v\vi =n=i:fcM: m De zin van 'bedrijfje spelen' Astrologie getest Hoge verwachtingen van aardobservatiesatelliet Aluminium in drinkwater Dr. F.B. van der Meer en z'n bedrijfssimulatie-experimenten VRIJDAG 25 JANUARI 1991 EINDREDACTIE HANS SONDERS De ERS in de testruimte van het technologisch centrum van Estec in Noordwijk. Begin februari wordt de satelliet naar de Europese lanceerbasis in Kourou (Frans Guyanaovergebracht, waar hij in mei wordt gelanceerd. (foto and NOORDWIJK/DEN IIAAG - Na afloop van een uitgebreid testprogramma verlaat de eer ste Europese aardobservatie- satelliet ERS begin februari het technologisch centrum Es tec van de Europese ruimte vaartorganisatie ESA jen Noordwijk. Met hoge ver wachtingen kijken de toekom stige gebruikers uit naar de verrichtingen van de satelliet, die begin mei vanaf de Eu ropese lanceerbasis in Kourou (Frans Guyana) de ruimte in gaat. Naast de andere bij de ESA aangesloten landen profiteert vooral Nederland, dat 50 mil joen gulden in het project heeft gestoken, van de schat aan gegevens die de satelliet over het aardoppervlak con stant zal doorgeven. Het mi nisterie van milieubeheer, het KNMI, de zeevaart, water bouw, duikbedrijven, land bouw, visserij en de buiten- gaatse industrie gaan gebruik maken van de vele nieuwe mo gelijkheden die de ERS (Euro pean Remote sensing Satelli te) hun biedt. Voor het KNMI in De Bilt kan de satelliet, die vooral ge richt is op de meting van wind snelheden en -richting, maar ook de golfbewegingen van de oceanen nauwkeurig in kaart brengt, groot nut hebben. Het instituut hoopt op die manier de weersverwachtingen veel betrouwbaarder te maken. Dag en nacht tast de 'aardbe- spieder* de gehele aarde voortdurend af. Van slechte weersomstandigheden heeft de ERS geen last. Uitgerust met een actieve radar 'kijkt' de satelliet door de wolken heen. De klimaatgegevens en de informatie over het gedrag van de oceanen die de ERS gaat verzamelen, zullen voorts van groot economische betekenis zijn voor Nederland, dat nog steeds over een grote koop vaardijvloot beschikt en in de internationale zeesleepvaart voorop loopt. Door een aan de weersomstandigheden en golfsituatie beter aangepaste routering van de schepen be sparen de scheepvaartonder nemingen niet alleen brand stof, maar ook stormschade wordt tot e perkt. Veiliger binnenloodsen Als de scheepvaart straks dankzij de nieuwe satelliet over exacte en doorlopende informatie over de golfbewe gingen van de oceanen be schikt, wordt ook het binnen loodsen van grote olietankers in de Rotterdamse haven een stuk veiliger. Dit scheelt de betrokken onderneming in sommige gevallen ook een hoop geld, want elke dag dat een tanker als gevolg van on juiste weersvoorspelling on nodig buitengaats blijft, levert een schadepost van meer dan een ton op. Het kost tevens grote bedra gen als duikbedrijven bij in spectie en reparaties van olie platforms op zee niet tijdig over de juiste informatie be treffende de golfbewegingen beschikken. Ook voor de on dernemingen die zich bezig houden met de bouw en het verplaatsen van dergelijke platforms, zijn de gegevens van de aardobscrvatiesatelliet welkom. Hetzelfde geldt voor Nederlandse waterbouwkun digen die betrokken zijn bij de aanleg van havens en andere waterbouwkundige werken hier en in het buitenland. De waarnemingen van de ERS betekenen een grote vooruitgang in vergelijking met de huidige situatie. Waar nemingen van windsnelheden en -richtingen worden nu vooral gedaan vanaf speciale schepen of eilanden en boeien in zee, omdat het weer in feite boven de oceanen wordt ge maakt. Dit meetnet vertoont grote hiaten, omdat lang niet overal op de wereld weerstations zijn. Bovendien duurt het dikwijls lang voordat de be trokken instanties over de be nodigde gegevens beschikken. Dr. Dean bekijkt astroloog scepsisch Van onze correspondent Henk Hellema f Als gevolg van verzuring komt alu- 1 minium uit het grondwater vrij. In 1989 echter zijn in dit water veelal te hoge aluminiumconcentraties ge- meten. Zeventig procent van de ge- I meten aluminiumconcentraties in I grondwater onder bos- en heidege