Zwarte zakenman moet knokken 'De mensen gaan kapot aan stress' I REPORTAGE i SPELLING Hoewel het er n iet naar uit ziet dat de spellingstrijd uitloopt op een nationale stakingsactie is er toch sprake van hevige onrust onder de hoeders van de Franse taal. Deze onrust is ook wel te begrijpen omdat ze voortkomt uit teleurstelling, sterker nog: uit een intens gevoel van verraad. De deftige Académie franqaise immersdat is het al ruim drie eeuwen oude instituut dat verantwoordelijk is voor het Franse Woordenboek, heeft in eigen boezem enige spellingshervormingen uitgebroed die de puristen aanvankelijk de tong van schrik verlamd hebben. Tot de vereenvoudigingen die de Académie franqaise heeft verordonneerd behoort ondermeer het wegvallen van het beroemde 'accent circonflexe', dat is het 'dakje' of een omgekeerde 'v' op sommige klinkers. Dat dakje geeft aan dat op de kronkelende weg der historie een medeklinker van de bedoelen is zoiets als 'ajno'. Dat zijn vier letters terwijl het woord uit zeven letters bestaat. De rest is historische franje. De meerderheid van de Franse woorden telt wel een of meer letters die geen andere betekenis hebben dan die van de zilveren theepot in de vitrine van een museum of van de steen op een graf waarvan niemand meer weet wie er in ligt. De rel rond de recente spellingshervorming begon pas goed toen Bernard Pivot zich in de strijd mengde. Pivot is de man van 'Apostrophes', dat was een beroemd TV-programma waarin hij jarenlang iedere week met schrijvers en schrijfsters over hun nieuwe boeken sprak. Bovendien geeft Pivot ieder jaar een 'internationaal' dictee waaraan iedereen mag meedoen die denkt dat hij het van de ballast scheefhangende Frans beheerst. Pivot begon ermee de beroemde schrijver Maurice Druon, dat is de 'levenslange secretaris' van de Académie frangaise, ervan te beschuldigen dat die 'zijn inzichten aan de andere leden van de taalcommissie heeft opgedrongen'. Dit nu is complete onzin, maar wel een klassiek pseudo-argument als het er om gaat op jouw beurtje eigen zin door te drammen. Intussen wordt de stroom van tegenstanders tegen het wegvallen van sommige streepjes, dakjes en andere vreemde slangetjes steeds breder. De oplossing uit dit netelige probleem dient zich echter al aan. Hij is even Fra nsalsde kronkelende 'accent-circonflexe' zelf: de Académie blijft weliswaar bij zijn hervormingen, maar ze ziet er van af zijn besluit te publiceren in het Officiële Bulletin van de Raad van Nationale Opvoeding. Want als die publicatie op 1 januari nog niet heeft plaats gehad weten officieel de leraren van niets en de kinderen dus ook niet. Het puberale initiatief van de in 1634 opgerichte Académie frangaise zal dan alleen nog als voetnoot over een jeugdzonde in het Geschiedboek der Grote Behoudzucht terug te vinden zijn. VRIJDAG 28 DECEMBER ïggJ EHSEmaEEH Kermis- en circuspastor vertrekt: GRONINGEN (ANP) - "Het was zeer interessant om pas tor te zijn van een allesbehal ve engelachtige parochie", zegt pater mr.dr. G. Fokke (66), die met ingang van het nieuwe jaar officieel afscheid neemt als aalmoezenier van het kermis- en circuspasto raat in Nederland. "Toch wa ren het mensen om van te houden met gouden karak ters". Meer dan twaalf jaar heeft de pa ter jezuïet die allerminst gemak kelijke functie vervuld. Met de rond vijfduizend leden van zijn sterk mobiele parochie deelde pa ter Fokke een trekkend bestaan. Hij maakte de niet geringe zorgen van zijn parochianen tot de zijne. Fysiek heeft dit veel van hem ge vergd. Fokke kwam in 1978 tamelijk toevallig in het kermis- en circus- pastoraat