Klassieke muziek is kinderspel voor Marijntje (8) Limburgs ventje speelt en componeert vioolstukken op uitzonderlijk hoog niveau ZATERDAG 9 FEBRUARI 1991Fi'i'jr i'iM ~*'l I PAGINA 23 Zijn rechtgeknipte pony hupt speels op het voorhoofd. De donkere ogen spuwen vuur. Af en toe verschijnt de tong tussen de lippen. Hij wipt van de ene voet op de andere. Zijn vingertjes graaien naar de snaren, de strijkstok veert in een virtuoos tempo op en neer, heen en weer. De toehoorder zwijgt. Ziet toe en huivert. Een wonderkind? Met dit woord wordt al snel gestrooid. Maar wie dat joch, drie turven hoog, hoort spelen en ziet muciseren komt al snel tot de conclusie: die Marijntje Si mons uit Geleen is een bijzonder kind. En dat is-ie. door Tonny Meijerman Marijn Simons met zijn ouders: altijd in de weer met zijn viool. De deskundigen draaien er niet om heen. Die knul is een uitzonderlijk talent. Een nieuwe Mozart, wordt er zelfs gemom peld 't is tenslotte Mozartjaar. Leer meester Wilfred Sassen, concertmeester van het Limburgs Symfonie-orkest: "Hij is echt een wonderkind. Viooltechnisch buitengewoon begaafd en bovendien een grote persoonlijkheid". En topviolist Theo Olof: "Zoiets heb ik nog nooit mee gemaakt. Die bezetenheid is ongekend. Hij onthoudt alles en speelt stukken vlekkeloos na, ook als hij ze nog maar één keer gehoord heeft. Hij kan een heel grote worden, hoewel we natuurlijk moeten afwachten hoe hij zich in de pu berteit houdt". Willem Bouman, internationaal be kend vioolbouwer: "Ik heb veel jonge mensen gehoord, onder wie violisten die later de top hebben gehaald. Maar nie mand kon op die leeftijd aan Marijn Si mons tippen. Hij heeft een soort bezeten heid, een niet te stillen honger naar mu ziek. Ik spreek niet snel over een won derkind, maar deze knaap is buitenge- Marijntje Simons. Amper acht jaar. Speelt op bijzonder hoog niveau viool stukken. Solo én met orkest. Fantaseert, experimenteert en componeert. Schrijft al vanaf zijn vijfde etudes, preludes, so nates en heuse partituren voor orkesten. Hij goochelt met muziek, speelt ermee als een leeftijdgenoot met een voetbal. Kind en volwassene tegelijk. Een ge sprek met hem voeren is moeilijk. Stel je eenvoudige vragen, dan volgen soms diepzinnige antwoorden. Maar als hij praat over zijn knuffelbeesten, is hij weer het kind. Muziekschool Het verhaal van Marijntje Simons begint bij zijn vader, Aloys. Een vriendelijke Limburgse beroepsmusicus. Hij speelt fluit, gitaar, ukelele en viool. Zijn enig kind, een ukkie van vier lentes luistert en geniet. De volgende ochtend, om half zes schudt hij zijn vader wakker. "Muziek maken, kom", roept hij. Mopperend, half slaapdronken, gaat Aloys in op het ver zoek van zoonlief en terwijl de bleke zon zich boven het glooiende, Limburgse land vertoont, zitten ze daar: pa en kind Simons, samen musicerend. Daarna gaat het snel. Razendsnel. En kele weken later stapt Marijntje naar de Geleense muziekschool. Ruim een jaar later'krijgt hij les van Stephan Picard, concertmeester van het Akens orkest. En opnieuw een jaartje verder in de tijd gaat Wilfred Sassen zich ontfermen over het knaapje, dat hem elke dag weer ver baasd doet staan. Muziek is alles voor Marijn. Hij gaat er in op. Is er bezeten van. 's Nachts als hij slaapwandelend naar het toilet gaat voor een plasje, doet hij alsof hij viool speelt. Musiceren, componeren. Een ander kind maakt bouwwerken van lego. Maar het Zuidlimburgse knulletje, opgroeiend on der de walm van de DSM-fabrieken, speelt en fantaseert met noten. Een aandoenlijk knulletje, maar nu al een rasartiest. Tijdens concerten moéten de bezoekers wel naar hem kijken. Hij beweegt, hijgt, glimt, sluit de ogen, spitst de mond om dan in een ondeelbaar ogen blik vuur af te schieten met zijn donkere ogen. Tijdens het gesprek glipt Marijn voort durend van de stoel, grijpt de viool, speelt een stukje en doceert. "Muziek is het vertellen van een verhaal met noten in plaats van woorden. Het gaat vanzelf. Zonder te weten hoe, kan ik al mijn ge voelens kwijt in de muziek". Het zijn vol wassen woorden van een kind. Marijntje is niet af te remmen. Direct na schooltijd ijlt hij naar de