'Na 15 januari is
het echt oorlog'
De twee gezichten van januari
SCHOP
Onze taal
ENKWIJZER
ZATERDAG 5 JANUARI 1991
EXTRA
PAGINA Ub'
Ramptoerist zo. dat
was toch even mooi meegeno
mmen tussen de familiaire
plichtplegingen van kerst en
jaarwisseling door. Toegege-
ven, we hebben er uren voor
in de file moeten staan en we
I hebben onderweg ook de jen
gelende kinderen met harde
hand in de kofferbak moeten
opbergen, maar het was al met
al de moeite waard.
En dat vonden eigenlijk al die honderd
duizend ramptoeristen in Schevenin-
gen. Tjonge, wat lag die gekapseisde
Maersk Yare mooi voor pampus, daar
voor de kust.
Wij ramptoeristen leren elkaar on
derhand kennen. Goed, we zijn met ve
len, maar je komt toch telkens weer de
zelfde gezichten tegen. Geen catastro
fe, geen onheilsgebeurtenis van enige
importantie dan ook, of we zijn present.
We hebben verder toch niks te doen, el
ke zondag naar oma en opa is tenslotte
ook niet alles. En heel belangrijk, zo'n
catastrofe is leerzaam voor de kinde
ren. Aanschouwend onderwijs, waar
van ze kunnen leren dat een ongeluk in
een klein hoekje zit en dat mensen van
grote naam ook niet het eeuwige leven
hebben.
Hoe intens hebben we destijds
monseigneur Beckers niet bewonderd.
Toen KRO's huisgeestelijke het tijdelij
ke met het eeuwige verwisselde, von
den wij ramptoeristen het niet meer
dan een morele plicht om hem de
laatste eer te bewijzen door in optocht
langs z'n sterfhuis te rijden. Toen een
jaar of twintig geleden een dwarslig
gende Chinees uit het raam van de Chi
nese legatie werd gegooid, hebben we
dagenlang gepost op die lommerrijke
Haagse laan in de hoop een glimp op te
vangen van een lid van de Chinese di
plomatieke vertegenwoordiging.
Natuurlijk waren we er destijds bij,
op die dag dat het zendschip Veronica
op een zandbank liep. Vanzelfsprekend
hebben we ook geprobeerd in de buurt
van de in Noordwijk gelegen villa van
Heineken te komen, nadat hij en zijn
chauffeur Doderer waren ontvoerd.
Nög voelen we de spanning van het mo
ment waarop wij die plek in het bos be
traden waar Gerrit Jan Heijn door me
neer E. uit Landsmeer is vermoord.
Wat zal 1991 ons ramptoeristen bren
gen? Een jaar zonder rampen, we moe
ten er even niet aan denken. Want dan
zou er sprake zijn van een rampjaar
voor de ware ramptoerist.
GERARD VAN PUTTEN
Radio Utrecht. Je zal ze de kost.
moeten geven, de mensen die proble
men hebben met het tientje dat ze bo
venop hun kijk- en luistergeld moeten
betalen voor de regionale omroep. Op
sommige provinciehuizen hebben ze
de telefoon er zelfs naast gelegd, toen
de bezwaren tegen het tientje vorig jaar
bleven aanhouden.
"Ik betaal niet voor iets waar ik toch
niet naar luister", was de meest gehoor
de klacht. Maar inmiddels lijken de
protesten geluwd. Sommige regionale
omroepen blijken niet alleen in een be
hoefte te voorzien, zenders als Omroep
Brabant, Radio Rijnmond en Radio
Fryslan doen het zelfs prima. Veel luis
teraars, veel programma's, dan valt zo'n
tientje per jaar nog wel mee.
Ronduit belazerd gaat het echter met
Radio Utrecht. Er zijn dagen dat alleen
de portier van de studio uit beleefdheid
luistert. Zelfs het programma van Con-
ny 'mijn roosje' Vandenbos verandert
daar niets aan. Dus heeft Utrecht beslo
ten het over een andere boeg te gooien.
Voortaan zenden ze twaalf uur per dag
uit.
Twaalf hele uren.
En wat gebeurt er met al die extra
zendtijd? Veel nieuws uit Utrecht?
