OEKEN De zuiverheid van wenkbrauwbogen Een hartverwarmende tiran Kopervitriool op brood en voedselrellen in Leiden Het internationale terrorisme in de detective-roman LUCEBERT Terug naar het IJsseldal VRIJDAG 25 JANUARI 1 Poëzie-opstellen en nieuwe gedichten van Willem Wilmink Onder de veelbelovende titel 'Wat ik heb gevonden, je raadt het nooit' bundelde Willem Wilmink een vijf tiental opstellen over schrijvers in onze taal. Het is een keus uit de bes te lessen van de 'schrifteli jke cursus dichten' die jarenlang verscheen in 'de blauw geruite kiel', de helaas verdwenen rubriek voor kinderen en andere volwassenen in het week blad Vrij Nederland. Het was een echte cursus, niet om dichten te leren, maar om gedichten beter te leren begrijpen en waarde ren. Wilmink is de schoolmeester die altijd verrassende leerstof op diept en er boeiend over weet te ver tellen. Hij blaast het stof van het li terair museumbezit en weet schrij vers die in de handboeken allang begraven waren, weer levend te ma ken. Anthonis de Roovere, Bredero, zelfs de vergeten auteur van het on vergetelijke 'Jantje zag eens prui men hangen', Hyronymus van Al phen, ze blijken bij Wilmink actueel en nog altijd de moeite waard. Ook schrijvers van deze eeuw komen aan de orde, ouderen als Gorter, Leopold, Hendrik de Vries en Theo Thijssen, en jongeren als Carmig- gelt en Annie Schmidt. Wilminks spijt, je geen duidelijk besef hebt: hoe zag je eerste meisje eruit, hoe liep je vader in zijn winteijas? Die soort ontwijkt je. plagerig, want hoe intenser je zoekt, hoe vager de beelden worden'. Wilmink schrijft Rawie: 'Door gevoelens i heimwee i i glashel- gelukkige klas zit vol lezers die op gestookt worden zelf verder te zoe ken en ook een beetje rebelleren te gen de dictatuur van het actuele boek, de bestseller die je gelezen Jviacni moet hebben. Wat i Wilmink toont zijn schrijvers als worden vormgevers. In zijn stuk over Jean Pierre Rawie haalt hij een uitspraak van Hendrik de Vries over Slauer^ der verband te zetten, raakt hij niet kwijt.' Beter kan hij zijn eigen poëzie niet typeren. het openingsgedicht, schrijver', staat: n mijn verleden ge- Willem Wilmink: raffinement hoff aan: 'Wanneer het leven zo'n leegte was, waar haalde hij dan de middelen vandaan zich zo schitte rend op die leegte te wreken?' Wil mink antwoordt dan met grote stel ligheid: 'Die middelen haalt de dichter uit het vorm geven'. Dat is misschien wel een oude waarheid, maar hij is in staat met veel verras send bewijsmateriaal de effectivi teit van die vormgeving te tonen. Zelfs bij kinderversjes van Van Al phen blijkt het raffinement van de eenvoud een kwestie van vorm. Raffinement Wilmink is zelf als dichter een typi sche vormgever, die de mogelijk heid van de maat, rijm en strofe bouw ten volle benut. Dat blijkt op elke bladzijde van zijn bundel met 34 nieuwe gedichten met de titel 'Moet worden gevreesd dat het nooit bestond?' De eenvoudige con statering dat deze gedichten een liedvorm hebben is natuurlijk niet bedoeld om Wilmink het gering schattend etiket 'liedjesschrijver' op te plakken. Dat zou even on rechtvaardig zijn als hem als dichter van 'light verse' af te doen. Wat een onzin dat hij daarmee zou behoren tot de categorie die 'bij literaire sa menkomsten niet door dezelfde deur naar binnen mogen als de gro te onverstaanbaren', zoals de flap tekst meldt. De bundel gaat voor een groot deel over herinneringen, van de soort die je te binnen schieten 'door de geur, of door een aanleiding Ik heb het vc baar gemaakt. Maar de weinigen die vreemden herken- r bij zijn De schrijver Nagieb Mahfouz (midden) met zijn dochters Om Kalthoum (links) e vangst nemen van de Nobelprijs voor Literatuur. geweest en die nog leven, ze kijken zo raar, herkennen zo weinig. Moet wor den gevreesd dat het nooit bestond? Is er niets De bundel geeft antwoorden op die vraag, maar nergens zo compact