Dromen lang niet altijd bedrog Wennen aan de computer in dokters' spreekkamer iVJ =i i =iWHM John Naisbitt optimistisch over mensen en toekomst in Megatrends 2000 Pas de laatste twee jaar begint de computer zijn intrede te doen in de spreekkamer van de huisarts. De meeste huisdok ters hebben nog altijd een kaar tenbak of kasten vol uitpuilen de ordners met de bekende groene kaart. En die is soms tot in alle hoeken beschreven met de medische gegevens van de patiënten, voor zijn vervanger of waarnemer niet te lezen. Bij de opmars van de computer in de spreekkamer spelen artsen in Zuid-Limburg een voortrekkersrol. Landelijk zijn diverse veelbeloven de projecten aan de gang, maar een systeem dat werkelijk toekomstper spectief biedt op langere termijn be vindt zich in die regio. Drieënveer tig huisartsen, verenigd in vijftien praktijken, nemen hieraan deel en over niet al te lange tijd zullen de ge gevens van 80.000 patiënten er in zijn vastgelegd. Sinds jaar en dag een van de geestdriftige pleitbezorgers van de computer in de spreekkamer, de Heerlense huisarts Paul Höppener, is onlangs gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde op een proef schrift dat een compleet overzicht geeft van de stand van zaken betref fende de 'koele rekenaar' in de huis artsenpraktijk. Hij komt tot enkele opmerkelijke conclusies: de huis arts-met-computer kan veel beter deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek, in ieder geval worden de huisartsgegevens beter geschikt voor dat soort onderzoek. "Belangrijker is natuurlijk dat ons project de huisarts zelf grote voordelen biedt. Bijvoorbeeld de mogelijkheid zelf eens in de spiegel te kijken", zegt Höppener. "Ik heb mezelf afgevraagd: begeleid ik mijn kankerpatiënten wel goed? Daarbij kan de computer uitstekende dien sten bewijzen. Er bleken ook wel verbeteringen mogelijk. En als je dat dan gedaan hebt kun je je met een gerust hart richten op een vol gend aspect" De patiënten hebben weinig be zwaar tegen gebruik van de compu ter om hun gegevens op te slaan en al helemaal niet dat hun huisarts, voordat hij op vakantie gaat, een bandje met daarop alle medische gegevens van zijn patiënteh bij de waarnemer inlevert. Want hoe on gelooflijk net ook klinkt: in de hui dige praktijk beschikt de waarne mer van uw huisarts meestal niet over diens patiëntengegevens. Hij vraagt dan ook opvallend vaak naar gegevens die hij eigenlijk zelfbij de hand zou moeten hebben. Gefascineerd Höppener (53) is al meer dan twintig jaar gefascineerd door de computer. Hij is betrokken geweest bij alle be langrijke initiatieven op dit gebied in Nederland en bij de definitieve doorbraak van de computer in de huisartspraktijk. Sinds 1988 wordt gebruik gemaakt van door hem zelf eigenhandig geschreven software. Höppener raadt huisartsen die wil len beginnen met computergebruik aan het geleidelijk aan te doen. "Bij het ziekenfonds kun je een diskette krijgen met je ziekenfondspatiën ten, daar begin je mee. Daarna ko men je briefjes aan specialisten, je receptuur, je medische verslagleg ging met een gecodeerde probleem- lijst, waardoor je ook automatisch kunt gaan waken tegen verkeerd gecombineerde medicatie". Höppener zelf heeft ongeveer 15 procent van zijn gegevens nog niet ingevoerd en oude gegevens staan gewoon nog op de groene kaart. "Dat zul je altijd houden", meent hij. Veel modern medisch weten schappelijk onderzoek wordt ver richt op basis van door huisartsen verzamelde gegevens over voorko men van ziekten en klachten. Een ernstige handicap daarbij is dat die gegevens 'verborgen' zitten in de al genoemde groene patiëntenkaar ten, soms zelfs ook nog in het hoofd van de huisarts zelf. Patiënteh be schouwen dat laatste zelfs als een positieve kwaliteit. Maar