bieden overschreed in dat jaar de I drinkwaternorm van 200 mg/m3. Dat is een van de opmerkelijke I punten uit het jaarverslag van de j 'Coördinatie-commissie voor de metingen van radioactiviteit en xe- nobiotische stoffen' (CCRX) over 1989. Volgens ir. IJ. Buurma, plaats vervangend algemeen secretaris van de CCRX en verbonden aan het Rijksinstituut voor Volksgezond heid en Milieuhygiëne (RIVM) in Bilthoven, leveren deze hoge gehal ten aan aluminium vooralsnog geen j gevaar op voor de kwaliteit van ons I drinkwater. "Deze hoge gehalten zijn gevon den op een diepte van niet meer dan een meter of tien. Het water voor ons drinkwater wordt van een diep te van zo'n zestig meter opgepompt. I De normoverschrijdingen zijn wel j een signaal aan de waterleidingbe drijven om de komende jaren alert Drinkwaterput Volgens drs. A. Minderhoud, op het RIVM betrokken bij het drinkwa- teronderzoek, is het voor waterlei dingbedrijven in principe vrij een voudig het aluminium uit het grondwater te halen door het water licht basisch te maken. "Wel is het zo", aldus Minderhoud, "dat men sen op zandgronden die een eigen drinkwaterput hebben die niet veel ve. - gaat dan tien meter diepte, het risico lopen water met een rela tief hoog aluminiumgehalte naar binnen te krijgen. Op den duur zou dat schadelijk voor de gezondheid kunnen zijn". Uit nog niet gepubliceerde gege vens over 1990 blijkt dat vorig jaar op 90 procent van de plaatsen waar de aluminiumconcentratie werd ge meten, de drinkwaternorm van 200 mg/m3 werd overschreden. In het jaarverslag van de CCRX zijn de metingen verzameld van een groot aantal van voor het biolo gische milieu schadelijke (xenobio- tische) stoffen als zwavel- en stik stofverbindingen, zware metalen, polychloorbifenylen en gechloreer de koolwaterstoffen. In de westerse wereld houden miljoenen mensen zich op de een of andere manier bezig met astrologie. Voor velen is astrolo gie iets waar je in gelooft of niet. Astrologie lijkt daarom op het eerste gezicht niet veel verwant schap te tonen met wetenschap. Van de kant van de weten schappers is er een grote scep sis tegenover astrologie. Soms slaat die scepsis om in weerzin. Vier jaar geleden werd de studi um Generale in Groningen ge wijd aan astrologie en dat lever de boze brieven op van zowel wetenschappers als astrologen. Dat wil niet zeggen dat er geen serieus onderzoek wordt ge daan. Op een congres in Utrecht werd kort geleden door weten schappers en astrologen de as trologie kritisch bekeken. Tal van wetenschappelijke onder zoeken hebben aangetoond dat wei nig of geen claims van de astrologen zijn vol te houden. Sterrenbeelden (eigenlijk zonnetekens geheten), as pecten, hoeken, huizen en dergelij ke kunnen weinig of niets zeggen over de persoon en hebben ook geen voorspellende waarde. 'Mars-effect' Een uitzondering vormt het onder zoek van de Franse wetenschapper Michel Gauquelin. Hij heeft een op merkelijk verband gevonden tus sen de stand van de planeet Mars en het voorkomen van beroemde sportkampioenen. Dit 'Mars-effect' geldt als de sportkampioen wordt geboren op het moment dat Mars net is opgekomen of op zijn hoogste punt aan de hemel staat. Gauquelin vond ook correlaties tussen andere planeten en beroepsgroepen. Het effect is alleen aanwezig bij de echt beroemde exponenten van de betreffende beroepsgroep. "De bevindingen van het 'Mars- effect' zijn geen bewijs dat astrolo gie waar is, het effect is te klein om bruikbaar te zijn voor de astrologie. Het geldt bovendien alleen voor een zeer kleine groep mensen die emi nent zijn op hun terrein". Dit zegt Geoffrey Dean, de belangrijkste spreker op het congres. Dean is zelf beroeps-astroloog geweest, maar zijn wetenschappelijke achter grond, hij is doctor in de analytische chemie, verloochende zich niet. Dean raakte na zijn studie geïnte resseerd in astrologie, leerde zich zelf een geboortehoroscoop maken en ging ook voor anderen geboorte- kaarten lezen. Tegelijkertijd twijfel de Dean aan wat hij deed. "Het leek te mooi om waar te zijn". Als een goed wetenschapper ondernam hij een literatuurstudie en ontdekte dat de astrologen