OEKEN
De zuiverheid van wenkbrauwbogen
Een hartverwarmende tiran
Kopervitriool op brood en voedselrellen in Leiden
Het internationale terrorisme in de detective-roman
LUCEBERT
Terug naar het IJsseldal
VRIJDAG 25 JANUARI 1
Poëzie-opstellen en nieuwe gedichten van Willem Wilmink
Onder de veelbelovende titel 'Wat
ik heb gevonden, je raadt het nooit'
bundelde Willem Wilmink een vijf
tiental opstellen over schrijvers in
onze taal. Het is een keus uit de bes
te lessen van de 'schrifteli jke cursus
dichten' die jarenlang verscheen in
'de blauw geruite kiel', de helaas
verdwenen rubriek voor kinderen
en andere volwassenen in het week
blad Vrij Nederland.
Het was een echte cursus, niet om
dichten te leren, maar om gedichten
beter te leren begrijpen en waarde
ren. Wilmink is de schoolmeester
die altijd verrassende leerstof op
diept en er boeiend over weet te ver
tellen. Hij blaast het stof van het li
terair museumbezit en weet schrij
vers die in de handboeken allang
begraven waren, weer levend te ma
ken. Anthonis de Roovere, Bredero,
zelfs de vergeten auteur van het on
vergetelijke 'Jantje zag eens prui
men hangen', Hyronymus van Al
phen, ze blijken bij Wilmink actueel
en nog altijd de moeite waard. Ook
schrijvers van deze eeuw komen
aan de orde, ouderen als Gorter,
Leopold, Hendrik de Vries en Theo
Thijssen, en jongeren als Carmig-
gelt en Annie Schmidt. Wilminks spijt,
je geen duidelijk besef
hebt: hoe zag je eerste meisje eruit,
hoe liep je vader in zijn winteijas?
Die soort ontwijkt je. plagerig, want
hoe intenser je zoekt, hoe vager de
beelden worden'. Wilmink schrijft
Rawie: 'Door gevoelens
i heimwee i
i glashel-
gelukkige klas zit vol lezers die op
gestookt worden zelf verder te zoe
ken en ook een beetje rebelleren te
gen de dictatuur van het actuele
boek, de bestseller die je gelezen Jviacni
moet hebben. Wat i
Wilmink toont zijn schrijvers als worden
vormgevers. In zijn stuk over Jean
Pierre Rawie haalt hij een uitspraak
van Hendrik de Vries over Slauer^
der verband te zetten, raakt hij
niet kwijt.' Beter kan hij zijn eigen
poëzie niet typeren.
het openingsgedicht,
schrijver', staat:
n mijn verleden ge-
Willem Wilmink: raffinement
hoff aan: 'Wanneer het leven zo'n
leegte was, waar haalde hij dan de
middelen vandaan zich zo schitte
rend op die leegte te wreken?' Wil
mink antwoordt dan met grote stel
ligheid: 'Die middelen haalt de
dichter uit het vorm geven'. Dat is
misschien wel een oude waarheid,
maar hij is in staat met veel verras
send bewijsmateriaal de effectivi
teit van die vormgeving te tonen.
Zelfs bij kinderversjes van Van Al
phen blijkt het raffinement van de
eenvoud een kwestie van vorm.
Raffinement
Wilmink is zelf als dichter een typi
sche vormgever, die de mogelijk
heid van de maat, rijm en strofe
bouw ten volle benut. Dat blijkt op
elke bladzijde van zijn bundel met
34 nieuwe gedichten met de titel
'Moet worden gevreesd dat het
nooit bestond?' De eenvoudige con
statering dat deze gedichten een
liedvorm hebben is natuurlijk niet
bedoeld om Wilmink het gering
schattend etiket 'liedjesschrijver'
op te plakken. Dat zou even on
rechtvaardig zijn als hem als dichter
van 'light verse' af te doen. Wat een
onzin dat hij daarmee zou behoren
tot de categorie die 'bij literaire sa
menkomsten niet door dezelfde
deur naar binnen mogen als de gro
te onverstaanbaren', zoals de flap
tekst meldt.