terecht. Op grond van zijn jarenlange studies, die hij een jaar tevoren aan de katholieke universiteit van Leuven summa cum laude afsloot met de promo tie tot doctor in de theologie, wachtte hem een professoraat aan de theologische faculteit van de jezuïetenuniversiteit in het Ca nadese Toronto. Die benoeming kon echter niet doorgaan omdat de faculteit bij gebrek aan pries terstudenten werd opgeheven. Achterdochtig De hoogleraar in spe diende om te zien naar een andere functie en werd daarbij attent gemaakt op de vacature van kermis- en cir cuspastor. Dat leek hem wel wat. Niet alleen omdat hij tijdens zijn studie veel had gezworven in Ca nada, de Verenigde Staten en Bel gië, maar ook wegens zijn leven dige belangstelling voor circus en kermis. Fokke, afkomstig uit Den Haag, was in zijn jeugd niet weg te slaan bij voorstellingen in het Scheveningse circusgebouw en Fietste heel wat kermissen af in de wijde omgeving van zijn woon plaats. Toch viel de kennisma king met zijn nieuwe functie aan vankelijk niet mee. "Kermismen- sen zijn heel spontaan maar ook heel achterdochtig. Ik kon hun gedachten wel raden. Wat moet die man van ons? Is hij soms uit op geld?" Maar Fokke wist hun vertrou wen te winnen. Hij drong zich niet op en bedelen was hem vol komen vreemd. Hij wilde temid den van de kermismensen zijn en hen helpen. Voordat hij besloot toe te tre den tot de provincie van de jezu ïetenorde in Canada, waarheen hij was geëmigreerd, had hij een opleiding tot accountant en jurist achter de rug. Die kennis is hem uitstekend van pas gekomen bij zijn pastoraal werk dat hij om schrijft als "economische theolo gie". Door de sterke veranderingen in de maatschappij die steeds meer tendeert naar grootschalig heid, is het circus- en kermisleven keihard geworden, zegt Fokke. Er is sprake van een moordende con- Pater Fokke, met een opleiding tot accountant en jurist op zak omschrijft zijn pastoraal werk als "economische theologie". (foto ANP) currentie. Geld speelt de hoofd rol. Wie het meest biedt, komt voor een plaats in aanmerking. Bij de race om de huurwaarde van kostbare gronden in de bin nensteden valt de kermis vaak als volksvermaak af. De gemeenten zijn oppermachtig. Circus- en kermisondernemers voelen zich machteloos, mede omdat hun bonden door onderlinge ver deeldheid geen krachtige vuist kunnen maken. "Kermis- en cir cusmensen gaan kapot aan stress". Fokke hoop vurig, dat er snel eenheid tot stand komt. Anders ziet de toekomst er vooral voor de kermis bar slecht uit. Alleen de al lergrootste ondernemers zullen overleven. De vele kleine familie bedrijven sterven uit. Ombudsman Zijn grootste aandacht gold de jongeren. Die ontmoette hij in de rijdende scholen waar hij hun op een aangepaste manier gods dienstonderwijs gaf. "Weinig dogmatisch maar in verhaalvorm heb ik de hoofdmomenten uit de heilsgeschiedenis aan mijn leer lingen verteld. Zij waren er zo door geboeid dat ze er thuis over spraken. Via de kinderen bereik te ik de ouderen". Het zal moeilijk zijn een opvol ger voor hem te vinden. In elk ge val hoopt hij dat dit een pastor zal zijn die optreedt als een soort om budsman. "Aan zo iemand heb ben hardwerkende zwoegers van kermis en circus behoefte. Niet aan een priester die zalvend en ze genend rondtrekt en op zondag ook nog rekent op druk bezochte kerkdiensten". Rabbijn Schach oorzaak van rel rond holocaust JERUZALEM (AP) - De ultra orthodoxe rabbijn Eliezer Schach (97) heeft in Israël een rel ontke tend door te zeggen dat God de jo den heeft gestraft met de holo caust vanwege het schenden van de sabbat en het eten van var