elkaar zeer tegenspra ken. Hij deed ook een aantal kleine testen om te kijken hoe geldig de geboortehoroscopen waren. In een plaatselijke krant riep hij vrijwilli gers op voor een gratis geboorte-ho roscoop. Hij veranderde opzettelijk de horoscopen en vertelde het te genovergestelde van wat de kaarten toonden. Het bleek dat de deelne mers even tevreden waren met een foute als met een goede interpreta tie. Op dat moment besloot Dean te stoppen met zijn praktijk. Kansberekening Dean ging op zoek naar empirisch materiaal en in 1977 publiceerde hij samen met anderen zijn bevindin gen in 'Recent Advances in Astro logy'. Het boek sloeg in als een bom. Uit allerlei testen bleek dat de kans van een astroloog op een correcte uitspraak niet hoger lag dan bij een kansberekening. Op dit moment is deel twee in de maak, dat een over zicht van recente experimenten zal geven. Dean geeft in een gesprek tal van voorbeelden over dit soort testen. Een bekend onderzoek betreft het zogenaamde 'zonneteken-effect'. Zoals de astrologen geloofden ble ken mensen geboren onder 'positie ve' tekens (Ram, Tweelingen, Leeuw, Weegschaal, Boogschutter en Waterman) extraverter dan men sen geboren onder het 'negatieve' teken (Stier, Kreeft, Maagd, Schor pioen, Steenbok en Vissen). De uit komsten van het onderzoek waren zeer verrassend en leken een myste rieus verband aan te tonen tussen het zonneteken en karakter. Verde re onderzoeken toonden echter aan dat kennis van de astrologie van de deelnemers de uitkomsten hadden beïnvloed. De veelal negatieve uitkomsten maakten astrologen boos. Een aan tal van hen daagden wetenschap pers uit om hun kunnen te testen. In de Washington Post adverteerde een astroloog waarin hij vroeg om een wetenschapper die hem zou tes ten. De opzet was dat hij naar een aantal willekeurige personen zou kijken waarna hij hun geboorteda tum zou kunnen vertellen. Van te voren ondertekende hij een verkla ring waarin hij instemde met het on derzoek. Het resultaat was niet be ter dan het opgooien van een munt. Volgens Dean zijn van dergelijke testen talloze voorbeelden te geven. Niet bedreigend Het is niet Deans streven de astrolo gie uit de wereld te helpen. "Astro logie kan heel best bruikbaar zijn. Voor cliënten kan een bezoek aan een astroloog soms meer helpen dan een therapie bij een psycho loog. Astrologie is niet zo bedrei gend. De persoonlijkheid lijkt af hankelijk van de stand van de zon en de planeten, de schuld ligt dus niet bij de persoon zelf of bij zijn va der of moeder. Maar of astrologie waar is, is iets anders en dat zal we- tenschapelijk getest moeten wor den". Hier beginnen de moeilijkheden. De meeste wetenschappers houden zich liever ver van de astrologie. "Wetenschappers begrijpen niet hoe het ooit zou kunnen werken en vinden het dus onzin. Maar dat is geen argument tegen astrologie", zegt Dean. "Wat nodig is, zijn goede testen waarmee ook astrologen kunnen instemmen. Het gaat om het verzamelen van feiten. Omdat maar zo weinig wetenschappers zich er mee bezighouden, zo'n tien over de hele wereld, kunnen resul taten zoals het 'Mars-effect' niet ge noeg worden gecontroleerd". Als er een ontdekking als koude fusie wordt gedaan, dan gaat over de hele wereld iedereen met zijn ei gen ideeën aan de slag om de expe rimenten na te doen. Bij het 'Mars effect' gebeurt dit niet. Gauquelin rapporteerde al in 1955 zijn eerste uitslag, maar de terughoudendheid van wetenschappers is tot nog toe groot. Op het congres deed Gauquelin uit de doeken wat voor moeite het heeft gekost om zijn resultaten te la ten toetsen. Er zijn verscheidene ex perimenten gedaan met het materi aal van Gauquelin en steeds weer bleek het gelijk van de Franse we tenschapper. Behalve de Duitse psycholoog professor Subert Ertel. die het 'Mars-effect' na onderzoe ken voor bewezen houdt, heeft men moeite Gauquelin ook gelijk te ge ven. Dean geeft toe dat het moeilijk te begrijpen is wat het 'Mars-effect' zou kunnen inhouden. "Maar", zegt hij: "als het waar is, dan heeft Gau quelin iets heel bijzonders, iets fun damenteel nieuws gevonden, dat de Nobelprijs waard zou