Dromen lang niet altijd bedrog
Wennen aan de computer
in dokters' spreekkamer
iVJ =i i =iWHM
John Naisbitt optimistisch over mensen en toekomst in Megatrends 2000
Pas de laatste twee jaar begint
de computer zijn intrede te
doen in de spreekkamer van de
huisarts. De meeste huisdok
ters hebben nog altijd een kaar
tenbak of kasten vol uitpuilen
de ordners met de bekende
groene kaart. En die is soms tot
in alle hoeken beschreven met
de medische gegevens van de
patiënten, voor zijn vervanger
of waarnemer niet te lezen.
Bij de opmars van de computer in
de spreekkamer spelen artsen in
Zuid-Limburg een voortrekkersrol.
Landelijk zijn diverse veelbeloven
de projecten aan de gang, maar een
systeem dat werkelijk toekomstper
spectief biedt op langere termijn be
vindt zich in die regio. Drieënveer
tig huisartsen, verenigd in vijftien
praktijken, nemen hieraan deel en
over niet al te lange tijd zullen de ge
gevens van 80.000 patiënten er in
zijn vastgelegd.
Sinds jaar en dag een van de
geestdriftige pleitbezorgers van de
computer in de spreekkamer, de
Heerlense huisarts Paul Höppener,
is onlangs gepromoveerd tot doctor
in de geneeskunde op een proef
schrift dat een compleet overzicht
geeft van de stand van zaken betref
fende de 'koele rekenaar' in de huis
artsenpraktijk. Hij komt tot enkele
opmerkelijke conclusies: de huis
arts-met-computer kan veel beter
deelnemen aan wetenschappelijk
onderzoek, in ieder geval worden de
huisartsgegevens beter geschikt
voor dat soort onderzoek.
"Belangrijker is natuurlijk dat
ons project de huisarts zelf grote
voordelen biedt. Bijvoorbeeld de
mogelijkheid zelf eens in de spiegel
te kijken", zegt Höppener. "Ik heb
mezelf afgevraagd: begeleid ik mijn
kankerpatiënten wel goed? Daarbij
kan de computer uitstekende dien
sten bewijzen. Er bleken ook wel
verbeteringen mogelijk. En als je
dat dan gedaan hebt kun je je met
een gerust hart richten op een vol
gend aspect"
De patiënten hebben weinig be
zwaar tegen gebruik van de compu
ter om hun gegevens op te slaan en
al helemaal niet dat hun huisarts,
voordat hij op vakantie gaat, een
bandje met daarop alle medische
gegevens van zijn patiënteh bij de
waarnemer inlevert. Want hoe on
gelooflijk net ook klinkt: in de hui
dige praktijk beschikt de waarne
mer van uw huisarts meestal niet
over diens patiëntengegevens. Hij
vraagt dan ook opvallend vaak naar
gegevens die hij eigenlijk zelfbij de
hand zou moeten hebben.
Gefascineerd
Höppener (53) is al meer dan twintig
jaar gefascineerd door de computer.
Hij is betrokken geweest bij alle be
langrijke initiatieven op dit gebied
in Nederland en bij de definitieve
doorbraak van de computer in de
huisartspraktijk. Sinds 1988 wordt
gebruik gemaakt van door hem zelf
eigenhandig geschreven software.
Höppener raadt huisartsen die wil
len beginnen met computergebruik
aan het geleidelijk aan te doen. "Bij
het ziekenfonds kun je een diskette
krijgen met je ziekenfondspatiën
ten, daar begin je mee. Daarna ko
men je briefjes aan specialisten, je
receptuur, je medische verslagleg
ging met een gecodeerde probleem-
lijst, waardoor je ook automatisch
kunt gaan waken tegen verkeerd
gecombineerde medicatie".
Höppener zelf heeft ongeveer 15
procent van zijn gegevens nog niet
ingevoerd en oude gegevens staan
gewoon nog op de groene kaart.
"Dat zul je altijd houden", meent
hij.