kensvlees. Schach deed zijn uitlatingen eerder deze week ten overstaan van studenten. Hij zei dat het ge duld van hogerhand op kan raken en dat dat soms na twintig, tien, of slechts een jaar vernietiging kan volgen. Het laatste voorbeeld daarvan is volgens Schach de holocaust. Vanwege de zonden waaraan de joden zich schuldig zouden maken is het, aldus Schach, goed mogelijk dat zich "misschien morgen al" een nieuwe holocaust voltrekt. Met zonden zei Schach voornamelijk het schenden van de sabbat en het eten van var kensvlees te bedoelen. Honderden Israëliërs belden gisteren naar een radioprogram ma om hun ongenoegen over Schach te uiten. De socioloog Menachem Friedman, gespeciali seerd in religieuze gemeenschap pen, zei dat in wezen alle uitspra ken van Schach beroering veroor zaken, omdat hij een van de machtigste politici van Israël is. Ongeveer vijf procent van de Is raëliërs is ultra-orthodox; nog eens vijf procent sympathiseert met hen. Alleen allersterksten winnen in afvalrace Zuid-Afrika' JOHANNESBURG - Jo hannes Choeu (51) heeft al les tegen wat een Zuidafri kaan tegen kan hebben. Hij is zwart, zoon van een land arbeider die werd verjaagd van de boerderij waar hij werkte; heeft slechts vijfjaar lagere school en is door alle instanties die hem konden dwarsbomen, gedwars boomd. Nu is hij een succes vol ondernemer. Zijn buson derneming floreert, hij heeft 33 bussen in bedrijf, 27 man in dienst, en, onomstotelijk bewijs van zijn triomf op de apartheid, hij woont sinds kort in een chique 'blanke' wijk. Als Choeu naar de reden van zijn succes wordt gevraagd, wijst hij op de bijbel op het bijzettafeltje naast zijn bureau. God, zegt hij, is mij gunstig gezind geweest. Zijn kantoor in een industriewijk ten noorden van Johannesburg is ingericht met meubilair dat afkom stig lijkt van een uitdragerij. Hij gaat eenvoudig, om niet te zeggen sjofel gekleed. Hij mist een aantal voortanden. Hij verontschuldigt zich uitput tend, wanneer hij zijn relaas moet onderbreken voor instructies aan zijn zoon die de nieuwe computer installeert. Maar achter de facade van bescheidenheid gaat, zoals uit zijn levensverhaal blijkt, een man met enorme wilskracht en groot za kelijk talent schuil. Choeu: "Toen mijn vader in het begin van de jaren vijftig werd verjaagd van de boerde rij waar hij zijn hele leven had ge werkt, moesten mijn broer en ik van school. Ik kwam terecht bij een transportbedrijf, dat op Zambia en (toen nog) Belgisch Congo reed. Ik wist me op te werken tot voorman, alle wagens, de rij- en beladings schema's, zeg maar alle praktische kanten van het transport vielen on der mijn verantwoordelijkheid". "Iedereen was zeer tevreden over me en ik maakte goede kans om op genomen te worden in de bedrijfs leiding. Toen kwam er een nieuw management. Er bleek geen plaats voor een zwarte in de top. Ik ben vertrokken en werd vrachtrijder bij Coca Cola". Grijp stuiver Acht jaar, van 1972 tot 1980, reed hij voor een 'grijpstuiver' door heel Zuid-Afrika. Eind 1980 had hij er ge noeg van. Hij begon voor zichzelf. Choeu oriënteerde zich bij verschil lende transportbedrijven - "ik keek vooral naar wat ze verkeerd deden. Van hun fouten heb ik het meest op gestoken". Van zijn spaargeld kocht hij twee 'combi's'. Zijn vrouw deed de administratie. Choeu had gezien dat zijn kansen lagen in het vervoer van zwarte ar beiders van de woonoorden naar fa brieken en de stad. Dat transport was toen praktisch het monopolie van een blanke busonderneming, Putco. Toen Choeu bij de overheid een vergunning voor zijn bedrijf aanvroeg, werd dat door Putco via smeergeld en