'Hier raak je je brutale
bek vanzelf wel kwijt'
Havel-vertaler Hans Krijt
bouwde na desertie uit
Nederlandse leger
een bestaan op in Praag
'Soms denk ik dat ze me
weer in de gaten houden'
MHHHRPHP
PAGINA 10
De Indonesiëpolitiek en de daaruit voortgekomen politionele ac
tie worden nu, zoveel jaren na dato, door velen veroordeeld.
Hans Krijt (66), vertaler van het werk van Tsjechische schrijvers
als Capek, Havel en Hrabal, heeft het anders meegemaakt.
Toen hij in 1947 als dienstplichtige Zaandamse jongen besloot
niet naar Indonesië te gaan, zat er maar één ding voor hem op:
deserteren. Die daad is beslissend geweest voor zijn hele verde
re leven. Krijt ging niet in op een verkapt huwelijksaanzoek van
een Berlijnse verkeersagente, maar vluchtte via België naar
Tsjechoslowakije, waar hij nu, anno 1991, nog woont, samen
met zijn Tsjechische vrouw Olga Krijtova, vertaalster van Neder
landse literatuur. Krijt: "Achteraf bezien heb ik er geen spijt van
dat het zo is gelopen. Maar er is wel het een en ander met me
gebeurd: vroeger was ik een gewone, brutale, Hollandse jongen
die zijn mond durfde open te doen als iets hem niet beviel. Je
verliest hier in Tsjechoslowakije je brutale bek".
door Cees van Hoore
Hans Krijt: 'Ik vond het onzinnig om in Indonesië te gaan knokken'.
Havel en zijn makkers van Burgerforum op een affiche. Krijt: 'Ik geloof ze
ker dat Havel meer en meer staatsman aan het worden is'. «oto cees van Hoore)
(I)oor een ongelukkige samenloop van
omstandigheden is onderstaand arti
kel enigszins verminkt in de Zaterdag-
bijlage verschenen. Onze excuses
daarvoor. Hierbij een correcte versie
van het verhaal).
De bovenetage die Hans Krijt samen met
zijn vrouw in Praag bewoont ligt aan de
oever van de Moldau. De ingang tot het
trappenhuis wordt geflankeerd door
twee gespierde goden. Krijt is in een op
gewekte stemming, die pas veel later zal
omslaan in een lichte mate van bezorgd
heid en angst. "Ik ben bang dat dit ge
sprek me nog wel psychische problemen
zal bezorgen".
In een gezellige hoekkamer die uit
zicht geeft op het gouden dak van het Na
tionale Theater in Praag, brengt zijn
vrouw Olga taart en hartige hapjes, met
als ingredient witlof, een artikel dat hier
maar veertien dagen per jaar verkrijg-
Krijt kent geen remmingen bij het ver
tellen van zijn levensverhaal. Hij is een
energiek, maar bedachtzaam formule-
rend prater. Geboren in Zaandam, als
zoon van een loodgieter. "Maar nu, met
het nieuwe regime, zou je moeten zeg
gen: als zoon van een ondernemer", zegt
hij. "In 1946 kwam ik van de HBS. Het
jaar daarna ben ik bij de Twentsche
Bank gaan werken, niet omdat ik zo
graag bankbediende wilde worden maar
ik moest nog in militaire dienst en er kon
dus nog geen sprake zijn van het begin
van een loopbaan. Dat was net in de tijd
van de politionele acties. Thuis waren we
links georiënteerd. Mijn broer was de he
le oorlog in contact geweest met de com
munistische verzetsbeweging en kende
mensen als Gerard Maas en Marcus Bak
ker goed".
Onzin
"Toen ik in dienst moest, ging ik als
HBS-er naar de kaderschool in Ermelo.
Dat ging zo met jongens die een oplei
ding hadden. Maar mijn verblijf daar
heeft niet lang geduurd'".
"We moesten een opstel schrijven met
als onderwerp: 'Waarom wij naar Indo
nesië moeten'. Ik had daarvan gemaakt:
'Waarom wij niet naar Indonesië moeten.
