Een ontdekkingstocht door de middeleeuwen Steeds meer mensen op 'ontberingsvakantie' f ii.^-p-j m Vakantiedorp Fompeyrine, oase van rust in Dordogne ZOMERVAKANTIE ft: PAGINA 32 VRIJDAG 18 JANUARI 1991 Umbrië: antiek stilleven in het groene hart van Italië In het aardedonkere heuvellandschap van de Italiaanse landstreek Umbrië was het 's avonds wel even zoeken naar de Villa Acquefonti. Zo'n acht kilometer noordelijk van het schilderachtige stadje Gubbio, in het gehucht Nerbisci, was ons meegedeeld. Maar daar begon het ingewikkeld te worden. Geen bord 'Nerbisci' (dat bleek 10 kilometer noordelijker bij een tweede, niet voor de hand liggende afslag te staan), wel een wirwar van naamloze, desoriënterende landweggetjes die almaar naar hogerop voerden. door Willem Schrama In staccato dreunt in zo'n situatie het Berlitz-idioom door je hoofd. Mi sono perso (ik ben verdwaald), ho fame (ik heb honger), sono stanco (ik ben moe). Maar hier loopt geen mens, laat staan een hond. Presto dus maar naar de plaatselijke reisagent in Gubbio. die zo vriendelijk was ons zo laat nog even de weg te wijzen, anders was het een autoslaapje gewor den. Hij stopte zelfs nog even bij een pizzeria, want vanwege de la te aankomst was die hap er tot dusver ook bij ingeschoten. En ja hoor, na een kilometers lan ge klim en een serie bochten die een gewone sterveling met geen mogelijkheid in één keer in zich opneemt, lag daar de Villa Acque fonti in al haar schoonheid op een mild uitlopertje van een Apen- nijn. Drie smaakvol ingerichte verdiepingen, open haard, biljart kamer, badkamer, zonneterras, schaduwterras en een golvend grasveld eromheen waarop moei teloos vijf koeien kunnen grazen. Volstrekte rust. Niet veranderd Een ideale uitvalsbasis voor een verkenningstocht door Umbrië, het 'groene hart' van Italië, dat zich bij dageraad pas in z'n volle glorie aan ons openbaarde. Villa Acquefonti bleek uit te torenen boven schiterende zonnebloem velden en olijfboomgaarden, in wijder verband omringd door de natuurlijke heuvelbegroeiing van cypressen, kastanjebomen, ei ken, jenerbesstruiken en aramo- tisch kleingoed in de sfeer van laurier en rozemarijn. En dat was alleen nog maar het landschap. De stadjes, veelal op heuvels gebouwd, zijn sinds de middeleeuwen niet echt ingrij pend veranderd. Ze kennen alle een centraal plein, de piazza, waaromheen steevast de belang rijkste publieke gebouwen van weleer zijn geposteerd en waar ook nu nog alle lijnen van het so ciale verkeer samenvloeien, ge tuige de dagelijkse 'pantoffelpa rade' rond de klok van vijven. Vanwege de vele nauwe straatjes wordt het gemotoriseerde ver keer meestal zo veel mogelijk bui ten de stadsmuren gehouden, en dat maakt het wandelen er tot een feest. e Het Palazzo dei Priori in Perugia, de hoofdstad van Umbrië. De palazzi, grote herenhuizen van vroegere welgestelden, fun geren vaak als musea waarin unieke plaatselijke collecties oudheden zijn ondergebracht, in veel gevallen daterend uit de Etruskische tijd. Over de Etrus- ken - in feite een samensmelting van verschillende groepen immi granten die rond 1000 vóór Chris tus het Apennijns schiereiland binnentrokken - is in Umbrië minder bekend dan in Toscane, behalve dan dat ze een eigen taal kenden: het Umbrisch. De enige overblijfselen daarvan zijn nog te vinden in het uit 1337 daterende palazzo dei consoli in het stadje Gubbio, waar in de ruïnes van een Romeins theater zeven bronzen platen uit de 2de en 3de eeuw vóór Christus werden gevonden met daarop inscripties in het Um brisch. Lome aanblik Anders dan