oefenkamer en speelt, speelt, speelt. Uren achtereen. Als in trance. "Soms grijp ik in", vertelt vader Aloys. "Dan is het genoeg geweest en zeg ik: joh, kom op, we gaan een eind je fietsen". School Het leventje van Marijn verloopt anders dan dat van de meeste kinderen. Op school gaat het prima. Hij leert goed en kan goed met zijn klasgenoten opschie ten. Tijdens de pauze doet hij normaal mee met alle spelletjes. Maar echte schoolvriendjes heeft hij niet. De klas weet amper dat hij een wonderkind is. Een kind dat de bruine band haalt bij ju do maakt in dat cultuurtje nu eenmaal meer indruk dan iemand die feilloos Ter- zetti per due violini e chitarra van Nicolo Paganini speelt. Na schooltijd gaat Marijntje Simons meteen naar huis. In looppas, want thuis wacht immers zijn grote vriend op hem: de viool. Hij wil spelen en zal zich daarbij nooit vervelen, al vindt hij de technische oefeningen niet écht leuk. "Die oefenin gen zijn als een vrouw zonder parfum". Het instuderen van een stuk is bij hem letterlijk en figuurlijk kinderspel. "Na drie dagen ken ik een stuk uit het hoofd. Iets moeilijker composities duren wat langer. Als een stuk negen minuten duurt en vrij moeilijk is dan duurt, het soms enkele weken, voordat ik geen bladmuziek meer nodig heb", vertelt hij. Opnieuw springt het jochie van de stoel en speelt. "Bartok, mooi hè? Mu ziek is meer dan alleen noten spelen. Ik wil de componist aanvoelen én ook mijn verhaal vertellen". De strijkstok danst haast onnavolgbaar over de vier snaren. Martijn filosofeert voort. Er is geen woord tussen te krijgen. "Ik speel kleu ren. Hoor, dit is rood. En nu speel ik blauw", doceert het kind. Na het volgen de stukje kijkt hij ons vragend aan. We wagen een gokje: "Wit?". De glimlach is minzaam. "Nee, donkergroen". Wappie de aap Bestaat er voor hem dan niets anders dan muziek? Toch wel, zo blijkt. "Ik lees graag. Spannende boeken, waarin vanaf de eerste bladzijde actie zit". En boven, in zijn bedje, bevinden zich zijn andere vrienden: de knuffels. "Wappie de aap vind ik het liefst. Ja, en dan heb ik nog Mékko, de ijsbeer, Brammetje en Snor retje, de zeeleeuwen. Ik vind het fijn om met m'n knuffeltjes te spelen". Moeder Marianne knikt instemmend. Marijn is haar kind. Is een kind. "Als mensen Marijn met de knuffels zien spe len, roepen ze soms hé, 't is net een kind.... Dat kan me verdrietig maken Marijn is een kind en zo ga ik ook met hem om", lucht ze haar hart. Het kind kijkt wat ontredderd om zich heen, wanneer er óver hem wordt ge sproken. Als daarna een stilte valt, springt hij naar voren en ratelt verder in onvervalst Limburgs. Uiteraard over muziek. Wat hij wil worden? Het joch trekt een verbaasd gezicht over zo'n stu pide vraag. "Ik bén violist. Tja, en misschien wil ik later voor dirigent leren. Als er iets met m'n vingers gebeurt, dan moetje wat an ders achter de hand hebben. Het liefst speel ik voor publiek. Ik ben niet bang voor al die mensen. Het is ontzettend fijn als ze luisteren. Bartok is in de moderne muziek mijn favoriet. Bij de klassieken zijn dat Bach, Mozart en Paganini. Ja, vooral Paganini om zijn virtuositeit". Popmuziek? Marijn trekt een heel vies gezicht en grijpt vol ontzetting zijn viool. "Luister". De knaap speelt een ritme. Vier keer hetzelfde en stopt. "In de pop muziek gaat dat zo honderd keer achter elkaar. Da's niks. Bij popmuziek moet ik denken aan knallende bromfietsen en ra zende, stinkende auto's. Bij moderne vioolmuziek denk ik aan de natuur, het ruisen van de bossen". Zorgenkind Het zal je kind maar wezen. Wonderkind is zorgenkind, wordt gezegd. De ouders, Aloys en Marianne, zijn eenvoudige, vriendelijke mensen. Ze glimlachen om de vele loftuitingen aan het adres van hun zoon. Honderden adviezen komen binnen. Hoe ga je om met een dergelijk hoogbegaafd kind? Aloys en Marianne willen niet dat hun zoontje apart wordt gezet. Hun belangrijkste taak: Marijn be schermen en voorkomen dat hij een soort kermisattractie wordt. Aloys: "Marijn wil dolgraag optreden. Dat mag van my, omdat hij het nodig heeft. Daarmee bevredigt hij zyn muzi kale verlangens. Hij is een rasartiestje dat met muziek en mimiek het publiek