'De echte toppers zijn nóóit aardig' Johan Cruijff, de onafhankelijke 'entrenador' van Barcelona ZATERDAG 15 DECEMBER 1990 EXTRA PAGINA 27 De naam van Johan Cruijff loopt als een rode draad door het voetbaljaar 1990. Of het nu ging om Ajax, Bar celona of het Nederlands elftal, steeds weer dook z'n naam op. Bin nen het circuit, maar ook daarbuiten: bij de man op straat, die met afgrijzen toekeek hoe Oranje op het WK in Ita lië verdronk in zijn eigen onmacht en ellende. Er zijn maar weinig Nederlanders die zoveel verdeeldheid opwekken als Johan Cruijff. Vijftig procent heeft hem heilig verklaard, de andere helft krijgt z'n naam nauwelijks over de lip pen. Libregts en Beenhakker liepen in hun rol als bondscoach stuk op de invloed van de voetbalgoeroe uit Bar celona. Michels moest deze zomer spitsroeden lopen in Odoorn tijdens het gesprek waarin hij JC polste of deze interesse had in de functie van bondscoach, en Van Basten droeg de EK-overwinning op Griekenland op aan Amsterdamse Jopie. Johan Cruijff intussen gaat zijn eigen weg. Hij staat met Barcelona op kop in de Spaanse competitie en kan een glimlach niet onderdrukken als Been hakker, met een ondertoon van cy nisme, dat wel, het succes van Ajax aan hem toeschrijft. Onder druk van de publieke opinie is Michels nu ook overstag gegaan en speelt Oranje weer met ouderwetse buitenspelers. De Cruijff-clan in medialand leunt te vreden achterover. 'Je werkt graag met Johan Cruijff of niet'. Wie de screentest vanuit Ne derland doorstaat, kan bij hem te recht. Om te praten over Barcelona ('een instituut en een slangenkuil'), over Ajax ('die club heeft altijd ta lent'), over het Nederlands elftal ('het is geen padvindersclub'), over Marco van Basten ('een topvoetbatler laat zich één keer te pakken nemen, geen tweede of derde keer'), over zichzelf ('ik ben een detailmaniak') en over buitenspelers, die Oranje weer vleu gels gaven. Maar ook over het altijd gelijk willen hebben. 'Ik zeg wat ik denk en dat schijnt veel mensen te ergeren'. door Albert Geesing Johan Cruijff: "De leider uithangen is onsympathiek werk". r "Ik ben een detail-maniak waar dat het spel met de bal betreft" Onverwacht, alsof de duvel hem op de hielen zit, trekt hij ineens een sprintje. Onaangekondigd, bijna net zo verras send als destijds in het veld, laat hij Car los Rexach verbouwereerd achter en rent dwars tussen de auto's door naar de overkant van de straat. Naar het Nou Camp-stadion van CF Barcelona. In de stadsbus drukken kinderen de neus te gen het raam en wijst een handvol vin gertjes naar de man in het blauwe trai ningspak: Johan Cruijff. Het idool van de Catalanen gaat voorop, altijd en overal. Het is kort voor twaalven, de dagelijk se training is nog in volle gang. Links van het piepkleine speelveld Tonnie Bruins Slot, rechts Carlos Rexach, de assistent trainers van de Spaanse koploper. Johan Cruijff leunt ontspannen tegen de doel paal, het rechterbeen half gekruist ach ter het linker, met op z'n rug een bal los jes in de hand. De kin steekt recht voor uit, de adelaarsblik in z'n ogen verraadt dat hem niets ontgaat. Zijn hoofd gaat voortdurend van links naar rechts, naar de spelers, die in het doelgebied een par tijtje spelen. 'Rook je nog?' is kennelijk het eerste wat hem te binnen schiet als we samen het trainingscomplex verlaten. Op het stadionplein gaan we op zijn gezag an dermaal in galop. 