dus de juiste relaties, gesaboteerd. "Er werd me van alle kanten en meer dan eens duidelijk gemaakt, dat een kaffer daar geen recht op had". Choeu zocht en vond de oplos sing. Hij bestudeerde minutieus de routes en dienstregeling van Putco en ging rijden op bestemmingen en op tijdstippen, waar Putco de neus voor optrok. Dat was, zoals hij zelft zegt, Bingo. De droom van elke za kenman, het 'gat in de markt', zou voor hem werkelijkheid worden. Het was ook zijn eerste, grote over winning op het blanke 'establish ment'. Choeu heeft nu giganten als de hotelketen Holiday Inn en de Zuidafrikaanse Bierbrouwerij als klant. Hoogpolig Het kantoor van Willy Ramoshaba in het centrum van Johannesburg is Werknemers van een bedrijf in de township Tokoza bij Johannesburg. Zwarte ondernemers moeten over een enorme wilskracht beschikken om in Zuid-Afrika zelf een bedrijfje te kunnen beginnen. Vooral in de townships, want "wie wil investeren in iets dat morgen in de as kan worden gelegd"? (archieffoto ANP) aanmerkelijk rianter dan het kale optrekje van waaruit Choeu zijn im perium bestiert. Een zeer represen tatieve, zwarte, receptioniste de bezoeker met een professioneel stralende glimlach welkom. Het ta pijt is hoogpolig, aan de muur hangt kunst van moderne zwarte mees ters en de kantoormeubelen zijn ontworpen door een 'designer'. Ramoshaba is bedrijfsconsulent. Hij adviseert zwarte ondernemers bij het opzetten van hun bedrijf, doet hun boekhouding en marke ting. bemiddelt bij fondsenwerving en brengt ze op de hoogte van de nieuwste managementtechnieken. "Maar het belangrijkste is het hel pen van zwarte zakenlieden, die proberen uit te groeien boven watje de township-economie kunt noe men. De meeste ondernemers in de townships zitten in de detailhandel of dienstverlening. Het zijn heel vaak marginale bedoeninkjes, de straat is hun winkel en werkplaats. Ze verkopen levensmiddelen, zelf gemaakte kleren, lappen schoenen en repareren alles wat ze gebracht wordt. Ze hebben veel last van con currentie, vooral nu steeds meer zwarten hun inkopen doen in de stad". "Degenen die in deze afvalrace over blijven en weten uit te uitbrei den, zijn de echte 'sterken'. Deze on dernemers brengen we in contact met hun blanke collega's, van wie we denken dat er zaken mee te doen valt. We houden seminars en orga niseren 'handelsdelegaties' naar het buitenland. We zijn bijvoorbeeld net terug van een trip van 56 man naar de VS". Stigma "De zwarte ondernemer is jaren lang getreiterd, vernederd door de overheid. Hij kreeg altijd te horen, dat hij niets kon, dat hij blij moest zijn dat hij ja mocht zeggen tegen de blanke baas. Hij moet zich bevrij den van dat stigma. Wij helpen hem daarbij: proberen zijn zelfvertrou wen op te vijzelen en zijn horizon te verbreden". "Vrijwel alle zwarte zakenlieden, ook de geslaagde en zeer succesvol le, zijn actief in de dienstverlening. Dat maakt ze bijzonder kwetsbaar als de conjunctuur tegen zit. De zwarte zakenman moet ook produ cent en fabrikant worden. Daar heb ben we nu het vizier opgericht". Ramoshoba helpt gemiddeld zo'n 100 clienten per maand. Hij consta teert bij hen in toenemende mate angst voor de toekomst. De onge wisse politieke situatie ondermijnt het ondernemingsklimaat. En hoe wel de overheid het opwerpen van barrières voor zwarte ondernemers niet meer tot zijn belangrijkste taak rekent en beseft dat zij voor de werkgelegenheid moeten zorgen voor een explosief groeiende zwarte beroepsbevolking, doet zij veel te weinig. "Er zit geen strategie achter wat de staat doet', aldus Ramoshaba, 'Het is nap-snap-beleid. Ze