De bundel gaat voor een groot
deel over herinneringen, van de
soort die je te binnen schieten 'door
de geur, of door een aanleiding
Ik heb het vc
baar gemaakt.
Maar de weinigen die
vreemden herken-
r bij zijn
De schrijver Nagieb Mahfouz (midden) met zijn dochters Om Kalthoum (links) e
vangst nemen van de Nobelprijs voor Literatuur.
geweest
en die nog leven, ze kijken zo raar,
herkennen zo weinig. Moet wor
den gevreesd
dat het nooit bestond? Is er niets
De bundel geeft antwoorden op
die vraag, maar nergens zo compact
als in het gedicht over een diploma-
uitreiking:
Nu slaat voor 't laatst de grote
schooldeur dicht,
en kijk, daar gaan ze: blij en doel
gericht
een toekomst met veel heimwee te
gemoet.
De verleiding is groot nog van al
les te tonen, hoe bij hem het raffine
ment van de eenvoud werkt in zijn
gebruik van herhalingen, refreinen,
afwisseling van lange en korte re
gels, waarop hij het patent lijkt te
hebben. Maar liever besluit ik met
een strofe uit misschien wel het
mooiste vers, 'Sander', voor een
blinde jongen:
Een lichaam dat op warmte
wacht,
de zuiverheid van wenkbrauwbo
gen.
de lijnen van een mond. die lacht
de wimpers boven meisjesogen,
je zult het zien, zo goed als ieder an
der,
Sander.
WIM VEGT
f 24,90.
Willem Wilmink, 'Moet worden ge
vreesd dat het nooit bestond?'. Uitg.
Bert Bakker, 19,90.
Minachting, spot en scepsis bestaan
niet in de wereld van de islam. Dat
beweerde Rudy Kousbroek in z'n
laatste prachtbundel. Hij vroeg en
kreeg repliek van de arabist Jan
Brugman. Zo'n traditie bestaat wel
degelijk, zei de laatste, ook al is het
in de marge; zie bijvoorbeeld het
werk van Nagieb Mahfoez, de Egyp
tische romanschrijver en Nobel
prijswinnaar.
Ik heb dat werk inmiddels gezien,
althans het onlangs vertaalde 'Tus
sen twee paleizen' en ik heb er van
genoten. Niet vanwege de tegen
draadse triade van spot, scepsis en
minachting. Het islamitische ge-
dachtengoed staat te ver van me af
om in te kunnen schatten hoe tegen
draads Mahfoez in feite is, ook al
valt er veel te herkennen in de
strenggelovige gemeenschap die hij
beschrijft. Alle orthodoxe milieus
immers lijken op elkaar, of ze nu is
lamitisch zijn of gereformeerd;
overal figureert er wel een voorgan
ger van het vrome volk, dominee of,
van Mahfoez zegt: "Hij gelooft in
twee dingen....God in de hemel en
knapen op aarde".
Maar dit is bijzaak; ook al leert
Mahfoez je meer over de islami
tische gebruiken dan willekeurig
schriftuur ook, waar het om gaat is
veel meer de scheidslijn tussen reli
gieuze gestrengheid en wereldse ge
notzucht: niets mag maar alles kan:
mijn gezin moet de wereld tot voor
beeld dienen maar het mag mijn ge
neugten niet in de weg staan.
Het gezin waarover Mahfoez zijn
vergrootglas heeft gelegd is de fami
lie al-Gawwaad; degene die er alles
bestiert, is de met ontzag bejegende
maar desalniettemin geliefde Sidi
Ahmed, een welvarende en god
vruchtige koopman. Geen musje
valt er van het huiselijke dak zonder
zijn instemming.
Onder dat dak leven Amiena zijn
vrouw, twee dochters en drie zonen,
in een hecht verband, bekvechtend
en koutend. De vrouwen verlaten
het huis nooit, dat is God niet wel
gevallig en Ahmed al helemaal niet -
vrouwen dienen zich immers af te
schermen voor andere blikken dan
die van hun man.