Veel modern medisch weten
schappelijk onderzoek wordt ver
richt op basis van door huisartsen
verzamelde gegevens over voorko
men van ziekten en klachten. Een
ernstige handicap daarbij is dat die
gegevens 'verborgen' zitten in de al
genoemde groene patiëntenkaar
ten, soms zelfs ook nog in het hoofd
van de huisarts zelf. Patiënteh be
schouwen dat laatste zelfs als een
positieve kwaliteit.
Maar het is duidelijk dat wanneer
de gegevens, anoniem gemaakt en
wel, maar ook gestandariseerd aan
wezig zijn in de computer van de
arts, het maar een fractie van de tijd
en moeite kost die gegevens te com
bineren tot de basis van gedegen
wetenschappelijk onderzoek. Het
Zuidlimburgse project, een initia
tief van de Rijksuniversiteit Lim
burg heeft, naast beproeving van
automatisering in de huisartsprak
tijk, ook tot doel het centraal
melen van anonieme medische ge
gevens voor wetenschappelijk
derzoek.
Het instituut dat de RL daarvoor
heeft, het MEMIC, is daarbij inge
schakeld en de deelnemende artsen
sturen de gegevens periodiek op
'floppy' in. Het Registratienet Huis
artspraktijken (RNH) is zo ongeveer
het enige in Nederland dat zo werkt.
Probleem
Bij andere projecten (die ook ande
re doelen nastreven) worden de ge
gevens nog 'ouderwets' op formu
lieren ingevuld. Overigens zijn bij
enkele projecten, zoals dat in Den
Haag en het landelijk project Nivel
meer patiënten betrokken.
Een belangrijk probleem bij de regi
stratie van gegevens in de computer
is het vinden van uniforme data en
codes. Nog altijd zijn niet alle pro
blemen opgelost en sommige pro
blemen zijn ook niet door de com
puter op te lossen. Zo bestaat het
vermoeden dat een arts die zelf met
een alcoholprobleem zit mogelijk
de neiging heeft vergelijkbare pro
blemen van patiënten te onder
schatten, waardoor een scheef en in
ieder geval onwerkelijk beeld
dreigt te ontstaan dat doorwerkt in
de centraal verzamelde gegevens.
Inmiddels is het systeem van het
RNH vergeleken met andere regi
straties, zoals de kankerregistratie
i het IKL, en daar bleek een dui
delijke overeenkomst; de verschil
len waren ontstaan door fouten bij
het invoeren van de data.
Höppener besteedt uiteraard aan
dacht aan de invloed van de invoe
ring van de computer in de spreek
kamer op de relatie tussen de huis
arts en de patiënt. Buitenlandse on
derzoeken hadden getoond dat een
flinke minderheid van de patiënten
(31 procent) bang was dat het ge
bruik van de computer ten koste
zou gaan van het persoonlijk con
tact met de arts.
Vragenlijst
Höppener en enkele van zijn colle
ga's voerden een zorgvuldig voor
bereid onderzoek uit waarbij een
vragenlijst werd voorgelegd aan 390
patiënten. Weliswaar stuurde een
derde van die groep de lijst niet te
rug, maar degenen die wel instuur
den bleken representatief voor de
groep. In de eerste plaats bleek bij
na tweederde van de antwoorders
of thuis een computer te hebben, of
er de kost mee te verdienen. Bijna
93 procent vond dat het contact met
de huisarts net zo gemakkelijk was
na de invoering van de computer als
ervoor, 90 procent zou mensen niet
aanraden een huisarts zonder com
puter te kiezen. Bijna 87 procent
had ervaren dat het consult niet lan
ger duurde dan vroeger. Maar 76
procent vond dat de arts er ook niet
DINSDAG 27 NOVEMBER 199Q
EINDREDACTIE HANS S0NDERS
meer tijd door had gekregen
ruim 74 procent was ook niet snelle)
aan de beurt geweest. Daar heeft de
computer dus geen invloed op.
