w*
De nep van 'De 64.000 Gulden Vraag'
Ah ik gevraagd
wordga ik weer,
het is je werk
Eén van de 'onthullingen' in biografie van Amerikaanse omroepbaas
LEUKSTE MEVROUW
Simone Kleinsma schakelt over op 'Les Miserables'
DINSDAG 29 JANUARI 1991
DEN HAAG - Jos Brink presenteert elke dinsdagavond bij RTL 4 het spelletje 'De 64.000 Gulden
Vraag'. Het spel is een getrouwe kopie van The 64.000 dollar questiondat de Amerikaanse om-
roepmaatschappij CBS vanaf juni 1955 gedurende enkele jaren op het scherm bracht. Dat pro
gramma zorgde na een aanvankelijk overdonderend succes voor zeer veel problemen.
Het bleek namelijk dat de pro
grammamakers kandidaten die
'beter overkwamen' vast de ant
woorden vertelden, zodat de min
der televisiegenieke kandidaten
snel afvielen: daar werd het pro
gramma beter van, daardoor ke
ken er meer mensen en betaalden
de adverteerders meer.
Nadat afgevallen kandidaten
in het openbaar begonnen te mor
ren over de trucs waarvan zij het
slachtoffer waren geworden, ont
stond een enorme rel, die voor
overheid en publiek bloot legde
wat ingewijden allang wisten:
commerciële televisie gaat alleen
maar om geld en kijkcijfers, de
rest is bijzaak.
Schaamlap
Om de schade te beperken, greep
CBS naar de aloude schaamlap
van de Amerikaanse omroepwe
reld: nieuws, cultuur en hoog
waardig drama. Door snel een
paar van dergelijke program
ma's op het scherm te brengen
kon de roep om meer overheids-
greep op het niveau van de pro
grammering naar de achter
grond worden gedrongen.
Het incident wordt uitgebreid
omschreven in de biografie die
eind vorig jaar is verschenen van
eén van de belangrijkste grond
leggers van de moderne Ameri
kaanse 'networks': William S.
Paleg. Bill Paley (1901) kocht met
kapitaal uit de sigarenfabriek
van zijn vader in de jaren twin
tig een radiostation in Philadel
phia en bouwde dat al voor de
Tweede Wereldoorlog uit tot het
op één na grootste landelijke ra
dio-netwerk: Columbia Broad
casting System (CBS).
De biografie maakt duidelijk
dat de omroep in de Verenigde
Staten al vanaf het allereerste be
gin stevig in handen is geweest
4
van het bedrijfsleven. Hooguit
toetste de overheid de inhoud van
programma's op gevaar voor de
staat, de openbare orde, de gees
telijke volksgezondheid en - later
- communistische infiltratie.
Handel
Maar verder? Omroep was han
del. En aangezien programma's
geld kostten, moesten daar finan
cieringsbronnen voor worden
aangeboord. Toen bleek dat ad
verteren via het nieuwe medium
radio inderdaad deed verkopen,
stroomden de adverteerders toe.
Maar omdat zij betaalden om zo
veel mogelijk mensen naar hun
boodschap te laten luisteren,
hadden zij geen behoefte aan iets
anders dan amusement, amuse
ment en amusement.
De situatie anno 1991 is niet
veel anders. De Amerikaanse om
roepen gedragen zich nu welis
waar iets verantwoor delijker
dan in de wilde beginjaren,
maar de kern is nog hetzelfde: het
is handel en dus geen gedonder.
Daarom ook zijn de Amerikaan
se journaals show-achtig van op
zet. met veel aandacht voor leuk
nieuws (van het kaliber 'boa con
strictor zoogt lammetje').
En, zo blijkt uit die biografie,
anno 1991 zijn alle nieuws- en
culturele programma's bij CBS
nog steedis niet meer dan een
schaamlap. Die moet voorkomen
dat een zich aan het platte amu
sement ergerend publiek de net
works beperkingen oplegt in hun
jacht op de reclamedollar.
