Berlijn nog altijd een 'grensstad' ■•M m 'Valse praaf-shows SCHOP Onze taal ENKWIJZER evi. ii- ui. oe. ZATERDAG 1 DECEMBER 1990 EXTRA PAGINA 27 m Klunen .Het niet invoeren van het door Maij-Weggen be- dachte spitsvignet heeft als m nadeel dat met uitzondering van de snelwegen vrijwel O overal nog hard kan worden gereden. Mèt zo'n extra hef- fing in de spits op snelwegen zouden automobilisten spon- taan sluiproutes hebben op gezocht. Daardoor zou filevorming op die wegen als een snelheidsremmer hebben ge werkt. Zonder de extra aanslag op de portemonnee blijven de automobilis ten de hoofdroutes echter trouw, hoe lang ze daar ook in de file moeten staan. Er moeten dus andere oplossingen worden bedacht om de vaart er op pro vinciale wegen uit te halen. Zo kan ak kerbouwers worden gevraagd wat va ker in actie te komen. Dat moet door 'Den Haag' gemakkelijk te regelen zijn. Een plan waaraan nu wordt gewerkt houdt in dat op het beton een laag wordt aangebracht in de vorm van Bel gische kasseien. Wordt over die stroken harder gereden dan tachtig kilometer dan gaat de auto rammelen, herrie ma ken en wordt het waarschijnlijk te moeilijk om protesterende akkerbou wers te ontwijken. Tot tachtig kilome ter luisteren auto en chauffeur nog naar elkaar. Althans volgens de theorie die in 1992 in Drente bij wijze van proef voor 1,8 miljoen in praktijk wordt ge bracht. Mocht dat experiment niet slagen, dan valt nog te denken aan een test met het opbreken van wegen op sommige plaatsen. Om de tig kilometer wordt de automobilist daardoor gedwongen de snelheid tot 0 te verminderen, uit te stappen en te klunen. In tegenstelling tot schaatsers kunnen automobilisten dat niet op eigen houtje. Ze hebben hulp van mede-inzittenden nodig, waardoor tegelijkertijd het poolen wordt bevorderd en het milieu nog enigszins wordt ontzien. JAN PREENEN Verliezer. Mensen mogen niet op hun uiterlijk worden beoordeeld. Ge beurde dat wel, dan zou bijvoorbeeld ondergetekende er niet best af komen. Maar toch, zet Onno Ruding ergens neer in Europa, tien tegen één dat hij er uit wordt uitgepikt als Hollander. En dat komt dan niet omdat hij de horle piep danst, want die danst Onno nooit. Het ligt anders. Dat onkreukbare klerkmontuur met daarachter die strenge ogen, dat zuinige mondje en dat blauwe hoofdcommiezenpak, Ruding voldoet geheel aan het signalement van de oerhollandse jongen die als knapste jongen van de klas nooit hoger scoorde dan een 5 min op de gymnastiekles. Maar Ruding mag dan een echte zoon van dit land van dominees en onderwij zers zijn, al zwaaiend met het belerende vingertje kijkt hij ook wel eens verder dan de grens lang is. De oud-bankier en oud-minister van financiën heeft als voorzitter van de Ne derlandse Christelijke Werkgevers de Europese geest gekregen. Nog iets meer dan een jaar, en dan gaat Neder land op in een Verenigd Europa. Of we daar allemaal rekening mee willen hou den, vroeg Ruding luisterend Neder land deze week toen hem door Veroni ca de radiomicrofoon werd voorgehou den. Nu is het onderhand bekend dat als Ruding het heeft over "rekening hou den", hij dat ook letterlijk bedoelt. En dus moesten de werknemers maar eens afstappen van verworvenheden als vut, arbeidstijdverkorting, dertiende maand, en, wie weet, aangeklede boter letters en kerstpakketten. Anders wordt de Nederlandse ondernemer een loser in Europa. Nederland is dus ge waarschuwd. En nog wel door iemand die weet wat verliezen is. Door iemand die voor diverse banen van internatio nale allure is gepasseerd en als troost in eigen land voor werkgeversvoorzitter mag spelen. GERARD VAN PUTTEN Besparing. De kost gaat voor de baat uit. De Nederlandse Spoorwegen gaan straks