Voor vrouwen die niet tot zijn ge
zin behoren gelden andere regels:
zij allen zijn potentiële minaressen,
courtisanes. Hoe meer zij zich bloot
geven, hoe liever het hem is. Hij
weet die tegenstelling moeiteloos in
zijn borst te verenigen, behalve in
de moskee, "wanneer hij naar de
preek luisterde, waarop hij omstan
dig om vergeving, genade en mede
dogen vroeg. Maar dan vroeg hij
niet om inkeer, en als hij erom
vroeg, was dat louter met de tong,
niet met het hart. Hij kon het le-
Dc
ang
uit i
tubr
Elkr stem kleurde zichzelf
Lurkend aan regenbogen
Vergrauwen de lippen
Oud vlees koude handen
Bouwers lijken slopers
Goudmijnen leeggeroofd
Volkeren verstrooid
Steden gebrandschat
Onze hoop onze schat
Het kind van zijn tijd
Zingt berooider dan ooit
Dit gedicht van Lucebert komt
uit de vorig jaar verschenen
bundel 'Troost de hysterische ro
bot' (Bezige Bij. ISBN-
9023446739C1P). 'Volkeren ver
strooid'. 'steden gebrandschat',
'het kind van zijn tijd/zingt be
rooider dan ooit' - dit vers is wel
griezelig goed van toepassing op
de situatie in De Golf.
Controle op de kwaliteit van voed
sel is in Nederland iets van de
laatste eeuw. In de tijd daarvóór wa
ren stedelingen door het ontbreken
van een effectieve kwaliteitscontro
le van hun voedsel overgeleverd
aan de goede trouw van diegenen
van wie zij hun voedingsmiddelen
kochten. Dat in die situatie veelvul
dig sprake was van misstanden, zal
niemand verbazen. De handelaren
en middenstanders bleken zeer cre
atief in het knoeien met voedsel. Zo
werd aan meel en brood zand, gips
of bonenmeel toegevoegd. Brood
werd zwaarder gemaakt door een
teveel aan water en om het aanzien
te verfraaien werd kopervitriool aan
het deeg toegevoegd. Melk werd
aangelengd met water, lijnolie of
fijngewreven schapenhersenen.
Zout werd vervalst met krijt en
azijn met zwavelzuur. Met de op
komst van de chemie vestigden zich
in de laatste decennia van de vorige
eeuw particuliere chemische bu
reaus die warenonderzoek deden.
Pas na het van kracht worden van
de Voedselkeuringswet in 1919 kon
aan malafide praktijken daadwer
kelijk een halt worden toegeroepen.
Knoeien met voedsel is één van
de aspecten die aan de orde komen
in het boek 'Eten en eetlust in Ne
derland 1840-1990', waarop de so
ciologe Anneke van Otterloo on
langs promoveerde. Centraal staan
hierin de veranderingen in de eetge
woonten in Nederland onder in
vloed van modernisering en indus
trialisering.
Het boek begint met de jaren
veertig van de negentiende eeuw.
Een tijd waarin de beschikbaarheid
van voldoende voedsel van goede
kwaliteit veel minder vanzelfspre
kend was dan tegenwoordig in ons
land. Grote delen van de bevolking
leefden - vooral in de steden - op de
rand van het bestaansminimum.
Het inkomen van het doorsnee-ge
zin was maar net genoeg om van
rond te komen. Doordat het groot
ste gedeelte van het budget aan
voedsel moest worden uitgegeven,
hadden'de prijzen van de belang-
Illustratie uit 'Eten en eetlust in Nederland'. Het Blue Band-meisje, recla
me uit jaren twintig.
rijkste voedingsmiddelen een grote
invloed op het dagelijks leven. Goe
de en slechte tijden wisselden el
kaar af met het stijgen en dalen van
de voedselprijzen. In sommige ja
ren zorgden prijsstijgingen voor
grote problemen.
