taal ter discussie
Toekomst
'De kritiek is maar één persoon'
het Nederlands in Verenigd Europa is begonnen
Strijd om voortbestaan van
Bij het schrijven over dans is vaak 'armoe troef'
ZATERDAG 1 DECEMBER 1990
PAGINA 29
De onvoltooid verleden tijd, de stam plus t, onregelmatige en re
gelmatige werkwoorden, spreekwoorden en gezegden. Krijgt de
basisschoolleerling na 1992 nog Nederlandse spelling en gram
matica voorgeschoteld of niet? Het 'Verenigde Europa', door ve
len bejubeld door anderen verguisd, komt er immers aan. Hoe
verenigd is dat verenigd? Houden we onze eigen typische gebrui
ken (hagelslag op je brood of de croissant juist dopen in de choco
lade), blijven we met Hollandse guldens betalen en vooral spre
ken we nog ieder onze eigen taal?.
door Monica Wesseling
Krijgt de basisschoolleerling na 1992 nog Nederlandse spelling en grammatica voorgeschoteld of zinkt 't Kofschip?
De gebeurtenissen vooruitlopend op het
afsluiten van een innig verbond tussen
de Europese landen volgen elkaar in
hoog tempo op. De muur tussen Oost- en
West-Duitsland is beslecht, Thatcher,
verklaard tegenstander van eenwording,
heeft het veld geruimd en de rekenmees
ters zijn druk doende het rekensysteem
voor de Europese Rekeneenheid de ECU
te vervolmaken.
Niet alleen de politieke verhoudingen,
de economische gevolgen en de juridi
sche consequenties van een nauwere
band tussen de Europese landen zijn re
den voor studies, discussies en zorgen.
De positie van onze taal binnen dat ver
enigd Europa is dat evenzeer. Tot nu toe
is er in alle verdragen en afspraken over
die eenwording niets vastgelegd over de
culturele verhoudingen tussen de lan
den. Er is nog geen beleidsvoornemen
om binnen enkele decennia naast de ge
meenschappelijke rekeneenheid en an
dere gemeenschappelijkheden die onge
twijfeld zullen volgen, ook één Europese
taal in te voeren.
Dat niets vastligt betekent echter
geenszins dat het ook niet zal gebeuren.
De nauwe banden tussen de landen ma
ken veelvuldig overleg noodzakelijk en
dan is het knap lastig als iedereen een an
dere taal spreekt. Eén taal zou het vrije
verkeer van personen vergemakkelijken
en alleen al op regeringsniveau een fikse
kostenbesparing.
Nu steeds duidelijker wordt dat de bë-
oogde samenwerking binnen Europa
geen droom is van een aantal regerings
leiders, maar in elk geval ten dele be
waarheid wordt, springen voor- en te
genstanders van een Europese taal in de
ring. De strijd om het voortbestaan van
het Nederlands is begonnen. De bel voor
de eerste ronde luidt. Het Genootschap
Onze Taal, een vereniging met bijna
30.000 leden die het voortbestaan en de
zuiverheid van het Nederlands ter harte
gaat, organiseerde een themadag over de
kansen van het Nederlands na 1992.
Daarover zijn de meningen verdeeld.
Nieuwe taal
Professor H. van den Bergh, hoogleraar
cultuurwetenschappen aan de open uni
versiteit in Heerlen twijfelt er geen mo
ment aan dat het Nederlands binnen en
kele decennia zal.zijn verdrongen door
een Europese taal, een lingua franca. Of
dat Engels, Frans, Duits, Spaans of een
mengvorm wordt, is nog niet duidelijk.
Nederlands wordt het in elk geval niet.
Als het een beetje meezit spreken de be
woners van dit deel van Europa thuis
nog Nederlands, maar zodra ze de straat
op gaan drukken ze zich uit in die nieuwe
taal.