weten dat de informele sector de banen le vert, maar steken geen poot uit. Op een of andere manier staat het te ver af van haar bureaucratie". De werkgelegenheid in de infor mele sector, de economie van de kleine ambachtslieden, scharre laars, ritselaars en beunhazen is de laatste 10 jaar sterk gegroeid. Vol gens cijfers van de Zuidafrikaanse Ontwikkelingsbank (ZOB) werken nu 2,7 miljoen mensen, dat wil zeg gen 28,7 procent (was 22,8 in '80) van de beroepsbevolking in dit grijs/zwarte circuit. Ter vergelij king: in de officiële economie werkt nu 58,7 procent, ruim 10 procent minder dan 10 jaar geleden. Het aandeel van het informele cir cuit in het Bruto Nationaal Produkt (BNP, het totaal van wat werkend Zuid-Afrika verdient) wordt offi cieel op acht procent geschat, maar zou in werkelijkheid aanzienlijk ho ger liggen. Filosofie De Get Ahead-stichting in Pretoria is in 1983 opgericht om de kleine zwarte ondernemer op weg te hel pen. Dokter Ntalo Motlana, lijfarts van ANC-leider Nelson Mandela en vermaard 'gemeenschapsleider' in de zwarte miljoenenstad Soweto, was een van de initiatiefnemers. In zijn hypermoderne kliniek zet Mot lana de Filosofie achter de stichting uiteen: "Politieke bevrijding zon der economische bevrijding is een lege huls. Het is mooi als we over een paar jaar mogen stemmen, maar echte macht is economische macht. De apartheid heeft mede dankzij onze economische weerloosheid zo lang kunnen bestaan". "Daarom moeten de zwarten zich met economie bezig houden. Niet alleen als werknemer, maar vooral als ondernemer. Gezien de situatie waarin de meesten van ons verke ren, geen geld, geen voorzieningen, ligt het voor de hand met de infor mele sector te beginnen". "Als iemand een zinnig idee heeft, hij of zij wil bijvoorbeeld een patat-kraam bij een school begin nen, lenen we hem het geld, kleine bedragen om de benodigde appara tuur aan te schaffen. Dat geld moet hij wel terugbetalen; het is geen subsidie. We helpen hem ook met zijn boekhouding. Vergunningen vragen we niet aan, want als we daar op moeten wachten zou er nooit iets van de grond komen". Motlana dankt, zegt hij, elke dag de heer op zijn blote knieën dat hij Gorbatsjov aan de macht heeft laten komen. "Ik ben lid van het ANC maar een overtuigd voorstander van de vrije-markt-economie. Stel je voor dat de revolutie in Oost-Eu ropa niet plaats had gevonden, dan waren onze economen nu een blauwdruk aan het uitdokteren voor de post-apartheid-economie. Nu zien zij ook in, zij het tanden knarsend, dat alleen een vrije- markt-economie werkt". Steunpilaar "Ik weet dat de ondernemer bij vele zwarten een slechte naam heeft, la kei van de apartheid, omdat de staat vroeger alleen vergunningen gaf aan collaborateurs, maar daar moe ten we nu van af. De zwarte zaken man moet en kan een steunpilaar van de zwarte gemeenschap wor den". Daphne Motsepe is de manager van de Get Ahead-stichting. De stichting heeft 51 man in dienst, bij na allemaal zwart, heeft negen vesti gingen in het hele land en is volle dig afhankelijk van buitenlandse donaties. De Zuidafrikaanse over heid draagt geen cent bij. Behalve het verstrekken van leningen, ver zorgt de stichting ook vakopleidin gen en bemiddelt zij bij de aanvraag van bankleningen. Twee program ma's, een voor 'starters', en een voor ondernemers met groeimogelijkhe den, vormen momenteel de kern van de activiteiten. Geweld Motsepe: "Sinds '88 hebben we meer dan 4000 leningen van hooguit 1000 Rand (ongeveer zevenhonderd gulden, red.), tot een totaal bedrag van 1,3 miljoen Rand, aan de begin ners verstrekt. Tot vorig jaar zijn die