weelde kon
de sport echter niet dragen. "Aangetrok
ken door de prijzen gingen velen mini
maal of zelfs niet-getraind de schans op".
Het gevolg: ongelukken bij de vleet.
Een verbod op dergelijke wedstrijden
volgde, ^e internationale skifederatie
(FIS) stelde regels op en heeft het nu alle
maal aardig in de hand. "Viervoudige
salto's zijn bijvoorbeeld verboden, voor
iedere sprong dient een licentie behaald
te worden en ook een helm is verplicht.
Ik ben nu toch al een tijdje bezig, maar
echt ernstige ongelukken heb ik tot nu
toe niet meegemaakt. Het aantal blessu
res valt mee Mijn persoonlijke trainer
Sandro Wirth heeft eens een heup gebro
ken, dat is eigenlijk het enige".
Wanneer en vooral waarom is De Rui
ter met freestyle begonnen? Waarom
met 65 kilometer per uur tegen een hel
ling van zo'n 65 graden opskien en dan
vervolgens op circa tien meter hoogte
halsbrekende toeren uithalen, terwijl ve
len al moeite genoeg hebben met een
koprol in het gras, slechts met een nood-
sprongetje van de duikplank durven en
zelden zonder beenbreuk van hun win
tersportvakantie terugkeren Het ver
haal van een 26-jange 'Vliegende Hollan
der.
"Ik heb van mijn negende tot m'n acht
tiende aan trampolinespringen gedaan.
Dat was echte topsport, vijf keer twee
uur trainen in de week. Ondanks vijf Ne
derlandse titels kreeg ik er toch genoeg
van. Nadat ik wat vechtsporten had be
oefend. ben ik als supporter weer eens
gaan kijken op het NK trampolinesprin
gen. Daar liep ik Gerard Wielenga, die
aan freestyle deed, en jurylid Leo Jansen
tegen het lijf. Met die twee ben ik naar
een waterschans in Soesterberg geweest
Binnen een dag had ik al een voorwaart
se en achterwaartse salto gemaakt en
had ik de smaak te pakken Het gaf een
kick", aldus De Ruiter, die in de zomer
maanden zijn brood verdient met het or
ganiseren van freestyleshows op de wa
terschans tijdens skibeurzen in binnen-
en buitenland.
i lijkt de doorbraak daar De
Ruiter is inmiddels een vaste waarde in
het freestyle-circuit, dat als een grote fa
milie de wereld rondtrekt. Reeds in La
Plagne haalde de goedlachse skier zijn
eerste Worldcup-punt en de olympische
voorselectie. In Tignes, op de plek waar
tijdens de Olympische Winterspelen de
drie freestyle-onderdelen ballet, aerials
(sprongen) en moguls (een race op een
bobbeltjesbaan. de bockelpiste) worden
gehouden, werd De Ruiter zevende. "De
houding in de lucht, die zeventig procent
van de jurywaardering oplevert, was
echt uitstekend en ik maakte twee per
fecte landingen Met name die landingen
zijn van groot belang. Een handje aan de
grond en je krijgt puntenaftrek".
Doel
De Ruiter, getrouwd met ex-hockeyster
Margriet Zegers en sinds kort vader,
heeft dan ook goede hoop tijdens het WK
in Lake Placid, dat morgen begint, een
plek in de top tien te veroveren In 1986
werd hij 36-ste op het WK in het Franse
Tignes. driejaar later in Oberjoch (Duits
land) zeventiende.
De Olympische Spelen zijn het volgen
de doel. "De FIS wilde alle drie de frees
tyle-onderdelen op de Spelen. Maar. in
het IOC zitten allemaal oude mannetjes.
Die vonden de bockelpiste nog het meest
op skiën lijken, achtten het springen te
gevaarlijk. Dus is alleen moguls olym
pisch, en zijn ballet en aerials nog een
keer demonstratiesport. Dat neemt niet
weg dat ik er bij wil zijn. Eh. sterker nog.
dat ik er bij ben".