Betreurenswaardig? Geenszins, zo
vindt Van den Bergh. Wij Nederlanders
kennen aan onze eigen taal veel te veel
een emotionele waarde toe. De hoogle
raar vergelijkt het verdringen van onze
taal door een Europese met het verdwij
nen van de gulden, en het kwartje. "Na
tuurlijk, ook ik heb een beetje een band
met onze geldsoort. Toch zal de pijn snel
verdwijnen als ik merk dat het betalen m
een Europese munt me makkelijker af
gaat dan in die onhandige gulden. Dat
zelfde geldt voor de taal. Het is makkelij
ker als we allemaal hetzelfde spreken.
Daar moet je niet overdreven sentimen
teel over doen".
Slechts twintig miljoen mensen bip-
nen Europa spreken Nederlands. "Dat
getal maakt het eens te meer onverstan
dig krampachtig vast te houden aan het
voortbestaan van het Nederlands. Im
mers, je veroorzaakt daarmee getto-vor
ming. Alle geschriften en letterkunde die
binnen dat getto worden geproduceerd,
moeten binnen die grenzen blijven. Er is
daarbuiten immers geen mens die het le
zen kan". Met het ons schrijft en werkt
voor ons alleen, komen we volgens de
hoogleraar niet veel verder.
Van den Bergh juicht daarom het ont
staan van een Europese taal zelfs toe. De
kennisbestanden van alle landen gaan
open. Iedereen kan in eikaars weten
schappelijke, literaire en politieke keu
ken kijken en dat betekent een enorme
winst.
Van den Bergh: "Binnen enkele de
cennia spreken de bewoners van Neder
land een Europesê taal. Die taal beheer
sen ze dan net zo goed als ze nu het Ne
derlands beheersen. Taal is niet meer en
niet minder dan een hulpmiddel. Wat
maakt het nou uit of dat het Nederlands
is of een andere taal. Eén taal is makke
lijk, en het Nederlands is te onbelangrijk
om tot Europese taal te worden gepro
moveerd. Zo simpel ligt het".
Eenheidsworst
Culturele vrijages tussen de landen van
Europa leiden uitsluitend tot een grote
eenheidsworst. Nu al staan de televisie
kanalen bol van eenvormige, of beter ge
zegd vormloze massa aan kwissen en
soap-opera's. "Walt Disney maakt van
elk oorspronkelijke verhaal één aaneen
schakeling van konijntjes, varkentjes en
andere leuke beestjes. Elke film lijkt, on
geacht het verhaal waarop ie is geba
seerd, op de voorgaande".
De mening van tekstschrijver en caba-
ratier Ivo de-Wijs staat lijnrecht tegen-,
over die van Van den Bergh. "Eenvor
migheid, of dit nu in cultuur als geheel is
of in de taal afzonderlijk, bevredigt op
den duur niet. De televisieprogramma's
op Sky en Super Channel zijn daarvoor
het bewijs. Een half uurtje heen en weer
schakelen tussen deze twee kanalen
maakt je horendol en volstrekt murw. De
eenheidsworst voldoet niet".
Eenzelfde redenering kan volgens De
Wijs worden gevolgd voor het voortbe
staan van het Nederlands. Er komt waar
schijnlijk wel een Europese taal, maar
daarmee is het Nederlands niet ten dode
opgeschreven.
De Wijs verdedigt het Nederlands te
vuur en te zwaard. Hij is er voor wat be
treft zijn dagelijks brood van afhanke
lijk: "Alleen in mijn moedertaal bezit ik
voldoende idioom, voldoende grammati
cale kennis en vooral voldoende wend
baarheid. Voor schrijvers is het Neder
lands onontbeerlijk".
Maar dat is niet het enige. Het Neder
lands is het zijn inziens waard als cultu
reel goed behouden te worden. Getuige
de uitlatingen van de tekstschrijver is hij
een roepende in de woestijn. "Nederlan
ders willen zo graag kosmopoliet zijn en
willen zo graag pronken met onze kennis
van moderne talen dat we onmiddellijk
bereid zijn onze taal te verloochenen en
onze cultuur te veronachtzamen".