Toscane, is Umbrië nog nauwelijks door het grote toerisme ontdekt. Daarvoor zijn ook wel een paar redenen te noe men. Op de eerste plaats is de be- scheiden Umbriër niet zozeer het type dat van de toren blaast wat hij allemaal voor moois in huis heeft. Bovendien kent hij ook de nodige problemen. Eigenlijk al sinds de tijd van het fascisme, toen staalfa brieken in Umbrië op bevel van Mussolini het wapentuig voor WO II moesten leveren, verkeert de landstreek in een economische depressie. Landbouw-activiteit is er ook op steeds kleinere schaal sinds het gewraakte mezzadria- systeem (de opbrengst delen met de landeigenaar) in de afgelopen decennia grotendeels werd ver vangen door al bijna even hoge huurpachten die voor jonge boe ren bijna niet meer zijn op te brengen. Vandaar dat veel jongeren in de loop der jaren zijn weggetrokken. Umbrië, met een sterk vertegen woordigde communistische par tij, niet echt arm maar ook niet rijk, koestert op z'n 8500 km2 gro te oppervlak slechts 800.000 in woners. Veel ongebruikte land bouwgrond bezorgt het land schap een lome, maar klassieke aanblik die onmiddellijk associa ties oproept met het vermaarde film-epos Novecento van Bernar do Bertolluci. Het niet wijkende decor van de Apennijnen, die er dwars doorheen klieven, maken dit voortreffelijke stilleven com pleet. Rust en kalmte Behoudens dan Assisi, de geboor teplaats van Franciscus en om die reden een internationaal pel Het ziet ernaar uit dat de populari teit van de trektocht met kam- peerspullen de komende jaren sterk zal toenemen. Onder zo'n trektocht wordt verstaan: verplaatsen naar de landstreek waar je je vakantie gaat doorbrengen per openbaar vervoer, eventueel gebruik van openbaar vervoer onderweg, maar verder te voet van kampeerplaats naar kam peerplaats. Aan de organisatie van een dergelij ke tocht gaat het een ander vooraf. Ten eerste de aanschaf van de mate rialen. In de meeste buitensportza ken krijg je goed advies, daar zijn de verkopers vaak zelf doorgewinterde 'trekkers'. Hou er rekening mee dat een goed voorbereide tocht voor mensen die helemaal vanaf 'nul' be ginnen een kostbare aangelegen heid is: voor vier personen moet je al gauw rekenen op een bedrag van tussen de 6000 en 8000 gulden. Veel mensen kiezen, voor een eerste tocht, een gezelschapsreis. Met na me als het de bedoeling is meteen het hooggebergte in te gaan is dat geen slecht idee. Op de eerste toch ten, zeker als ze zwaar zijn en inge wikkeld, is een ervaren berggids on ontbeerlijk. Maar er zitten ook na delen aan zo'n groepstocht. Je zit in een vrij geïsoleerde situatie met mensen die je niet zelf kunt uitkie zen. Op individuele tochten moetje alles zelf organiseren, en ben je ook verantwoordelijk voor alles dat er gebeurt. Dat kan een aangenaam gevoel geven (het kan zelfs een be langrijk doel van de tocht zijn) maar de amateur-organisator wordt door de leden van zijn eigen groepje ook verantwoordelijk gesteld voor alles dat verkeerd gaat. Wandelen kun je vrijwel overal en wanneer je je er in verdiept zul je zien dat heel Europa overdekt is met een net van goed gemarkeerde wandelpaden, en niet alleen Euro pa, maar ook Noord-Afrika en de Verenigde Staten. Zo is er voor elk seizoen een wandelpad: in de win ter in Kabylie en het Atlasgebergte in Noord-Afrika, in het voorjaar in Spanje, Portugal en Griekenland, in hoogzomer in Engeland, Schotland en Wales, in Noorwegen en Zweden en uiteraard in alle gebergten van Europa, tot en met de Karpaten en de Kaukasus toe. Voor de herfst moet je weer wat zuidelijker, rond de Middellandse