'Een nieuwe orde is niet nodig' Het Midden-Oosten steeds andere wolken voor de zon 'Geen land mag de heerschappij over het gehele gebied krijgen' ZATERDAG 19 JANUAR11991 PAGINA 25 BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD ledereen kan tegenwoordig ook maar volksvertegenwoordiger worden. De Amerikaanse republikein Lee Hamilton sprak don derdagavond, zonder met zijn ogen te knipperen, recht in de camera van Cable News Network. Het had hem verbaasd, merkte de geachte senator op, dat nog niemand had nage dacht over wat er na de Golfoorlog in het Midden-Oosten zou moeten gebeuren. Werkelijk, daar zou eens aandacht aan moeten worden besteed. Zoals te vrezen viel bij de flitsende drie-seconden-aanpak van CNN bedankte de geheel uit plas tic opgetrokken verslaggeefster haar kortstondige gespreks genoot, en schakelde als een haas terug naar de centrale pre sentator. Het bespaarde haar de vraag, of de huidige strijd niet juist het gevolg is van enig denkwerk over de toekomst. Een poging tot een antwoord. door Wiebe Pennewaard Het vooral met veel goede bedoelin gen in elkaar gezette krantje The Egyptian Gazette veegt doorgaans in forse taal de vloer aan met Sad dam Hussein. Woensdag evenwel werd een wat subtielere toon aange slagen in een even sarcastische als zelfbedachte weergave van een ge sprek tussen de imam van Jemen en zijn premier. Ergens in de jaren zes tig had de imam, terwijl zijn land al over de rand van een bankroet was, goede rëad gevraagd aan zijn eerste minister. De premier antwoordde na enig denkwerk: "Laten wij de Verenigde Staten de oorlog verklaren". De imam vroeg, of zijn raadsman gek was geworden? Welnee, luidde diens repliek, kijk maar hoe het de twee landen is vergaan die het wel deden. Duitsland en Japan zijn nu beide rijk, want na de nederlaag kregen ze geweldig veel hulp van Amerika. Goed, zei de imam, maar wat als wij de oorlog tegen Amerika win nen? Dan, zo luidde het antwoord van de premier, hebben wij een pro bleem, majesteit. En daarom is Je men nooit aan een invasie van de Verenigde Staten begonnen, con cludeerde The Egyptian Gazette, gevolgd door de verzuchting: waar om is Saddam Hussein niet zo wijs als de imam van Jemen? Omdat, meent mr. Egbert Jacobs, de onmiddellijke machtshonger van Saddam Hussein kennelijk gro ter is dan die van de imam uit de anekdote. Als waarnemend ambas sadeur leidt Jacobs sinds eind okto ber de Nederlandse diplomatieke vestiging in Cairo. In politiek op zicht de belangrijkste in de Arabi sche wereld. De missie dwong Jacobs zich snel en grondig te verdiepen in een haast onafzienbare reeks problemen en complicaties, op een moment dat de Verenigde Naties in toenemend tempo op weg waren naar een har dere aanpak van de Iraakse leider. De voormalige secretaris-gene raal van buitenlandse zaken vult, voorzien van een diplomatiek en dus fraudebestendig paspoort, het gat tussen zijn geruisloos naar Ma nilla overgeplaatste voorganger Hanrath en de beoogde nieuwe man Van Dam. Deze bewijst, als oud-am bassadeur in Baghdad, momenteel zijn diensten aan het ministeriële beleidscentrum in Den Haag, dat de ontwikkelingen rond de Golf per manent volgt. In tegenstelling tot senator Ha milton liet Jacobs wel degelijk zijn Zo ziet een Amerikaanse cartoonist de Golfoorlog: Bush die Sad dam Hussein een pak slaag geeft. gedachten gaan over de situatie na de nu losgebarsten strijd. Om de ve le mogelijkheden te begrenzen tot waarschijnlijkheden, spitst hij zijn bespiegelingen toe op een afloop van de oorlog, waarin Saddam Hus sein van het politieke toneel is ver dwenen. De Nederlandse diplomaat voor ziet, en niet uit plaatsvervangend chauvenisme, in het Midden-Oos ten een belangrijke taak voor zijn tijdelijke gastland. Jacobs: "Egypte is veroordeeld tot een natuurlijke leidersrol in de Arabische wereld". Versterkt President Mubarak heeft deze posi tie, sinds de Iraakse inval in Ku- wayt, langs drie wegen versterkt. Hij heeft vanaf de eerste week con sequent het optreden van Saddam Husein veroordeeld. Hij voegde, met substantiële deelname aan de geallieerde troepenmacht, de daad bij zijn woord. En, wellicht het be langrijkste, hij wist een werkbare benadering te vinden van 'de com plicerende factor Israël'. Jacobs verklaart Mubarak's werkwijze, die na afloop van de oor log tot een verhoogd profiel van Egypte in het Golfgebied zal leiden, uit 'een fijne neus voor de hegemo niale neigingen van andere leiders'. Daarbij vermoedt hij, dat Mubarak niet alleen uit persoonlijk of natio naal belang de Palestijnse zaak principieel een goed hart toedraagt. "Veel landen in het Midden-Oos ten spelen een rol ten opzichte van de Palestijnen, waarbij je je kunt af vragen of die niet over de rug van de Palestijnen gaat. Het eerste belang van Mubarak ligt natuurlijk in Egypte, maar Egypte is nooit van het standpunt afgeweken dat de Palestijnen recht op een eigen staat hebben". Waar kan die worden gevonden, als het regime van Saddam Hussein gewapenderhand zal zijn beëin digd? Jacobs: "De in Israëlische discussies steeds meer opduikende optie, dat Jordanië heel geschikt zou zijn als het nieuwe Palestijnse vaderland, wordt