Bevrijding en bezetting 'De gringo's zullën ohs moeten betalen' Panama een jaar na de invasie ZATERDAG 15 DECEMBER 1990 extra PAGINA 37 In Panama duurt de macabe re speurtocht naar familiele den die vermist worden sinds de Amerikaanse invasie nu al bijna een jaar. Volgens de of ficiële cijfers hebben al die do den nooit bestaan. Maar als het je broer is geweest, je man, vader of kind, dan weet je wel beter. Het Amerikaanse leger beproefde tegen gene raal Manuel Antonio Noriega zijn meest moderne wapen tuig, 'onzichtbare' Stealth- bommenwerpersen laserstralen. Was er die 20ste december nu sprake van een 'bevrijding'of van een 'bezet ting'? De meningen blijven verdeeld, ook in Panama. Maar dat de Amerikanen meer zochten dan alleen No riega, daar twijfelt eigenlijk niemand meer aan. door Rob Sprenkels Isabel Cörro (met bril), die een vereniging heeft opgericht om de doden op te sporen, bij een van de gevonden massagraven. "Alleen al bij het Rode Kruis werden na de in vasie meer dan 3000 mensen als vermist opgegeven. Wij willen we ten wat er met hen is gebeurd, waar iedereen is gebleven". (toto gpd> Twee 'Hum mers' van het Amerikaanse leger voor het vroegere hoofd bureau van de panamese ver keerspolitie. "Hier, waar we nu staan, was het hoofd kwartier van Noriega. Wie weet hoeveel doden er hier onder de zoden liggen". Roy, onze gids, beweert dat hij met eigen ogen heeft gezien hoe Amerikaanse sol daten dode lichamen met benzine over goten en er vervolgens de vlammenwer per op zetten "Dat was al meteen, de eer ste dag na de invasie", zegt hij. 'El Chorrillo', de wijk waar Noriega's bolwerk was gevestigd, is nu een enorm stuk braakliggende grond. Een paar hon den snuffelen aan hopen afval. Even ver derop is er al wat meer gras. Aan de rand stampen zweterige bouwvakkers een paar appartementsblokken uit de grond. Ruim 15.000 mensen verloren hier hun onderkomens en duizenden zitten nog altijd zonder, de meesten op elkander ge hoopt in een van de negen vluchtelingen kampen in en rond Panama-Stad. Onze aanwezigheid blijft niet onopge merkt. Al snel worden we omringd door buurtbewoners die hun beklag komen doen. Vroeger stonden deze 'Chorrille- ros' bekend als fervente Noriega-aanhan- gers. Nu valt daar maar weinig van te merken. Bommen "Wij wilden dat de 'gringos' kwamen", zegt Sonora, een praatgrage, in korte broek gehulde vrouw van tegen de der tig. "Maar we dachten niet dat ze onze ei gendommen zouden plat branden, onze houten huizen", roept ze verontwaar digd. "Dat hadden wij nooit verwacht. Wij dachten dat de bommen op de kazer ne zouden vallen. De oorlog was toch tus sen hen". Een van haar lotgenoten valt haar bij: "Hier zijn veel te veel doden gevallen, kinderen, bejaarden". Ze wijst: "Daar, op die hoek, daar rende een jongen naar buiten en paf, paf in zijn hoofd. Hij bleef morsdood liggen. Een oude buurman van me verbrandde in zijn huis. En er werd een kindje onder de voet gelopen. En daar", zegt ze, haar vinger priemend in de lucht, "daar lagen nog vier doden. Wij hebben nooit om die oorlog ge vraagd, wij verdienden dit toch niet". De seismograaf van het Meteorolo gisch Instituut van de Universiteit van Panama getuigt van de omvang van de aanval. De bomexplosies werden een voor een door het gevoelige instrument op papier vastgelegd. De eerste vond plaats om 00.46 uur van die beruchte 20ste december van 1989. 's Middags om twee uur, toen het apparaat werd uitge zet, had het 417 ontploffingen geregi streerd. Vijf hadden een kracht gehad van 1 tot 1.7 op de schaal van Richter. President Bush probeerde later het ge bruik van de Stealth- bommenwerpers, de Hellfire-raketten en laserwapens te rechtvaardigen met de stelling dat daar mee het aantal slachtoffers aan beide zij den tot een 'minimum' beperkt was ge bleven. Maar volgens José de Jesus Martinez, een van de meest kleurrijke persoonlijk heden in Panama, ging het eerder om een waarschuwing. "Het was een les aan Cu ba, een les aan Nicaragua en ook aan Pa nama", gelooft hij. "De intentie van de 'gringos' was het zaaien van paniek, de mensen verlammen op basis van terreur, zoals Franco het in Spanje deed, zoals Pi nochet in Chili. Ze hebben dit land voor nog eens 15 of 20 jaar willen castreren, tot na het jaar 2000. De 'gringos' hebben la ten weten waartoe ze in staat zijn, indien het Panamese volk zich tegen hun plan nen probeert te verzetten". president van Endara en ook minister van binnenlandse zaken en justitie, kon digde eind november