'Na 15 januari is het echt oorlog' De twee gezichten van januari SCHOP Onze taal ENKWIJZER ZATERDAG 5 JANUARI 1991 EXTRA PAGINA Ub' Ramptoerist zo. dat was toch even mooi meegeno mmen tussen de familiaire plichtplegingen van kerst en jaarwisseling door. Toegege- ven, we hebben er uren voor in de file moeten staan en we I hebben onderweg ook de jen gelende kinderen met harde hand in de kofferbak moeten opbergen, maar het was al met al de moeite waard. En dat vonden eigenlijk al die honderd duizend ramptoeristen in Schevenin- gen. Tjonge, wat lag die gekapseisde Maersk Yare mooi voor pampus, daar voor de kust. Wij ramptoeristen leren elkaar on derhand kennen. Goed, we zijn met ve len, maar je komt toch telkens weer de zelfde gezichten tegen. Geen catastro fe, geen onheilsgebeurtenis van enige importantie dan ook, of we zijn present. We hebben verder toch niks te doen, el ke zondag naar oma en opa is tenslotte ook niet alles. En heel belangrijk, zo'n catastrofe is leerzaam voor de kinde ren. Aanschouwend onderwijs, waar van ze kunnen leren dat een ongeluk in een klein hoekje zit en dat mensen van grote naam ook niet het eeuwige leven hebben. Hoe intens hebben we destijds monseigneur Beckers niet bewonderd. Toen KRO's huisgeestelijke het tijdelij ke met het eeuwige verwisselde, von den wij ramptoeristen het niet meer dan een morele plicht om hem de laatste eer te bewijzen door in optocht langs z'n sterfhuis te rijden. Toen een jaar of twintig geleden een dwarslig gende Chinees uit het raam van de Chi nese legatie werd gegooid, hebben we dagenlang gepost op die lommerrijke Haagse laan in de hoop een glimp op te vangen van een lid van de Chinese di plomatieke vertegenwoordiging. Natuurlijk waren we er destijds bij, op die dag dat het zendschip Veronica op een zandbank liep. Vanzelfsprekend hebben we ook geprobeerd in de buurt van de in Noordwijk gelegen villa van Heineken te komen, nadat hij en zijn chauffeur Doderer waren ontvoerd. Nög voelen we de spanning van het mo ment waarop wij die plek in het bos be traden waar Gerrit Jan Heijn door me neer E. uit Landsmeer is vermoord. Wat zal 1991 ons ramptoeristen bren gen? Een jaar zonder rampen, we moe ten er even niet aan denken. Want dan zou er sprake zijn van een rampjaar voor de ware ramptoerist. GERARD VAN PUTTEN Radio Utrecht. Je zal ze de kost. moeten geven, de mensen die proble men hebben met het tientje dat ze bo venop hun kijk- en luistergeld moeten betalen voor de regionale omroep. Op sommige provinciehuizen hebben ze de telefoon er zelfs naast gelegd, toen de bezwaren tegen het tientje vorig jaar bleven aanhouden. "Ik betaal niet voor iets waar ik toch niet naar luister", was de meest gehoor de klacht. Maar inmiddels lijken de protesten geluwd. Sommige regionale omroepen blijken niet alleen in een be hoefte te voorzien, zenders als Omroep Brabant, Radio Rijnmond en Radio Fryslan doen het zelfs prima. Veel luis teraars, veel programma's, dan valt zo'n tientje per jaar nog wel mee. Ronduit belazerd gaat het echter met Radio Utrecht. Er zijn dagen dat alleen de portier van de studio uit beleefdheid luistert. Zelfs het programma van Con- ny 'mijn roosje' Vandenbos verandert daar niets aan. Dus heeft Utrecht beslo ten het over een andere boeg te gooien. Voortaan zenden ze twaalf uur per dag uit. Twaalf hele uren. En wat gebeurt er met al die extra zendtijd? Veel nieuws uit Utrecht? Speciale correspondenten in Rhenen, Soest en Wijk bij Duurstede? Het laatste bericht over de binnenstad plannen in Amersfoort? Welnee. Van die twaalf uur per dag wordt elf uur mu ziek gedraaid en, net als vroeger, één uur aan regionaal nieuws besteed. En alsof ze iets nieuws hebben uitgevon