Speciale correspondenten in Rhenen,
Soest en Wijk bij Duurstede? Het
laatste bericht over de binnenstad
plannen in Amersfoort? Welnee. Van
die twaalf uur per dag wordt elf uur mu
ziek gedraaid en, net als vroeger, één
uur aan regionaal nieuws besteed. En
alsof ze iets nieuws hebben uitgevon
den, wordt daarvoor via de STER in
heel Nederland peperdure reclame ge
maakt. Logisch, want met elf uur mu
ziek draaien komen al die tientjes na
tuurlijk niet op. Je zal ze toch de kost
moeten geven, de mensen die dit soort
ideeen verzinnen
JEROEN DIRKS
Wöltgens. Politieke partijen en
publieke omroepen hebben onder
meer met elkaar gemeen dat ze afhan
kelijk zijn van de gunst van mensen.
Thijs Wóltgens, fractievoorzitter van de
PvdA in de Tweede Kamer, heeft dat
als geen ander door.
Zo stelde hij onlangs dat sociale ze
kerheid niet zo zeker moet zijn als links
tot nu toe steeds heeft verzekerd. Niet
langer zou sprake moeten zijn van een
softe benadering. Zonodig moeten uit
keringsgerechtigden hard worden aan
gepakt.
Borrelpraat verheven tot beleid. Op
merkingen die de massa in elk geval
aanspreken. Wöltgens zou dan ook in
navolging van Marcel van Dam
(VARA), Gerard Wallis de Vries
(AVRO), Gerrit Braks (KRO) en Joop
van der Reijden (Veronica) zo voorzit
ter van een omroep kunnen worden.
Met voortrekkers als zij heb je het orga
nisatiebureau McKinsey niet meer no
dig.
Dat heeft met name Van Dam bewe
zen. Met zijn VARA heeft hij het bureau
te kijk gezet door vorig jaar de grootste
ledenwinst te boeken. Trouwens, alle
omroepen, met uitzondering van de
TROS, zijn licht tot fors gegroeid.
McKinsey was ingeschakeld om te
voorkomen dat de publieke omroepen
door de commerciéle zender RTL4 uit
beeld worden gedraaid. Die angst lijkt
op dit moment echter ongegrond. Nog
even en RTL4 moet zijn laagdrempeli
ge programma's platvloers maken om
te vermijden dat zij' onder de voet
wordt gelopen.
Een van de belangrijkste adviezen
van McKinsey is dat de omroepen meer
met elkaar moeten samenwerken. Aan
die voorwaarde wordt echter al gerui
me tijd voldaan. De meeste omroepen
gaan al diep door de knieén voor de kij
ker en het scheelt nog maar weinig of
de kijker wordt gebeld om zijn of haar
toestemming te geven voor een pro
gramma. De namen van de omroepen
verschillen meer dan de inhoud. Alleen
de kijkcijfers zijn nog in tel.
Als enige lijkt de TROS dat uitgangs
punt echter uit het oog te hebben verlo
ren. De omroep heeft dan ook duidelijk
behoefte aan een man als Wöltgens die
de TROS weer onder de mensen kan
brengen.
JAN PREENEN
Telefooncoup. Man van het
jaar werd op de valreep van 1990 toch
nog Desi Bouterse, het genie achter de
telefooncoup. De man verdient een Os
car. En geef hem de prijs voor het beste
Ga maar na. Eerst landt hij drie keer
op Schiphol om zich ostentatief te laten
vernederen door de neokoloniale hei
kneuters die eeuwenlang de baas speel
den in Suriname. Vervolgens biedt hij
zijn ontslag aan als legerleider, omdat
hij niet een regering wenst te dienen
die, in plaats te protesteren tegen een
zo lompe behandeling, slechts laf en
krachteloos toeziet.
Geen wonder dat de verontwaardig
de Surinaamse manschappen loyaliteit
aan hun ex-leider bewijzen en telefo
nisch verhaal halen bij regeringsleider
Shankar - kan Bouterse het helpen dat
het leger meteen zijn naam begint te
scanderen? Trouwens, kun je nog wel
spreken van een militaire coup als - nog
zo'n vondst - het parlement de ingreep
goedkeurt? Natuurlijk niet.
Desi Bouterse, uitvinder van de de
mocratische staatsgreep. Vindt maar
eens een tw eede dictator die zo subtiel,
zo fijntjes, met zulk ragfijn spel duide
lijk kan maken wie er aan de touwtjes
trekt. Die heilige verontwaardiging in
Nederland slaat nergens op.