Zee of daarom trent. Het aantrekkelijkste aspect van vrijwel elke wandeltocht in onbe woond gebied is dat je, misschien voor het eerst van je leven, echt op jezelf bent aangewezen. Een ver stuikte enkel is natuurlijk altijd ver velend, maar in de Alpen kan hij al gauw het einde van de trektocht be tekenen, mogelijk na een spectacu laire reddingsactie met een helikop ter. In veel gebieden is de natuur verraderlijk. Wat moet je bij je hebben? Neem van alle kleding maar één reserve mee, dus ook van ondergoed. Al leen van de speciale wandelsokken mag je wel twee reserves bij je heb ben. Een stevige wandelbroek (bij voorbeeld Fjallraven) met zakken voor diverse hulpmiddelen, vooral kaarten; een katoenen overhemd of t-shirt, een goede kwaliteit wollen trui, bv. Paul Shark), een zonne hoed. een windjack (bv. Nomad) een poncho; eventueel een regen- hoes voor de rugzak. Een aan je gestalte aangepaste rugzak, bv. Lowe; zakmes, kompas, waterdichte lantaarn, vuurpijlen, een benzinekachel met benzinefles. voor iedere deelnemer eetgerei, veldfles, plastic dozen om voedsel in te vervoeren, waterzak, verband doos, plakband, touw, lichtgewicht bootschoenen of hutsloffen, werk handschoenen, reservevoedsel (licht en calorierijk), schoenpoets, waterdicht horloge en camera, was knijpers, extra riemen, lege dagrug zak, reserve plastic zakken. Heel nuttig is een heuptas van flink for maat, zodat je niet steeds weer in de rugzak hoeft te gaan zoeken. Dan de duurste uitgave: tenten, slaapzakken en schoenen. Dus: schoenen die behoren bij het type tocht dat je maakt (ik zweer bij ge heel lederen Meindl, met goretex voering, ook aan te bevelen voor windjack); geef er ongeveer 300 gul den per paar voor uit. En de tent mag niet zwaarder zijn dan 2,5 kilo per tweepersoons-onderkomen. Een goed voorbeeld is 'Kiezel' van 1 Zwerfkei. Eventueel een luifel voor natte dagen en een stevig grondzeil, i De slaapzakken moeten licht zijn, ma^r ook goed warm. Dons is te om vangrijk. Een schepje waarmee je tevens haringen kunt inslaan, rotsharingen en een ijspickel completeren het wel zo'n beetje. Voor kinderen on der de tien jaar moet favoriet speel goed cq. knuffels mee. Boeken en kaarten vormen een andere categorie. Voor trektochten zijn eigenlijk alleen kaarten op schaal 1:25000 bruikbaar. Van de meeste gebieden zijn die wel be schikbaar, en ter plaatse doorgaans ook te koop. Wie echt wil uitrusten in de vakantie kan in Fompeyrine terecht. (foto GPD) Bouwkundig ingenieur Jaap Conijn (40) besloot in 1980 samen met echt genote Gerda van Schaik (39) een ja renlang zorgvuldig gekoesterde droom te verwezenlijken: het stich ten van een exclusief vakantiedorp in Frankrijk. Bijna drie jaar zocht het Utrecht se paar intensief naar een ideale stek in de Dordogne. Een groot aan tal vakantiedagen en vele duizen den kilometers rijden later lukte het. Jaap en Gerda kochten in 1983 de zo goed als totaal verlaten en ernstig vervallen nederzetting Fompeyri ne, ter hoogte van Bordeaux, inge klemd tussen Bergerac, Montignac en Domme; in het hartje van wat ter plaatse om cultureel historische re denen ook wel de Gouden Driehoek wordt genoemd: Les Eyzies, Sarlat en Lascaux. Het dorpje bestond uit vier boer derijen en bijgebouwen, veertien opstallen in totaal. Intussen telt het negen vakantiehuisjes met pittores- que open haarden, een zwembad met bar en een mini-badje en speel weide voor de kleintjes. "Ons oorspronkelijke plan was een boerderij met grond te kopen waaromheen ik zomerhuisjes zou kunnen bouwen", herinnert zich Conijn. "Maar we