den, wordt daarvoor via de STER in heel Nederland peperdure reclame ge maakt. Logisch, want met elf uur mu ziek draaien komen al die tientjes na tuurlijk niet op. Je zal ze toch de kost moeten geven, de mensen die dit soort ideeen verzinnen JEROEN DIRKS Wöltgens. Politieke partijen en publieke omroepen hebben onder meer met elkaar gemeen dat ze afhan kelijk zijn van de gunst van mensen. Thijs Wóltgens, fractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer, heeft dat als geen ander door. Zo stelde hij onlangs dat sociale ze kerheid niet zo zeker moet zijn als links tot nu toe steeds heeft verzekerd. Niet langer zou sprake moeten zijn van een softe benadering. Zonodig moeten uit keringsgerechtigden hard worden aan gepakt. Borrelpraat verheven tot beleid. Op merkingen die de massa in elk geval aanspreken. Wöltgens zou dan ook in navolging van Marcel van Dam (VARA), Gerard Wallis de Vries (AVRO), Gerrit Braks (KRO) en Joop van der Reijden (Veronica) zo voorzit ter van een omroep kunnen worden. Met voortrekkers als zij heb je het orga nisatiebureau McKinsey niet meer no dig. Dat heeft met name Van Dam bewe zen. Met zijn VARA heeft hij het bureau te kijk gezet door vorig jaar de grootste ledenwinst te boeken. Trouwens, alle omroepen, met uitzondering van de TROS, zijn licht tot fors gegroeid. McKinsey was ingeschakeld om te voorkomen dat de publieke omroepen door de commerciéle zender RTL4 uit beeld worden gedraaid. Die angst lijkt op dit moment echter ongegrond. Nog even en RTL4 moet zijn laagdrempeli ge programma's platvloers maken om te vermijden dat zij' onder de voet wordt gelopen. Een van de belangrijkste adviezen van McKinsey is dat de omroepen meer met elkaar moeten samenwerken. Aan die voorwaarde wordt echter al gerui me tijd voldaan. De meeste omroepen gaan al diep door de knieén voor de kij ker en het scheelt nog maar weinig of de kijker wordt gebeld om zijn of haar toestemming te geven voor een pro gramma. De namen van de omroepen verschillen meer dan de inhoud. Alleen de kijkcijfers zijn nog in tel. Als enige lijkt de TROS dat uitgangs punt echter uit het oog te hebben verlo ren. De omroep heeft dan ook duidelijk behoefte aan een man als Wöltgens die de TROS weer onder de mensen kan brengen. JAN PREENEN Telefooncoup. Man van het jaar werd op de valreep van 1990 toch nog Desi Bouterse, het genie achter de telefooncoup. De man verdient een Os car. En geef hem de prijs voor het beste Ga maar na. Eerst landt hij drie keer op Schiphol om zich ostentatief te laten vernederen door de neokoloniale hei kneuters die eeuwenlang de baas speel den in Suriname. Vervolgens biedt hij zijn ontslag aan als legerleider, omdat hij niet een regering wenst te dienen die, in plaats te protesteren tegen een zo lompe behandeling, slechts laf en krachteloos toeziet. Geen wonder dat de verontwaardig de Surinaamse manschappen loyaliteit aan hun ex-leider bewijzen en telefo nisch verhaal halen bij regeringsleider Shankar - kan Bouterse het helpen dat het leger meteen zijn naam begint te scanderen? Trouwens, kun je nog wel spreken van een militaire coup als - nog zo'n vondst - het parlement de ingreep goedkeurt? Natuurlijk niet. Desi Bouterse, uitvinder van de de mocratische staatsgreep. Vindt maar eens een tw eede dictator die zo subtiel, zo fijntjes, met zulk ragfijn spel duide lijk kan maken wie er aan de touwtjes trekt. Die heilige verontwaardiging in Nederland slaat nergens op. WIM FORTUYN (Naschrift hoofdredactie: de krant distantieert zich nadrukkelijk van de laatste opvatting en heeft de betrokken redacteur te verstaan gegeven uit te kij ken naar een andere werkkring) Golfcrisis heeft nog weinig invloed op toerisme in