In de veertiger jaren was bijvoor
beeld sprake van een crisissituatie,
toen in 1845 een groot deel van de
aardappeloogst verloren ging door
een schimmelziekte en in de jaren
daarna ook de prijzen van rogge en
tarwe zeer hoog waren. Niet alleen
werd daardoor honger geleden, er
gingen zelfs mensen dood als ge
volg van de voedselschaarste. Bo
vendien kwamen - ook in Leiden -
voedselrellen voor. Oproerige me
nigten gooiden de ruiten in van
middenstanders of bedreigden win
keliers die hun prijzen wilden ver
hogen.
Die ernstige situatie hing - behal
ve met wisselvalligheid in de be
schikbaarheid van voedsel - vooral
samen met de sterke afhankelijk
heid van grote delen van de bevol
king van aardappelen als belang
rijkste voedingsmiddel. Die knol
was doorgaans veel goedkoper - en
ook veel voedzamer - dan graan.
Veel arbeidersgezinnen leefden dan
ook op een menu van drie keer per
dag aardappelen. Toen de aardap
pel plotseling niet meer beschik
baar was, ontstonden grote proble
men. Er waren namelijk geen alter
natieve voedingsmiddelen voor de
Bintjes en Eigenheimers. Overigens
was het ook met de voedingssitua
tie van de hogere groepen in de ne
gentiende eeuw maar matig gesteld.
In kwantitatief opzicht kwamen zij
niets tekort. De kwaliteit van de
voeding liet echter te wensen over;
hun maaltijden waren te overdadig
en te eenzijdig samengesteld.
Pas na 1870 had de duurte van de le
vensmiddelen niet meer zo'n grote
invloed op het dagelijks leven. Ne
derland raakte in die periode be
trokken bij het industrialisatie-pro
ces. Daardoor ontstonden zodanige
mogelijkheden voor de produktie
en distributie van voedsel, dat zo
wel de constante als periodieke
schaarste verdwenen. Bovendien
steeg ook de koopkracht van de be
volking. Geleidelijk ging het eenzij
dige, pre-industriële voedingspa
troon van de Nederlandse bevol
king gevarieerdere trekken verto
nen. De eerste, voorzichtige veran
deringen in een al eeuwenlang be
staand eetpatroon begonnen rond
1900 zichtbaar te worden Toene
mende mogelijkheden mt jetrek
king tot het bewaren en vervoeren
van voedsel speelden bij de tot
standkoming van dit proces een be
langrijke rol. In de twintigste eeuw
zijn deze ontwikkelingen alleen
maar verder gegaan.
Hoewel schaarste in het dieet van
de gemiddelde Nederlander geen
rol meer speelt, zijn hiervoor andere
problemen in de plaats gekomen.
Zo dringt steeds meer het besef
door dat we 'beter' moeten eten.
Want een toenemend aanbod van
soorten voedingsmiddelen bete
kent zeker niet dat de kwaliteit van
ons dieet evenredig stijgt. In plaats
van te weinig en te eenzijdig, eten
we nu te veel, te vet en te zout. Voor
al de laatste jaren is hieraan veel
aandacht besteed. Natuurlijk bleef
de commercie niet achter: een scala
van nieuwe 'light-voedingsmidde-
len' heeft zijn intrede gedaan.
Met 'Eten en eetlust' presenteert
Van Otterloo een boek dat er mag
zijn. Niet alleen is het gebaseerd op
zeer gedegen literatuuronderzoek,
zij is er ook in geslaagd complexe
processen op een begrijpelijke en
amusante manier te presenteren.
Vooral het veelvuldige gebruik van
leuke voorbeelden maken 'Eten en
eetlust' tot een uitermate leesbaar
boek voor iedereen die in de ge
schiedenis van eten en eetgewoon
ten is geïnteresseerd.
Een minpunt(je) is naar mijn me
ning de neiging van de auteur om zo
min mogelijk stelling te nemen. Met
name op het gebied van de levens
standaard en voeding zijn de des
kundigen het lang niet altijd eens.