'Johan Kroeff, de en trenador van CF Barcelona, al weer voor het derde seizoen, ontsnapt maar net aan een horde kinderen, die zojuist het 'heili ge der heiligen' heeft aanschouwd. Een dagelijks ritueel in Nou Camp. Binnen de stadionmuren, in de perskamer, wachten 23 verslaggevers en fotografen geduldig tot de vedetten onder de dou che vandaan komen. Cruijff loopt ze stoï cijns voorbij. Niemand trekt hem aan z'n Leeftijd Een dik uur uur later komt hij eindelijk uiï de 'schuilkelder' tevoorschijn. Hij oogt rustig en ontspannen, heel wat min der gejaagd dan in z'n periode bij Ajax en ook vorig seizoen in Barcelona. "Of dat de leeftijd is?", herhaalt hij de vraag op het ereterras van Nou Camp "ach, het heeft meer met de omstandigheden te maken. In principe ben ik altijd dezelfde, maar de omgeving is vaak rustig of on rustig". Hij ondervond het dit voorjaar. Een fiks deel van de Spaanse pers bespotte zijn opvattingen over opstelling en tac tiek, schreef smalend over de spelersaan kopen ter waarde van 40 miljoen en maakte de duurste werknemer van Bar celona, met een geschat jaarinkomen van drie a vier miljoen, uit voor 'zakken vuller'. De overwinning in de bekerfinale op aartsrivaal Real Madrid maakte op het nippertje alles goed. Het gaat nu voortreffelijk met Barcelo na, dus ook mqt Johan Cruijff. "Je leert van de omstandigheden en situaties. En daar acteer je naar. Dat heeft ook met uit straling te maken", zegt hij nu. "Een trai ner moet bijna altijd het evenwicht bren gen. Hij brengt de balans. Als de boel op hol slaat, moet je rust brengen en als het rustig is, moetje ze fanatiek maken. Nu heerst er een bepaalde rust en dat neigt weer naar overschatting. Daar moet je heel alert op zijn. Een middenweg ken nen ze hier niet. Het is de hemel of diep onder de grond". "Barcelona is ook niet gewoon een club, het is een instituut", zegt Cruijff. "Dat houdt in dat je met heel veel men sen te maken hebt. En omdat je met zo veel mensen te maken hebt, krijg je auto matisch veel meningen. Dat moetje pro beren allemaal in de hand te houden. Dat is verschrikkelijk moeilijk, want je hebt niet alleen met het sportieve deel te ma ken, maar ook nog eens met de zaken die daaromheen spelen. En dat is nog een wereld groter. Maar het is wel van in vloed omdat alles in elkaar overloopt". Dat is voor één man niet te controle- "Dat is ook het grote probleem", be aamt Cruijff. "Er zijn altijd dingen die ontsnappen. Want als je je omdraait en je bent er twee dagen niet, is er weer van al les gebeurd. Rexach is daarom voor mij ontstellend belangrijk. Omdat hij als eer ste dingen weet, ruikt en aanvoelt. Hij zit hier al meer dan 25 jaar en is zelf Cata laan. Hij weet hoe de mensen denken en kan bijna voorspellen wanneer er iets gaat gebeuren. De rust die er nu heerst is schijn, heel betrekkelijk. Als het goed gaat, is het alleen een kwestie van contro leren. Maar op het moment dat het op het veld even wat minder gaat, begint de bal meteen van vijf kanten te rollen en ben je aan vijf kanten aan het blussen. Ajax heeft hetzelfde, het is hier alleen groter. Maar de problemen die je tegenkomt zijn dezelfde". Ook als je Johan Cruijff heet. Je werkt graag met Cruijff of niet. Daar zit niets tussen. Cruijff: "Het is meer de figuur op zich, die al zoveel jaar aan de top staat. De een heeft respect voor wat je doet en de an der irriteert het. En dan zijn er natuurlijk nog de mensen die je geen succes gun nen. Geen groter vermaak dan leedver maak. Het zijn allemaal dingen die mee spelen, dat weet je. Ik doe dit, omdat ik het leuk vind. Dat is punt één. Twee: prestige en bekendheid. Ik ben in m'n eentje even bekend als de Ajacieden met z'n allen. Volgens een onderzoek kennen 2,3 miljard mensen de naam Cruijff. Al die mensen hebben een mening over mij. Daar kan ik me toch niet druk over ma ken". Toch zit het je dwars. Cruijff: "Toen ik een jaar of 24, 25 was wel, nu