uitbreiden, dus wordt nu bezuinigd. Machinisten hebben bij voorbeeld opdracht gekregen het 'gas pedaal' los te laten als een station in zicht is. Op lange trajecten bespaart dat uitrijden veel energie. Op kortere stuk ken valt het rendement tegen, vooral als de machinist verkeerd gokt en vlak voor het station komt stil te staan. Be ginnersprobleempjes, daar wordt aan gewerkt. Afgelopen zomer hébben NS ook het uitlaten van binnenverlichting be proefd. Veel treinen rijden immers al tijd met licht aan terwijl buiten de zon schijnt. Uit dat licht! Succes leek verze kerd. Toch waren de reacties niet on verdeeld positief. Reizigers in de 5 kilo meter lange Schipholtunnel klaagden over langdurige duisternis en de proef is afgeblazen. Inmiddels voeren NS alweer nieuwe bezuinigingen door. Bekend zijn maat regelen als beperking van het aantal schoonmaakbeurten en (beproefd mid del) af en toe een trein uit de dienstrege ling halen. Op drukke trajecten merken passagiers dat niet eens. Maar deze week gingen ze een stukje verder: in de trein die dinsdag om 16.07 uur uit Lei den richting Amsterdam vertrok, was de verwarming uit. Op het NS-hoofd- kantoor zijn ze wellicht goed te spreken over dit soort ideeën, voor de passa giers was het even slikken. Je moest telkens de condens voor je gezicht weg slaan om de krant te lezen. Nee, neem dan de oplossing op de lijn Alkmaar-Den Helder. Daar is een stuk bovenleiding weggehaald. De trein neemt een aanloop en rijdt eventjes zonder stroom te gebruiken. Flinke besparingen zijn het gevolg. Bij NS wordt nu overwogen meer boven leiding weg te halen. Van een positief besluit wordt net zoveel effect ver wacht als van het besluit destijds om de achterste wagon af te koppelen toen bleek dat daar de meeste passagiers ge wond raakten bij het botsen. JEROEN DIRKS PvdA. Jarenlang heeft PvdA-wet houder Dick Tesselaar de Leidse poli tiek gedomineerd. Zijn fractie noch de gemeenteraad had iets in de melk te brokkelen. Aan een debat had Dick zel den behoefte. Dan moest je maar naar anderen luisteren en dat kostte tijd. Hoewel Tesselaar ongetwijfeld tot de bekwaamste Leidse bestuurders van na de oorlog moet worden gerekend, dankte zijn fractie toch god op haar blote knietjes dat hij opstapte, want het leven onder zo'n tycoon wordt op den duur tamelijk drukkend. Tesselaar weg, maar heeft de fractie van de PvdA nou een béétje invloed op de eigen wethouders gekregen? Frac tievoorzitter De Vreeze deed vorige week even een poging daartoe. Hij vond dat er maar eens een einde moest komen aan het voortdurend verhogen van gemeentebelastingen ter dekking van tekorten. Met name gold dat voor de onroerend-goed belasting. Verstan dige taal, want Leiden is daar wel heel kwistig mee. De Vreeze zette in eigen gelederen een forse strot op over die kwestie. Het leek héél wat. Maar toen puntje bij paal tje kwam, had zijn eigen wethouder van financiën, Bordewijk, gewoon lak aan hem. Deze distantieerde zich openlijk van de overgrote meerderheid van de PvdA-fractie. Met de gemakzucht, be stuurders eigen, zei hij in de raad: "Sommige bezuinigingen zijn zo verve lend datje moet afwegen of je niet iets anders moet doen". Met 'iets anders' bedoelt hij natuurlijk: het geld wegha len bij de bevolking volgens het" be proefde recept. De Vreeze gaf zich, merkwaardig ge noeg, zonder slag of stoot over. Plotse ling had hij niet meer dan een "politiek signaal" willen geven. De bekende hol le praat van iemand die zijn hand heeft overspeeld. De PvdA heeft nooit goed weg gewe ten met Bordewijk het is nu eenmaal een man die de sfeer verspreidt van een vaas plastic rozen. Maar nog een paar van dit soort zwelbast-achtige schui vers van de