Want ëén ding stond voor mij vast: net na
de bevrijding, in een tijd dat de gehele
wereld in een vrijheidsroes verkeerde en
dat alle landen zelfstandigheid wilden,
vond ik het onzin om daar te gaan knok
ken. Naar mijn mening was het een uit-
zichtsloze zaak, en dat is naderhand een
profetische uitspraak geworden. Ze
stuurden me terug naar Amersfoort als
gewoon rekruut. Ik zat daar als HBS-er
tussen al die Amsterdamse jongens die
geen enkele opleiding hadden. Ik weet
nog goed dat er toen zo'n bekakte vaan
drig naar me toe kwam en vroeg: 'Zeg,
heb jij misschien gehockeyed?' Dat had
ik. Hij zei: 'Neem dan je stick mee naar
Indonesië, kunnen we daar misschien
nog wat hockeyen".
"Maar goed: ik wilde dus niet naar
Indonesië. Ik ging naar Gerard Maas van
de CPN en die gaf me groot gelijk.
Tsjechslowakije veroordeelde indertijd
de Indonesië-politiek van Nederland.
Toen kreeg ik een idee. Ik was al eens
veertien dagen in Tsjechoslowakije ge
weest op uitnodiging van een Tsjech die
ik op een vreemde manier had leren ken
nen: mijn broer, die tijdens de oorlog on
dergedoken zat, moest huisarbeid doen.
Hij moest capsules met medicamenten
in doosjes opbergen. Van een man hoor
de ik dat die ook naar het' buitenland
werden uitgevoerd. In een paar van die
doosjes heb ik toen een briefje gedaan
met de vraag of de ontvanger me terug
wilde schrijven een beetje een-fles-in-
de-oceaan-idee, ja".
"Na de oorlog kreeg ik het eerste be-
- richt terug: het kwam van een Berlijnse
J verkeersagente die schreef hoe 'hubsch'
ze eruit zag en die wel wat in mij zag.
Vlak na de oorlog was ik natuurlijk niet
erg in de stemming om te gaan corres-
ponderen met een Duitse. Een andere re-
actie was wël leuk. die kwam van een
man en een vrouw uit Kóniggraz in
i Tsjechoslowakije. Ze hebben me toen
voor veertien dagen uitgenodigd. Ik had
daar dus al contacten voor ik deserteer-
dc"
Arrestatie
"Eind 1948, tijdens het inschepingsver-
lof ben ik 'm gesmeerd. Mijn vader vond
j het allang goed. Hij stond in de deurope-
ning, gaf me een hand en zei: 'Hou je taai.
jongen', en daarmee was de kous af. Ik
deed mijn soldatenpakkie uit en ben via
Antwerpen naar Tsjechoslowakije ge-
gaan. Ik sprak geen woord Tsjechisch,
-v heb eerst anderhalf jaar gewerkt bij een
boer. Een intelligente vent. van wie ik al
snel wat van de taal oppikte. Ik heb mijn
vader nog mijn soldatenpakkie en m'n
j kistjes laten opsturen, die kon ik mooi
gebruiken als werkkleding".
"Lange tijd werd ik daar met rust gela
ten. maar in november 1949 stopte er in
eens een Skodaatje voor de boerderij
met twee heren erin. Ze vroegen of ik
mee wilde komen naar de dichtstbijzijn
de stad, maar ze brachten me meteen
naar het gebouw van de Staatsveilig-
heids Dienst in Praag, hier vlak over de
brug. Daar begonnen ze mé te ondervra
gen. heel vervelend allemaal. Waarom ik
naar Tsjechoslowakije was gegaan, wat
ik hier kwam doen. Dat werk".
"Ze gingen er vanuit dat ik niet kosher
was. Het eindigde ermee dat ik als onge
wenste vreemdeling over de grens zou
worden gezet. Ik moest maar zeggen
over welke grens ik gezet wilde worden.
Het kon me weinig meer verdommen, ik
had zwaar de pest in. Zet me maar in de
Bondsrepubliek, zei ik tegen die kerels.