Bijna 31 procent dacht dat de per
soonlijke gegevens gemakkelijkei
toegankelijk waren geworden, er)
ruim 66 procent vond in ieder
dat de privacy nu niet beter wa
waarborgd, hoewel 69 procent voncj
dat de medische gegevens in de
computer minder gemakkelijk toe
gankelijk waren. Bijna 87 procent
meende dat de huisarts nu sneller
een beeld had van zijn medische ge]
gevens, maar 85 procent vond dat
de huisarts daardoor niet beter
gaan behandelen. Höppener stel)
vast dat artsen die van plan zijn eer)
computer te installeren er goed aar)
doen de patiënten daarvan duide-j
lijk op de hoogte te stellen.
"En bij een goed passeerwoord
zijn je gegevens voor een leek niet
toegankelijk. De computer is ook
niet op het telefoonnet aangesloten,
zodat inbreken onmogelijk is", zegt
Höppener, die bovendien als een
soort eekhoorn op diverse plaatsen
tapes met zijn gegevens heeft opge
borgen, veilig voor brand en diefj
stal.
Risico's privacy
Uit het tweede onderzoek, dat
de mening van patiënten ovei
'uitlenen' van data-tapes met gege
vens aan waarnemers, trekt Höppe
ner de conclusie dat zulks extra risi
co's met zich meebrengt voor de pri
vacy van de patiënt, maar met de
wensen van patiënten die die over
dracht niet willen zal rekening ge
houden moeten worden.
Er zijn nog andere redenen waar
om een huisarts kan besluiten eer
computer te gebruiken bij zijn.
werk, anders dan voor financiële
administratie en dergelijke. Kwali
teitsbewaking en onderlinge toet
sing gaan een steeds grotere rol spe
len en daarmee ook de computer.
De wettelijke verplichting tot aller
lei registraties, plus de veranderen
de positie van de huisarts in de ge
zondheidszorg zullen de invoering
van de computer versnellen, meent
Höppener.
Dromen doen we allemaal;
soms zó echt, dat je bij het
wakker worden een tijd no
dig hebt om de droom van de
naakte werkelijkheid te on
derscheiden. Wrijven helpt
niet, stevig knijpen vaak
wél.
Het aantal soorten dromen
is oneindig groot want elk
individu heeft weer een an
dere levensloop in een on
eindig complexe 'wereld-
van-alie-dag'. Dromen staan
veelal in verband rpet in
drukwekkende gebeurtenis
sen uit dat dagelijkse leven;
zelfs gebeurtenissen die zich
tijdens het bewustzijn hele
maal niet belangrijk lieten
aanzien. Soms komen al
lang vergeten gebeurtenis
sen van vele jaren geleden
glashelder terug.
In dromen komen vaak verborgen
wensen naar voren of komt juist de
vrees tot leven verschrikkelijke din
gen te moeten meemaken. 2o kan in
een droom het verlies van naaste fa
milieleden griezelig werkelijkheid
worden of, andersom, een waar ge
beurd verlies als 'gelukkige onwer
kelijkheid' gepresenteerd.
Daarnaast staan dromen over ide
ale levenspartners in avontuurlijke
landschappen van onaardse
schoonheid, het winnen van de
hoofdprijs in een loterij en storm
achtige carrières boven aan de top-
tienlijst van de meest voorkomende
dromen.
Angst speelt ook een hoofdrol.
Eén advies: als je geen kant meer uit
kunt spring dan in de 'grote diepte';
val met je blote knuisten dat 'mon
ster' aan datje op de hielen zit of ren
op topsnelheid die duistere, einde
loos lange crypte in waarin 'al jaren'
iets fluisterend-afschuwelijks
schuilgaat. En wat het ook is, grijp
het, schreeuw ertegen en verkoop
het zo mogelijk een Mike Tyson-
combo: een rechtse hoek op de
maag, gevolgd door een uppercut.
Succes verzekerd want je wordt ge
garandeerd wakker op het moment
dat je theoretisch gesproken echt
dood zou moeten gaan. Alleen is het
risico aanwezig dat de 'doodsstrijd'
zich geheel of gedeeltelijk naar de
werkelijkheid verplaatst want er
worden elke nacht menigten dro
mers schreeuwend, maaiend met de
armen en badend in het zweet wak
ker. 'Nachtmerries' heetten de dro
men dan te zijn.