Pulp
Bij de Nederlandse '64.000 Gul
den Vraag' zal Jos Brink bepaal
de kandidaten wel niet bevoorde
len boven andere. Daar zijn geen
aanwijzingen voor. Maar het is
wel zo dat het aardige nieuws-
ontbijtprogramma per 1 januari
is vervangen door tekenfilms en
andere pulp, met daartussen nog
slechts enkele korte nieuwsbul- iets over commerciële omroep als
letins. De kijkcijfers waren te men als 'splinternieuw' een spel-
laag. Dus ook dat schaamlapje is letje introduceert dat in 1955
alweer iets kleiner geworden. voor het eerst werd uitgezon-
Bovendien: het zegt op zich al den
NOS-cameraman terug uit Golf
HOOFDDORP In de hal van zijn woning in Hoofddorp
staat een witte plunjezak van de Nederlandse marine. De
inhoud bestaat uit een tropenuniform met baret, een gas-
pak, schoenen en het onvermijdelijke gasmasker. Paul
Hartendorf, cameraman van de NOS.is net terug uit de
Golf waar hij tien dagen lang samen met zijn collega Paul
Grijpma voor het NOS-journaal verslag deed vanaf de
drie Nederlandse marineschepen.
„Het spannendste moment? Dat was op de terugweg, toen we in
Londen moesten overstappen op het vliegtuig naar Schiphol. Ik
had twaalf koffers bij me en was bang dat ze niet mee zouden ko
men. want in Londen gaat altijd wat mis bij het overladen.
Niet dat Hartendorf niets heeft meegemaakt, maar hij kijkt
nuchter op z'n Golftrip terug. „Er zijn wel incidenten geweest.
We hebben meegemaakt dat er in de buurt van ons schip een ont
ploffing was. vlakbij een Engels schip. Toen was er actie, ieder
een ging er op af. Achteraf bleek dat een geallieerde bommen
werper een bom had verloren in zee".
Waarde
Hartendorf is geen op sensatie beluste journalist. „Ik ben naar
de Golf gegaan omdat ik me bewust ben van de historische waar
de. Het is voor het eerst in 45 jaar dat Nederland weer betrokken
is bij een oorlog. Dat moet je vastleggen. Buitenlandse journa
listen zijn niet geïnteresseerd in het wel en wee van de Neder
landse marine. Dit moet gewoon gedaan worden omdat niemand
anders het doet."
In de nacht dat de oorlog uitbrak, deed collega Grijpma telefo
nisch verslag vanaf de Zuiderkruis. De overige verslagen legde
Hartendorf vast met zijn camera. De banden werden met een he
likopter, de zogenaamd shuttle-service, naar het vasteland ge
vlogen. Een produktiefirma in Dubayy monteerde het ruwe ma
teriaal, waarna de beelden per satelliet naar Hilversum werden
overgeseind. „Alle banden zijn gelukkig overgekomen. Ik was
toch wel bang dat er wat mis zou gaan. het materiaal gaat door
veel handen. En er zal maar iemand zijn die zegt: "Wat is dat voor
een rare zak, die kan nog wel een dag blijven liggen.' We zijn nu
eenmaal geen CNN. Dat Amerikaanse tv-station had een heel
kantoor in Dubayy."
Handenvol geld
De NOS-journalisten zijn teruggekeerd omdat er weinig nieuws
te melden was en omdat de hele missie handenvol geld kost. De
verzekeringspremies voor bet Golfgebied lopen in de tiendui
zenden guldens per week per persoon. „Als er nieuwe ontwikke
lingen zijn, stuurt de NOS waarschijnlijk wel weer mensen naar
het gebied. Als ik gevraagd word, ga ik weer. Daar moet je niet
over zeuren. Het is je werk, dus je gaat."