De Nederlandse literatuur wordt be
dreigd, daar is De Wijs van overtuigd. Nu
al heeft de Nederlandse schrijver het
moeilijker dan zijn Engelse collega. Een
Nederlands boek verkoopt minder (te
meer omdat het vrijwel nooit wordt ver
taald) en meer dan eens moet een subsi
diepotje worden aangeboord om het
werk toch te laten uitgeven. De Wijs zag
zelf een derde herdruk van een door hem
geschreven en zeer goed verkopend kin
derboek de mist in gaan omdat de subsi
die op was.
Het Nederlands zal volgens De Wijs
over een aantal decennia alleen als huis-,
tuin- en keukentaal worden gebruikt. Er
zullen nog wel boeken in het Nederlands
worden geschreven, maar het uitgeven
daarvan wordt nog moeilijker. "D'Anco-
na heeft al aangekondigd dat een Itali
aanse kunstenaar best een beroep mag
doen op ons subsidiepotje, dus tel uit je
winst".
Ook schrijver Gerrit Krol vindt dat de
positie van het Nederlands en de Neder
landse literatuur ernstig wordt bedreigd.
De naderende eenwording van Europa
doet het ergste vrezen. Nu al worden er
nauwelijks boeken van Nederlandse
schrijvers in andere talen vertaald. Goe
de Nederlandse schrijvers zijn er vol
doende, en aan de taal ligt het ook niet.
Er worden immers wel veel goede verta
lingen van buitenlandse boeken ge
maakt.
Nederland is volgens Krol echter niet
trots genoeg op zijn taal. Met Albanië is
ons land het enige dat nog nooit een No
belprijs voor de literatuur heeft gekre
gen. "We zijn niet chauvinistisch. Mis
schien eens in de zoveel jaar als ons bij el
kaar geraapte voetbalelftal per ongeluk
kampioen wordt, dan zijn we als natie
buiten zinnen. Dat geldt ook voor taal.
We zeggen dat we onze talen spreken en
hebben het dan over het Engels, Frans en
Duits. Onze taal spreken is Nederlands
spreken".
Variatie
Volgens D66-Tweede Kamerlid Aad
Nuis is de kracht van Europa juist gele
gen in de culturele veelvormigheid. Aan
gezien deze weer is gebaseerd op het be
staan van vele verschillende talen is het
méér dan 'onverstandig' om te streven
naar één taal binnen Europa. Dat zou bo
vendien onmogelijk zijn aangezien er
voor geen van de talen een meerderheid
bestaat. Duits wordt door de meeste
mensen gesproken maar deze taal pro
moveren tot Europese taal stuit bij nogal
wat mensen op ernstige bezwaren.
Het Nederlands verdient volgens Nuis
bescherming en meer waardering. In
voeren van het Engels als voertaal op de
universiteit stuit hem tegen de borst. On
langs nog heeft de D66-minister R.tzen
(onderwijs) gevraagd in de nieuwe wet
op het hoger en wetenschappelijk onder
wijs op te nemen dat alle colleges in het
Nederlands worden gegeven, tenzij voor
deze bepaling ontheffing is verkregen.
De Nederlandse Taalunie, een over
heidsinstelling van Nederland en Vlaan
deren tezamen die onder meer de wetge
ving op taalgebied voorbereidt, moet
volgens Nuis worden versterkt. Zeker in
een verenigd Europa moet een sterke
verdedigingslinie worden opgesteld.
Vlamingen
Niet alleen politici en onderwijskrachten
maken zich druk om het al dan niet in
voeren van Engels op de universiteit. Jo
zef Deleu hoofdredacteur/uitgever van
Belgische tijdschriften Ons Erfdeel en
'Septentrion, regue de culture néerlan-
daise', is ook verklaard tegenstander.
"De Vlamingen zijn niet bereid mee te
werken aan de invoering van bijvoor
beeld het Engels als voertaal op de uni
versiteit. Decennia lang hebben zij, via
vernederende ervaringen met het Frans
aan den lijve ondervonden hoe funda
menteel asociaal en ondemocratisch een
onderwijssysteem kan zijn dat de eigen
cultuurtaal door een vreemde taal ver
vangt. Wie ook maar de geringste poging
onderneemt om de eentaligheid van
Vlaanderen op welk gebied dan ook aan
te vechten wordt geconfronteerd met
een hardnekkig vasthouden aan het
principe. Nederlands is en blijft voor alle
openbare besturen en- voor alle onder
wijsinstellingen van hoog tot laag onze
enige cultuurtaal.