aan dat de Ameri kanen met ingang van 20 december alle directe assistentie aan het nieuwe poli tieapparaat van Panama zullen staken. Gevraagd of dat volgens hem dan ook het einde van de bezetting betekent, ant woordde Arias Calderon nogal nukkig dat Panama al sinds een tijd niet meer bezet wordt en eigenlijk nooit bezet is ge weest. "De bevolking heeft de 20ste de cember als een bevrijding van de dicta tuur ervaren", aldus zijn argument. Maar feitelijk blijft het tot op dit mo ment nog wel degelijk een bezetting. Zonder toestemming vooraf van de door henzelf geïnstalleerde Panamese autori teiten, namen Amerikaanse militairen een paar maanden na de invasie bezit van drie kleine, strategisch gelegen eilanden even voor de kust van Panama-Stad. Binnen het kader van de door Carter en Torrijos gesloten kanaalakkoorden wa ren die eilandjes in 1979 teruggegeven aan Panama. En ook een aantal wegen, zoals die naar de top van de Ancon-heu- vel aan de rand van Panama-Stad, zijn weer 'verboden gebied' voor de burgers geworden. Van de 461 miljoen dollar-hulp die Bush na de invasie aan de nieuwe regeer ders in Panama beloofde, is tot nu toe nog maar weinig gezien. De uitkering van een pakket van meer dan 80 miljoen is door de Amerikanen afhankelijk ge maakt van de ondertekening van een ju ridisch akkoord. Daarmee hoopt Was hington niet alleen greep te krijgen op het reilen en zeilen van het Panamese bankwezen, maar ook het recht om per sonen tot op Panamas grondgebied ju ridisch te vervolgen, bijvoorbeeld op be- schulding van belastingontduiking in de VS. 'Betalen' Bevrijd of bezet? In El Chorrillo, daar op de plek waar vroeger het hoofdkwartier van Noriega stond, legt de praatgrage So nora uit dat er wel degelijk dingen zijn veranderd. "Dat zie je aan dit interview", zegt ze. "Onder de vorige regering kon den we niet praten, dan werd je opge pakt. Nu kunnen we vrijuit spreken, kri tiek leveren. Maar we voelen ons even zo goed bedrogen. Als mijn zoontje van vier een helikopter hoort, duikt hij meteen onder tafel. 'De oorlog, mammie, de inva sie', schreeuwt hij dan. We hebben alles, maar dan ook alles, verloren. En het eni ge wat we hebben ontvangen, is 800 dol lar (1400 gulden). Achthonderd dollar per familie, daar doe je toch niets mee. De 'gringos' zullen ons moeten betalen". Torrijos Martinez, een mager baasje, was jaren lang de trouwe lijfwacht van Omar Tor rijos. Deze kwam in 1977 met de toenma lige Amerikaanse president Jimmy Car ter overeen dat de Amerikaanse militai ren voor het jaar 2000 uit de kanaalzone zouden verdwijnen. "Maar dat kunnen we nu wel vergeten", gelooft Martinez. Het feit dat sinds de invasie alle herin neringen aan Torrijos in Panama zijn weggevlakt, zegt volgens de vroegere lijfwacht genoeg. De naam van de legen darische generaal is van het internatio nale vliegveld verdwenen; het door Mar tinez opgezette museum is verwoest; een grote wandschildering op het parle mentsgebouw, met Torrijos als gids bo ven zijn volk, is met een dikke laag spe cie bedekt. Zelfs het stoffelijk overschot van Torrijos, die in 1981 omkwam bij een mysterieus vliegtuigongeluk, is gesto len. "Alleen ik ben nog over", erkent Martinez met een flinke dosis melancho lieke humor. In het levende hart van Panama-Stad, Onder de hevige druk van Corro en honderden andere familieleden werd eind april een eerste massagraf geopend op een kerkhof in Panama-Stad. Een paar weken eerder had het Amerikaanse leger dat graf al opengehaald om het lijk te bergen van een Amerikaan die er per vergissing was begraven. "Alle andere lijken, 123 stuks, werden gewoon Weer terug in het zwarte gat gestort", vertelt Corro. Luisterend naar deze vrouw, die onder Noriega anderhalf jaar in ballingschap verbleef en die actief meedeed aan de strijd tegen de dictator, slaat de ver meende 'bevrijding' van Panama al snel om in een bizar griezelverhaal. Ouders die over de lijken van hun eigen kinde ren struikelden; brandende lichamen op straat; ziekenwagens die werden bescho ten; Amerikaanse militairen die lijken inzamelden en die zes dollar per stoffe lijk overschot uitkeerden; hele families die zijn verdwenen; schedels met gaten van genadeschoten; lijken met een been of een arm in het gips. Moordpartij "Dit is een gemeenschappelijke moord partij geweest, van de Verenigde Staten en de huidige Panamese regering, die de invasie heeft geaccepteerd", vindt Corro. Om haar relaas kracht bij te zetten, toont ze een paar dikke stapels foto's. Van