Van Otterloo heeft de neiging de
grootste gemene deler te nemen en
een standpunt ten aanzien van af
wijkende meningen achterwege te
laten. Juist dat was - in een boek dat
nota bene als proefschrift is verde
digd - op zijn plaats geweest.
PETER POT
Anneke H. van Otterloo, Eten en eet
lust in Nederland (1840-1990), een his-
torisch-sociologische studie, Uitg Bert
Bakker ƒ49,50.
ven immers niet anders zien dan hij
het nu zag, noch het zich met een
ander gezicht voorstellen dan het
nu had". Hij is zoals hij is, ei
maakt datje als lezer, ondanks de ri
gide gedragsregels die hij zijn gezin
oplegt, toch geen hekel aan hem
krijgt.
Bovendien is hjj, in weerwil van
zijn hardvochtigheid, zeer aar
verwanten verknocht. Dat is de le
zer trouwens ook want die leert
door en door kennen, zodanig dat zij
allen, hoe groot hun tekortkomin
gen ook zijn, sympathie wekken.
Revolutie
'Tussen twee paleizen' is het eerste
deel van een trilogie en speelt in de
jaren 1917-1919. Egypte is dan
handen van de Engelsen maar 1
laat zich aanzien dat de macht van
Albion tanende is, haar supprema-
tie wordt niet meer gedachtenloos
aanvaard.
Hoe die historie zich ontwikkelt
is bekend; hoe de familie al-Gaw
waad er doorheen komt, daar ben ik
zeer benieuwd naar. Eén ding
ker: noch Ahmed, noch zijn gezin
zullen de revolutie ongeschonden
doormaken, ook al zegt Mahfoez
over Ahmed: "Als de revolutie bui
ten woedde, nam hij er met heel zijn
hart aan deel, dan had hij er zoveel
geld voor over als hij kon missen,
dat had hij bewezen... Maar het huis
was zijn domein, dat hij met
mand deelde. Wie zich in huis ertoe
liet verleiden aan de revolutie
te doen kwam niet tegen de Engel
sen, maar tegen hem in opstand.'
Alles immers, ook oppermacht, is
vergankelijk en wat blijft is herin
nering. Van het veredelde w.c.-pa-
pier waarop deze roman is gedrukt
zal evenmin veel overblijven. Wat
beklijft, is een aantal onvergetelijke
portretten.
PEER VAN 'T ZELFDE
ƒ.59,90, geb. ƒ.79.50.
'Ik schep een personage: de interna
tionale terrorist. Des te ongrijpbaar
der omdat hij niet echt bestaat. Ik
maak er een mythe van. Hij boe
zemt angst in en hij zaait paniek
doordat hij overal tegelijk, meedo
genloos en onstuitbaar is'.
'Daarvoor moet ik een marionet
hebben, een kapstok waaraan ik de
naam Jaguar kan ophangen. Ik heb
deze jongen gekozen. Juist omdat
hij onschadelijk is en van elke per
soonlijkheid ontbloot'.
'Als hij ooit wordt gepakt, wie zal
er dan geloven dat hij de Jaguar is
die zoveel moorden op zijn geweten
heeft?'.
In die paar opmerkingen van een
Sowjetrussische top-geheimagent
zit nagenoeg het hele gegeven van
de avonturenroman 'De Jaguar' van
de fantasierijke Franse schrijver
Loup Durand.
Durbnd stuurt in zijn boek een
groep Russen de wereld over die
hier en daar de gruwelijkste misda
den plegen en die rustig laten bij-
boeken op het conto van een welis
waar tamelijk avontuurlijk aange
legde, maar verder vrij vriendelijke
Braziliaanse jongeman en zijn kor
date Amerikaanse vriendin.
Zo wordt het tweetal de bloeddor
stige Jaguar partner. Tot zij het
zat zijn dat anderen hun lot bepalen
en zij zelf een stok tussen de Russi
sche spaken proberen te steken.
Maar dan hebben we inmiddels
wel heel wat levendige, soms erg
bloedige en niet altijd even geloof
waardige taferelen achter de rug.