OOSTENRIJK De Duitse Monika Gilbert mag zich een jaar
lang 'Mrs. Europe 1991' noemen. In de Oostenrijkse plaats Saalf-
elden werd haar de titel van 'meest aantrekkelijke getrouwde
vrouw' gegeven. De gelukkige wordt gekust door de nummers
twee en drie, respectievelijk de Duitse Gabriële Gedeon (rechts)
en de Deense Susan Haman (links) (foto af»
HILVERSUM - Een exact cijfer: 278 keer
speelt Simone Kleinsma de veeleisende
titelrol in de musical 'Sweet Charity.' En er
zijn dagen bij met twee voorstellingen.
Niet éen keer liet ze het afweten. In het
buitenland is het de gewoonte zeker in de
matinees dat de vervangster, de
understudy, de rol dan overneemt.
Nederland zou daar geen genoegen mee
nemen. Voor het publiek is 'Charity'
gekoppeld aan de vedette Kleinsma.
En terwijl 'Sweet Charity' bezig is aan de
de slotserie, bereidt Simone Kleinsma zich
voor op een nieuwe rol: de herbergierster
in de Nederlandse versie van 'Les
Misérables.
Simone Kleinsma heeft 'Les Miserables' in
Londen drie keer gezien, toen de produktie
daar net was uitgebracht. Aanvankelijk
was er geen sprake van dat zij de rol van de
lelijke waardin zou spelen.
"Joop en ik hadden besloten dat ik geen
auditie zou doen, temeer omdat er een
andere musical voor mij aankwam. Het
liep anders. Met Gerrie van der Klei, die
deze rol was toegedacht, lukte het niet. Ik
herinner me dat ik op een gegeven
moment in Londen was voor de opnamen
van mijn cd. Het was alsof we ons toen pas
realiseerden dat ik met 'Les Misérables'
een gat van een half jaar zou kunnen
overbruggen. Toen overviel me de situatie
dat ik in Londen in een hotel opeens met
de regisseur zat te praten... En het klikte.
Onvoorbereid heb ik voorgezongen en ik
kreeg de rol."
hebt op het toneel.
Simone Kleinsma: "Inderdaad. Tot nu toe
speelde ik altijd leuke types in wat ik vaak
'hoeden-en-petten-shows' noem. Ik heb
gehoord dat de schrijvers van 'Les
Misérables' vonden dat er technisch na een
half uur een komische noot nodig was na
alle kommer en kwel. Een ontlading van de
spanning door middel van de lach, je kent
dat. Het is een blok dat relativerend werkt,
dus. Het echtpaar Thénadier is vals, vies,
slonzig en kwaadaardig. Het mens ziet er
echt niet uit, ze mist een paar tanden..."
Smurf
In de boekhandel viel mijn oog
laatst op het kersverse 'Prisma
van de letterkunde', een lexicon
waarin 2.500 literaire begrip
pen nader worden verklaard.
Ik pakte het boek op, sloeg het
openen van verbijstering liet ik
het bijna direct weer vallen -
"smurf', staat er op bladzij 249,
"een blauw kabouter acht ig
stripfiguurtje". En meteen hoor
de ik weer het neuzelende stem
geluid van Vader Abraham,
over smurfen die door een sleu
telgat en door een waterkraan
kunnen kruipen. Wat heeft een
smurf in hemelsnaam in een li
teraire woordenlijst te zoeken?
Je kunt toch moeilijk beweren
dat stripverhalen als 'Smurfen
soep' en 'Dat moet je smurfen'
uitblinken door een prachtig li
terair taalgebruik. Het woord
smurf klappert als een vlag in
de stormwind over alle bladzij
den heen: "Zullen we gaan
smurfen?" "Nee, ik heb geen
smurf om te gaan smurfen". Ik
kocht het boek en ging meteen
naar huis, want ik wilde wel
eens weten wat voor stille revo
lutie zich, buiten mijn medewe
ten, in de literaire wereld had
afgespeeld. Was het stripver
haal nu opeens een erkend lite
rair genre geworden? Waren
Vestdijk. Bordewijk en Wolkers
inmiddels van de boekenlijst op
de middelbare school afgevoerd
en vervangen door Lucky Luke,
Asterix, Kapitein Rob. Suske en
Wiske, Kuifje en Eric de Noor
man?