WIM FORTUYN
(Naschrift hoofdredactie: de krant
distantieert zich nadrukkelijk van de
laatste opvatting en heeft de betrokken
redacteur te verstaan gegeven uit te kij
ken naar een andere werkkring)
Golfcrisis heeft nog weinig invloed op toerisme in Tunesië
Goed, president Ben All, die een paar
jaar geleden Habib Bourguiba op
volgde, heeft dan wel de kant van het
Westen gekozen in het Golfconflict,
dat betekent niet dat het gehele Tu
nesische volk het eens is met zijn lei
der. Brigl Nasser, die op Djerba, een
eiland aan de oostkust van het Arabi
sche land, zijn geld verdient met het
verhuur van paarden aan toeristen,
probeert dat duidelijk te maken aan
de hand van de volgende stelling.
"Als twee mensen vechten en de een
staat op het punt de ander te doden,
wat doe je dan?". Er tussenspringen
lijkt een logisch antwoord, maar dat
vindt de vraagsteller vanuit zijn cul
tuur niet. "Je weet toch niet waarom
ze vechten. Het zou toch kunnen dat
de een het recht heeft de ander te do
den?".
door Herman Joustra
Nasser vindt dat het Westen zich niet
heeft te bemoeien met het conflict tussen
Irak en Kuwayt. "Dat is puur een kwestie
die de beide landen zelf moeten oplos
sen". Wat Saddam Hussein heeft gedaan
is natuurlijk niet hoe het hoort, de claim
die hij op historische gronden meent te
mogen leggen is terecht, volgens Nasser.
Hij noemt het jaar 1918 waarin Enge
land, kort na de Eerste Wereldoorlog
door de Volkenbond Irak kreeg toegewe
zen als mandaatgebied. "Voor dat jaar
hoorde Kuwayt gewoon bij Irak, maar de
Engelsen hebben er een apart landje van
gemaakt. Nu profiteert slechts een klei
ne groep Kuwayti van de olie. En het
Westen. Dat neemt niet weg dat Hussein
Kuwayt alleen voor het geld is binnenge
vallen. Dat gepraat over zijn historische
recht is alleen maar een dekmantel voor
zijn hebzucht".
Jamahl, in het dagelijks leven leraar
Frans op een lagere school in Midoun,
vult aan. "Maar als we moeten kiezen,
kiezen we voor hem. Hij is Arabier, wij
ook. Bovendien bemoeien jullie je ook
alleen maar met het conflict uit heb
zucht. Het gaat jullie toch om de olie?".
Jamahl begrijpt ook de aversie tegen
Gadafi niet. Een gigantische poster van
de Lybische leider aan de muur in zijn-
huis bewijst dat. De verbazing van Jama
hl is oprecht. "Luister. Gadafi is een ge
weldige man. Voor hem is iedereen ge
lijk. Stel dat een man twee huizen heeft
en een andere man heeft er g^en. De rijke
man is dan verplicht een van zijn huizen
af te staan. Bovendien zijn de rechtban
ken afgeschaft. Nu bepaalt bijvoorbeeld
het hele dorp of een verdachte inwoner
schuldig is en zo ja wat zijn straf zal zijn.
Dat is toch prachtig. Waarom haat Ame
rika Gadafi?"
Nasser knikt bevestigend. Hoewel En
geland eveneens verre van populair is, is
Amerika in hun ogen de bron van alle
kwaad. Dat land "dat meent zich overal
ter wereld te moeten opwerpen als ze
denmeester", is naar hun stellige over
tuiging dé grote boosdoener in het Golf
conflict.
De mening van Nasser en Jamahl
wordt meer verkondigd in Tunesië. Ha-
mar, reisleider op de excursies die de toe
rist onder meer naar de hoofdattractie
leiden, de eindeloze Sahara, schuift zijn
r Hamar: "Wat zeuren jullie nou over agressie".
mening evenmin onder stoelen of ban
ken. Hij rakelt eveneens het historische
jaar 1918 op, en is woest over de bemoei
zucht van het Westen. "En wat zeuren
jullie nou over agressie. Wat deed Ameri
ka in Panama, wat doet Israël in de Pale
stijnse gebieden?".