Maar liefhebbers van actie zullen er
zich zeker niet bij vervelen.
Bloedwraak
De gegevens van een gruwelijke
moord - tientallen jaren geleden in
Cairo gepleegd maar nooit opgelost
- inspireerden de Engelse auteur
Colin Forbes tot zijn zoveelste le
vendige avonturenroman.
Hij legt een verband tussen een
moord van veertig jaar terug in de
Egyptische hoofdstad en een drietal
nogal mysterieus levende oud-mili
tairen in een afgelegen streek in En
geland. En dan is er nog een erg du
bieuze dood van een Britse geheim
agent ergens in Griekenland.
Dat alles is door genoeg vreemde
banden met elkaar verbonden om
de uit eerdere boeken van Colin
Forbes al bekende veertiger Tweed,
zijn collega-geheimagent Bob New
man en Tweeds assistente Paula
Grey weer in het geweer te roepen.
Weergeven van het verhaal zou
een groot deel van de charme van de
snelle en routineus geschreven
avonturenroman wegnemen. Het
feit echter dat Tweed en de zijnen
niet alleen moeten opboksen tegen
een geraffineerd in elkaar gezet
complot tegen Gorbatsjov maar ook
te maken krijgen met de onwrik
baarheid van gedachten aan bloed
wraak bij Griekse plattelanders,
maakt alles alleen maar gevarieer
der en dus aantrekkelijker.
Colin Forbes is geen groot maar
wel een handig schrijver, die maar
al te goed weet wat zijn bewonde
raars willen.
Strychnine
De nu 51-jarige in Canada geboren,
maar in de Verenigde Staten wo
nende Katherine V. Forrest wordt
door de Nederlandse uitgever Furie
'een feministische detective-auteur'
genoemd. Omdat haar hoofdper
soon rechercheur Kate Delafield
lesbienne is en dus met vrouwen
vrijt. Maar voor het overige doet zij
hetzelfde als haar mannelijke colle
ga's uit andere detectiveboeken.
Dankzij groot geduld, vele verho
ren en zorgvuldig natrekken van ge
gevens en achtergronden slagen zij
en haal- mannelijke partner er in de
moord op een oud-regisseur van
Hollywood op te lossen.
Het doet een beetje aan Agatha
Christies favoriete situeringen den
ken. Een beperkt aantal personen in
een beperkte ruimte.
Hier een handvol wat oudere be
woners van een oud flatgebouw in
Beverly Hills. Met hen leven daar in
het wat vervallen gebouw oude
roem, heerlijke, maar ook hatelijke
en soms zelfs bittere herinneringen.
Zoals uit de tijd van communisten
jager McCarthy, toen carrières wer
den vernietigd door roddel en ach
terklap. Die heksenjacht speelt een
belangrijke rol in dit derde verhaal
van Katherine V. Forrest. Dat zorgt
voor een extra dimensie in deze ui
terst levendig geschreven detective.
KOOS POST
'De Jaguar'. Loup Durand. Uitg. De
Boekerij, ƒ.29.90;
'Bloedwraak'. Colin Forbes. Uitg. De
Boekerij, ƒ.29,95;
'Strychnine en oude roem', Katheri
ne V. Forrest. Uitg. Furie.
Met 'Sneller dan het hart' bundelt
Jan Siebelink zes verhalen die hij
alle heeft gesitueerd in het gebied
waar hij opgroeide: het IJsseldal in
de buurt van Velp. Liefhebbers van
zijn werk, vooral van de roman 'Aan
de overkant van de rivier' die dit
voorjaar verscheen, zullen veel van
de lokaties herkennen. Het zijn ver
halen die Siebelink onlangs voor de
Haagse Post schreef. Reportages
die starten vanuit herinneringen
aan bepaalde locaties, die vervol
gens een nieuwe confrontatie met
die plaatsen uitlokken.