vonden Fompey rine, een 300 jaar oude nederzetting waarvan nog slechts éen huis be woond was. Bende "Fompeyrine zelf was een grote met groen overwoekerde bende. Maar Gerda en ik wisten het zeker. Dit was onze droom. Wij kochten voor twee ton een heel dorp. Een greep uit duizenden". "Twintig jaar geleden was het al mode je in Frankrijk te vestigen. Wij verkeerden daarom in de veronder stelling dat daar alles was uitver kocht. Maar niets bleek minder waar. Fompeyrine was nog vol strekt authentiek, geen architect ter wereld zou dit oogstrelende 'ont werp' kunnen evenaren". De boerenhoeven en bijgebou wen waren opgetrokken uit gesta pelde piséstenen (gele zandsteen). Conijn verheugde zich over de eeuwenoude, uitgehakte gootste nen, de stenen daken, de vloeren in mozaiek, de stenen broodovens en wasbakken. Het kon niet op. Voor zijn geestesoog doemde het beeld op van een uniek vakantiedo mein in de stijl van toen, maar met het comfort van nu. gesitueerd in natuurlijke omgeving. Twaalf tot veertien in de bestaande bebou wing onder te brengen vakantie huisjes, dat moest mogelijk zijn. Schetsen Toen de koop eenmaal gesloten was, werkte Jaap de eerste schetsen voor de verbouwing van Fompeyri ne uit. "Daarna konden we daad werkelijk aan de slag", zegt Conijn. die zich intussen had verzekerd van een bouwvergunning en een BV voor de verhuur van de huisjes. "De bank en leveranciers zagen er brood in en een reisbureau nam het vakantiedorp al in zijn pakket op nog voordat er ook maar iets over eind stond. Gerda en ik konden er niet meer onderuit. De trein moest gaan rijden. De planning was strak. We namen onze intrek in een van de minst vervallen panden, en wisten dat op korte termijn minimaal vier vakantiehuisjes en een zwembad gereed moesten komen. Met hulp van vrienden die op een nabij gele gen weiland kampeerden, hebben we het gered." Afzien "Geen gemakkelijke klus overi gens. De gemiddelde temperatuur 's winters in de Dordogne ligt rond de min drie graden. Juist die winter was het dagenlang kouder dan min 20. Dus het was afzien. We hadden nauwelijks een dak boven het hoofd, geen water, geen electrici- teit, geen sanitair. En dat met een kind van pas anderhalfjaar oud en een tweede op komst". "Ons leven speelde zich af in de directe omgeving van de open haard. We sliepen en werkten er. Je moest actief blijven, anders ging het mis. Onze behoeften deden we bui ten in de ijzige kou. Dat zijn de mo menten geweest waarop Gerda seri eus heeft overwogen te vertrekken naar het centraal verwarmde Hol land". "Maar we hebben ons erdoorheen geslagen. Van opgeven wilde ik niet weten en Gerda uiteindelijk ook niet. Francofiel als ze is, kon ze het niet over haar hart verkrijgen terug te gaan". Spijt van die beslissing hebben de Conijnen na jaren zwoegen aller minst. "Het loopt gelukkig als een trein. Er komen vooral zakenlieden, art sen, mensen uit de showbizz. Ze zoeken hier totale ontspanning, hoeven niet voortdurend op de kin deren te letten. Die kunnen vrijuit spelen. Bovendien is er altijd oppas. Men rust uit. Steeds meer mensen met een druk bestaan hebben daar behoefte aan. Dat is onmiskenbaar een trend. De huisjes in Fompeyri ne beschikken daarom over radio noch tv. Ze bieden alle privacy. In het voorjaar zie je kuddes herten en everzwijnen, in het najaar zijn de herfstkleuren in het landschap on gekend mooi. Ideaal dus voor fiet sers en wandelaars. Maar pok kano varen op de Vezère of de Dordogne is in trek. Want het is van maart tot november lekker weer. Voor de cul tuur-historisch geïnteresseerden zijn er bovendien bijzondere rond leidingen in grotten. En culinair kun je hier eveneens goed uit de voeten". Voor meer informatie: Jaap en Ger da Conijn. Fompeyrine, La Chapelle Aubareil. 