als in het gedicht over een diploma- uitreiking: Nu slaat voor 't laatst de grote schooldeur dicht, en kijk, daar gaan ze: blij en doel gericht een toekomst met veel heimwee te gemoet. De verleiding is groot nog van al les te tonen, hoe bij hem het raffine ment van de eenvoud werkt in zijn gebruik van herhalingen, refreinen, afwisseling van lange en korte re gels, waarop hij het patent lijkt te hebben. Maar liever besluit ik met een strofe uit misschien wel het mooiste vers, 'Sander', voor een blinde jongen: Een lichaam dat op warmte wacht, de zuiverheid van wenkbrauwbo gen. de lijnen van een mond. die lacht de wimpers boven meisjesogen, je zult het zien, zo goed als ieder an der, Sander. WIM VEGT f 24,90. Willem Wilmink, 'Moet worden ge vreesd dat het nooit bestond?'. Uitg. Bert Bakker, 19,90. Minachting, spot en scepsis bestaan niet in de wereld van de islam. Dat beweerde Rudy Kousbroek in z'n laatste prachtbundel. Hij vroeg en kreeg repliek van de arabist Jan Brugman. Zo'n traditie bestaat wel degelijk, zei de laatste, ook al is het in de marge; zie bijvoorbeeld het werk van Nagieb Mahfoez, de Egyp tische romanschrijver en Nobel prijswinnaar. Ik heb dat werk inmiddels gezien, althans het onlangs vertaalde 'Tus sen twee paleizen' en ik heb er van genoten. Niet vanwege de tegen draadse triade van spot, scepsis en minachting. Het islamitische ge- dachtengoed staat te ver van me af om in te kunnen schatten hoe tegen draads Mahfoez in feite is, ook al valt er veel te herkennen in de strenggelovige gemeenschap die hij beschrijft. Alle orthodoxe milieus immers lijken op elkaar, of ze nu is lamitisch zijn of gereformeerd; overal figureert er wel een voorgan ger van het vrome volk, dominee of, van Mahfoez zegt: "Hij gelooft in twee dingen....God in de hemel en knapen op aarde". Maar dit is bijzaak; ook al leert Mahfoez je meer over de islami tische gebruiken dan willekeurig schriftuur ook, waar het om gaat is veel meer de scheidslijn tussen reli gieuze gestrengheid en wereldse ge notzucht: niets mag maar alles kan: mijn gezin moet de wereld tot voor beeld dienen maar het mag mijn ge neugten niet in de weg staan. Het gezin waarover Mahfoez zijn vergrootglas heeft gelegd is de fami lie al-Gawwaad; degene die er alles bestiert, is de met ontzag bejegende maar desalniettemin geliefde Sidi Ahmed, een welvarende en god vruchtige koopman. Geen musje valt er van het huiselijke dak zonder zijn instemming. Onder dat dak leven Amiena zijn vrouw, twee dochters en drie zonen, in een hecht verband, bekvechtend en koutend. De vrouwen verlaten het huis nooit, dat is God niet wel gevallig en Ahmed al helemaal niet - vrouwen dienen zich immers af te schermen voor andere blikken dan die van hun man. Voor vrouwen die niet tot zijn ge zin behoren gelden andere regels: zij allen zijn potentiële minaressen, courtisanes. Hoe meer zij zich bloot geven, hoe liever het hem is. Hij weet die tegenstelling moeiteloos in zijn borst te verenigen, behalve in de moskee, "wanneer hij naar de preek luisterde, waarop hij omstan dig om vergeving, genade en mede dogen vroeg. Maar dan vroeg hij niet om inkeer, en als hij erom vroeg, was dat louter met de tong, niet met het hart. Hij kon het le- Dc ang uit i tubr Elkr stem kleurde zichzelf Lurkend aan regenbogen Vergrauwen de lippen Oud vlees koude handen Bouwers lijken slopers Goudmijnen leeggeroofd Volkeren verstrooid Steden gebrandschat Onze hoop onze schat Het kind van zijn tijd Zingt berooider dan ooit Dit gedicht van Lucebert komt uit de vorig jaar verschenen bundel 'Troost de hysterische ro bot' (Bezige Bij. ISBN- 9023446739C1P). 'Volkeren ver strooid'. 