fractie en de sociaal-demo craten begchikken na Tesselaar in Bor dewijk over een nieuw soort hulk. RUUD PAAUW De weg naar Rome mag gepla veid zijn met goede voornemens, die naar Berlijn is bespikkeld met Trabants. Ooit de trots van de Oostduitse burger, nu de perma nente hinder voor het scheurende autovolk uit het Westen - Duitsers vooral. De recente Duitse een wording betekent formeel nog niet dat ook op Oostduitse wegen meer dan honderd kilometer ge reden mag worden, maar geen Westduitser die zich daaraan houdt. En de arme Trabant-eige- naars, die al trots waren wanneer hun voertuigen ooit heuvel-af, met de wind in de rug, honderd haalden, rest nu weinig anders dan de genoegdoening dat ze dan in elk geval op hun helft van de Autobahnen vrij baan hebben. Een dat die patsers uit het Westen dank zij hen nu file moeten rijden op de resterende rijstroken. En wat is beter: de ruimte met, laten we zeggen, 93 kilometer, of de file met 125? door Chris Kruisinga Een autorit naar Berlijn duurt altijd nog een uur of zeven, acht. Dan moet het nog niet tegen zitten, want het achterstallig onderhoud op de snelwegen naar Berlijn wordt op het ogenblik flink aangepakt. Met als gevolg veel vertragingen, zodat de reisduur gemakkelijk kan uitlopen. Als je in een dag heen en weer uit Neder land naar Berlijn wilt reizen, kan dat las tig zijn. Berlijn was altijd al een interessante stad, en is na de Duitse hereniging nog interessanter geworden. De contrasten die vroeger door de Muur geaccentueerd werden, zijn er nog, maar veel gemakke lijker waar te nemen, nu die kunstmatige scheidingswand vrijwel weg is. De grote welvaart die haast achteloos in West-Ber- lijn wordt getoond is er bepaald nog niet in het oosten van de stad. Hoezeer ook diezelfde 'dicke Wagen', de auto's van de Westduitsers, ook daar al het verkeers beeld beheersen. Je moet gezien hebben hoe vlak voor de Dom, in het oosten dus, een met zeker tachtig kilometer razende Westduitse BMW een bejaarde wande laarster het ziekenhuis in rijdt om goed te beseffen dat het recht van de jungle nu ook op Oostberlijnse wegen geldt. Handelswaar De Muur. Tot een jaar geleden een sym bool, nu handelswaar. Bij de Wilhelm- strasse, het vroegere Duitse regerings centrum, staat nog een stuk ervan over eind. Aan Westduitse kant (de termen Oost- en Westduits hanteren we nog maar even ter verduidelijking) was dat stuk beton ooit fraai versierd, met origi nele teksten en afbeeldingen. De andere kant was grauw. De Vopo's, de Oostduit se Volkspolizisten, stelden het niet op prijs dat iemand daar in de buurt kwam. Laat staan er zich creatief op uitleefde. De Kurfürstendam met de gehavende Gedachtniskirche. Dat is nu allemaal anders. De eens zo grauwe Oostberlijnse kant van dit res tant muur ziet er een stuk fleuriger uit. Daar zorgde het particuliere initiatief wel voor, Pools en Turks particulier ini tiatief. Handelaren van die landsaard be nutten het terreintje voor dat stuk muur om er hun nering te drijven. Ze brengen stukken echte Berlijnse muur aan de man, desgewenst met een certificaat van echtheid, voor één tot drie mark. Een beetje saai gekleurd, rood, geel, blauw, geen figuren of teksten, maar je kunt het als een voordeel beschouwen dat de verf nog nat is. Hier was de Oostduitse plan economie natuurlijk nooit op gekomen. In dit grensgebied zijn nog meer van dit soort zaken waar te nemen. Het ver schil in prijs bijvoorbeeld voor de hoera- petten die de geüniformeerde Oostduit sers tot voor kort droegen. De zakenlie den bij het vroegere Checkpoint Charlie, de overgang tussen Oost- en West, die zich ontfermd hebben over oude voorra den, vragen 35 mark voor zo'n pet. Er is dan wel wat af te