Rem en thèta
Rond de laatste eeuwwisseling ver
kondigde Sigmund Freud de stel
ling dat dromen 'in wezen niets an
ders is dan een uiting van het onder
bewustzijn'. In die tijd was er nog
weinig bekend over de fysiolo
gische processen die zich in de her
senen afspelen.
In het begin van de jaren vijftig
ontdekte men dat er tijdens het sla
pen sprake is van een merkwaardig
soort cyclus van 'halfslaap' naar
'diepe slaap'. Later onderzoek
bracht aan het licht dat daarbij een
centraal gelegen hersengedeelte,
snelle bewegingen van de oogbol
len (Rapid Eye Movement, REM) en
een regelmatig optredend golfpa
troon in de hersenactiviteit (thèta-
ritme geheten) belangrijke rollen
spelen.
De eerste fase van halfslaap duurt
meestal maar enkele minuten,
waarna een periode van diepe slaap
volgt. De activiteit van de buiten
mantel van de hersenen vertoont
daarbij, zoals EEG(elektro-encefa-
logrammetisch)-onderzoek leert,
een regelmatig, laagfrequent golf
patroon (het thèta-ritme).
Met EEG-onderzoek vond men
verder dat er tijdens de diepe slaap
kortere perioden optreden van on
regelmatige hersenactiviteit met
veel vlakkere golven. Tijdens die
perioden wordt de ademhaling on
regelmatig, loopt de hartslag op en Het eerste REM-stadium treedt meestal die uit het laatste REM-sta-
blijken de ogen onder de gesloten doorgaans op als de diepe-slaapfase dium.
oogleden in hoog tempo heen en ongeveer anderhalf uur oud is en .,nnnHiorön
weer te bewegen (REM). Dat wordt duurt tien minuten. De navolgende M,ie ZOOgaieren
REM-slaap genoemd en alleen tij- REM-stadia volgen elkaar sneller EEG-onderzoek doet men niet al-
dens die momenten droomt men. op en duren elk ook langer dan de leen aan mensen, ook dierensche-
De motorische zenuwen, die de li- eerste; de vierde en laatste kan tot dels 'beplakt' men al tientallen ja-
chaamsbeweging regelen zoals lo- ongeveer een half uur duren waarna ren met bossen gevoelige detecto-
pen, zijn tijdens de REM-fase uitge- men wakker wordt. Als men zich al ren om na te gaan welke hersenacti-
schakeld. een droom herinnert, dan is het viteit zich onder de schedeldaken
van al dan niet trouwe viervoeters
afspeelt. Bovendien kun je met en
in dierenschedels veel meer dingen
doen die bij mensen on-esthetisch
en veelal bij wet trouwens ook ver
boden zijn zolang er niet gegronde,
medische redenen zijn om iemands
schedel te lichten.
Eén van de belangrijkste resulta
ten van het onderzoek was de ont
dekking dat niet alleen de mens
maar alle zoogdieren een REM-
slaap kennen met nagenoeg dezelf
de kenmerken. Zoogdieren dromen
dus ook.
Uit het onderzoek bij dieren is
verder gebleken dat het ontstaan
van 'beelden' tijdens dromen wordt
veroorzaakt omdat vanuit de her
senstam bepaalde zenuwsignalen
doordringen tot in het gezichtscen
trum dat zich bij de mens in het ach
terhoofd bevindt.
Bij een bepaald soort miereneter,
een zoogdier dat echter eieren legt
in plaats van levende jongen ter we
reld te brengen zoals alle andere
zoogdieren, is de REM-slaap
vreemd genoeg afwezig. Men meent
hierin een aanwijzing te zien dat de
REM-fase in de evolutie voor het
eerst 140 miljoen jaar geleden op
trad tijdens de afsplitsing van de tak
der zoogdieren van die van de eie
ren-leggende zoogdieren die op hun
beurt van de reptielen afstammen.