'steden gebrandschat', 'het kind van zijn tijd/zingt be rooider dan ooit' - dit vers is wel griezelig goed van toepassing op de situatie in De Golf. Controle op de kwaliteit van voed sel is in Nederland iets van de laatste eeuw. In de tijd daarvóór wa ren stedelingen door het ontbreken van een effectieve kwaliteitscontro le van hun voedsel overgeleverd aan de goede trouw van diegenen van wie zij hun voedingsmiddelen kochten. Dat in die situatie veelvul dig sprake was van misstanden, zal niemand verbazen. De handelaren en middenstanders bleken zeer cre atief in het knoeien met voedsel. Zo werd aan meel en brood zand, gips of bonenmeel toegevoegd. Brood werd zwaarder gemaakt door een teveel aan water en om het aanzien te verfraaien werd kopervitriool aan het deeg toegevoegd. Melk werd aangelengd met water, lijnolie of fijngewreven schapenhersenen. Zout werd vervalst met krijt en azijn met zwavelzuur. Met de op komst van de chemie vestigden zich in de laatste decennia van de vorige eeuw particuliere chemische bu reaus die warenonderzoek deden. Pas na het van kracht worden van de Voedselkeuringswet in 1919 kon aan malafide praktijken daadwer kelijk een halt worden toegeroepen. Knoeien met voedsel is één van de aspecten die aan de orde komen in het boek 'Eten en eetlust in Ne derland 1840-1990', waarop de so ciologe Anneke van Otterloo on langs promoveerde. Centraal staan hierin de veranderingen in de eetge woonten in Nederland onder in vloed van modernisering en indus trialisering. Het boek begint met de jaren veertig van de negentiende eeuw. Een tijd waarin de beschikbaarheid van voldoende voedsel van goede kwaliteit veel minder vanzelfspre kend was dan tegenwoordig in ons land. Grote delen van de bevolking leefden - vooral in de steden - op de rand van het bestaansminimum. Het inkomen van het doorsnee-ge zin was maar net genoeg om van rond te komen. Doordat het groot ste gedeelte van het budget aan voedsel moest worden uitgegeven, hadden'de prijzen van de belang- Illustratie uit 'Eten en eetlust in Nederland'. Het Blue Band-meisje, recla me uit jaren twintig. rijkste voedingsmiddelen een grote invloed op het dagelijks leven. Goe de en slechte tijden wisselden el kaar af met het stijgen en dalen van de voedselprijzen. In sommige ja ren zorgden prijsstijgingen voor grote problemen. In de veertiger jaren was bijvoor beeld sprake van een crisissituatie, toen in 1845 een groot deel van de aardappeloogst verloren ging door een schimmelziekte en in de jaren daarna ook de prijzen van rogge en tarwe zeer hoog waren. Niet alleen werd daardoor honger geleden, er gingen zelfs mensen dood als ge volg van de voedselschaarste. Bo vendien kwamen - ook in Leiden - voedselrellen voor. Oproerige me nigten gooiden de ruiten in van middenstanders of bedreigden win keliers die hun prijzen wilden ver hogen. Die ernstige situatie hing - behal ve met wisselvalligheid in de be schikbaarheid van voedsel - vooral samen met de sterke afhankelijk heid van grote delen van de bevol king van aardappelen als belang rijkste voedingsmiddel. Die knol was doorgaans veel goedkoper - en ook veel voedzamer - dan graan. Veel arbeidersgezinnen leefden dan ook op een menu van drie keer per dag aardappelen. Toen de aardap pel plotseling niet meer beschik baar was, ontstonden grote proble men. Er waren namelijk geen alter natieve voedingsmiddelen voor de Bintjes en Eigenheimers. Overigens was het ook met de voedingssitua tie van de hogere groepen in de ne gentiende eeuw maar matig gesteld. In kwantitatief opzicht kwamen zij niets tekort. De kwaliteit van de voeding liet echter te wensen over; hun maaltijden waren te overdadig en te eenzijdig samengesteld. Pas na 1870 had de duurte van de le vensmiddelen niet meer zo'n grote invloed op het dagelijks leven. Ne derland raakte in die periode be trokken bij het industrialisatie-pro ces. Daardoor ontstonden zodanige mogelijkheden voor de produktie en distributie van voedsel, dat zo wel de constante als periodieke schaarste verdwenen. Bovendien steeg ook de koopkracht van de be volking. Geleidelijk ging het eenzij dige, pre-industriële