In 'Hotel de Engel' rijdt Siebelink
letterlijk het landschap van zijn
jeugd binnen. Het reisdoel is het
dorpje De Steeg, waarvan het ka
rakter sterk veranderd blijkt. Het
eertijds vermaarde hotel 'De Engel',
waar behalve staatslieden ook aller
lei schrijvers logeerden, van Jacob
van Lennep via Couperus en Nescio
tot Carmiggelt en Kan, is vervangen
door een betonnen bunker die als
gemeentehuis dienst doet. De re
portage mondt uit in een gesprek
met een ingenieur die er trots op is
aan de autoweg langs de IJssel te
hebben meegewerkt. Voor de au
teur betekende deze weg de vernie
tiging van een rivierlandschap uit
zijn jeugd.
Met die jeugd - de tocht naar
school die langs Bronbeek voerde -
begint een reportage over het roem
ruchte huis voor bejaarde KNIL-
ers. Omdat het plechtig herdacht
wordt dat het KNIL veertig jaar ge
leden is opgeheven en Siebelink
dolgraag wil zien wat er bij die gele
genheid gebeurt, haalt hij zijn oude
luitenantsuniform uit de kast. Zo
doet hij zich voor als een militaire
genodigde, die zich dermate goed
aanpast dat hij ook hier weer als
waarnemer zijn gang kan gaan.
Mensen observeren, die zich in hun
eigen wereld op hun gemak voelen.
In 'Burgers' Zoo' weet hij op deze
manier, transpirerend in de moder
ne jungle van Burgers' Bush en vol
verdriet over het verval van de oor
spronkelijke dierentuin, aan een
gladde PR-man een ontboezeming
te ontlokken. De man verhult dat de
massarecreatie-oorden aan de Velu-
wezoom ook bestemd zijn om de ge
wone man tegen te houden, zodat
hij met zijn auto en patat uit de
mooie bossen blijft. Siebelink is
verontwaardigd over deze arrogan
tie.
Met 'Lathum' tenslotte zijn we op
de lokatie van 'Aan de overkant van
de rivier'. De begrafenis van Siebe-
links laatst levende oom is de aan
leiding voor zijn aanwezigheid in
het dorp uit de titel. Onderwerp is
een bezoek aan een van de weinig
overgebleven steenfabrieken. Als
de HP-reporter binnentreedt is er
Jan Siebelink. foto gpdi j
niemand aanwezig en leest Siebe
link wat informatiemateriaal. Zelfs
neemt hij de telefoon op en noteert
hij orders. Het gaat niet slecht met
de steenfabriek.
Omdat in dit verhaal de herinne
ringen een geringere rol spelen,
werkt het wat saaier dan de rest.
Evenals 'Kuuroord Bethesda', dat
weliswaar begint met een herinne-
ring aan de tijd dat Siebelink een
jeugdig onderwijzer was, maar
voornamelijk bestaat uit een be
schrijving van de opkomst en on- i
dergang van Neerlands eerste wa- j
terkuuroord.
De combinatie jeugdherinnering-1
waarneming is het meest geslaagd j
in 'De Rozendaelsche'. Het onder-
werp is de plaatselijk golf-club en I
Siebelink slaagt er in een genade
loos portret van een bestuurder en
wat leden te schetsen. Siebelink
laat hen in de val lopen, juist door
hen ongevraagd het imago van
'slegs vir rijken' te laten bestrijden.
De entrée is al schitterend: 'Van
welke krant bent u? Haagse Post.
Gelukkig geen blad uit Amster
dam'. Droogjes bedenkt Siebeling
dat het hem 9000 gulden zou kosten
als hij lid zou worden, maar volgens
de spreker is het 'geen dure sport'.
De sfeer van wereldvreemde en
vanzelfsprekende 'riche' wordt vrij
positief beschreven: op de golf-club
is het rustig, mooi, en er zijn pretti
ge faciliteiten. Siebelink consta
teert dat aan ons en aan hem, de bui
tenstaander, iets waardevols wordt
onthouden. Zo'n bijna afgunstige
constatering maakt de reportage
een stuk kritischer dan een harde
maar obligate aanklacht.
AUGUST HANS DEN BOEF