het is duidelijk dat wanneer de gegevens, anoniem gemaakt en wel, maar ook gestandariseerd aan wezig zijn in de computer van de arts, het maar een fractie van de tijd en moeite kost die gegevens te com bineren tot de basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek. Het Zuidlimburgse project, een initia tief van de Rijksuniversiteit Lim burg heeft, naast beproeving van automatisering in de huisartsprak tijk, ook tot doel het centraal melen van anonieme medische ge gevens voor wetenschappelijk derzoek. Het instituut dat de RL daarvoor heeft, het MEMIC, is daarbij inge schakeld en de deelnemende artsen sturen de gegevens periodiek op 'floppy' in. Het Registratienet Huis artspraktijken (RNH) is zo ongeveer het enige in Nederland dat zo werkt. Probleem Bij andere projecten (die ook ande re doelen nastreven) worden de ge gevens nog 'ouderwets' op formu lieren ingevuld. Overigens zijn bij enkele projecten, zoals dat in Den Haag en het landelijk project Nivel meer patiënten betrokken. Een belangrijk probleem bij de regi stratie van gegevens in de computer is het vinden van uniforme data en codes. Nog altijd zijn niet alle pro blemen opgelost en sommige pro blemen zijn ook niet door de com puter op te lossen. Zo bestaat het vermoeden dat een arts die zelf met een alcoholprobleem zit mogelijk de neiging heeft vergelijkbare pro blemen van patiënten te onder schatten, waardoor een scheef en in ieder geval onwerkelijk beeld dreigt te ontstaan dat doorwerkt in de centraal verzamelde gegevens. Inmiddels is het systeem van het RNH vergeleken met andere regi straties, zoals de kankerregistratie i het IKL, en daar bleek een dui delijke overeenkomst; de verschil len waren ontstaan door fouten bij het invoeren van de data. Höppener besteedt uiteraard aan dacht aan de invloed van de invoe ring van de computer in de spreek kamer op de relatie tussen de huis arts en de patiënt. Buitenlandse on derzoeken hadden getoond dat een flinke minderheid van de patiënten (31 procent) bang was dat het ge bruik van de computer ten koste zou gaan van het persoonlijk con tact met de arts. Vragenlijst Höppener en enkele van zijn colle ga's voerden een zorgvuldig voor bereid onderzoek uit waarbij een vragenlijst werd voorgelegd aan 390 patiënten. Weliswaar stuurde een derde van die groep de lijst niet te rug, maar degenen die wel instuur den bleken representatief voor de groep. In de eerste plaats bleek bij na tweederde van de antwoorders of thuis een computer te hebben, of er de kost mee te verdienen. Bijna 93 procent vond dat het contact met de huisarts net zo gemakkelijk was na de invoering van de computer als ervoor, 90 procent zou mensen niet aanraden een huisarts zonder com puter te kiezen. Bijna 87 procent had ervaren dat het consult niet lan ger duurde dan vroeger. Maar 76 procent vond dat de arts er ook niet DINSDAG 27 NOVEMBER 199Q EINDREDACTIE HANS S0NDERS meer tijd door had gekregen ruim 74 procent was ook niet snelle) aan de beurt geweest. Daar heeft de computer dus geen invloed op. Bijna 31 procent dacht dat de per soonlijke gegevens gemakkelijkei toegankelijk waren geworden, er) ruim 66 procent vond in ieder dat de privacy nu niet beter wa waarborgd, hoewel 69 procent voncj dat de medische gegevens in de computer minder gemakkelijk toe gankelijk waren. Bijna 87 procent meende dat de huisarts nu sneller een beeld had van zijn medische ge] gevens, maar 85 procent vond dat de huisarts daardoor niet beter gaan behandelen. Höppener stel) vast dat artsen die van plan zijn eer) computer te installeren er goed aar) doen de patiënten daarvan duide-j lijk op de hoogte te stellen. "En bij een goed passeerwoord zijn je gegevens voor een leek niet toegankelijk. De computer is ook niet op het telefoonnet