2429(1 Montignac, Frankrijk, tel. 09 3353507908. Het schilderachtige stadje grims- en toeristenoord, ademen de meeste stadjes diezelfde rust en kalmte. Behalve dan tijdens de vele folkloristische en religieuze feesten - Italianen zijn er dol op - waarbij de Umbriërs massaal de straat op gaan. Om even bij Gub bio te blijven: daar vindt op 15 mei het jaarlijkse Corso dei Ceri plaats. Stoere kerels torsen door de mensenmassa immense hou ten torenconstructies met heili genbeelden door de steile straten naar de heuveltop waarop de ba siliek van de patroonheilige St. Ubaldus is gelegen. Op de laatste zondag van mei zijn er wedstrij den in middeleeuws kruisboog- schieten tussen de inwoners van Gubbio en die van het naburige Sansepolcro. Perugia, de hoofdstad van Um brië met z'n indrukwekkende Palazzo dei Priori waarin ook de Galleria Nazionale dell'Umbria is ondergebracht, wordt almaar bekender vanwege het jaarlijkse jazzfestival in juli en augustus. Orvieto, beroemd om z'n kostelij ke witte wijnen, kent met Pink steren z'n weelderig uitgedoste Corpus Domim-processie. En dan zwegen we nog over de schoonheid van het 128 km2 grote Trasumeense meer, genoemd naar het naburige plaatsje Trasu- meno waar Hannibal in 217 vóór Chr. tijdens een van z'n illustere veldslagen de consul Flaminius in de pan hakte. Assisi Maar zoals gezegd, de grootste trekpleister is en blijft natuurlijk het nog bijna helemaal middel eeuwse Assisi, gebouwd op de helling van de Monte Subasio. De overdaad aan religieuze kunst, waaraan heel Umbrië toch al zo rijk is, vindt hier z'n hoogtepunt in de San Franceso-kerk, een om vangrijk complex dat bestaat uit een klooster, een beneden- en een bovenkerk (waar 28 schitterende fresco's het levensverhaal van Franciscus vertellen). Maar daarmee is een bezoek aan Het nog bijna helemaal mid deleeuwse Assisi, gebouwd op de helling van Monte Subasio. (foto's Willem Schrama). Assisi nog lang niet afgerond. On vermijdelijk zijn ook de basiliek van de Heilige Clara (die Francis cus volgde in z'n bestaan tussen armen en leprozen) en niet te ver geten de Dom Rufino, opgedra gen aan de gelijknamige eerste bisschop van Assisi. Wandelend door de vele nauwe straatjes, langs antieke pleintjes en monumenten, kom je vanzelf bij de stadstoren uit de 13de eeuw en bij het Piazza del Commune, gebouwd op het oude Romeinse forum, waar katholieke geestelij ken van diverse pluimage zacht jes voor zich uit lopen te brevie ren tussen aan ijsjes likkende toe risten. Niet goedkoop Over de verzorging van het in wendige gesproken: die is niet goedkoop in Italië, Wie op restau- rants is aangewezen en wil mee deinen op net Italiaanse ritme van tweemaal per dag een warme maaltijd in drie gangen, pleegt daarmee een niet mis te verstane aanslag op het vakantiebudget. Bovendien, de bijna spreekwoor delijke kwaliteit van de Italiaanse keuken blijkt in de Umbrische praktijk van alledag nogal tegen te vallen. Tip: ontbijt met een broodje en een espresso in een pasticeria en pak een eenvoudig maar smake lijk lunchje in een trattoria. Dan heeft u 's avonds ook nog wat te verbrassen. Voor meer informatie: Italiaans Na tionaal Verkeersbureau, Stadhou derskade 6,1054 ES Amsterdam (020- 168244). Vrijuit Exclusief biedt vil la's. hotels en appartementen aan en verzorgt fly-drive arrangementen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 32