kunnen zijn". In de serie De Wetenschappers gaan we in op het werk van mensen die zich bezighouden met wetenschap pelijk onderzoek. Vandaag dr. Frans Bauke van der Meer, die zich via be- drijfssimulatie al twintig jaar bezig houdt met onderzoek naar sociale ontwikkelingen in bedrijven. "We moeten een sterke vuist maken tegen het onrecht", roept de bondsbestuurder. "Ja, ik ben het met u eens", reageert een aanwezige werknemer, "maar dat betekent wel dat we nu met forse looneisen moeten komen". De vakbondsleider geeft de spreker groot gelijk: "De lonen zijn inderdaad te laag, daar moeten we wat aan gaan doen. Desnoods actie voeren". Keiharde realiteit in een doorsnee Nederlands bedrijf, zou je denken. Niets is minder waar. Het gaat hier om een bedrijfssimulatie aan de Universiteit Twente, waarbij een grote groep studenten een bedrijf 'naspeelt'. Dr. Frans Bauke van der Meer doet op deze manier al bijna twintig jaar onderzoek naar het so ciale feilen en zeilen van organisa ties. Zijn naam wordt door menigeen verbonden aan de bedrijfssimula tie. Toen Frans Bauke van der Meer economie studeerde, boeide deze methode hem al. "In het begin van mijn studie deed ik mee aan een si mulatie van internationale betrek kingen", zegt hij. "Ik was toen mi nister van buitenlandse zaken van een gefingeerd land, Indravië. Dat was erg leuk. Het leek me interes sant om wat meer met simulaties te gaan doen. In die tijd werden bedrij ven nog nauwelijks nagespeeld. Wel waren grote bedrijven en vak bonden daarin geïnteresseerd". Deze methode werd het belang rijkste instrument in Van der Meers wetenschappelijke gereedschaps kist. De onderzoeker promoveerde erop en er zijn inmiddels diverse va rianten ontwikkeld. Zoals experi menten met automatiseringen. Individueel Gedurende twee decennia van si muleren is er zeker het een en ander veranderd. Zo zijn deelnemers zich anders gaan gedragen. Van der Meer: "Ik schrijf ander gedrag gro tendeels toe aan culturele verschui vingen. In de jaren zeventig hadden we bij simulaties veel meer experi mentjes met medezeggenschap. De mocratisering in bedrijven was nog in de mode. Meer dan toen is er te genwoordig de neiging om proble men individueel op te lossen. Vijf tien jaar geleden probeerde men problemen collectief op te Jossen. Nu zoekt men individueel oplossin- gen, vaak buiten de organisatie. Mensen ervaren tegenwoordig hun organisatie al snel als onverander baar, tenminste voor wat betreft de sociale aspecten. Tijdens de simula ties merkje dat deelnemers vaak ge blokkeerd zijn om samen oplossin gen te bedenken. Dat was vroeger anders". Een bedrijfssimulatie moet de werkelijkheid zo dicht mogelijk be naderen. Voor het begin van het ex periment krijgt iedere deelnemer door het lot een funktie toegewe zen. Een produktiejaar duurt tach tig minuten. Er wordt loon uitbe taald in de vorm van nepgeld. En net als in een 'normaal' bedrijf ver dient de directeur meer dan een ar beider. Met het salaris moet ieder een tijdens de drie simulatiedagen wel wel z'n lunches en tussen doortjes betalen. Er zijn, als het spel begint, ver schillende afdelingen, zoals drie produktie-afdelingen, een commer ciële afdeling en de directie. Daar naast moeten ook de onderne mingsraad en de vakbond voor enig leven in de brouwerij zorgen. Een computerprogramma bootst de bui tenwereld na. Zo zijn bijvoorbeeld op het ene moment huizen duurder dan op een ander moment. Aan de hand van produktiecijfers kan ver volgens per jaar de omzet en de winst worden berekend. Proefjaar Als alle deelnemers instructies heb ben gekregen, kan de simulatie be ginnen. Eerst wordt er een proefjaar gedraaid. Dat is nodig, omdat in het begin iedereen vaak nog wat on wennig om zich heen zit te kijken. De directie moet nog een strategie ontwikkelen, de vakbond kent haar achterban nog niet en de produktie- afdelingen komen moeizaam op gang. In het volgende jaar komt het er dan echt op aan. Er wordt rede lijk geproduceerd en de resultaten zijn hoopgevend. In het derdejaar is er daarentegen geen reden meer voor euforie. Het bedrijf lijdt enorme verliezen en men vraagt zich af