Tunesië Goed, president Ben All, die een paar jaar geleden Habib Bourguiba op volgde, heeft dan wel de kant van het Westen gekozen in het Golfconflict, dat betekent niet dat het gehele Tu nesische volk het eens is met zijn lei der. Brigl Nasser, die op Djerba, een eiland aan de oostkust van het Arabi sche land, zijn geld verdient met het verhuur van paarden aan toeristen, probeert dat duidelijk te maken aan de hand van de volgende stelling. "Als twee mensen vechten en de een staat op het punt de ander te doden, wat doe je dan?". Er tussenspringen lijkt een logisch antwoord, maar dat vindt de vraagsteller vanuit zijn cul tuur niet. "Je weet toch niet waarom ze vechten. Het zou toch kunnen dat de een het recht heeft de ander te do den?". door Herman Joustra Nasser vindt dat het Westen zich niet heeft te bemoeien met het conflict tussen Irak en Kuwayt. "Dat is puur een kwestie die de beide landen zelf moeten oplos sen". Wat Saddam Hussein heeft gedaan is natuurlijk niet hoe het hoort, de claim die hij op historische gronden meent te mogen leggen is terecht, volgens Nasser. Hij noemt het jaar 1918 waarin Enge land, kort na de Eerste Wereldoorlog door de Volkenbond Irak kreeg toegewe zen als mandaatgebied. "Voor dat jaar hoorde Kuwayt gewoon bij Irak, maar de Engelsen hebben er een apart landje van gemaakt. Nu profiteert slechts een klei ne groep Kuwayti van de olie. En het Westen. Dat neemt niet weg dat Hussein Kuwayt alleen voor het geld is binnenge vallen. Dat gepraat over zijn historische recht is alleen maar een dekmantel voor zijn hebzucht". Jamahl, in het dagelijks leven leraar Frans op een lagere school in Midoun, vult aan. "Maar als we moeten kiezen, kiezen we voor hem. Hij is Arabier, wij ook. Bovendien bemoeien jullie je ook alleen maar met het conflict uit heb zucht. Het gaat jullie toch om de olie?". Jamahl begrijpt ook de aversie tegen Gadafi niet. Een gigantische poster van de Lybische leider aan de muur in zijn- huis bewijst dat. De verbazing van Jama hl is oprecht. "Luister. Gadafi is een ge weldige man. Voor hem is iedereen ge lijk. Stel dat een man twee huizen heeft en een andere man heeft er g^en. De rijke man is dan verplicht een van zijn huizen af te staan. Bovendien zijn de rechtban ken afgeschaft. Nu bepaalt bijvoorbeeld het hele dorp of een verdachte inwoner schuldig is en zo ja wat zijn straf zal zijn. Dat is toch prachtig. Waarom haat Ame rika Gadafi?" Nasser knikt bevestigend. Hoewel En geland eveneens verre van populair is, is Amerika in hun ogen de bron van alle kwaad. Dat land "dat meent zich overal ter wereld te moeten opwerpen als ze denmeester", is naar hun stellige over tuiging dé grote boosdoener in het Golf conflict. De mening van Nasser en Jamahl wordt meer verkondigd in Tunesië. Ha- mar, reisleider op de excursies die de toe rist onder meer naar de hoofdattractie leiden, de eindeloze Sahara, schuift zijn r Hamar: "Wat zeuren jullie nou over agressie". mening evenmin onder stoelen of ban ken. Hij rakelt eveneens het historische jaar 1918 op, en is woest over de bemoei zucht van het Westen. "En wat zeuren jullie nou over agressie. Wat deed Ameri ka in Panama, wat doet Israël in de Pale stijnse gebieden?". Het klinkt dreigend, maar zo is het niet bedoeld. Alsof hij beseft dat hij de ont stane onrust moet wegnemen, zegt Ha- mar: "Maar jullie hebben daar niets mee te maken. Jullie zijn toeristen. Jullie ko men hier niet voor de olie, maar om een fijne vakantie te hebben. Wees gerust, je hebt hier niets te vrezen. Problemen met toeristen zijn hier niet geweest. Waarom ook? Irak ligt hier ver vandaan". En veel Tunesiers zijn voor hun in komsten afhankelijk van het toerisme. Zoals op