elk lijk een plaat apart, compleet met een identificatie-nummer op de borst ge plakt. Genomen door het Amerikaanse leger. Op sommige foto's is er een been of een arm van een Amerikaanse militair te zien met de Amerikaanse 'Stars and Stri pes' op de mouw of broekspijp van zijn uniform. Inderdaad. Tientallen lijken hebben een groot kogelgat in het hoofd. Anderen zijn half verbrijzeld. "Daar is meestal een tank overheen gereden", legt Corro uit. Hoe ze aan die foto's is gekomen? "Als er zich een wonder voltrekt, moet je niet meteen God willen leren kennen", zegt ze met een geheimzinnige blik in de ogen. Wat opvalt, is dat veel van de gefoto grafeerde lijken opgezwollen zijn, half verminkt zelfs. "Ons is verteld dat de meesten al begraven waren, maar na een paar dagen werden opgespit voor de fo to". Waarom? Corro weet het ook niet. Maar luguber blijft het. Zullen de Amerikanen ooit nog uit Pa nama verdwijnen? Zelfs voor Roberto Troncoso, de president van de rijke men- senrechtenclub, staat het als een paal bo ven water dat de Amerikanen meer wil den dan alleen Noriega en het herstel van de democratie. "Niemand heeft om de in vasie gevraagd", zegt hij. En: "Panama is voor de Amerikanen van groot strate gisch belang. Wie niet wil zien dat dit land onder curatele staat, is blind". Nukkig De Amerikaanse militairen proberen hun aanwezigheid buiten de kanaalzone in Panama steeds meer te verhullen. Al leen bij het bureau van de vroegere ver keerspolitie in Panama-Stad stonden de afgelopen weken nog steevast twee 'Hummers' geparkeerd, gepantserde jeeps met een mitrailleur op het dak. Ook bij de 'Modelo'-gevangenis en het grote vluchtelingenkamp in Albrook, even buiten de stad, waren nog een paar Ame rikaanse soldaten te zien. Ricardo Arias Calderon, de eerste vice- de 'Via Central', lijkt het of er nooit wat is gebeurd. Het dagelijkse leven is weer in volle gang. De winkels en magazijnen die na de invasie allemaal werden leegge plunderd, liggen weer vol. Bijna overal klinkt swingende, tropische muziek. Op de stoep wemelt het van straat venters en geïmproviseerde kraampjes. Een rivier van mensen baant zich een weg tussen alle obstakels. Aftandse bus sen spugen hun dieselwolken in de at mosfeer en proberen elkaar van het as falt te toeteren. Het ruikt naar zweet, uit laatgassen, bakolie en exotische krui den. Ook het internationale bankcentrum doet weer dikke zaken. De reserves zijn het afgelopen jaar gestegen van minder dan 10 miljard dollar (17 miljard gulden) tot meer dan 17 miljard. En ook al is dat dan nog aanzienlijk minder dan de 47 miljard uit de beste tijden van weleer, het wemelt van gloednieuwe BMW's, Merce- dessen en Jaguars tussen de glazen wol kenkrabbers. "Er is de afgelopen maanden grof geld verdiend, maar het is allemaal aan de bo venkant blijven drijven, het is niet door gestroomd naar onderen". Roberto Tron coso maakt er geen geheim van dat de rij ken flink rijker zijn geworden en de ar men armer. Hij maakt zich duidelijk zor gen over die gang van zaken. "Het lot van de armen moet snel verbeteren, anders gaat het mis", gelooft hij. "De misdaad is overal. Elke dag vallen er wel een paar doden". Troncoso is voorzitter van het Pana mese Comité voor de Mensenrechten, een club die halverwege de jaren tachtig werd opgericht door de middenklasse om een zekere vorm van oppositie te voe ren tegen de dictatoriale Noriega. Vol gens hem zijn er tijdens de invasie 556 doden gevallen. "De prijs die we voor de democratie hebben moeten betalen". Leugen "Wat, 556 doden? Dat is een' grote leu gen". Isabel Corro, een energieke vrouw van midden veertig die een vereniging heeft opgericht om de doden op te spo ren, slaat verontwaardigd met haar vuist op tafel. "Alleen al bij het Rode Kruis werden na de invasie meer dan 3000 mensen als vermist opgegeven. Wij wil len weten wat er met hen is gebeurd, waar iedereen is gebleven". Corro beweert dat ze inmiddels veer tien massagraven heeft gelokaliseerd. Twee daarvan zijn tot nu toe geopend. Voor de rest is geen geld en nog geen toe stemming van de autoriteiten. "Ook de regering van Guillermo En dara probeert de doden verborgen te houden", gelooft Corro. "Maar ik ben het geweten van de ijatie", proclameert ze. "De huidige regering is gegrondvest op massagraven. Ik heb Endara ervoor ge waarschuwd dat als hij de doden van de 20-ste december geen rechf doet, dat deze martelaren dan het land zullen over nemen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 37