aangesloten, zodat inbreken onmogelijk is", zegt Höppener, die bovendien als een soort eekhoorn op diverse plaatsen tapes met zijn gegevens heeft opge borgen, veilig voor brand en diefj stal. Risico's privacy Uit het tweede onderzoek, dat de mening van patiënten ovei 'uitlenen' van data-tapes met gege vens aan waarnemers, trekt Höppe ner de conclusie dat zulks extra risi co's met zich meebrengt voor de pri vacy van de patiënt, maar met de wensen van patiënten die die over dracht niet willen zal rekening ge houden moeten worden. Er zijn nog andere redenen waar om een huisarts kan besluiten eer computer te gebruiken bij zijn. werk, anders dan voor financiële administratie en dergelijke. Kwali teitsbewaking en onderlinge toet sing gaan een steeds grotere rol spe len en daarmee ook de computer. De wettelijke verplichting tot aller lei registraties, plus de veranderen de positie van de huisarts in de ge zondheidszorg zullen de invoering van de computer versnellen, meent Höppener. Dromen doen we allemaal; soms zó echt, dat je bij het wakker worden een tijd no dig hebt om de droom van de naakte werkelijkheid te on derscheiden. Wrijven helpt niet, stevig knijpen vaak wél. Het aantal soorten dromen is oneindig groot want elk individu heeft weer een an dere levensloop in een on eindig complexe 'wereld- van-alie-dag'. Dromen staan veelal in verband rpet in drukwekkende gebeurtenis sen uit dat dagelijkse leven; zelfs gebeurtenissen die zich tijdens het bewustzijn hele maal niet belangrijk lieten aanzien. Soms komen al lang vergeten gebeurtenis sen van vele jaren geleden glashelder terug. In dromen komen vaak verborgen wensen naar voren of komt juist de vrees tot leven verschrikkelijke din gen te moeten meemaken. 2o kan in een droom het verlies van naaste fa milieleden griezelig werkelijkheid worden of, andersom, een waar ge beurd verlies als 'gelukkige onwer kelijkheid' gepresenteerd. Daarnaast staan dromen over ide ale levenspartners in avontuurlijke landschappen van onaardse schoonheid, het winnen van de hoofdprijs in een loterij en storm achtige carrières boven aan de top- tienlijst van de meest voorkomende dromen. Angst speelt ook een hoofdrol. Eén advies: als je geen kant meer uit kunt spring dan in de 'grote diepte'; val met je blote knuisten dat 'mon ster' aan datje op de hielen zit of ren op topsnelheid die duistere, einde loos lange crypte in waarin 'al jaren' iets fluisterend-afschuwelijks schuilgaat. En wat het ook is, grijp het, schreeuw ertegen en verkoop het zo mogelijk een Mike Tyson- combo: een rechtse hoek op de maag, gevolgd door een uppercut. Succes verzekerd want je wordt ge garandeerd wakker op het moment dat je theoretisch gesproken echt dood zou moeten gaan. Alleen is het risico aanwezig dat de 'doodsstrijd' zich geheel of gedeeltelijk naar de werkelijkheid verplaatst want er worden elke nacht menigten dro mers schreeuwend, maaiend met de armen en badend in het zweet wak ker. 'Nachtmerries' heetten de dro men dan te zijn. Rem en thèta Rond de laatste eeuwwisseling ver kondigde Sigmund Freud de stel ling dat dromen 'in wezen niets an ders is dan een uiting van het onder bewustzijn'. In die tijd was er nog weinig bekend over de fysiolo gische processen die zich in de her senen afspelen. In het begin van de jaren vijftig ontdekte men dat er tijdens het sla pen sprake is van een merkwaardig soort cyclus van 'halfslaap' naar 'diepe slaap'. Later onderzoek bracht aan het licht dat daarbij een centraal gelegen hersengedeelte, snelle bewegingen van de oogbol len (Rapid Eye Movement, REM) en een regelmatig optredend golfpa troon in de hersenactiviteit (thèta- ritme geheten) belangrijke rollen spelen. De eerste fase van halfslaap duurt meestal maar enkele minuten, waarna een