Djerba. Het eiland ademt nu nog rust uit, maar naar alle waarschijn lijkheid is dat over een paar jaar afgelo pen. Het ene hotel na het andere wordt neergezet aan de oostkust van het eiland en onlangs is begonnen met de bouw van een gigantische discotheek. "Het is belangrijk dat we onze eigen cultuur behouden", zegt Taraq, een leer ling aan de Tunesische school voor toe risme die stage loopt in hotel Sidi Slim. Hij maakt zich zorgen over de invloed van het toerisme. "We zijn er van afhan kelijk, maar waarom moeten we alles na- apen wat uit het Westen komt? Het is niet erg om af en toe in een Westers pak te lopen, maar ik loop geregeld in tradi tionele Tunesische kleren. Omdat het lekker zit en omdat het deel uitmaakt van mijn cultuur". Hij wijst op zijn boer- noes, een bruine wollen mantel, een tra ditioneel kledingstuk in veel Arabische landen. De boernoes wordt nog wel gedragen, maar veel Djerbi zijn inmiddels produk- ten van het toerisme, gekleed in spijker pak en t-shirt. Dat blijkt ook wanneer de buitenlandse gast zijn land van her komst onthult. Zodra het woord 'Hol land' is gevallen, klinkt het machinaal: "Allemachtig prachtig". En: "Goeien- avond dames en heren". Ook Achmed spreekt zo zijn talen. "Het strand is mijn school", zegt hij in het Duits. Dagelijks rijdt hij met zijn paardje Maradonna langs de kustlijn op zoek naar rijdlustige buitenlanders. "In de zomer heb ik meer paarden, dan zijn er meer toeristen. Ik heb er net vier ver kocht, het is nu rustig". En Achmed wil zijn zoete leventje niet opgeven. Daarom probeert hij ook uit al le macht de militaire dienst te ontlopen. "Dit is mijn leven: de zon, mijn paard en het strand. Thee drinken met jullie. Daarom wil ik ook niet in het leger. Dat kost me een jaar en ik wil niet weg. Nu moet ik uitkijken. Nu worden alle jonge mannen op Djerba gecontroleerd: of ze hun dienstplicht wel hebben vervuld en of ze misschien de leeftijd hebben be reikt waarop ze het leger in moeten". Van de Golfcrisis wil hij niets horen. "Geen politiek, daarin ben ik niet geïnte resseerd. Waarom al die problemen? Jij en ik, wij zijn gelijk. Zo is het altijd op Djerba geweest. Hier wonen negers, Ara bieren en joden al eeuwen vreedzaam naast elkaar. Daar zijn nu de toeristen bij gekomen". Het valt, ondanks de Golfcrisis nog mee met de stroom buitenlanders, al zijn de wintermaanden traditioneel wat stil ler dan de rest van het jaar. Maar wat gaat er gebeuren als er daadwerkelijk oorlog uitbreekt. Ali, die dagelijks de organisa tie van allerlei evenementen voor zijn re kening neemt in hotel Sidi Slim in Midoun, weet het wel. Hij vreest voor zijn broodwinning. "In de zomer zit het hier vol. Dan zijn er zeshonderd toeris ten. Maar als er oorlog uitbreekt zijn er nul-honderd. En na 15 januari wordt het oorlog, let maar op. Ik heb mijn ketting al klaar liggen". Hij maakt voor de grap een slaande be weging, maar lacht niet. eu. ~^i ij- ui. oe DOOR JOOP VAN DER HORST Voor mij ligt een kleurrijk drukwerk van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Nederlandse Vereniging van Wegen bouwers Aan de voorzijde staat RITSEN en daar gaat het dan ook over Als je het leest is de boodschap duidelijk: we moeten meer ritsen Er wordt te weinig geritst in Nederland. Voor een veilige en vlotte door stroming dient er in het verkeer meer ge ritst te worden. Ritsen is onder automobi listen al een poosje een bekend woord: het is voor zover ik weet niet uitgevonden door Verkeer en Waterstaat. Maar voor de taal kundige is het altijd prettig om een geda teerd document in handen te hebben. Deze folder is van september 1989. zodat het nageslacht zeker kan zijn dat het woord toen al deze betekenis had zo rij