Ze brachten me weer terug naar de cel,
waar nog zo'n man of vijftien zaten. Toen
ik hun verhalen hoorde, begreep ik dat
het menens werd. De volgende morgen
ondervroegen ze me weer. Ze zeiden fijn
tjes: 'Ja. meneer Krijt, hoe zit dat nou,
kunt u ons nu eens precies vertellen met
welke bedoelingen u naar de Bondsrepu
bliek toe wil?"'
Contact
Krijt kwam vrij door de hulp van een Ne
derlander die in een Internationale Com
munistische Studenten Organisatie zat.
Van zijn tijd in de cel droomt hij nog af en
toe. "Het was een zeer onaangename er
varing. Miep Diekmann. de schrijfster,
heeft me wel eens gezegd dat zo'n ver
blijf in de gevangenis je je hele leven
blijft achtervolgen en dat is zo. In later ja
ren realiseerde ik me ineens hoe ik daar
door toch was veranderd: in Nederland
was ik nog een gewone, vrij brutale jon
gen, die een grote bek durfde op te zetten
als iets hem niet beviel. Maar toen ik hier
een paar jaar woonde, verdween dat. Je
verliest die instelling, die gezonde niet-
laten-intimideren-mentaliteit".
Hans Krijt kreeg nogmaals met de Ge
heime Politie te maken toen hij als tolk
optrad bij een interview dat de Neder
landse journalist Dick Verkijk had met
een Tsjechische dissident. "Dick kwam
hier regelmatig. Na dat interview zei ik
tegen hem: Dick, je moet hier niet meer
komen, want ik krijg er last mee. Welnee,
zei hij, je bent veel te bang. Ik was mis
schien ook wel bang. maar ik woonde
hier en hij niet. En toen liep ik naar het
raam en zag ik ze daar weer zitten, bene
den op het bankje. Ik dacht meteen: oh,
het gedonder begint weer. Verkijk is des
tijds nog vastgehouden wegens spiona
ge. Ik werd ook opgehaald door de Ge
heime Politie. Toen ik niet wilde mee
werken, zeiden ze in het bijzijn van Ver
kijk: 'Maar meneer Krijt, we hebben toch
altijd goed contact met elkaar gehad'. Zo
proberen ze je te pakken".
"Goed contact, ja, dank je de koekoek.
Na mijn eerste bezoek aan de Geheime
Politie, moest ik om de veertien dagen
komen vertellen met wie ik had gespro
ken en wie ik had ontmoet. Maar toen ik
een vaste baan kreeg bij de televisie en
ging trouwen, heb ik gezegd: bekijk het
maar. Als jullie willen weten hoe ik ben,
vraagje het maar aan mijn baas. Het bes
te is om dat soort dingen gewoon te laten
doodbloeden, je moet te werk gaan vol
gens de zogenaamde Schwejk-methode.
Ze wat onbenullige dingen vertellen".
Staatsdienst
Na zijn verblijf op het platteland trok
Hans Krijt naar Praag en vroeg hij een
beurs aan bij de filmacademie. Die kreeg
hij. Hij studeerde samen met de bekende
regisseur Milos Forman. die in de colle
gebanken openlijk kritiek leverde op
Stalin. Hans Krijt sloot zijn studie op de
filmacademie met goed gevolg af. Na een
tijd bereikte hem het verzoek of hij Ne
derlandse conversatielessen wilde geven
aan de subfaculteit Nederlands van de
universiteit in Praag.
Krijt: "Dat heb ik toen gedaan. Mijn
vrouw was een van de studenten. Door
haar heb ik me laten strikken. Laten
strikken ja, want ik was niet van plan om
vaste banden aan te knopen hier. Ik wou
de mogelijkheid open houden om terug
te gaan naar Nederland. In 1956 ben ik
getrouwd. Dat gaf nog een hoop narig
heid want een Tsjechische mocht niet
met een buitenlander trouwen, maar uit
eindelijk kregen we toch toestemming.
Het huwelijk moest binnen twee maan
den worden gesloten, anders zou de ver
gunning verlopen. Ik weet nog dat mijn
vrouw bij de kleermaakster kwam en zei
dat ze haast had en binnen twee maan
den moest trouwen. O, zei die kleermaak
ster, maakt u zich geen zorgen, we ma
ken de jurk wel wat wijder. Ze begreep
het niet". Lachend: "En ik was nog wel
zo voorzichtig geweest".