Het klinkt dreigend, maar zo is het niet
bedoeld. Alsof hij beseft dat hij de ont
stane onrust moet wegnemen, zegt Ha-
mar: "Maar jullie hebben daar niets mee
te maken. Jullie zijn toeristen. Jullie ko
men hier niet voor de olie, maar om een
fijne vakantie te hebben. Wees gerust, je
hebt hier niets te vrezen. Problemen met
toeristen zijn hier niet geweest. Waarom
ook? Irak ligt hier ver vandaan".
En veel Tunesiers zijn voor hun in
komsten afhankelijk van het toerisme.
Zoals op Djerba. Het eiland ademt nu
nog rust uit, maar naar alle waarschijn
lijkheid is dat over een paar jaar afgelo
pen. Het ene hotel na het andere wordt
neergezet aan de oostkust van het eiland
en onlangs is begonnen met de bouw van
een gigantische discotheek.
"Het is belangrijk dat we onze eigen
cultuur behouden", zegt Taraq, een leer
ling aan de Tunesische school voor toe
risme die stage loopt in hotel Sidi Slim.
Hij maakt zich zorgen over de invloed
van het toerisme. "We zijn er van afhan
kelijk, maar waarom moeten we alles na-
apen wat uit het Westen komt? Het is
niet erg om af en toe in een Westers pak
te lopen, maar ik loop geregeld in tradi
tionele Tunesische kleren. Omdat het
lekker zit en omdat het deel uitmaakt
van mijn cultuur". Hij wijst op zijn boer-
noes, een bruine wollen mantel, een tra
ditioneel kledingstuk in veel Arabische
landen.
De boernoes wordt nog wel gedragen,
maar veel Djerbi zijn inmiddels produk-
ten van het toerisme, gekleed in spijker
pak en t-shirt. Dat blijkt ook wanneer de
buitenlandse gast zijn land van her
komst onthult. Zodra het woord 'Hol
land' is gevallen, klinkt het machinaal:
"Allemachtig prachtig". En: "Goeien-
avond dames en heren".
Ook Achmed spreekt zo zijn talen.
"Het strand is mijn school", zegt hij in
het Duits. Dagelijks rijdt hij met zijn
paardje Maradonna langs de kustlijn op
zoek naar rijdlustige buitenlanders. "In
de zomer heb ik meer paarden, dan zijn
er meer toeristen. Ik heb er net vier ver
kocht, het is nu rustig".
En Achmed wil zijn zoete leventje niet
opgeven. Daarom probeert hij ook uit al
le macht de militaire dienst te ontlopen.
"Dit is mijn leven: de zon, mijn paard en
het strand. Thee drinken met jullie.
Daarom wil ik ook niet in het leger. Dat
kost me een jaar en ik wil niet weg. Nu
moet ik uitkijken. Nu worden alle jonge
mannen op Djerba gecontroleerd: of ze
hun dienstplicht wel hebben vervuld en
of ze misschien de leeftijd hebben be
reikt waarop ze het leger in moeten".
Van de Golfcrisis wil hij niets horen.
"Geen politiek, daarin ben ik niet geïnte
resseerd. Waarom al die problemen? Jij
en ik, wij zijn gelijk. Zo is het altijd op
Djerba geweest. Hier wonen negers, Ara
bieren en joden al eeuwen vreedzaam
naast elkaar. Daar zijn nu de toeristen bij
gekomen".
Het valt, ondanks de Golfcrisis nog
mee met de stroom buitenlanders, al zijn
de wintermaanden traditioneel wat stil
ler dan de rest van het jaar. Maar wat gaat
er gebeuren als er daadwerkelijk oorlog
uitbreekt. Ali, die dagelijks de organisa
tie van allerlei evenementen voor zijn re
kening neemt in hotel Sidi Slim in
Midoun, weet het wel. Hij vreest voor
zijn broodwinning. "In de zomer zit het
hier vol. Dan zijn er zeshonderd toeris
ten. Maar als er oorlog uitbreekt zijn er
nul-honderd. En na 15 januari wordt het
oorlog, let maar op. Ik heb mijn ketting al
klaar liggen".
Hij maakt voor de grap een slaande be
weging, maar lacht niet.
eu.
~^i
ij-
ui.
oe
DOOR JOOP VAN DER HORST
Voor mij ligt een kleurrijk drukwerk van het
ministerie van Verkeer en Waterstaat en
de Nederlandse Vereniging van Wegen
bouwers Aan de voorzijde staat RITSEN
en daar gaat het dan ook over Als je het
leest is de boodschap duidelijk: we moeten
meer ritsen Er wordt te weinig geritst in
Nederland. Voor een veilige en vlotte door
stroming dient er in het verkeer meer ge
ritst te worden. Ritsen is onder automobi
listen al een poosje een bekend woord: het
is voor zover ik weet niet uitgevonden door
Verkeer en Waterstaat. Maar voor de taal
kundige is het altijd prettig om een geda
teerd document in handen te hebben.