den dat je andere weggebruikers de ruimte geeft om in te voegen. De beeldspraak is duidelijk ontleend aan het gewone ritsen: je broek dichtrit- sen, een tas openritsen. De ritssluiting met z'n tandjes om en om, een van links en een van rechts, was een goed en voor de hand liggend beeld voor het gewenste rijgedrag: zo dat er telkens tussen u en uw voorligger nog een auto van de oprit af kan invoegen Ik ben het daar van harte mee eens en geef dus graag de boodschap van Verkeer Waterstaat aan u door s.v.p. meer rit- Ik probeer na te gaan wanneer het ge wone ritsen van de ritssluiting in onze taal gekomen is. maar ik vang overal bot. In geen enkel woordenboek kan ik dit ritsen vinden. Alleen de Grote Koenen vermeldt onder de O openritsen. Dichtritsen. wat gemiddeld toch even vaak moet voorko men, staat er niet in. Over honderd jaar komt er een historicus die ontdekt dat het openritsen veel eerder uitgevonden is dan het dichtritsen En dat trouwens geen van beide in 1984 erg algemeen was want in een speciaal Woordenboek voor Heden daags Nederlands uit dat jaar werden ze niet genoemd. Graag zou ik willen weten wanneer de ritssluiting zijn intree deed. Als ik op de woordenboeken afga (maar zoals u ziet moet men daar erg voorzichtig mee zijn), dan zie ik dat het woord rits in de betekenis van 'ritssluiting' rond 1950 voor het eerst opduikt. Is de ritssluiting een na-oorlogse uitvinding7 Waar zoek je zoiets op? Ik zou het niet weten en hou me aanbevolen voor gegevens van lezers. In ieder geval noemt de dikke Van Dale het woord rits 'rits sluiting') voor het eerst in 1950. En ook al komt de ritssluiting wellicht uit Amerika, de benaming zeer zeker niet. Daar is het een zip. zipper of fast-opener. De rits was in andere betekenissen al veel langer bekend. Onder meer als bena ming van de kras die glassnijders op het glas aanbrengen om het daarlangs te bre ken. Ook als naam voor een scherpgepunt werktuig om zulke krassen aan te bren gen. Verder was hts al in gebruik in de be tekenis 'reeks', 'rij', namelijk als variant van rist. Vergelijk wesp en weps. De rist of ris kennen we als een serie gelijksoortige dingen aaneengeregen aan stok of touw een rist uien of knoflook, een rist klompen. Ook wel als een serie losse dingen een rist portretten, een rist kinderen. Risten is dan ook: 'tot een rist bijeenvoegen' of juist 'van een rist afnemen' aalbessen risten- /rissen. Ook was er al heel lang een werkwoord ritsen: 'scheuren'. Met dit werkwoord kon je een brief openritsen De moderne rits ritssluiting) en ritsen (ritssluiting openen) zullen wel een betekenisuitbreiding zijn van dit ritsen scheuren), omdat men destijds als het meest opvallende aan de nieuwe sluiting zag dat er geen knopen aan te pas kwamen, noch een gesp of een veter, maar de stof als het ware openge scheurd werd. Het is niet uitgesloten dat men ook nog dacht aan de rist serie ge lijke dingen, soms ook rits genaamd) Er moeten nog heel wat lezers zijn die die eerste ritsen meegemaakt hebben. Zelf ben ik ook begonnen met een broek met knopen, maar ik kan me niet meer her inneren wat ik van mijn eerste rits vond. Wat hebben een maand, een handige jon gen (of meisje) en een portier met elkaar gemeen? U hoeft u niet te schamen als u er niet meteen opkomt. En u hoeft nog uw schoolgeld niet terug te halen als u er nog altijd niks van snapt wanneer ik het ant woord geef: een heidense god. Januari, gladjanus en janitor zoals Amerikanen de portier van een kan toor- of flatgebouw noemen, zijn alle drie woorden die teruggaan op een god heid uit het oude Rome met een welhaast Nederlands klinkende naam: Janus. Vandaag de dag weten de geleerden nog altijd niet precies wat ze met Janus