Krijt kreeg na zijn studie aan de film
academie een baan bij de Tsjechoslo-
waakse televisie. Eerst bij het journaal,
daarna maakte hij documentaires over
muziek. "Alles Was daar natuurlijk wel
min of meer politiek, maar echt veel had
ik daarmee niet te maken. Al waren er
wel uitzonderingen: met de verkiezingen
werd ik een keer als hulpkracht ingezet.
Dan zag je het toneelspel van de mensen.
Als je ze gewoon meemaakte, zag je wel
dat ze helemaal niet zo weg waren van
het communisme".
"In de jaren zestig kwam hier de libera
lisatie op gang. Maar ook in die tijd zaten
er mensen vast. Toen ik eens buiten
Praag moest filmen, zag ik daar de kam
pen waar gedetineerden achter prikkel
draad werkten. Dat was echte, harde
tucht".
"In 1966 werd ik door de Tsjechische
overheid benaderd: ik was al zo lang in
het land dat ze eisten dat ik maar eens
moest kiezen: of Tsjech worden of Ne
derlander blijven. Ik wilde mijn Neder
landse nationaliteit behouden. Veel Hol
landers doen een beetje denigrerend
over hun land, zeggen dat ze het volks
lied niet kennen en dat het allemaal maar
niks is. Zo ben ik niet. Ik ben veel meer
een patriot. Je kunt je nationaliteit nu
eenmaal niet als een jasje uittrekken".
"Ik ben naar de Nederlandse ambassa
de gegaan en heb mijn verhaal verteld.
Allemaal mooi en aardig, zeiden ze, maar
waar werkt u? Bij de Tsjechische televi
sie, zei ik. O. dan bent u in vreemde
staatsdienst, zeiden ze. Maar ik werk
toch niet als ambtenaar, zei ik. Doet er
niet toe: we hebben te maken met
staatstelevisie, was het antwoord. Het
enige wat zou helpen was mijn ontslag
indienen bij de Tsjechische televisie en
dat heb ik toen gedaan. Dat heb ik zeer
onhandig aangepakt, met als gevolg dat
ik nu maar een pensioen heb van 2000
kronen, ongeveer het laagste wat je hier
kunt krijgen".
Nederland
Na de Russische inval in 1968, ging Krijt
samen met zijn vrouw en drie zoons naar
Nederland. Een pas had hij niet meer.
Die was hem door de Geheime Politie af
genomen. De angst beving hem dat ze
het document hadden gebruikt voor
spionage-activiteiten in Nederland. Maar
dat bleek niet het geval. Van de Neder
landse ambassadeur Jongejans in Praag,
had hij een vervangende pas gekregen.
"Na ongeveer een jaar in Nederland
zijn we weer teruggegaan naar Tsjecho
slowakije. Ik had de grootste moeilijkhe
den om aan het werk te komen bij de Ne
derlandse televisie, ik was niet bekend
met de terminologie en zo. Bij de NOS
hadden ze me hoofd van de controleka
mer gemaakt, maar dat knoppies druk
ken was niks voor mij. Dat was een van
de redenen waarom ik terugging".
Weer terug in Praag, begon Hans Krijt
met het vertalen van Tsjechische litera
tuur in het Nederlands. Maar een echte
vertaler voelt hij zich niet. Hij moet echt
onder de indruk van de schoonheid van
een boek zijn gekomen, voor hij tot verta
len overgaat.
Zijn vrouw, doctor in de Nederlandse
letteren aan de universiteit van Praag,
denkt er precies zo over, maar zij is als
vertaalster gedrevener dan haar man. Zij
vertaalde zo'n vijftig Nederlandse ro
mans en novellen in het Tsjechisch,
waaronder werk van Couperus, Fabrici-
us en Theun de Vries, schrijvers die in
Tsjechoslowakije enorme oplagen haal
den. In 1969 kreeg zij voor haar werk de
Nijhoffprijs in Nederland.