voedingspa troon van de Nederlandse bevol king gevarieerdere trekken verto nen. De eerste, voorzichtige veran deringen in een al eeuwenlang be staand eetpatroon begonnen rond 1900 zichtbaar te worden Toene mende mogelijkheden mt jetrek king tot het bewaren en vervoeren van voedsel speelden bij de tot standkoming van dit proces een be langrijke rol. In de twintigste eeuw zijn deze ontwikkelingen alleen maar verder gegaan. Hoewel schaarste in het dieet van de gemiddelde Nederlander geen rol meer speelt, zijn hiervoor andere problemen in de plaats gekomen. Zo dringt steeds meer het besef door dat we 'beter' moeten eten. Want een toenemend aanbod van soorten voedingsmiddelen bete kent zeker niet dat de kwaliteit van ons dieet evenredig stijgt. In plaats van te weinig en te eenzijdig, eten we nu te veel, te vet en te zout. Voor al de laatste jaren is hieraan veel aandacht besteed. Natuurlijk bleef de commercie niet achter: een scala van nieuwe 'light-voedingsmidde- len' heeft zijn intrede gedaan. Met 'Eten en eetlust' presenteert Van Otterloo een boek dat er mag zijn. Niet alleen is het gebaseerd op zeer gedegen literatuuronderzoek, zij is er ook in geslaagd complexe processen op een begrijpelijke en amusante manier te presenteren. Vooral het veelvuldige gebruik van leuke voorbeelden maken 'Eten en eetlust' tot een uitermate leesbaar boek voor iedereen die in de ge schiedenis van eten en eetgewoon ten is geïnteresseerd. Een minpunt(je) is naar mijn me ning de neiging van de auteur om zo min mogelijk stelling te nemen. Met name op het gebied van de levens standaard en voeding zijn de des kundigen het lang niet altijd eens. Van Otterloo heeft de neiging de grootste gemene deler te nemen en een standpunt ten aanzien van af wijkende meningen achterwege te laten. Juist dat was - in een boek dat nota bene als proefschrift is verde digd - op zijn plaats geweest. PETER POT Anneke H. van Otterloo, Eten en eet lust in Nederland (1840-1990), een his- torisch-sociologische studie, Uitg Bert Bakker ƒ49,50. ven immers niet anders zien dan hij het nu zag, noch het zich met een ander gezicht voorstellen dan het nu had". Hij is zoals hij is, ei maakt datje als lezer, ondanks de ri gide gedragsregels die hij zijn gezin oplegt, toch geen hekel aan hem krijgt. Bovendien is hjj, in weerwil van zijn hardvochtigheid, zeer aar verwanten verknocht. Dat is de le zer trouwens ook want die leert door en door kennen, zodanig dat zij allen, hoe groot hun tekortkomin gen ook zijn, sympathie wekken. Revolutie 'Tussen twee paleizen' is het eerste deel van een trilogie en speelt in de jaren 1917-1919. Egypte is dan handen van de Engelsen maar 1 laat zich aanzien dat de macht van Albion tanende is, haar supprema- tie wordt niet meer gedachtenloos aanvaard. Hoe die historie zich ontwikkelt is bekend; hoe de familie al-Gaw waad er doorheen komt, daar ben ik zeer benieuwd naar. Eén ding ker: noch Ahmed, noch zijn gezin zullen de revolutie ongeschonden doormaken, ook al zegt Mahfoez over Ahmed: "Als de revolutie bui ten woedde, nam hij er met heel zijn hart aan deel, dan had hij er zoveel geld voor over als hij kon missen, dat had hij bewezen... Maar het huis was zijn domein, dat hij met mand deelde. Wie zich in huis ertoe liet verleiden aan de revolutie te doen kwam niet tegen de Engel sen, maar tegen hem in opstand.' Alles immers, ook oppermacht, is vergankelijk en wat blijft is herin nering. Van het veredelde w.c.-pa- pier waarop deze roman is gedrukt zal evenmin veel overblijven. Wat beklijft, is een aantal onvergetelijke portretten. PEER VAN 'T ZELFDE ƒ.59,90, geb. ƒ.79.50. 'Ik schep een personage: de interna tionale terrorist. Des te ongrijpbaar der omdat hij niet echt bestaat. Ik maak er een mythe van. Hij boe zemt angst in en hij zaait paniek doordat hij overal tegelijk, meedo genloos en onstuitbaar is'. 