aan moeten. Dat komt omdat hij niet alleen maar een heidense god was - een van de velen - maar ook een symbool voor het feit dat de mens innerlijk een vat vol te genstrijdigheden is. Wij hebben allemaal een lichamelijk gezicht, maar psycholo gisch gezien zijn wij mensen met twee ge zichten. Janus was de god met de twee ge zichten en zo is hij ook vaak afgebeeld, zoals we op oude Romeinse munten kun- Vermoedelijk is u nog altijd niet duide lijk wat dan het verband met januari oj gladjanus is. Alvorens ik dat ga uitleg gen, eerst nog iets over symbolen in het al gemeen. Het woord symbool is afgeleid van een Grieks woord, dat op zijn Neder lands geschreven er uitziet als 'symbal- lein', en zoiets betekent als 'bij elkaar gooien'. Een symbool is een beeld of een woord, dat allerlei betekenissen kan hebben die op het eerste gezicht soms niks met elkaar van doen lijken te hebben. Maar als je goed kijkt, dan blijken al die betekenis sen meestal toch terug te voeren op een en kele oerbetekenis of oerbeeld - sommige psychologen noemen zo'n oerbeeld wel een archetype - dat staat voor een fun damenteel kenmerk van het menselijk be staan. Een voorbeeld daarvan is het symbool van het kruis, dat in vrijwel alle gods diensten op de een of andere manier voor komt. De kruisvorm verdeelt de wereld in vier delen, wat uitdrukt dat we in een we reld van verdeeldheid leven. Maar het kruis heeft ook een middelpunt, een cen trum waardoor die verdeelde wereld toch weer bijeen wordt gehouden. In het cen trum worden als het ware de tegenstellin gen, de verdeeldheid in de wereld opgehe ven. Vandaar dat aan het centrum van de kruisfiguur overal ter wereld een god delijke betekenis wordt toegekend. In het hindoeïsme en boeddhisme vin den we de kruisfiguur terug in zoge naamde mandalas, op papier of stof ge schilderde in vieren gedeelde cirkels met een afbeelding van de godheid of Boed dha in het midden. Zulke mandalas wor den wel gebruikt, door er naar te kijken, als hulpmiddel bij bidden of meditatie. In de katholieke kerk is het al sinds jaar en dag de gewoonte om precies op het snijpunt van de verdelende lijnen van de kruisfiguur het lichaam van Christus aan te brengen. De Christus-fi guur is op zichzelf weer een symbool van harmonie, van het opheffen van ver deeldheid of verscheurdheid in de mens, van verzoening van innerlijke tegenstel lingen, want Christus is zowel God als mens, geest als lichaam. De kruisvorm is het oerbeeld van het fundamentele gegeven dat deze wereld er een is van verdeeldheid en saamhorig heid, van spanning en rust, van zin en (volslagen) onzin. Dat de mens zowel dier als geest is, goed als slecht is, sterk en zwak is. Dat we de mensen die we het meest liefhebben soms ook ontzettend kunnen (gaan) haten. Dat het zo moet zijn dat licht en donker elkaar blijven af wisselen, dat we hoogstens aan de ver houding daartussen iets kunnen veran deren, maar niet aan het feit zelf. Terug naar Janus. Huiseigenaren in het oude Rome hadden meestal een af beelding of beeld van Janus op of bij de voordeur van (mn huis. Janus was de godheid die de poort, de ingang bewaak te. Maar om zijn wei goed te doen was het noodzakelijk dat de god-bewaker niet alleen ogen in zijn voor- maar ook in zijn achterhoofd had, zodat hij beide kanten op kon kijken en niets aan zijn waakzaamheid kon ontsnappen. Zou hij maar én kant op kunnen kijken, dan be stond het risico dat er achter zijn rug om allerlei ongeoorloofde zaken straffeloos zouden passeren. Boeiend is het feit, dat duizenden kilo meters en vele eeuwen verwijderd van de Romeinse beschaving de bosnegers in de binnenlanden van Suriname ook de ge woonte hadden en nog wel hebben om aan de ingang