vooral uitgedra gen door de politieke haviken". Beeld van de werkelijkheid: moslims in Saudi-Arabië bidden met het gasmasker op. "Een andere optie, als tussenweg, is het huisvesten van de Palestijnen in Jordanië inclusief de westelijke oever van de Jordaan. Het lijkt mij een drama van de eerste orde, wan neer de Palestijnen voor de tweede keer worden gedwongen tot een massale volksverhuizing, een dra ma dat ook onverzienbare repercus sies zal hebben". Iran De vraag of, en niet in eerste aanleg waar, een aparte staat voor de Pale stijnen moet komen, lijkt Jacobs een van de belangrijkste agenda punten voor de internationale con ferentie, die onvermijdelijk lijkt wanneer Irak uit Kuwayt is verdre ven en zijn regime en militaire kracht gebroken zijn. Agendapun ten, die ook het volledige herstel van de soevereiniteit van Libanon en de veiligheid rond de Perzische Golf zullen moeten omvatten. Er huist echter een volwassen ad der onder het zand, als Egypte de leidersrol in het nieuwe Midden- Oosten wil gaan vervullen. Diago naal aan de overzijde van het ver scheurde gebied ligt een ander land. dat sinds augustus een opmerkelijk klein profiel koestert. Iran zal zeker proberen het gat te vullen, dat een verslagen en van zijn leger en leider beroofd Irak achter laat. Wat Egypte in de huidige crisis verdient met zijn daadwerkelijk op treden, wint Iran door niets te doen. Van aanmerkelijk, en wellicht zelfs doorslaggevend belang, zal de hou ding van de kleine Golfstaten zijn. Een aanwijzing dat zij liever naar het noordoosten kijken dan naar het zuidwesten, komt uit de jongste vergadering van de Gulf Coopera tion Council (GCC), het samenwer kingsverband van Bahrayn, Oman, Saudi-Arabië, Kuwayt, Dubai, Qua- tar en de Verenigde Arabische Emi raten. Ruim een week geleden deden de GCC-leden uitgesproken beleefd richting Teheran. Liever een groot Arabisch verbond dan samenwer king met Egypte, dat toch wel ver dacht nauwe banden met de Ver enigde Staten onderhoudt, conclu deerde de buitenwacht. Te westers Dit standpunt wordt zonder omwe gen omschreven door dr. Ali al De- henin. Als nauw aan de verdreven emir van Kuwayt verwante zaken man verblijft hij noodgedwongen sinds 2 augustus in Cairo. Hij was met vrouw en drie kinderen in Egypte op vakantie, toen zijn land werd overvallen. Met veel omhaal van woorden be dankt Dehenin eerst het gastvrije Egypte, om vervolgens Mubarak naast de andere zakken voor de vuilnisman te deponeren. Te wes ters, dus te weinig Arabisch, en vooral niet slim genoeg om zijn land tot grotere rijkdom te brengen, zoals Kuwayt en de andere Golfsta ten wel lukte. Het zelfingenomen relaas is op zijn minst consequent: de Kuway- ters streven naar een volkomen res tauratie van de situatie van voor de inval. Iran kan daarbij een nuttige buurman zijn, met wie in goede vriendschap en vooral op voldoen de afstand uitstekend valt te leven, meent Dehenin. "Er wordt nu veel gesproken over een nieuwe orde. na de oorlog. Maar waarom zou er een nieuwe orde moeten komen? Het was goed, zoals het was. en geen land mag de heer schappij over dit hele gebied krij gen. Irak niet. Iran evenmin, Israel niet en Egypte al helemaal niet". Het leek dan wel eens goed. zoals het in Kuwayt was, de talloze onder betaalde en rechteloze gastarbei ders even daar gelaten, maar een wat rechtvaardiger verdeling van de immense olierijkdom over alle landen in het Midden-Oosten valt te verdedigen, en wordt al jaren geeist door de arme Arabische landen. Dehenin: "Dat is een typisch wes terse manier van denken. Wij zien het zo: in elke familie heb je rijke en arme leden. Een land is een soort fa milie. dus wij helpen binnen ons land de arme leden In Kuwayt is ie dereen rijk, heeft iedereen goede huizen en rijdt iedereen in mooie auto's". "Maar helpt de ene familie bij u ook de andere familie? Moet het ene land het andere helpen, om dat ze toevallig naast elkaar lig gen?". De tegenwerping, dat deze visie in schrille tegenstelling staat met de Arabische broedergedachte, veegt Dehenin achteloos van tafel. "Wij zijn broeders in taal en ge loof. Maar Amerika vult toch ook niet het begrotingstekort van de Britten aan, omdat ze toevallig alle bei Engels spreken en in dezelfde God geloven?". Nee, maar Amerika helpt op dit moment wel uw land te bevrijden. "Aha", lacht de Kuwayty met slim toegeknepen ogen, "maar dat is een geen broederhulp. Dat is het handhaven van internationaal recht". Geen garantie Het Kuwaytse geluid bevestigt, dat de internationale conferentie over het Midden-Oosten een van de lang durigste en moeizaamste operaties uit de diplomatieke historie zal wor den. Alleen intensief overleg tussen alle hoofdrolspelers vooraf, bij voorkeur gevolgd door principe-ak koorden in de wandelgangen, biedt uitzicht op enig succes. Maar zelfs zorgvuldige voorberei ding en tactvolle timing vormen geen garantie voor een nieuw en vreedzaam Middenoosten van na- de-oorlog. Daarvoor dnjven er ach ter de donderwolken van vandaag al teveel nieuwe wolken En in de Arabische wereld hebben deze de neiging zichzelf onophoudelijk aan te vullen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 25