dingen, maar niet veel. Een kilometer of wat naar het westen, bij de Brandenburger Tor, doen diezelfde petten slechts 15 mark. Voor wie bijvoor beeld conducteurtje wil spelen: maat 59 is de grootste die we hebben kunnen ont dekken. Het zou ons overigens niet verbazen als die oude Vopo-uniformen met toebe horen de komende maanden in bepaalde kringen een rage worden. De animo om voor betrekkelijk weinig geld, zeg maar een mark of zestig, een compleet uni form aan te schaffen en daarmee kenne lijk de bink uit te hangen op feestjes, was in Berlijn duidelijk aanwezig. En de kwa liteit van de stof was prima. Beter dan die van het vroegere bewind. Uitgestrekt Berlijn is een uitgestrekte stad, zoiets als de provincie Utrecht. Er zijn, bijvoor beeld op de Kurfürstendamm, busonder nemingen genoeg die voor dertig mark of meer rondleidingen verzorgen in dub beldekbussen. Men doet dan West- en Oost-Berlijn aan en krijgt een toelich ting. Er is een andere, zeker niet slechtere en in elk geval goedkopere mogelijkheid om West- en Oost-Berlijn behoorlijk te leren kennen: het openbaar vervoer. Wie bijvoorbeeld voor 50 Pfennig een kaartje haalt uit een automaat op het S Bahn-sta- tion aan de Friedrichstrasse en in een willekeurige trein naar het oosten gaat zitten, kan kilometers lang Berlijn bekij ken. Aanvankelijk een grauw Berlijn, met norse flats, maar dan, heel geleide lijk, fleurige, heel open gebouwde voor steden. In elk geval kan men dan het beeld bijstellen dat het daar in de voor malige DDR enkel en alleen grauwe el lende was. Een kilometerslange ervaring voor nog geen zes dubbeltjes... Maar, toe gegeven: veel fleurige Oostduitse gezich ten kom je 'drüben' voor die prijs dan niet tegen. Dan kun je beter in West blij ven. Toch valt er in het vroegere Oost-Ber lijn nog wel wat te grinniken. Bijvoor beeld bij het standbeeld van Marx en En gels, die nog altijd stoer naar het oosten blikken, voor het Rode Raadhuis. Op de sokkel van het standbeeld staan de mooie teksten: "Tot ziens op het arbeids bureau" en: "Volgende keer beter". Die dubbeldekkers van de Kurfürsten damm zijn er ook in de openbaar-ver- voer-editie. Alweer voor betrekkelijk weinig geld, hooguit 2,70 mark, kan men op die manier twee uur door de stad rei zen. De uitleg van een gids mis je dan, maar daarvoor in de plaats zie je Berlijn wel zoals het echt is. Zonder al te veel parkeermogelijkheden en niet goed koop. Maar op dit ogenblik waarschijnl- jk de boeiendste Europese plek: nog steeds een stad op de grens van twee we relden. DOOR JOOP VAN DER HORST Wat moeten we denken van een hele dure sigaar en een hele fijne vakantie? Fout of niet fout? Of vroeger fout maar tegenwoor dig niet fout meer? Zoals u weet schrijf ik niet graag over andermans fouten. Regelmatig krijg ik brieven van lezers die zeker weten dat een hele fijne vakantie verkeerd is en dat het een heel fijne vakantie moet zijn Wat moet ik daarmee? Boetes uitdelen? Grappen maken over iemands tekortkomingen, zoals vroeger Charivarius deed7 Meestal geef ik dan maar het advies om een zware honkbalknuppel te kopen en die ook met terdaad te gebruiken tegenover een ieder die huns inziens zondigt. Maar nu is er dan een brief van een lieve mevrouw uit Oegst- geest. zonder honkbalknuppel, die mij vraagt hoe het eigenlijk zit met hele Ik kom er niet onderuit. Vooruit met de geit. Welnu, er is niets nieuws aan de hand. In de spreektaal is hele fijne, hele dure en zovoort al heel lang heel gewoon. Hele klinkt een beetje nadrukkelijker dan heel, en dat komt goed van pas: zonder nadruk hadden we ook over dure sigaren kunnen spreken. We versterken dat door de toe voeging van heel en we versterken het nog meer door hele. In