van een dorp een janus achtige figuur neer te zetten. Het betreft een blok hout waarin zowel aan de voor- als achterkant een mense lijke gezicht is gesneden. Het staat onder een poort, bestaande uit twee rechtop staande balken en een dwarsbalk. Naast het beeld ligt meestal een witte lap om duistere krachten of de duivel te verjagen en ook is er soms een stok die symbolisch dienst doet als een soort knuppel of wa pen. Er kan geen twijfel over bestaan dat de tweehoofdige totem bij de ingang van de door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden Surinaamse dorpen en de tweehoofdige beelden van Janus, vaak een stok in de ene en een sleutel in de andere hand, op de drempel van de Romeinse huizen in feite dezelfde functie hadden: het oog houden op en verjagen van vijandige geesten die ons of van voren of van achte ren te grazen kunnen nemen. Dat een por tier in de Verenigde Staten janitor wordt genoemd, hoeft nu geen verder uitleg meer, want de taak van een portier is im mers om ongewenste gasten en kwaad willigen zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Van Janus als de beschermer van de poort van het huis of het dorp is het nog maar een kleine stap naar Janus als be schermer van de poort van het nieuwe jaar of de nieuwe dag. De Romeinen wijdden het eerste uur van de dag en de eerste maand van hun jaar aan Janus. In feite doen wij dat nog steeds, ook al zijn we ons daar niet van bewust, door die eerste maand januari te noemen. Janus is als het ware de god die de sleu tel stopt in het slot van het nieuwe jaar, het jaar open maakt en vooruit kijkt in de tijd om er op te letten dat kwade gees ten ons niet te pakken krijgen. Maar omdat kwade geesten niet alleen uit de toekomst maar eveneens uit het verleden kunnen komen, moet Janus ook terugkijken en nagaan wat voor kwaads of ongunstigs onze toekomst vanuit het verleden kan bedreigen. Vandaar dat Janus ook wel wordt voorgesteld als de god die alles wat er gebeurde opschreef, de schrijver die verslag uitbrengt, reke ning en verantwoording aflegt. De meeste mensen maken op een of an dere manier in hun hoofd aan het einde van het jaar een psychische jaarrekening op, staan even stil bij de dingen die ze niet zo goed gedaan hebben of beter had den kunnen doen. Vervolgens maken ze, min of meer vaag, een of meer goede voor nemens die soms wel maar vaker niet worden volgehouden. Het beeld van de twee gezichten van Janus is het symbool van de mens die wankelend en weifelend steeds weer op nieuw probeert de goede weg op te gaan en dan toch weer faalt, terugvalt in oude fouten uit het verleden. Vaak maken we in woorden goede voornemens, terwijl we in ons achterhoofd al een donkerbruin vermoeden hebben dat als het er op aan komt, als het echt moeite gaat kosten, we ons waarschijnlijk toch terug zullen la ten vallen in ons oude patroon. Maar omdat het maken van een goed voornemen ons voor korte tijd in ieder ge val toch een goed gevoel geeft, geven we ons maar al te graag over aan deze vorm van zelfbedrog. Vandaar dat Janus ook de betekenis heeft van bedriegen, van het spreken met dubbele tong, van zeggen "ja, dat ga ik doen maar ondertussen al denken "maar als het me te moeilijk word, dan geef ik mijn portie wel aan Fikkie". Zo spelen we begin januari ten opzich te van onszelf en vaak ook van anderen de 'gladjanus'. Misschien is het daarom zo gek nog niet als u voor januari van dit jaar het tweeduizend jaar oude recept van de Romeinse filosoof Epiktetus tot uw lijfspreuk zou maken: "Ik zal of een weg vinden of een weg maken". (Voor diegenen onder udie het toch perse in het Latijn willen: "Aut i faciam

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 25