Deleu is duidelijk. Een verenigd Euro
pa of niet, het Nederlands moet in volle
glorie blijven voortbestaan. Al te be
zorgd is hij niet: "Ik ben ervan overtuigd
dat onze taal niet kan worden bedreigd
door grote en nieuwe Europese verban
den, maar alleen door onzorgvuldigheid
en gebrek aan creativiteit. Aangezien de
liefde voor de eigen taal ons nog meer is
aangeboren dan de liefde voor het eigen
land, vrees ik de toekomst niet".
Een grote Babylonische spraakver
warring, honderden miljoenen mensen
met dezelfde taal, of het handhaven van
de status quo. Niemand weet wat 1992
brengt. Misschien is dat maar beter ook.
'Wie dan leeft, wie dan zorgt', of moeten
we zeggen 'We'll take that bridge when
Ingrid van Frankenhuyzen en Ariejan Korteweg: ''Je pikt eruit wat je er
zelf in ziet". (foto Henk Bouwman)
Kunstrecensies in kranten. Me
ningen van één persoon, maar
dan wel zoveel duizend maal ge
reproduceerd. Hoe komtzo'n re
censie tot stand? Heeft het oor
deel erin invloed op de subsidie
gever? Grijpen kunstenaars wel
eens naar de loden pijp?
Ariejan Korteweg en Ingrid van
Frankenhuyzen gingen in op een
aantal van dit soort vragen. Korte
weg is dansrecensent en eindre
dacteur van de kunstbijlage bij De
Volkskrant en was tot voor kort
hoofdredacteur van hetdansblad
'Notes'. Van Frankenhuyzen
werkt als programmamaakster
voor de NCRV en schrijft dansre-
censies voor de provinciale dag
bladen, waaronder deze krant.
Korteweg: 'Een beroemd criticus
in New York heeft eens gezegd:
het is niet de taak van de criticus
om gelijk te hebben, nee, hij moet
er een interessante mening op na
houden. Daar geloof ik in".
door Cees van Hoore
Ingrid van Frankenhuyzen draagt cirkel
vormige metalen oorbellen van het type
Metro Goldwynn Mayer-gong. Haar blik
staat op militant. Korteweg, met een kort
rukje van zijn hoofd af en toe zijn haar uit
model schuddend, heeft iets afwach-
tends. Hij schreef onlangs het boek 'Ach
terland, gesprekken met choreografen'
en bekende in een paginagroot artikel in
De Volkskrant dat schrijven over dans
"armoe troef' is. Wat bedoelt hij daar-
Korteweg: "Je kunt altijd maar een
heel klein stukje uit de voorstelling ha
len en dat gebruiken om greep te krijgen
op het geheel. Ik zal een voorbeeld geven
van hoe ik te werk ga: ik zag laatst een
voorstelling van Jan Langendijk. Duurt
drie kwartier, veel te lang om dat hele
maal te beschrijven. Er wordt in dat stuk
een lucifer afgestreken. Dan schrijf ik
over hoe mensen een lucifer afsteken:
mannen naar zich toe, vrouwen van zich
af. Lijkt onnozel, maar Langendijk is
daar kennelijk toch mee bezig geweest".
De Nachtwacht bekijken en je concen
treren op de staart van het hondje?
Korteweg: "Ja, zoiets. In het deel het
geheel zien. Als je het consequent als me
thode gaat gebruiken, verval je natuur
lijk snel in onzin. Maar ik heb wel de nei
ging details uit te vergroten".
Van Frankenhuyzen: "Je pikt er altijd
uit wat je er zelf in ziet. Net als taal be
dient .de dans zich van tekens en die zijn
voor meerdere interpretaties vatbaar.