'Daarvoor moet ik een marionet hebben, een kapstok waaraan ik de naam Jaguar kan ophangen. Ik heb deze jongen gekozen. Juist omdat hij onschadelijk is en van elke per soonlijkheid ontbloot'. 'Als hij ooit wordt gepakt, wie zal er dan geloven dat hij de Jaguar is die zoveel moorden op zijn geweten heeft?'. In die paar opmerkingen van een Sowjetrussische top-geheimagent zit nagenoeg het hele gegeven van de avonturenroman 'De Jaguar' van de fantasierijke Franse schrijver Loup Durand. Durbnd stuurt in zijn boek een groep Russen de wereld over die hier en daar de gruwelijkste misda den plegen en die rustig laten bij- boeken op het conto van een welis waar tamelijk avontuurlijk aange legde, maar verder vrij vriendelijke Braziliaanse jongeman en zijn kor date Amerikaanse vriendin. Zo wordt het tweetal de bloeddor stige Jaguar partner. Tot zij het zat zijn dat anderen hun lot bepalen en zij zelf een stok tussen de Russi sche spaken proberen te steken. Maar dan hebben we inmiddels wel heel wat levendige, soms erg bloedige en niet altijd even geloof waardige taferelen achter de rug. Maar liefhebbers van actie zullen er zich zeker niet bij vervelen. Bloedwraak De gegevens van een gruwelijke moord - tientallen jaren geleden in Cairo gepleegd maar nooit opgelost - inspireerden de Engelse auteur Colin Forbes tot zijn zoveelste le vendige avonturenroman. Hij legt een verband tussen een moord van veertig jaar terug in de Egyptische hoofdstad en een drietal nogal mysterieus levende oud-mili tairen in een afgelegen streek in En geland. En dan is er nog een erg du bieuze dood van een Britse geheim agent ergens in Griekenland. Dat alles is door genoeg vreemde banden met elkaar verbonden om de uit eerdere boeken van Colin Forbes al bekende veertiger Tweed, zijn collega-geheimagent Bob New man en Tweeds assistente Paula Grey weer in het geweer te roepen. Weergeven van het verhaal zou een groot deel van de charme van de snelle en routineus geschreven avonturenroman wegnemen. Het feit echter dat Tweed en de zijnen niet alleen moeten opboksen tegen een geraffineerd in elkaar gezet complot tegen Gorbatsjov maar ook te maken krijgen met de onwrik baarheid van gedachten aan bloed wraak bij Griekse plattelanders, maakt alles alleen maar gevarieer der en dus aantrekkelijker. Colin Forbes is geen groot maar wel een handig schrijver, die maar al te goed weet wat zijn bewonde raars willen. Strychnine De nu 51-jarige in Canada geboren, maar in de Verenigde Staten wo nende Katherine V. Forrest wordt door de Nederlandse uitgever Furie 'een feministische detective-auteur' genoemd. Omdat haar hoofdper soon rechercheur Kate Delafield lesbienne is en dus met vrouwen vrijt. Maar voor het overige doet zij hetzelfde als haar mannelijke colle ga's uit andere detectiveboeken. Dankzij groot geduld, vele verho ren en zorgvuldig natrekken van ge gevens en achtergronden slagen zij en haal- mannelijke partner er in de moord op een oud-regisseur van Hollywood op te lossen. Het doet een beetje aan Agatha Christies favoriete situeringen den ken. Een beperkt aantal personen in een beperkte ruimte. Hier een handvol wat oudere be woners van een oud flatgebouw in Beverly Hills. Met hen leven daar in het wat vervallen gebouw oude roem, heerlijke, maar ook hatelijke en soms zelfs bittere herinneringen. Zoals uit de tijd van communisten jager McCarthy, toen carrières wer den vernietigd door roddel en ach terklap. Die heksenjacht speelt een belangrijke rol in dit derde verhaal van Katherine V. Forrest. Dat zorgt voor een extra dimensie in deze ui terst levendig geschreven detective. KOOS POST 'De Jaguar'. Loup Durand. Uitg. De Boekerij, ƒ.29.90; 'Bloedwraak'. Colin Forbes. Uitg. De Boekerij, ƒ.29,95; 'Strychnine en oude roem', Katheri ne V. Forrest. Uitg. Furie. Met 'Sneller dan het hart' bundelt Jan Siebelink zes verhalen die hij alle heeft gesitueerd in het gebied waar hij opgroeide: het IJsseldal