de schrijftaal gelden soms andere regels, of we het leuk vinden of niet. In de schrijftaal wordt heel meestal niet verbogen. We zeggen dus wel hele dure maar we schrijven heel dure. Het ar gument van de schoolmeesters daarvoor is. dat heel een bijwoord is en geen bij voeglijk naamwoord Bijvoeglijke naam woorden worden verbogen maar bijwoor den niet. Natuurlijk kan men hier de kritische vraag stellen: is dat altijd wel zo? Je zou namelijk ook kunnen beweren dat de spreektaal nu juist bewijst dat althans sommige bijwoorden wel degelijk verbo gen worden. Of dat heel geen bijwoord is. Deze discussie kan heel lang duren en is eigenlijk alleen voor taalkundigen interes sant. Wie er ook gelijk heeft, het is een feit dat veel mensen in de schrijftaal vasthouden aan heel duur, heel fijn en liever niet hele dure schrijven. Of het nu op een goed ar gument berust of op een slecht argument, zo is de realiteit. En het is ook een feit dat wie hele dure schrijft, wordt aangezien voor iemand die niet schrijven kan, terecht of ten onrechte. Zo liggen de feiten. Je kunt dan twee dingen doen: ofwel maling hebben aan deze misschien wel ongegronde regel, of wel toch maar schrijven zoals de anderen schrijven om niet voor een klungel aange zien te worden. Ikzelf probeer me bij het schrijven inderdaad aan deze regel te hou den, niet omdat het argument me overtuigt maar omdat ik anders een stroom van brie ven krijg van boze lezers die zich ergeren aan mijn taalgebruik. De voorstanders van hele ook in de schrijftaal beroepen zich er meestal op, dat je niet iets anders moet schrijven dan wat je zegt Niet rijwiel schrijven als je fiets zegt. Dat idee is al zo'n honderd jaar alge meen aanvaard en ooit eens gepropa geerd door mensen als Kollewijn en Multa- tuli. Het heeft mij nooit zo overtuigd. Waar om zou de schrijftaal precies de spreektaal moeten volgen? Zo verheffend is het spre ken van veel mensen niet en ik zie er geen bezwaar in als mensen hun taalgebruik een beetje opkrikken wanneer ze de pen ter hand nemen of achter de tekstverwer ker plaatsnemen. Het zal ondertussen duidelijk zijn dat ik de vraag uit het begin van dit stukje niet zo maar met ja of nee wil beantwoorden. Ik wil best iedereen die er om vraagt goede raad geven (zeg gerust hele dure maar schrijf liever heel dure) maar als ik niet oppas gaan de lezers nu denken: 'ha, die Van der Horst vindt hele dure dus ook fout; kijk maar in de krant'. Ik hoop dat niemand me dat in de schoenen zal schuiven. "Wat is de reden van jouw populariteit, denk jezelf?" "Nou ik denk dat de mensen waarde ren dat ik altijd mezelf ben gebleven, dat ik gewoon ben gebleven". "Hoe kan het dat iemand die zo be roemd is, die zulke talenten heeft als jij toch zo'n gewone Amsterdamse jongen is "Tja, dat weet ik ook niet precies, zo ben ik gewoon" Je kunt tegenwoordig geen talkshow meer aanzetten of er zit wel een of andere nationale bekendheid te verkondigen dat ie 'zo gewoon' is gebleven. Als kijker heb je op zo'n moment het donkerbruine ver moeden zwaar in de maling té worden genomen. Iemand die jarenlang zijn best gedaan heeft om zich te onderscheiden, om op te vallen, die daar vervolgens nog een schepje bovenop doet door op de buis uitvoerig over zichzelf te praten en die ons dan doodleuk vertelt dat hij toch zo gewoon is gebleven, dat riekt naar volks verlakkerij van het ergste soort. Maar het doodserieuze gezicht waarmee de beken de gast de uitspraak doet, suggereert dat hij of zij zich niet van enig publieksbe- drog of van onoprechtheid bewust is. Waarom willen beroemdheden graag overkomen als mensen die geen kapsones gekregen hebben, niet anders zijn gewor den? Waarom durft geen van hen het aan