Hans Krijt: "Ik ben begonnen met het
vertalen van 'Zwaarbewaakte treinen'
van Hrabal. Ik had hier de film gezien en
vond dat dat boek in het Nederlands
moest worden vertaald. Voor uitgeverij
Van Gennep in Amsterdam heb ik eerst
een proefvertaling gemaakt en daarna
kreeg ik de opdracht. Van tijd tot tijd heb
ik daarna boeken en boekjes vertaald,
ook van Capek en Vaclav Havel, onze
president. Zijn laatste boek, 'Naar alle
windstreken', was een enorme klus. In
gewikkeld. Daar begin ik niet gauw meer
aan. Ik merk dat ik sommige Nederland
se woorden begin te vergeten, dat ik er
veel te lang naar moet gaan zoeken".
"Hrabal kende ik al voordat ik zijn
werk vertaalde. Hier vlak om de hoek
ging ik wel eens een hapje eten en een
potje bier drinken en daar kwam Hrabal
ook. Hij is een enthousiast cafébezoeker,
werkt daar vaak, net zoals Carmiggelt
dat kon. Hij schrijft alleen geen cursief
jes maar romans. Hoe dan ook, we heb
ben kennis gemaakt. Hij is doctor in de
rechten, een heel filosofische man. Ik
praat dan ook nooit lang met hem, want
als hij op hol slaat met zijn filosofieën is
hij niet meer bij te houden. Hij vond het
overigens prachtig dat ik die Nederland
se vertaling had gemaakt van zijn boek.
Als ik hem nu nog op straat tegenkom en
hij heeft iemand bij zich, dan stelt-ie me
altijd voor als de vertaler die hem in Ne
derland wereldberoemd heeft gemaakt".
Amnestie
"Ik heb bij Olga drie zoons gekregen. Al
le drie zijn ze hier opgegroeid. Mijn twee
de zoon is milieudeskundige geworden.
Hij werkte in Praag, als je dat tenminste
werken kunt noemen. Hij moest alleen
maar een stempel zetten onder vergun
ningen. Ook al keurde hij zelf een project
af, toch moest dan om een of andere re
den die stempel eronder dat het was
goedgekeurd. Daar zat natuurlijk een ge
vaar in: als er iets spaak zou lopen, zou
hij het grootste gedonder krijgen. Want
zo werkt dat".
Dat gedonder leek er toch wel van te
komen. "Hij woonde zonder vergunning
ergens in een kraakpand, met zijn vrouw
en zijn zoontje. En hij moest in dienst en
daar had hij geen zin in. Ja, wat dat be
treft is het mijn leven een beetje, maar
dan in spiegelbeeld. Toen heeft ie-dus
een aanvraag tot emigratie ingediend. Ik
dacht: ze zullen wel niet zo'n herrie ma
ken, die jongen staat met een Hollandse
vader toch al met zijn ene been in Neder
land. Maar pas na drie verwoede pogin
gen om weg te komen, was er resultaat.
Dat heb je als niet schuift met envelop-
pes met inhoud. Maar goed, hij is nu weg.
Ik ben blij toe. Hij werkt nu in Nederland
als ingenieur".
Krijt zelf zou hem niet willen volgen.
"Waarom?. Echt slecht hebben we het
hier de laatste twintig jaar niet gehad. De
basisvoeding was nooit een probleem.
Aan werk was geen tekort, iedereen wist
waar hij aan toe was en had zijn eigen
weggetje gevonden. De mensen op de
universiteiten werden zwaar onderbe
taald, nu nog trouwens. Een loodgieter
verdiende driemaal zoveel als mijn
vrouw die doceert aan de universiteit.
Maar nu lijkt het de gopde kant op te
gaan".
"De mensen zijn erg egoïstisch inge
steld. Iedereen beoordeelt een regime op
wat het voor hemzelf betekent. Nu wé
(foto Cees van Hoore)
overgaan naar de vrije markt-economie,
wordt er alom gekankerd. Eerlijk gezegd
neem ik dat de mensen een beetje kwa
lijk. Maar inderdaad, er zijn grote proble
men. De werkloosheid bijvoorbeeld is
enorm toegenomen omdat de ministe
ries worden uitgedund. Veel mensen
moeten worden omgeschoold. Op de
universiteit en ook op de lagere scholen
werd Russisch onderwezen. Dat vak
krijgt nu natuurlijk een enorme opdon
der. Al die leraren moeten een andere
baan hebben en velen moeten overscha
kelen op Engels".