leningen voor de volle 100 procent terug betaald. Nu is dat 91 procent, het gevolg, denk ik van het geweld in de woonoorden". Dat het terugbetalingspercentage zo hoog is wil natuurlijk niet zeggen dat ze er bijna allemaal in slagen het hoofd boven water te houden. "Het terugbetalen van schulden is een erezaak, dus hoeveel er over de kop gaan weet ik niet". Bijna 90 procent van de groep 'starters' bestaat uit vrouwen, die vaak kleren en snuisterijen maken, of in de straathandel het inkomen voor een heel gezin moeten zien te verdienen. In het tweede program ma, voor ondernemers met groei mogelijkheden, is het aantal man nen in de meerderheid, 60 procent, maar zijn de vrouwen met 40 pro cent toch nog verrassend goed ver tegenwoordigd. In dit programma werkt de stichting samen met een grote Zuidafrikaanse bank, aldus Daphne. Ondernemers kunnen tot 20.000 rand lenen voor bijvoorbeeld uit breiding van hun zaak en investe ringen in machines. Dit project loopt nu bijna twee jaar, maar het beroep op dit fonds is nog niet groot: er is voor een kleine half mil joen rand aan leningen uitgekeerd. Daphne wijt de geringe animo voor dit programma vooral aan het re cente geweld in de townships. "Wie wil investeren in iets dat morgen in de as kan worden gelegd?" Het geweld in de townships heeft ook van Johannes Choeu en zijn be drijf een hoge tol geëist. Door ge vechten tussen ANC-aanhangers en de Zulu-beweging Inkatha in zijn woonplaats Thembisa hebben zijn chauffeurs weken niet kunnen uit rijden. Hij heeft 15 van zijn 42 werk nemers moeten ontslaan. Een week voor ons gesprek is een van zijn chauffeurs bij een barricade be schoten en op het nippertje aan de dood ontsnapt. In zijn garage toont Choeu het gat in de voorruit: als de chauffeur niet was weggedoken, had de kogel ook zijn hoofd door boord. Zelf is hij in die periode drie maal met de dood bedreigd, niet door po litiek gemotiveerde heethoofden, maar vermoedelijk door concurren ten die jaloers zijn op zijn succes. Hij heeft zijn huis in Thembisa voor de helft van de waarde van de hand moeten doen, omdat hij en zijn ge zin er 'geen leven meer hadden'. Hij woont nu in een blanke voorstad van Johannesburg, in een straat waar de bewoners geen bezwaar maakten tegen een zwarte buur- Het succes van zakenlieden als Choeu is een overwinning op alle handicaps die het apartheidsbe wind wist te verzinnen. Het vergde een bijna bovenmenselijk doorzet- tings- en incasseringsvermogen. Behalve met handicaps van de apartheid, worden ze ook gecon fronteerd met de vooroordelen uit de eigen gemeenschap, die hen vaak niet als voorbeelden maar als parasieten beschouwt. Deze vergui zing maakt nu langzaam maar zeker plaats voor waardering. Dokter Motlana: "Elke geslaagde zwarte za kenman is een nederlaag voor de apartheid". botsende taai-kar gevallen is en dat die medeklinker waarschijnlijk uit een gevoel van opluchting nooit meer uit het stof werd opgevist. Zo werd het woord 'paté' (deeg) vroeger als 'paste' geschreven en voor d ie weggeraakte 's' kwam er zo'n dakje in de plaats. Dat dakje moet nu ook nog weg, aldus de Académie frangaise. De kleine schoonheidsreparaties die de 'Académie' heeft willen toepassen waren aanvankelijk op weinig tegenstand gestuit en bij de schoolkinderen werden ze natuurlijk met gejuich begroet. Tenslotte is het Frans nog een van die talen die vrijwel onspelbaar zijn als je zuiver afgaat op watje hoort. Neem het woord 'agneaux'. wat 'lammeren' betekent. Watje opvangt als Fransen 'lammeren STANDPLAATS: Parijs Rudolph Bakker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 2