hoe dat kortit. Er moet een zondebok worden aange wezen. De ondernemingsraad (OR) is van mening dat de commercieel directeur heeft gefaald. Van der Meer: "Eigenlijk is er dan iets leuks aan de hand. Net nadat OR en vakbond openlijk uitspreken dat de directeur moet verdwijnen, komt het bedrijfsblad uit. Daarin ontvouwt de topman plannen om de boel te reorganiseren en de lonen te nivelleren. Zijn ideeen slaan wel aan bij vakbond en OR. Toch wordt het vertrouwen in de directeur op- Wanneer een methode niet ana lytisch valt uit te werken, is het in dit informatica-tijdperk vaak mo gelijk een Monte Carlo-methode te gebruiken. Uit het Casino is zo ook winst te behalen. Economische groei leidt in deze tijd tot groeiende proble men. De groei gaat ten koste van anderen en vooral ten koste van het leefmilieu. Wanneer de we reld nog even zo doorgaat is er niets meer wat kan groeien. (S.K. Oskam, UvA) Stellingen 45 jaar na afloop van de Tweede Wereldoorlog vindt deze zijn ritu ele voortzetting op het voetbal veld. Zo werd de spuug van Rijk aard op een van de voormalige 'bezetters' verontschuldigd met de vooronderstelling dat deze door racistisch van de 'moffen' was uitgelokt. Door te praten over het racisme van de 'ande ren' worden nogal snel de bana nen en junglekreten in eigen arena's vergeten. (Hetma Lutz, UvA) De opvatting dat het bezit van geld kan worden beschouwd als een vergunning voor het verkrij gen van goederen en diensten, is niet zonder realiteitszin, maar niettemin fundamenteel onjuist. (R.L.H. IJzerman, UvA) gezegd, omdat ze zich al tegen hem hadden uitgesproken. Ook de twee andere directieleden willen nu dat de commercieel directeur aftreedt, wellicht uit heel andere motieven" Met de directeur loopt het merk waardig af. Hij maakt een vreemde buiteling in de bedrijfshierarchie en moet zich tevreden stellen met een baantje als redacteur van het be drijfsblad. Het leuke aan bedrijfssimulaties vindt Van der Meer dat je heel ge concentreerd menselijke r. laai kunt onderzoeken in organisaties "Het is mogelijk om de simulaties onder vergelijkbare omstandighe den te herhalen. Je kunt op die ma nier belangrijke factoren uit elkaar halen die, als je onderzoek in een normaal bedrijf doet, niet te schei den zijn". Onderdeel studie Ze leveren leuke wetenschappelij ke theorieën op, maar welk nut heb ben bedrijfssimulaties eigenlijk'' Van der Meer: "Er is een aantal inte ressante toepassingen mogelijk. Je kunt bijvoorbeeld mensen trainen voor een bepaalde positie in een be drijf. Zo kunnen managers in spe er varing opdoen met leiding geven". Daarnaast is het mogelijk om ver anderingen in bedrijven te onder zoeken. Stel dat een bedrijf wil gaan automatiseren. Met een simulatie kun je onderzoeken hoe je die ver andering het beste kunt doorvoe ren. Wat zijn bijvoorbeeld proble men die je tegen kunt komen en waar moetje op letten? Als je van te voren kunt inschatten wat mogelij ke knelpunten zijn, kan veel geld en moeite worden bespaard". Ook doen veel studenten aan een simulatie mee als onderdeel van hun studie. Hierdoor krijgen ze be ter een idee van de realiteit die zich afspeelt in bedrijven dan wanneer ze een boek bestuderen. "Studen ten beseffen ook na afloop datje bij voorbeeld als stagiair niet al te grote pretenties moet hebben. Een be drijf is niet eenvoudig te verande ren. Dat is voor gewone werkne mers al moeilijk", zegt Van der Meer. Hij wil niet uitsluitend in verband worden gebracht met simulaties Ook niet toen hij septerr.l jaar de Universiteit TNvente voor da Erasmus Universiteit van Rotter dam verwisselde. Van der Meer "De simulatie is niet meer dan een zeer nuttige techniek om sociale ontwikkelingen in een bedrijf te be. studeren. In Rotterdam heb ik be nadrukt dat ik niet als simulatie* deskundige kwam. n-..i.ir i die wat weet van wat er binnen be drijven gebeurt. Ik wil daar wel graag met simulaties doorgaan, om dat het gewoon goed bruikbare ex* perimenten zijn" Dr. Frans Bauke van der Meer (staande) instrueert de zogenaamde assemblage-afdeling bij een bedrijfssimula-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 23