Deze folder is van september 1989. zodat
het nageslacht zeker kan zijn dat het
woord toen al deze betekenis had zo rij
den dat je andere weggebruikers de ruimte
geeft om in te voegen.
De beeldspraak is duidelijk ontleend
aan het gewone ritsen: je broek dichtrit-
sen, een tas openritsen. De ritssluiting met
z'n tandjes om en om, een van links en een
van rechts, was een goed en voor de hand
liggend beeld voor het gewenste rijgedrag:
zo dat er telkens tussen u en uw voorligger
nog een auto van de oprit af kan invoegen
Ik ben het daar van harte mee eens en
geef dus graag de boodschap van Verkeer
Waterstaat aan u door s.v.p. meer rit-
Ik probeer na te gaan wanneer het ge
wone ritsen van de ritssluiting in onze taal
gekomen is. maar ik vang overal bot. In
geen enkel woordenboek kan ik dit ritsen
vinden. Alleen de Grote Koenen vermeldt
onder de O openritsen. Dichtritsen. wat
gemiddeld toch even vaak moet voorko
men, staat er niet in. Over honderd jaar
komt er een historicus die ontdekt dat het
openritsen veel eerder uitgevonden is dan
het dichtritsen En dat trouwens geen van
beide in 1984 erg algemeen was want in
een speciaal Woordenboek voor Heden
daags Nederlands uit dat jaar werden ze
niet genoemd.
Graag zou ik willen weten wanneer de
ritssluiting zijn intree deed. Als ik op de
woordenboeken afga (maar zoals u ziet
moet men daar erg voorzichtig mee zijn),
dan zie ik dat het woord rits in de betekenis
van 'ritssluiting' rond 1950 voor het eerst
opduikt. Is de ritssluiting een na-oorlogse
uitvinding7 Waar zoek je zoiets op? Ik zou
het niet weten en hou me aanbevolen voor
gegevens van lezers. In ieder geval noemt
de dikke Van Dale het woord rits 'rits
sluiting') voor het eerst in 1950. En ook al
komt de ritssluiting wellicht uit Amerika, de
benaming zeer zeker niet. Daar is het een
zip. zipper of fast-opener.
De rits was in andere betekenissen al
veel langer bekend. Onder meer als bena
ming van de kras die glassnijders op het
glas aanbrengen om het daarlangs te bre
ken. Ook als naam voor een scherpgepunt
werktuig om zulke krassen aan te bren
gen. Verder was hts al in gebruik in de be
tekenis 'reeks', 'rij', namelijk als variant
van rist. Vergelijk wesp en weps. De rist of
ris kennen we als een serie gelijksoortige
dingen aaneengeregen aan stok of touw
een rist uien of knoflook, een rist klompen.
Ook wel als een serie losse dingen een
rist portretten, een rist kinderen. Risten is
dan ook: 'tot een rist bijeenvoegen' of juist
'van een rist afnemen' aalbessen risten-
/rissen.
Ook was er al heel lang een werkwoord
ritsen: 'scheuren'. Met dit werkwoord kon
je een brief openritsen De moderne rits
ritssluiting) en ritsen (ritssluiting openen)
zullen wel een betekenisuitbreiding zijn
van dit ritsen scheuren), omdat men
destijds als het meest opvallende aan de
nieuwe sluiting zag dat er geen knopen
aan te pas kwamen, noch een gesp of een
veter, maar de stof als het ware openge
scheurd werd. Het is niet uitgesloten dat
men ook nog dacht aan de rist serie ge
lijke dingen, soms ook rits genaamd)
Er moeten nog heel wat lezers zijn die
die eerste ritsen meegemaakt hebben.
Zelf ben ik ook begonnen met een broek
met knopen, maar ik kan me niet meer her
inneren wat ik van mijn eerste rits vond.
Wat hebben een maand, een handige jon
gen (of meisje) en een portier met elkaar
gemeen? U hoeft u niet te schamen als u er
niet meteen opkomt. En u hoeft nog uw
schoolgeld niet terug te halen als u er nog
altijd niks van snapt wanneer ik het ant
woord geef: een heidense god.