in de buurt van Velp. Liefhebbers van zijn werk, vooral van de roman 'Aan de overkant van de rivier' die dit voorjaar verscheen, zullen veel van de lokaties herkennen. Het zijn ver halen die Siebelink onlangs voor de Haagse Post schreef. Reportages die starten vanuit herinneringen aan bepaalde locaties, die vervol gens een nieuwe confrontatie met die plaatsen uitlokken. In 'Hotel de Engel' rijdt Siebelink letterlijk het landschap van zijn jeugd binnen. Het reisdoel is het dorpje De Steeg, waarvan het ka rakter sterk veranderd blijkt. Het eertijds vermaarde hotel 'De Engel', waar behalve staatslieden ook aller lei schrijvers logeerden, van Jacob van Lennep via Couperus en Nescio tot Carmiggelt en Kan, is vervangen door een betonnen bunker die als gemeentehuis dienst doet. De re portage mondt uit in een gesprek met een ingenieur die er trots op is aan de autoweg langs de IJssel te hebben meegewerkt. Voor de au teur betekende deze weg de vernie tiging van een rivierlandschap uit zijn jeugd. Met die jeugd - de tocht naar school die langs Bronbeek voerde - begint een reportage over het roem ruchte huis voor bejaarde KNIL- ers. Omdat het plechtig herdacht wordt dat het KNIL veertig jaar ge leden is opgeheven en Siebelink dolgraag wil zien wat er bij die gele genheid gebeurt, haalt hij zijn oude luitenantsuniform uit de kast. Zo doet hij zich voor als een militaire genodigde, die zich dermate goed aanpast dat hij ook hier weer als waarnemer zijn gang kan gaan. Mensen observeren, die zich in hun eigen wereld op hun gemak voelen. In 'Burgers' Zoo' weet hij op deze manier, transpirerend in de moder ne jungle van Burgers' Bush en vol verdriet over het verval van de oor spronkelijke dierentuin, aan een gladde PR-man een ontboezeming te ontlokken. De man verhult dat de massarecreatie-oorden aan de Velu- wezoom ook bestemd zijn om de ge wone man tegen te houden, zodat hij met zijn auto en patat uit de mooie bossen blijft. Siebelink is verontwaardigd over deze arrogan tie. Met 'Lathum' tenslotte zijn we op de lokatie van 'Aan de overkant van de rivier'. De begrafenis van Siebe- links laatst levende oom is de aan leiding voor zijn aanwezigheid in het dorp uit de titel. Onderwerp is een bezoek aan een van de weinig overgebleven steenfabrieken. Als de HP-reporter binnentreedt is er Jan Siebelink. foto gpdi j niemand aanwezig en leest Siebe link wat informatiemateriaal. Zelfs neemt hij de telefoon op en noteert hij orders. Het gaat niet slecht met de steenfabriek. Omdat in dit verhaal de herinne ringen een geringere rol spelen, werkt het wat saaier dan de rest. Evenals 'Kuuroord Bethesda', dat weliswaar begint met een herinne- ring aan de tijd dat Siebelink een jeugdig onderwijzer was, maar voornamelijk bestaat uit een be schrijving van de opkomst en on- i dergang van Neerlands eerste wa- j terkuuroord. De combinatie jeugdherinnering-1 waarneming is het meest geslaagd j in 'De Rozendaelsche'. Het onder- werp is de plaatselijk golf-club en I Siebelink slaagt er in een genade loos portret van een bestuurder en wat leden te schetsen. Siebelink laat hen in de val lopen, juist door hen ongevraagd het imago van 'slegs vir rijken' te laten bestrijden. De entrée is al schitterend: 'Van welke krant bent u? Haagse Post. Gelukkig geen blad uit Amster dam'. Droogjes bedenkt Siebeling dat het hem 9000 gulden zou kosten als hij lid zou worden, maar volgens de spreker is het 'geen dure sport'. De sfeer van wereldvreemde en vanzelfsprekende 'riche' wordt vrij positief beschreven: op de golf-club is het rustig, mooi, en er zijn pretti ge faciliteiten. Siebelink consta teert dat aan ons en aan hem, de bui tenstaander, iets waardevols wordt onthouden. Zo'n bijna afgunstige constatering maakt de reportage een stuk kritischer dan een harde maar obligate aanklacht. AUGUST HANS DEN BOEF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 26