Als iemand een hand omhoog doet kan
dat 'dag' betekenen, maar ook ^a weg'.
In taal wordt dat 'dag' geconcretiseerd,
in dans opzettelijk niet".
De moderne dans is voor veel interpre
taties vatbaar, vinden jullie. Maar een
choreograaf die een stuk maakt over de
dood van zijn moeder zal toch niet willen
dat de mensen er een house-warming-
party in zien?
Korteweg: "Wacht eens, daarvan heb
ik een mooi voorbeeld bij de hand. Keso
Dekker bij Scapino. Die had een stuk in
gestudeerd en op het laatste moment zei
de artistieke leiding: niet goed, we doen
het niet. Dat ballet ging over aids, maar
dat was de dansers tot 'op de dag van de
première niet verteld. Ze waren dus een
stuk aan het instuderen waarvan ze niet
wisten dat het over aids ging. Moeten de
mensen uit de zaal er dat dan wél uit kun
nen halen?"
Als die dans voor zoveel interpretaties
vatbaar is, hoe kun je dan als criticus
waarde-oordelen geven?
Korteweg: "Waarde-oo'rdelen zijn voor
mij niet het belangrijkste in een recensie.
Ik schrijf bijna nooit rechtstreeks of iets
goed of slecht is. Voorstellingen nodigen
je er al of niet toe uit er verder in te willen
doordringen. Ik heb geen zin in recensies
die rapportcijfers zijn".
Van Frankenhuyzen: "Het is allemaal
heel subjectief. Wat pik je uit een voor
stelling? Het maken van die keuze is al
heel persoonsgebonden. De kritiek is
maar eén persoon. Alhoewel je heel vaak
ziet dat meerdere critici over een voor
stelling hetzelfde denken".
Korteweg: "Nou, heel vaak ook niet
hoor. Ik ben soms stomverbaasd. Maar
wat dat subjectieve betreft: ik leg daar
wel de nadruk op in mijn stukken".
Veel interpretaties zijn mogelijk, ieder
een kan wat anders in een voorstelling
zien. Akkoord. Maar ik kan me toch niet
aan de indruk onttrekken dat jullie ge
lijkhebbers zijn.
Korteweg: "Edwin Denpy, een be
roemde criticus in New York, zei: 'Het is
niet de taak van de criticus gelijk te heb
ben, nee, hij moet er een interessante me
ning op nahouden'. Daar geloof ik in".
Van Frankenhuyzen: "Daarom moetje
ook altijd met argumenten komen als je
wilt zeggen of je iets goed of slecht
vindt".
Jullie positie doet me een beetje denken
aan een parlementslid dat ineens voor
minister gaat spelen. Het mag dan alle
maal heel persoonlijk zijn, jullie kritiek
heeft toch zijn invloed op de subsidiege-
Korteweg: "Ja. Dat is een van de rede
nen waarom ik uit al die commissies en
de Raad voor de Kunst ben gestapt. Dat
kun je niet lang combineren".
Van Frankenhuyzen: "Ja, ik denk ook
wel eens. Hoe is het mogelijk dat die
mensen subsidie krijgen? En dan boor ik
die voorstelling de grond in. Maar ik laat
altijd wel duidelijk blijken dat het mijn
particuliere oordeel is".
Korteweg: "Als ik iets beginnends zie
en het is slecht, dan schrijf ik er niet over.
Dan hou ik de dop op de pen. Er zijn criti
ci die daar anders over denken. Die zeg
gen: als ik nu hun kop niet afhak, moet ik
ze volgend jaar weer zien".
Wat zijn de criteria bij het beoordelen
van een voorstelling?
Korteweg: "Ik heb geen vaste criteria.
Het is maar net wat de voorstelling op
roept". Van Frankenhuyzen: "Ja, dat is
afhankelijk van de voorstelling".
Hoe lang kun je doorgaan met het
schrijven over dans? Komt er niet een mo
ment dat je blasé wordt, niet meer zo
alert bent?