boeit. Maar ik wil het wel binnen de per ken houden. We reizen niet stad en land af. Tot nu toe is Marijn één keer op televi sie geweest en speelde hij drie keer voor de radio. Afgelopen najaar heeft hij een toernee gemaakt met het kamerorkest 'Concerto Limbourg'. Aanvragen voor interviews wijs ik in de regel af'. Pa en ma, beiden rasechte Limbur gers, beseffen heel goed dat de commer cie als een hongerige wolf op hun kind loert. Aloys. "Ik selecteer. Laatst werd me gevraagd of Marijntje mocht spelen tijdens een chique diner. Begin ik niet aan. Ik wil niet dat de mensen zeggen 'oohhh, kijk eens hoe aardig dat kindje speelt'. Ik wil dat er naar zijn muziek ge luisterd wordt". De beroepsmusicus noemt nog een voorbeeld van een poging tot uitbuiting. "Laatst belde een artiest me op. Hij wilde dat Marijn een cd zou volspelen. 'De nieuwe Mozart' in het Mozart-jaar zou heel goed verkopen. Daar begin ik dus mooi niet aan". Meegesleurd Aloys en Marianne kunnen relativeren "Elke vader en moeder zijn trots op hun kind. En het maakt niet uit of het goed muziek speelt of snel is op een racefiets, of gewoon heel aardig, lief is. We houden van onze zoon. omdat hij óns kind is en niet, omdat ie toevallig een wonderkind zou zijn". Marianne: "Luisteren naar een kind is belangrijk. Toen Marijn vier jaar was. heb ik even gedacht: waar moet dat heen? Dat duurde niet lang. Nu zeg ik: Marijn moet een gelukkig mens worden. Ach. je hebt een kind niet voor het uitkie zen. Je leeft mee, wordt als het ware mee gesleurd. Als ouders moet je hem be schermen. Wat er in de toekomst ge beurt, zien we dan wel weer. Mensen kunnen wel zeggen dat Marijn zo snel mogelijk naar New York of Londen moet om verder te studeren. Maar dat wil ik niet. Laat ze maar praten. Zeker tot zijn twaalfde blijft hij by ons". Een ster is geboren. Kenners weten dat die dekselse Marijntje Simons het heel ver kan schoppen. Zoals de Stichting Na tionaal Muziekinstrumenten Fonds, die ervoor wil zorgen dat uitstekende musici over prima instrumenten kunnen be schikken. De instantie koopt instrumen ten van bouwers en handelaren of krijgt ze van particulieren cadeau of in bruikleen. Secretaris P. Moerenhout: "Uitsteken de musici komen vaak niet verder, om dat ze geen geld hebben voor een goed instrument. Vergeet niet dat een redelij ke viool tonnen kost, soms miljoenen. Wij willen de artiesten helpen door onze instrumenten ter beschikking te stellen en bovendien willen we voorkomen dat instrumenten als belegging door buiten landers opgekocht worden". De stichting komt mede op voor de be langen van Marijn Simons, hoewel hij feitelijk buiten de doelgroepen valt. Moerenhout: "We helpen begaafde leer lingen vanaf ongeveer tien jaar. Maar Ma rijn is een duidelijke uitzondering. Om verder te komen moet hy een goed in strument hebben. Nu heeft hij van ons een halve viool en straks krijgt ie een driekwart-viool". Het instrument waar over Marjjn, dank zij de stichting, be schikt is inderdaad een juweeltje. In 1784 gebouwd door Aegidius Kloz uit Mitten- wald an der Iser. Vader Aloys schildert de situatie, toen zyn zoontje, om in aanmerking te komen voor een beter instrument, moest voor spelen. "Dat gebeurde m het atelier van vioolbouwer Willem Bouman. Ik weet nog goed dat Bouman en Olof na zijn uit voering sprakeloos waren. Ze zeiden niets. Stomverbaasd waren ze. Bouman liep naar de kluis en pakte daar de viool uit. Jongen, zei hy. wees hiermee heel voorzichtig. Het is een stukje van myn ziel" Grote liefde En zo is het gekomen dat ergens in een kamertje achteraf in een Geleens rijtjes huis een knaap musiceert. Acht lentes oud. Uitzonderlijk begaafd. Strijkend op een instrument ter waarde van zeven mille. Voor de Haagse vioolbouwer Wl het geen enkel punt om de unieke viool af te staan. „Toen ik 'm er op hoorde spe len, was ik verkocht. Die jongen moet een fantastisch instrument hebben. Nee. aan risico's heb ik totaal niet gedacht. Hy behandelt de viool met grote liefde" Theo Olof: "Marijn kan een heel grote worden, hoewel we natuurlijk moeten afwachten hoe hij zich in de puberteit houdt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 23