niet meer. Of het nu wel of niet verstandig is, ik zeg wat ik denk en dat schijnt veel mensen te ergeren. De ene helft gelooft me, de andere helft ver moedt bijbedoelingen. Als ik tegen jou zeg: ik heb met het voetballen de rest van m'n leven zeker gesteld, dan kan zo'n op merking veel irritatie opwekken. Dat snap ik heel goed. Er zijn maar weinig mensen die dat kunnen zeggen. Maar dat zeg ik niet om op te scheppen of te provo ceren, nee, daarmee probeer ik iets uit te leggen. Aan te geven dat ik niet onder druk sta en niet nerveus hoef te zijn. Ik kan doen en laten wat ik wil, ik hoef er niet van te eten en de kinderen hoeven er niet van naar school. Mijn instelling is daardoor vanzelf anders". En dat leidt tot betere beslissingen Cruijff: "Dat is een ding wat zeker is. Ik heb alles meegemaakt, ups en downs, ik ben omhoog geschreven en ik ben af gemaakt, waarom zou ik dan nerveus zijn? Gespannen mag, maar als je ner veus bent, neem je altijd minder goede beslissingen. Ik heb zekerheid voor m'n gezin. Dat geeft me rust. En vanuit die rust kun je makkelijker werken. Van daar dat ik ook nooit onder druk een be slissing zal nemen, laat staan een paniek beslissing. Maar als ik dit zeg, irriteer ik automatisch weer veel mensen". Er zijn weinig Nederlanders die zo veel verdeeldheid opwekken als jij. Cruijff: "Dat is in het leven toch altijd zo. Voor iemand die het niet met je eens is, ben je altijd eigenwijs. Wat ik wel ge leerd heb, is dat er een verschil bestaat tussen gelijk hebben .en het ook krijgen. Natuurlijk heeft dat te maken met leef tijd en ervaring. Eerder wasje geneigd te reageren als speler. Die kan z'n gelijk op het veld halen. Als trainer zitje in een an dere situatie. Daar moetje mee leren om gaan. Vroeger wilde ik anderen op elk detail overtuigen. Dat doe ik niet meer. Ik hoef het gelijk niet altijd te hebben, want het komt toch wel bovendrijven". Je hebt je lesje bij Ajax geleerd? Cruijff: "Natuurlijk leer je wat, ook als je gelijk hebt. Bij Ajax heb ik geleerd dat ik zaken niet op de lange baan had moe ten schuiven en dat ik veel eerder een be slissing had moeten nemen. Door had moeten drukken. Ook al gaat dat in tegen de inzichten van het bestuur. Als je dat niet doet, raak je steeds verder van huis. Als trainer moet je altijd blijven redene ren vanuit het spel zelf. En, als het om de spelers gaat, moet je je nooit laten beïn vloeden door mensen die andere kwali teiten hebben. Die les heb ik duidelijk geleerd. De materie is eigenlijk heel erg simpel voor wie het weet, maar moeilijk en ingewikkeld voor mensen die er geen verstand van hebben. Je krijgt botsingen omdat je iemand moet overtuigen die het niet begrijpt". Ajcur, Barcelona, er blijven weinig clubs voor je over. Cruijff: "Heel weinig. Aan aanbiedin gen ontbreekt het niet, gigantisch veel zelfs. De een betaalt nog waanzinniger dan de ander. Zal ook wel weer raar klin ken, maar ik wil alleen werken bij een club die ik zie zitten. Alleen met goede en hele goede spelers. Iedereen heeft be paalde kwaliteiten. Ook trainers. De één heeft interesse op het fysieke vlak, ik ben een detailmaniak. Waar dat het spel met de bal betreft. Met het fysieke deel heb ik mij nog nooit bemoeid, dat heeft mijn in teresse niet. Wel het detail, dat is waar ik van hou". Je bent, net als Weisweiler en Sacchi, wel een trainer die iets aan het voetbal heeft toegevoegd, merkte F if a-secretaris Sepp Blatter onlangs op. Cruijff: "Alles is leuk als ze iets posi tiefs over je zeggen. Het treurige is alleen dat het waar is. En dan heb ik het over de kwaliteit van het voetbal. Winnan is het uitgangspunt, dat is een abc-tje, maar wat