Januari, gladjanus en janitor zoals
Amerikanen de portier van een kan
toor- of flatgebouw noemen, zijn alle
drie woorden die teruggaan op een god
heid uit het oude Rome met een welhaast
Nederlands klinkende naam: Janus.
Vandaag de dag weten de geleerden nog
altijd niet precies wat ze met Janus aan
moeten. Dat komt omdat hij niet alleen
maar een heidense god was - een van de
velen - maar ook een symbool voor het
feit dat de mens innerlijk een vat vol te
genstrijdigheden is. Wij hebben allemaal
een lichamelijk gezicht, maar psycholo
gisch gezien zijn wij mensen met twee ge
zichten. Janus was de god met de twee ge
zichten en zo is hij ook vaak afgebeeld,
zoals we op oude Romeinse munten kun-
Vermoedelijk is u nog altijd niet duide
lijk wat dan het verband met januari oj
gladjanus is. Alvorens ik dat ga uitleg
gen, eerst nog iets over symbolen in het al
gemeen. Het woord symbool is afgeleid
van een Grieks woord, dat op zijn Neder
lands geschreven er uitziet als 'symbal-
lein', en zoiets betekent als 'bij elkaar
gooien'.
Een symbool is een beeld of een woord,
dat allerlei betekenissen kan hebben die
op het eerste gezicht soms niks met elkaar
van doen lijken te hebben. Maar als je
goed kijkt, dan blijken al die betekenis
sen meestal toch terug te voeren op een en
kele oerbetekenis of oerbeeld - sommige
psychologen noemen zo'n oerbeeld wel
een archetype - dat staat voor een fun
damenteel kenmerk van het menselijk be
staan.
Een voorbeeld daarvan is het symbool
van het kruis, dat in vrijwel alle gods
diensten op de een of andere manier voor
komt. De kruisvorm verdeelt de wereld in
vier delen, wat uitdrukt dat we in een we
reld van verdeeldheid leven. Maar het
kruis heeft ook een middelpunt, een cen
trum waardoor die verdeelde wereld toch
weer bijeen wordt gehouden. In het cen
trum worden als het ware de tegenstellin
gen, de verdeeldheid in de wereld opgehe
ven. Vandaar dat aan het centrum van
de kruisfiguur overal ter wereld een god
delijke betekenis wordt toegekend.
In het hindoeïsme en boeddhisme vin
den we de kruisfiguur terug in zoge
naamde mandalas, op papier of stof ge
schilderde in vieren gedeelde cirkels met
een afbeelding van de godheid of Boed
dha in het midden. Zulke mandalas wor
den wel gebruikt, door er naar te kijken,
als hulpmiddel bij bidden of meditatie.
In de katholieke kerk is het al sinds
jaar en dag de gewoonte om precies op
het snijpunt van de verdelende lijnen
van de kruisfiguur het lichaam van
Christus aan te brengen. De Christus-fi
guur is op zichzelf weer een symbool van
harmonie, van het opheffen van ver
deeldheid of verscheurdheid in de mens,
van verzoening van innerlijke tegenstel
lingen, want Christus is zowel God als
mens, geest als lichaam.
De kruisvorm is het oerbeeld van het
fundamentele gegeven dat deze wereld er
een is van verdeeldheid en saamhorig
heid, van spanning en rust, van zin en
(volslagen) onzin. Dat de mens zowel dier
als geest is, goed als slecht is, sterk en
zwak is. Dat we de mensen die we het
meest liefhebben soms ook ontzettend
kunnen (gaan) haten. Dat het zo moet
zijn dat licht en donker elkaar blijven af
wisselen, dat we hoogstens aan de ver
houding daartussen iets kunnen veran
deren, maar niet aan het feit zelf.
Terug naar Janus. Huiseigenaren in
het oude Rome hadden meestal een af
beelding of beeld van Janus op of bij de
voordeur van (mn huis. Janus was de
godheid die de poort, de ingang bewaak
te. Maar om zijn wei goed te doen was
het noodzakelijk dat de god-bewaker
niet alleen ogen in zijn voor- maar ook
in zijn achterhoofd had, zodat hij beide
kanten op kon kijken en niets aan zijn
waakzaamheid kon ontsnappen. Zou hij
maar én kant op kunnen kijken, dan be
stond het risico dat er achter zijn rug om
allerlei ongeoorloofde zaken straffeloos
zouden passeren.