In de inleiding zegt samen
steller Cees van der Zalm dat hij
voor zijn lexicon vrij ruime cri
teria heeft gehanteerd. Dat was
mij dus al opgevallen. Zo heeft
hij bijvoorbeeld ook aandacht
besieed aan de streekroman en
het misdaadverhaal, genres die
door de literaire kritiek meestal
worden overgeslagen. Het strip
verhaal wordt in de inleiding
niet genoemd, en wie op zoek
gaat naar andere stripfiguren
dan smurfen, kan niets van zijn
gading vinden. Geen Lambiek,
geen professor Zonnebloem,
geen Pum-Pum (de kale dwerg
uit Eric de Noorman), geen ge
broeders Dalton, geen professor
Lupardi en geen Obelix. Hoe is
die smurf dan in de tekst ver
zeild geraakt? De enige aanwij
zing is dat ook het elfje, de heks
en de vampier in de lijst zijn op
genomen. Misschien denkt Van
der Zalm dat de smurf ook een
produkt is van de volksverbeel
ding en dat de mensen elkaar
vroeger bij het haardvuur niet
alleen spannende verhalen over
ontmoetingen met boze oude
vrouwtjes en bloeddorstige
vampiers vertelden, maar ook
met het vrolijke smurfenvolk.
Maar waarom worden dan de
kabouter, de weerwolf, de fee en
de tovenaar weer doodgezwe
gen? Nee, ik ben toch bang dat
de smurf in zijn eentje de hele
stripwereld moet vertegenwoor
digen.
Maar wie dan beslist het
stripverhaal tot de literatuur
wil rekenen, had de smurf beter
in zijn smurfendorp kunnen la
ten smurfen, en de slotheer van
Bommelstein als afgevaardigde
naar het land der letteren kun
nen sturen, als u begrijpt wat ik
bedoel. De boeken van Marten
Toonder verschijnen niet alleen
bij een literaire uitgeverij,
maar zijn naam is in het verle
den al herhaaldelijk genoemd
als kandidaat voor de PC.
Hooftprijs, de hoogste literaire
onderscheiding in Nederland.
Zijn pleitbezorgers wijzen er
graag op dat Toonder het Ne
derlands heeft verrijkt met
woorden en uitdrukkingen als
windhandel, minkukel, kom
mer en kwel, zielknijper en dor-
knoper. Dat kan van weinig an
dere Nederlandse schrijvers ge
zegd worden. Het latere werk
van Toonder blinkt niet alleen
uit door diepgang en een subtiel
gevoel voor humor, maar ook
door een fraaie stijl. Er is zelfs
eens een boekje met citaten uit
de Bommelverhalen uitgegeven.
De laatste jaren heeft Marten
Toonder zich ook als dichter ge
manifesteerd, waarmee hij zijn
literaire status nog meer cachet
heeft gegeven. In zijn debuut
Hanezangheeft hij enige ver
zen van Querulijn Xaverius
Markies de Canteclaer van Bar-
neveldt gebundeld. Het gaat
hier om sombere, klassieke,
Jean Pierre Rawie-achtige rij
men van een bevlogen zanger,
zoals de eerste regels van het in
drukwekkende 'Verzwegen
leed' mogen aantonen:
Reeds lang gevoel ik mij niet
wel.
Maar trots weerhoudt mij om te
klagen.
Toch schort er iets aan mijn ge
stel:
Mijn adem stokt, of komt met
vlagen.
Op een avond zat ik peinzend
voor het vuur claret te nippen,
een diep gedachtenleven vein
zend.
Doch voor mijn ogen dansten
stippen.
Welk een afgrond gaapt er
tussen deze verheven strofen en
het zinloze gebrabbel van het
smurfenvolkje!
15 ER EEN MEDISCHE VERKLA
RING VOOR NET VERSCH'JNSEL
AL CO NO L! SHEDOKTER