"Net na de revolutie ontstond er een
groot machtsvacuüm en daar zijn na
tuurlijk integere en niet-integere mensen
in gesprongen. Ik heb Havel van haver
tot gort leren kennen. Hij is in het begin
te weinig selectief geweest bij het kiezen
van zijn medewerkers, maar ik weet ze
ker dat hij meer en meer staatsman aan
het worden is".
"En dan is er natuurlijk nog die algehe
le amnestie die hij destijds aan gevange
nen heeft verleend. Daarmee is de bevol
king niet gelukkig. De criminaliteit is
merkbaar gestegen omdat er dieven en
verkrachters zijn vrijgelaten. In een zie
kenhuis werd een kind van driejaar ver
kracht en vermoord, door een man die
nog maar net op vrije voeten was. Dat
heeft grote verontwaardiging gewekt.
Havel heeft aan de ouders van dat kind
dan wel persoonlijk zijn medeleven be
tuigd, maar dat is wel een erg schrale
troost".
Memoires
Krijt is van plan zijn memoires te gaan
schrijven. "Niet omdat mijn leven nu zo
verschrikkelijk interessant is, nee, ik wil
dat leven combineren met de geschiede
nis van Tsjechoslowakije, die ik inmid
dels goed heb leren kennen. Daarover
bestaan nogal wat misvattingen. Het
voordeel is dat ik de dingen van binnen
uit kan beschrijven".
"Achteraf bezien heb ik er ook bepaald
geen spijt van dat ik hier in Praag terecht
ben gekomen. Ik heb een zeer interes
sante tweede cultuur leren kennen. Al
leen als ik weer eens met de Geheime Po
litie te maken kreeg, was ik jaloers op de
Nederlanders omdat zij daar geen last
van hadden".
"Hoewel: toen ik in 1969 een jaar terug
was in Nederland kreeg ik met de BVD
te maken. Het leek wel alsof het hele ver
haal weer van voren af aan begon. Hoe ik
aan die pas was gekomen, waarom ik te
rug kwam? En waarom had ik eigenlijk
contact met Nico van der Drift, de direc
teur van De Waarheid? Nico importeerde
films uit het Oostblok. Die werden dan 's
zondags voor abonnees van De Waarheid
vertoond. Hij kwam hier wel eens, een
aardige vent. Toen mijn vrouw last kreeg
van een hartziekte en vol werd gestopt
met Tsjechische aspirines waarvan je erg
gaat braken, stuurde hij uit Nederland
een pakje met aspirines die die nare bij
werking niet hadden. Vroegen ze bij de
Nederlandse politie: en meneer Krijt,
wat zat er eigenlijk in dat pakje van Van
der Drift?"
Revolver
"In Nederland hebben al die vragen me
emotioneel nog meer aangepakt dan
hier. Ik weet nog dat ik 's avonds een
zaam door de straten van Zaandam liep
en dacht: wat moet ik in godsnaam
doen? Er had zich weer een man gemeld
die met me wilde praten, iemand van de
BVD en ik was in een downstemming.
We woonden in Zaandam op een boven
etage met z'n vijven, Olga, ik en mijn drie
zoons. Om de haverklap kwam er een po
litieagent bij ons op bezoek. En mijn
vrouw is veel te aardig om zulke mensen
eruit te zetten dus die liet hem telkens
binnen. En altijd had hij hetzelfde grap
je: 'U hoeft niet bang te zijn hoor, me
vrouw Krijt. Ik heb mijn revolver op het
bureau gelaten".
"Maar het was natuurlijk niet zo erg als
hier. Die tijd heeft z'n sporen echt na
gelaten. 'Soms, als ik hier beneden op het
bankje weer twee mannen zie zitten,
denk ik: Oh God, ze zijn terug, ze houden
me wéér in de gaten".