Boeiend is het feit, dat duizenden kilo
meters en vele eeuwen verwijderd van de
Romeinse beschaving de bosnegers in de
binnenlanden van Suriname ook de ge
woonte hadden en nog wel hebben om
aan de ingang van een dorp een janus
achtige figuur neer te zetten.
Het betreft een blok hout waarin zowel
aan de voor- als achterkant een mense
lijke gezicht is gesneden. Het staat onder
een poort, bestaande uit twee rechtop
staande balken en een dwarsbalk. Naast
het beeld ligt meestal een witte lap om
duistere krachten of de duivel te verjagen
en ook is er soms een stok die symbolisch
dienst doet als een soort knuppel of wa
pen.
Er kan geen twijfel over bestaan dat de
tweehoofdige totem bij de ingang van de
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
Surinaamse dorpen en de tweehoofdige
beelden van Janus, vaak een stok in de
ene en een sleutel in de andere hand, op
de drempel van de Romeinse huizen in
feite dezelfde functie hadden: het oog
houden op en verjagen van vijandige
geesten die ons of van voren of van achte
ren te grazen kunnen nemen. Dat een por
tier in de Verenigde Staten janitor wordt
genoemd, hoeft nu geen verder uitleg
meer, want de taak van een portier is im
mers om ongewenste gasten en kwaad
willigen zoveel mogelijk buiten de deur te
houden.
Van Janus als de beschermer van de
poort van het huis of het dorp is het nog
maar een kleine stap naar Janus als be
schermer van de poort van het nieuwe
jaar of de nieuwe dag. De Romeinen
wijdden het eerste uur van de dag en de
eerste maand van hun jaar aan Janus. In
feite doen wij dat nog steeds, ook al zijn
we ons daar niet van bewust, door die
eerste maand januari te noemen.
Janus is als het ware de god die de sleu
tel stopt in het slot van het nieuwe jaar,
het jaar open maakt en vooruit kijkt in
de tijd om er op te letten dat kwade gees
ten ons niet te pakken krijgen.
Maar omdat kwade geesten niet alleen
uit de toekomst maar eveneens uit het
verleden kunnen komen, moet Janus ook
terugkijken en nagaan wat voor kwaads
of ongunstigs onze toekomst vanuit het
verleden kan bedreigen. Vandaar dat
Janus ook wel wordt voorgesteld als de
god die alles wat er gebeurde opschreef,
de schrijver die verslag uitbrengt, reke
ning en verantwoording aflegt.
De meeste mensen maken op een of an
dere manier in hun hoofd aan het einde
van het jaar een psychische jaarrekening
op, staan even stil bij de dingen die ze
niet zo goed gedaan hebben of beter had
den kunnen doen. Vervolgens maken ze,
min of meer vaag, een of meer goede voor
nemens die soms wel maar vaker niet
worden volgehouden.
Het beeld van de twee gezichten van
Janus is het symbool van de mens die
wankelend en weifelend steeds weer op
nieuw probeert de goede weg op te gaan
en dan toch weer faalt, terugvalt in oude
fouten uit het verleden. Vaak maken we
in woorden goede voornemens, terwijl we
in ons achterhoofd al een donkerbruin
vermoeden hebben dat als het er op aan
komt, als het echt moeite gaat kosten, we
ons waarschijnlijk toch terug zullen la
ten vallen in ons oude patroon.
Maar omdat het maken van een goed
voornemen ons voor korte tijd in ieder ge
val toch een goed gevoel geeft, geven we
ons maar al te graag over aan deze vorm
van zelfbedrog. Vandaar dat Janus ook
de betekenis heeft van bedriegen, van het
spreken met dubbele tong, van zeggen
"ja, dat ga ik doen maar ondertussen al
denken "maar als het me te moeilijk
word, dan geef ik mijn portie wel aan
Fikkie".
Zo spelen we begin januari ten opzich
te van onszelf en vaak ook van anderen
de 'gladjanus'. Misschien is het daarom
zo gek nog niet als u voor januari van dit
jaar het tweeduizend jaar oude recept
van de Romeinse filosoof Epiktetus tot
uw lijfspreuk zou maken: "Ik zal of een
weg vinden of een weg maken". (Voor
diegenen onder udie het toch perse in het
Latijn willen: "Aut i
faciam