vinden de mensen nou leuk aan voet bal. Dat ze iemand zien die iets met de bal doét. Maar dat lukt alleen als je die in bezit hebt. Vervolgens gaat het er om welke wegje neemt. En waarom niet via een buitenspeler? Ten eerste gaat die langs een verdediger, dat is al mooi om te zien, en ten tweede brengt die voorzet een situatie in het doelgebied. Dat is toch het verhaal waar alles om draait". Docerend: "Buitenspelers uit de tijd? Ze moeten mij eens uitleggen waarom. Ik zou het niet weten. Zijn ze te gemak kelijk af te stoppen? Onzin, dat hoeft toch helemaal niet. Je kunt ook rouleren. En het beste voetbal is nog altijd roule rend voetbal. De mensen zouden eens een beetje dieper moeten nadenken. Wie maakte nou de meeste doelpunten toen ik bij Ajax in de spits speelde? Dat waren altijd de middenvelders, Haan, Nees- kens, noem maar op. Waar was ik dan... Ik deed wat anders. En wie gaf de pass... Ook ik. En vanwaar gaf ik altijd de voor zet? Vanaf de linksbuitenplaats met de rechter buitenkant. En waarom kwam ik daar nou? Omdat Keizer, onze linksbui ten, niet altijd aan de lijn stond. Er werd gerouleerd. Je moet echter wel het veld klein houden, dat is punt één. En dan moet je ook de afstand in de gaten hou den. Want als ik eerst 30 meter moet lo pen om een positie over te nemen... Het is puur een kwestie van meters. Het is bijna rekenen van watje kunt belopen en Het zou te statisch zijn, roepen ken ners. Cruijff, fel: "Onzin, het gaat om de veldbezetting, de driehoeken. Zo is het voetbal ooit begonnen en dat is pure logi ca. Dan moet je het toch op de een of an dere manier zien te imiteren. Als je geen buitenspelers gebruikt, benut je vaak ook niet de middenvelders aan de zij kant. Punt is dat een back eerst 60 meter moet afleggen, dan die man voorbij moet en vervolgens een voorzet moet geven. Dat kan niet, daar heeft-ie de kwaliteiten niet voor. Of je bent een marathonloper, of je hebt er eentje die fanatiek, veel en in de korte ruimte iets doet. Die dingen gaan nooit samen, fysiek een enorme af stand afleggen en dan de Fijne techniek hebben voor die voorzet. Als je die fijne techniek zoekt, en dat doe ik dus, moetje het veld 'kleiner' maken,- zodat iemand het redelijk kan belopen en nog fit ge noeg is om die actie uit te voeren. En voor mij is die actie de basis". Afschuw Voor Cruijff spreekt het bijna voor zich dat de bondscoach, onder druk van de Ajacieden, de buitenspelers weer in ge nade heeft aangenomen. Als hij de baas in Zeist zou zijn, een functie die hij abso luut niet ambieert ('daar ben ik te jong voor'), zou hij de jeugdtrainers nog van daag de opdracht meegeven terug te ke ren naar de oorsprong: het voetbal dus. Hij verafschuwt de hang naar 'die achter lijke tactiek, desastreus voor het voet bal', en zou nog vandaag beslissen om de 'laatste man' in het jeugdvoetbal af te schaffen. "Die doet niets anders dan de fouten corrigeren van een ander. Maar waarom moeten die gecorrigeerd wor den? Je kunt alleen van je eigen fouten leren. Laat ze dan die fouten maken. En al dat gezeur over tactiek... De beste elf staan toch altijd bovenaan". Nee, geef hem dan maar Ajax, de club waar hij groot werd en waar hij op z'n ze ventiende debuteerde in het eerste elftal. "Als je het voetbal als uitgangspunt neemt, ben je altijd goed bezig". De his torie bewijst zijn gelijk. "Waarom heeft Ajax altijd talenten en hebben andere clubs bijna nooit een talent? Tegen Grie kenland stonden er weer een paar Ajacie den in die net twintig zijn. Dat was vijf jaar geleden niet anders met Rijkaard, Van Basten, Kieft, Van 't Schip, en noem ze maar op. Ze zijn er altijd. En wat is hun basis: voetbal. Er wordt bij Ajax altijd naar de voetballer gezocht". De rest komt latér wel, vindt Cruijff. "Ik stond in het eerste maar kon geen bal voorkrijgen. Bij welke andere club zou dat gebeurd zijn? Als je dat niet kunt, ben je fysiek niet sterk en kun je dus ook geen sprint over 60 meter maken. Maar dan speel je hem toch gewoon de bal in de voeten. Als ik nu hoor: die kan nog niet spelen, want hij is er fysiek niet aan toe, dan denk ik altijd: maar kan-ie voet ballen, want daar gaat het toch om. Ie mand die fysiek zwak is, is altijd bijde- hanter. Hij heeft in z'n hele opleiding moeten voorkomen dat-ie tegen iemand opliep, de botsingen, de snelheid, dat moest-ie allemaal vermijden. Maar op het moment dat hij ouder en sterker wordt, meer sprintkracht krijgt en een duwtje kan hebben, heeft-ie wel geleerd wat al die sterken niet hebben geleerd". En heeft-ie automatisch meer plezier in het spel. Daaraan ontbrak het Marco van Basten op het WK. Cruijff: "Je kunt alleen heel goed voet ballen als je er plezier in hebt. Als je de bal wilt hebben, als je op een bepaalde maniér wordt aangespeeld, kortom: als je je prettig voelt in het veld. Wat in Italië gebeurd is, had in principe niets met voetballen te maken, maar vooral met andere dingen. Met ervaring bijvoor beeld. Hij heeft geen voorgangers gehad, zoals ik met types als Henk Groot. De ge neratie-Van Basten heeft die opleiding gemist, heeft nooit tegenslagen meege maakt en dan is het niet onlogisch wat er gebeurd is. Dat mag je de spelers niet kwalijk nemen". De spelers kregen wel de schuld. Cruijff: "Wie hadden ze anders de schuld moeten geven? Alleen de top hoort de schuld te krijgen. Die hoort het ook te regelen. Of je het nu wel of niet had moeten accepteren", doelt Cruijff op de interim-benoeming van Beenhakker, "wat er buiten het veld gebeurt, heeft niets te maken met wat er in het veld ge beurt. Maar het heeft natuurlijk wel in vloed. Dus als je ziet dat er iets niet klopt, moetje als speler ingrijpen". Dat had Van Basten dus moeten doen, in wie Cruijff meer een leider ziet dan in Gullit. "Leiding geven en de leider uit hangen is heel onsympathiek werk. Dat komt niet vriendelijk over, maar presta tiegerichte mensen zoals Van Basten en ik zijn per definitie niet aardig. Die ka raktereigenschap heb je wel of niet. Jij, de top, zult er voor moeten zorgen dat het functioneert. Dat heeft niets met dingen daarbuiten te maken, maar met een strakke discipline. Op elk gebied". En die ontbrak? Cruijff: "Al jaren. Dit was gewoon de druppel". Het had tot gevolg dat Marco van Basten rond de interland tegen Grie kenland flink op z'n poot speelde. Cruijff wil daarbij niet op de verhalen in de kranten afgaan. "Maar ik ken hem vrij goed en het zou mij niet verbazen als Van Basten zich heeft laten gelden. Kijk, ie mand op een hoog niveau kan zich één keer te pakken laten nemen, maar na tuurlijk geen twee of drie keer. Het hoog ste dat je als voetballer kunt bereiken, is het WK. En daar, waar eigenlijk de bloe men hadden moeten zijn, was er een doornen struik". En weerklonk de roep om Johan Cruijff als bondscoach. Cruijff: "Dat zit er voorlopig niet in. Een EK is iets anders, maar een functie als bondscoach, met tien wedstrijden per jaar en voor de rest niks, dat vind ik niet leuk. Ik vind ook dat we bij het Neder lands elftal beter vooruit kunnen kijken dan oude koeien uit dé sloot te halen. Als het slecht gegaan is, denk je altijd dat je het zelf beter had kunnen doen. En ik heb dit soort situaties zelf vaak genoeg meegemaakt om vooraf te kunnen weten dat dit zou kunnen gebeuren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 27