om tegen Sonja Barend heel 'cool' te zeg gen: "Hoe bedoel je gewoon gebleven? Ik ben helemaal niet gewoon gebleven. Ik ben nooit gewoon geweest. Ik ben een bi zonder mens en terecht dat anderen daarvoor in de rij staan". Het voor de hand liggende antwoord is natuurlijk, dat anderen zo'n houding in het algemeen niet waarderen en be roemdheid bestaat nu vaak eenmaal bij de gratie van de gunst van het publiek. Die verwerfje niet door een reputatie als verwaande kwast op te bouwen. Maar dingen zijn vaak niet wat ze op het eerste gezicht lijken en zo is het ook in dit geval. Veel mensen die in het leven succesvol zijn - of dat nu als filmster, po liticus, zakenman, schrijver of weten schapper is - lijden onder het zogenaam de 'bedriegerssyndroom.' De kern van dat syndroom is het idee dat anderen een beeld van jou hebben dat gunstiger is dan in werkelijkheid het geval is. Boven dien schrijf je je eigen succes niet zozeer toe aan factoren als intelligentie of talen ten, maar aan zaken als hard werken of geluk. De patiënt met het bedriegerssyn droom leeft daarom voortdurend met de angst vroeg of laat door de mand te val len, ontmaskerd te worden. Hij wordt achtervolgd door de angst dat anderen ooit zullen ontdekken dat het allemaal ei genlijk niet veel voorstelt, dat hij eigen lijk helemaal niet meer recht dan een an der heeft op beroemdheid of succes. De schrijver George Bernhard Shaw, winnaar van de nobelprijs voor de litera tuur in 1925, was een van de velen die on der dit syndroom gebukt ging zoals blijkt uit de volgende uitlating: "Ik had succes of ik wilde of niet en ontdekte tot mijn ontzetting dat de wereld in plaats van master of gaan ze na hun filmcarrière in de dierenbescherming. Het klassieke voorbeeld van deze strategie is de acteur Peter Sellers (die van de Pink Panther films) geweest, die van zichzelf beweerde dat hij buiten de personages die hij speel de geen eigen ik of persoonlijkheid meer had. "Er bestond ooit", zei Sellers eens, "een echte ik, maar ik heb het operatief laten verwijderen. Omdat ik altijd alles voor iedereen was, ben ik voor mezelf niets en mijn onophoudelijke drang tot werken is een speurtocht naar de echte Peter Sellers". De naam Sellers (van het Engelse to sell verkopen) is dus bepaald geen toeval geweest, want in zekere zin verkocht hij zichzelf in ruil voor de be wondering, de aandacht van het publiek. Maar Sellers is in feite niets anders dan het prototype van de succesvolle per soonlijkheid van deze tijd en misschien zelfs wel van de mens van deze tijd. Een van de bekendste psychiaters van deze eeuw, Karl Jaspers, schreef al in 1932 een boek onder de titel 'De Geest van deze Tijd', waarin hij voorspelde wat voor ka raktereigenschappen mensen aan het einde van de 20ste eeuw nodig zouden hebben om succesvol te zijn. "Die mens", schrijft hij, "moet in staat zijn zich bemind te maken. Hij moet zich bescheiden voordoen in het openbaar, hij moet als het zo uitkomt kunnen spelen op gevoelens van anderen, hij moet anderen voor zich proberen te winnen door nu en dan iets extra's voor ze te doen, hij moet alleen eigen gevoelens en prive-meningen laten zien als dat op bepaalde punten voordeel heeft". De moderne mens als to neelspeler, als kameleon die meekleurt al naar gelang de kijk- of verkoopscijfers. Dat kameleonkarakter laat zich van daag de dag haast nergens zo duidelijk zien als in de talkshows, die op de buis haast epidemisch aan het worden zijn. Waarom laat een bekende persoonlijk heid zich als gast in een talkshow uitno digen? Het antwoord ligt in het karakter van de talkshow zelf. Zulke shows zijn er voor bedoeld, althans voor een belangrijk deel, om het publiek op een andere, 