Korteweg: "Nou nee, al ben ik wel
minder over dans gaan schrijven. Waar je
af en toe mee zit, is je voorkennis. Laatst
heb ik 'L'Esquisse' gezien. Ik weet dat
die twee dansers in dat stuk al tien jaar
bij elkaar zijn. Op het podium moeten ze
dan de spanning van een prille liefde op
roepen. Dat werkt dan niet bij mij. Ik ge
bruik dat gegeven in mijn recensie, maar
misschien zou ik het schrijven van die re
censie op zo'n moment uit handen moe
ten geven. Ik wil in ieder geval niet tot in
lengte van dagen criticus blijven".
Van Frankenhuyzen: "Bij mij speelt
dat niet. Ik ben nog niet zo erg lang be
zig".
Zijn er dansers van wie jullie zeggen:
die passen totaal niet bij die choreo
graaf. die hebben een persoonlijkheid die
niet strookt met zijn werk?
Korteweg: "Toen Hans van Manen
naar het Nederlands Dans Theater over
stapte, vond ik dat de dansers daar zijn
balletten niet goed konden dansen. Van
Manen heeft een bepaald soort hooghar
tigheid bij dansers nodig en dat hadden
ze bij het NDT niet. Het waren meer
sportieve types. Daarbij heeft Van Ma
nen dansers nodig die ook kunnen acte
ren. Nu is het veranderd, maar in het be
gin werden zijn balletten bij het NDT
heel vlak, door de uitvoering. Als je re
censies schrijft, is het handig om dat te
weten. Dat pleit er dan weer voor om dit
langer te doen".
Wordt de danskritiek serieus genomen?
Staan de choreografen jullie wel eens op
te wachten met een loden pijp?
Van Frankenhuyzen: "Ik vind wel dat
de danskritiek serieus wordt genomen.
Ik krijg genoeg reacties, soms hele
kwaaie. Van Bianca van Dillen bijvoor
beeld. Ik was naar een voorstelling ge
weest waarbij ze computers gebruikte
die de bewegingen van de dansers be
paalden. Ze deed alsof dat heel revolutio
nair was, maar dat bestreed ik. Het was al
veel eerder gedaan. Toen ik haar bij een
voorstelling eens zag, kreeg ik de wind
van voren. Hoe ik het in mijn hoofd haal
de om dat te schrijven! Ik was incapabel,
had geen verstand van dans! Het kwam
nog net niet tot lijfelijk geweld".
Korteweg: "Of de danskritiek serieus
wordt genomen? Het begint te komen.
Ook op de redacties zelf. Alleen bij een
blad als Vrij Nederland nog niet".
Wordt er in Nederland goed over dans
geschreven?
Van Frankenhuyzen: "Nee. Neem nou
het NRC-Handelsblad. Het is altijd de
zelfde standaardprocedure. De bewegin
gen van de dansers worden uitvoerig be
schreven: die ging naar links, die naar
rechts, tot vervelens toe. Die was goed,
die was niet goed. Kijk, daar hou ik niet
van. Die schrijvers mag je van mij ver
vangen".
Korteweg: "Laten we zeggen dat de
danskritiek een journalistiek takje in de
groei is. Bij het dansblad 'Notes' zijn we
buiten de gehele gevestigde orde om ge
gaan, behalve Eva van Schaik en Isabelle
Lans van Trouw dan. Het werd tijd dat
een andere generatie dansrecensenten
aan bod kwam, recensenten die verder
keken dan de dans alleen, die er andere
disciplines, zoals toneel en literatuur, bij
betrokken. Dat zegt natuurlijk wel iets.
Ik heb stukken van gevestigde recensen
ten afgewezen. Dat was puur beleid. Als
er over Alexandra Radius geschreven
moet worden is Ine Rietstap van NRC-
Handelsblad natuurlijk ideaal. Maar als
iemand nu een stuk maakt op muziek
van de Dead Kennedys, muziek die kei
hard uit de luidsprekerboxen dendert,
dan mag je van haar niet verwachten dat
ze dan vervolgens aan de lezers van
NRC-Handelsblad laat weten: en er zat
nog geweldige muziek bij ook".