periode van diepe slaap volgt. De activiteit van de buiten mantel van de hersenen vertoont daarbij, zoals EEG(elektro-encefa- logrammetisch)-onderzoek leert, een regelmatig, laagfrequent golf patroon (het thèta-ritme). Met EEG-onderzoek vond men verder dat er tijdens de diepe slaap kortere perioden optreden van on regelmatige hersenactiviteit met veel vlakkere golven. Tijdens die perioden wordt de ademhaling on regelmatig, loopt de hartslag op en Het eerste REM-stadium treedt meestal die uit het laatste REM-sta- blijken de ogen onder de gesloten doorgaans op als de diepe-slaapfase dium. oogleden in hoog tempo heen en ongeveer anderhalf uur oud is en .,nnnHiorön weer te bewegen (REM). Dat wordt duurt tien minuten. De navolgende M,ie ZOOgaieren REM-slaap genoemd en alleen tij- REM-stadia volgen elkaar sneller EEG-onderzoek doet men niet al- dens die momenten droomt men. op en duren elk ook langer dan de leen aan mensen, ook dierensche- De motorische zenuwen, die de li- eerste; de vierde en laatste kan tot dels 'beplakt' men al tientallen ja- chaamsbeweging regelen zoals lo- ongeveer een half uur duren waarna ren met bossen gevoelige detecto- pen, zijn tijdens de REM-fase uitge- men wakker wordt. Als men zich al ren om na te gaan welke hersenacti- schakeld. een droom herinnert, dan is het viteit zich onder de schedeldaken van al dan niet trouwe viervoeters afspeelt. Bovendien kun je met en in dierenschedels veel meer dingen doen die bij mensen on-esthetisch en veelal bij wet trouwens ook ver boden zijn zolang er niet gegronde, medische redenen zijn om iemands schedel te lichten. Eén van de belangrijkste resulta ten van het onderzoek was de ont dekking dat niet alleen de mens maar alle zoogdieren een REM- slaap kennen met nagenoeg dezelf de kenmerken. Zoogdieren dromen dus ook. Uit het onderzoek bij dieren is verder gebleken dat het ontstaan van 'beelden' tijdens dromen wordt veroorzaakt omdat vanuit de her senstam bepaalde zenuwsignalen doordringen tot in het gezichtscen trum dat zich bij de mens in het ach terhoofd bevindt. Bij een bepaald soort miereneter, een zoogdier dat echter eieren legt in plaats van levende jongen ter we reld te brengen zoals alle andere zoogdieren, is de REM-slaap vreemd genoeg afwezig. Men meent hierin een aanwijzing te zien dat de REM-fase in de evolutie voor het eerst 140 miljoen jaar geleden op trad tijdens de afsplitsing van de tak der zoogdieren van die van de eie ren-leggende zoogdieren die op hun beurt van de reptielen afstammen. Overleven Professor Jonathan Winson, als neuroloog verbonden aan de Ame rikaanse Rockefeller-universiteit, meent dat complexe processen in de hersenen zoals de REM-fasen een geweldig belangrijke rol heb ben gespeeld en nog steeds spelen bij het overleven van zoogdieren waarbij de van buiten via de zintui gen 'inkomende' informatie als het ware gerangschikt en gescreend wordt op bruikbaarheid voor het dagelijkse leven. Het schijnt vol gens Winson een soort evolutionair leerproces te zijn dat als een 'film' in een toestand van rust wordt afge draaid. Daarbij spelen biochemi sche processen in het centrum van de hersenen, daar waar deze de vorm van een 'zeepaardje' (in vak taal daarom 'hippocampus' ge noemd) hebben, een even cruciale als ingewikkelde rol waarbij bij- voorbeeld 'geheugenfactoren' en het ontstaan daarvan in de vorm van bepaalde stoffen en onafgebro ken ionenuitwisselingen bij en in. zenuwuiteinden (neuronen) liggen Winson denkt dat dromen een ge heugenproces is dat de mens door primitievere levensvormen uit de oertijd is nagelaten toen alleen het 'lerende beeld' van de droom be langrijk was voor overleven. Het zich bewust zijn van de 'eigen ik' was daarbij voor (mens)dieren niet belangrijk; die fase trad pas