'gewo ne', persoonlijke manier te laten kennis maken met degenen van wie het zo vaak de platen, boeken, ontwerpen, films, vi deo's en andere produkten koopt. De talk show lijkt dus een manier om iets van het innerlijke 'ik' achter het succesvolle ui terlijke 'ik' los te peuteren en om het vaak grote verschil tussen beide 'ikken' te laten zien. Op zichzelf een loffelijk streven, omdat het de gewone burger helpt zich bewust te worden van het feit dat succes bepaald niet alles is en dat de prijs ervan vaak hoog en niet zelden veel te hoog is. Dat succes veel persoonlijkheden ernstig mis vormt. De talkshow als de schijnwerper op de schaduw van succes. Maar zo werkt het van geen kant. Een 'bekende' gast gaat weliswaar niet naar een talkshow om zijn of haar gebruikelijke kunsten te vertonen, maar meestal wel om te laten zien dat hij of zij ook als mens, als 'ik' de moeite van de bewondering, waardering of beminning waard is. Waar het uitein delijk om te doen is, is dat de kijker na af loop zoiets denkt of zegt als: "nou hij speelt niet alleen aardig, maar hij is nog gewoon een aardige vent ook". Dus keert de gast die kant van hem-oj haarzelf naar het publiek, die in dat op zicht de meeste kans van slagen biedt: je presenteren als een jezelf gebleven gewo ne jongen of gewoon meisje van Piet Hein. Het wachten is nog altijd op de talkshow, waarbij het publiek na afloop van het gesprek met de bekende gast eens gewoon in de gelegenheid wordt gesteld te concluderen dat je niet altijd aan de boom hoeft te hangen om een eikel te zijn'. dat ze mij als de waardeloze bedrieger die ik was uitstootte, haar greep op mij verstevigde en niet van plan was mij los te laten". Door onze omgang met andere mensen weten we allemaal dat iemands buiten kant, zijn uiterlijke 'ik', en zijn binnen kant, zijn 'innerlijke' ik, van elkaar ver schillen. In het dagelijks leven accepteren wij anderen zelden kritiekloos en gaan we er vanuit dat er meer achter 'hun ge vel' zit. Naarmate iemand succesvoller is, neemt het verschil tussen buiten-en-bin- nen-ik vaak toe. Van buiten kan het schit terend zijn, maar van binnen is het net als bij gewone mensen bepaald niet alle maal goud wat er blinkt. Deze psychologische onevenwichtig heid is een typisch produkt van onze tijd. Inde wereld van vandaag valt beroemd heid of succes vrijwel alleen nog maar te veroveren via uiterlijkheden muzikale of andere artistieke prestaties, het heb ben van een 'te gek' lichaam, het schrij ven van boeken, het opbouwen van een vermogen, het doen van een baanbreken de uitvinding of ontdekking, het behalen van diploma's, het leveren van sportpres taties. De tijd dat mensen louter vanwege hun levenswijze of hun levenswijsheid beroemd en gevolgd werden ligt allang achter ons. De gunst van het publiek komt niet of zelden vanwege je persoon maar vanwege 'je produkt'. Dus liggen er voor succesvolle mensen steeds direct om de hoek twee angsten te wachten. De eerste angst is, datje dingen als lief de, respect, bewondering en acceptatie zult verliezen als je niet meer presteert of presteren kunt of als je oud wordt. De an dere angst is datje die dingen zult verlie zen als anderen ontdekken hoe je 'echt' in elkaar zit, als ze al die onvolkomendhe- den en gebreken die je 'ik' heeft, zouden leren kennen. De oplossing voor beide angsten die veel beroemdheden kiezen is hun ware ik zoveel mogelijk verborgen te houden. Of sterker nog, een eigen ik ge woon af te schaffen en zich voortdurend te richten naar wat ze veronderstellen dat het publiek graag wil zien of horen. Om de gunst van het publiek te houden worden ze na hun voetbalcarrière quiz-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 27