later in de evolutie van de mens als homo erectus (de 'rechtop lopende mens') op. Lange REM-slaap Zijn 'leerfilm' meent Winson weer spiegeld te zien in baby's die per et maal in totaal gemiddeld acht uur doorbrengen in REM-slaap; de slaapcyclus van zuigelingen ver schilt bovendien hemelsbreed van die van ouderen. Op tweejarige leeftijd is de duur van de REM-slaap al teruggelopen tot drie uur, wat een uur langer is dan het gemiddelde waar volwasse nen 's nachts mee van doen hebben. Het pas enkele jaren geleden ge starte, echt diepgaande onderzoek naar de betekenis van de REM- slaap zou wel eens heel wat meer kunnen onthullen van ons eigen zijn dan we nu vermoeden. In dat wat zich in onze hersenen afspeelt liggen vrijwel zeker sleutels van nog onopgeloste vraagstukken van de evolutie en onze afkomst. De 'vrees om in het diepe te val len' en het 'lood in je schoenen'-ef- fect tijdens een vlucht voor een 'roofdier', zouden dat niet verre her inneringen kunnen zijn van miljoe nenjaren geleden toen onze voorou ders in bomen leefden en elke val naar beneden een wisse dood bete kende? (Bron: 'The Meaning of Dreams' door Jonathan Winson, Scientific American, nov. 1990, pag. 42 c.v.) Van onze correspondent Wim Bisschop In 1982 schreef John Naisbitt, een Amerikaanse bedrijfsadviseur, de wereldwijde bestseller Megatrends. Een boek waarin hij op grond van veel statistisch materiaal en andere bronnen voorspelde wat de belangrijkste ontwikkelin gen in de jaren tachtig zouden worden. "Die voorspellingen liggen mooi op schema", schrijft Naisbitt nu in zijn nieuwe toekomst voorspelling: Megatrends 2000. Zo rond de wisseling van een millenium, zegt Naisbitt, zijn de tijden meestal zwanger van hooggespannen verwachtingen naast de meest beangstigende nachtmerries. In zijn boek heeft hij beide uitersten maar vermeden. Het is een werkstuk waarbij de schrijver netjes met beide benen op de grond is gebleven en daarom is het vermoedelijk weer een wereldhit. Naisbitt is een verklaarde optimist voor wat de toekomst betreft. Hij gelooft dat de wereld wel zoveel heeft geleerd van alle domme en verkeerde dingen die er in het verleden zijn ge weest, dat vanaf nu de zaken hoofdzakelijk goed zullen gaan. In Amerika is het boek dit voorjaar, dus ruim voor de Golfcrisis en de aanverwante economi sche somberheid, op de markt gekomen. Naisbitt schrijft dan ook onbekommerd over de grote economische sprong voorwaarts die de wereld te wachten staat tot het einde van het millenium. De tekorten op de Amerikaanse be groting verontrusten hem niet. In vergelijking met andere landen staat Amerika er florissant voor, zegt hij. De negatieve handelbalans met Japan is ook al niet iets om wakker van te lig gen en zeker geen reden om tolmuren op te zet ten bij de grenzen. Juist het tegenovergestelde, het groeien naar een totale wereldmarkt, waar alle produkten en alle geld overal inzetbaar zijn, zal de wereld naar een ongekende econo mische groei brengen, is zijn boodschap. Kunstsponsoring Die groei gaat gepaard met een grote opleving van de belangstelling voor kunst en cultuur. Nu wordt er nog veel geld gestoken in de sport, maar op termijn zullen bedrijven daar selectie ver in worden, omdat sport door het gebruik van doping, door de rellen die er om heen ge beuren, steeds minder aantrekkelijk wordt als visitekaartje van een onderneming. Het is aan trekkelijker om een bedrijf te associëren met een mooie kunstverzameling of een goed opge zet museum. Die nieuwe welvarende wereld wordt ook mogelijk vanwege de val van de communisti sche landen, zo voorziet Naisbitt. Als dat geslo ten communistische blok open gaat voor de we reld, is er een enorm potentieel toegevoegd aan de vrije markt van vraag en aanbod. Naisbitt verwacht dat ook China weer een rol gaat spe len in de economische groei in de wereld. Die verwachting is mede gebaseerd op zijn voorspelling dat er wereldwijd trends zijn die overal gelijk zijn. De kleding en de muziek van de jeugd zijn in het voormalige oostblok en in China niet anders dan in de westerse wereld. Er ontstaat een universele mode met Ikea-vesti- gingen in alle landen, met overal hamburgers en daarnaast pizzeria's en Chinese restaurants. Coca cola, IBM en Porsche en de produkten van de Amerikaanse filmindustrie zijn wereldpro- dukten die overal passen in een universele life style voor een bepaalde groep mensen. Bij die ontwikkeling hoort ook de opkomst van een wereldtaal: Engels. Extra ruimte Maar naast die mondiale eenvormigheid is er juist extra ruimte voor een veel groter cultu reel nationalisme, voor groepen die een taal en streektradities in ere willen houden. In de Aziatische wereld is er met name onder de is lam een fundamentalistische beweging, die Naisbitt ook ziet als een soort cultureel natio nalisme, de afscheidingsbewegingen in de Sov jet-Unie, h£t opkomend nationalisme in Japan, het zijn vruchten van diezelfde boom. Binnen zijn schema wordt dat vertaald als: hoe gelij ker we allemaal worden op bepaalde terreinen, hoe groter de behoefte wordt om juist een stuk je eigen identiteit te verdedigen tegen die een vormigheid. Hij voorspelt een voor de hand liggende op komst van een groot aantal Aziatische staten aan de Stille Oceaan, waar nu keihard wordt gewerkt om Japan in te halen, en die ook rijke lijk zal bijdragen aan de grotere welvaart waar de wereld op kan rekenen. Daarna komen de vier interessantste hoofd stukken van zijn nieuwe boek. Volgens Naisbitt is de tijd daar dat de vrouwen in grote aantallen plaats zullen nemen in de stoelen van het management. Hij beschrijft hoe nu, in Ameri ka, vrouwen al meer bedrijven oprichten dan mannen. Vrouwen hebben volgens hem een an dere manier van leidinggeven dan mannen: het einde van het autoritaire leiderstijdperk is na bij en vrouwen hebben het voordeel dat zij die autoritaire trekjes niet hoeven af te leren, om dat ze nu pas en masse op de arbeidsmarkt ko- Biotechniek Een dilemma van deze tijd, de biotechniek, krijgt bij Naisbitt veel aandacht en veel kan sen. Het is nu al mogelijk om via biotechniek van alles te manipuleren en in te grijpen in bij voorbeeld griepprocessen. Universeel is daar een grote huiver voor, volgens Naisbitt is de mensheid er op dit moment geestelijk nog niet rijp voor om op grote schaal aan het manipule ren te slaan. Maar dat er binnen de komende tien jaren een moment komt waarop de eerste grenzen worden overschreden, staat voor hem vast. De mens die uiteindelijk zal oordelen over die nieuwe technieken, is de mens van het der de millenium en volgens Naisbitt is dat een mens die meer nadenkt dan de mensen in de laatste helft van deze eeuw. Hij voorspelt de opkomst van een nieuwe religiositeit, omdat de mensen geen bevrediging meer vinden in een puur materialistisch bestaan. Ze zullen zoeken naar diepere waarden, naar normen en houvast. Dat gebeurt niet via de kanalen van de regulie re godsdiensten, maar dat gebeurt in allerlei groepen, waar men even afstapt van de thema's hypotheek, auto, inkomen. Men wil weer weten waarom en verlegt de aandacht naar zinge- vingsvragen. De mens in de volgende eeuw wordt volgens hem een mens die zijn leven grotendeels zo kan inrichten als hij of zij wil. Het verband tussen de arbeidsplaats en de woonplaats zal verdwij nen, vanwege de mogelijkheden van telecom municatie. Steden zullen niet meer groeien, maar juist minder inwoners krijgen, omdat mensen een betere plaats zullen kiezen om zich definitief te vestigen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 22