Overleven
Professor Jonathan Winson, als
neuroloog verbonden aan de Ame
rikaanse Rockefeller-universiteit,
meent dat complexe processen in
de hersenen zoals de REM-fasen
een geweldig belangrijke rol heb
ben gespeeld en nog steeds spelen
bij het overleven van zoogdieren
waarbij de van buiten via de zintui
gen 'inkomende' informatie als het
ware gerangschikt en gescreend
wordt op bruikbaarheid voor het
dagelijkse leven. Het schijnt vol
gens Winson een soort evolutionair
leerproces te zijn dat als een 'film' in
een toestand van rust wordt afge
draaid. Daarbij spelen biochemi
sche processen in het centrum van
de hersenen, daar waar deze de
vorm van een 'zeepaardje' (in vak
taal daarom 'hippocampus' ge
noemd) hebben, een even cruciale
als ingewikkelde rol waarbij bij-
voorbeeld 'geheugenfactoren' en
het ontstaan daarvan in de vorm
van bepaalde stoffen en onafgebro
ken ionenuitwisselingen bij en in.
zenuwuiteinden (neuronen) liggen
Winson denkt dat dromen een ge
heugenproces is dat de mens door
primitievere levensvormen uit de
oertijd is nagelaten toen alleen het
'lerende beeld' van de droom be
langrijk was voor overleven. Het
zich bewust zijn van de 'eigen ik'
was daarbij voor (mens)dieren niet
belangrijk; die fase trad pas later in
de evolutie van de mens als homo
erectus (de 'rechtop lopende mens')
op.
Lange REM-slaap
Zijn 'leerfilm' meent Winson weer
spiegeld te zien in baby's die per et
maal in totaal gemiddeld acht uur
doorbrengen in REM-slaap; de
slaapcyclus van zuigelingen ver
schilt bovendien hemelsbreed van
die van ouderen.
Op tweejarige leeftijd is de duur
van de REM-slaap al teruggelopen
tot drie uur, wat een uur langer is
dan het gemiddelde waar volwasse
nen 's nachts mee van doen hebben.
Het pas enkele jaren geleden ge
starte, echt diepgaande onderzoek
naar de betekenis van de REM-
slaap zou wel eens heel wat meer
kunnen onthullen van ons eigen
zijn dan we nu vermoeden. In dat
wat zich in onze hersenen afspeelt
liggen vrijwel zeker sleutels van
nog onopgeloste vraagstukken van
de evolutie en onze afkomst.
De 'vrees om in het diepe te val
len' en het 'lood in je schoenen'-ef-
fect tijdens een vlucht voor een
'roofdier', zouden dat niet verre her
inneringen kunnen zijn van miljoe
nenjaren geleden toen onze voorou
ders in bomen leefden en elke val
naar beneden een wisse dood bete
kende?
(Bron: 'The Meaning of Dreams' door
Jonathan Winson, Scientific American,
nov. 1990, pag. 42 c.v.)
Van onze correspondent Wim Bisschop
In 1982 schreef John Naisbitt, een Amerikaanse
bedrijfsadviseur, de wereldwijde bestseller
Megatrends. Een boek waarin hij op grond van
veel statistisch materiaal en andere bronnen
voorspelde wat de belangrijkste ontwikkelin
gen in de jaren tachtig zouden worden. "Die
voorspellingen liggen mooi op schema",
schrijft Naisbitt nu in zijn nieuwe toekomst
voorspelling: Megatrends 2000.
Zo rond de wisseling van een millenium, zegt
Naisbitt, zijn de tijden meestal zwanger van
hooggespannen verwachtingen naast de meest
beangstigende nachtmerries. In zijn boek heeft
hij beide uitersten maar vermeden. Het is een
werkstuk waarbij de schrijver netjes met beide
benen op de grond is gebleven en daarom is het
vermoedelijk weer een wereldhit.
Naisbitt is een verklaarde optimist voor wat
de toekomst betreft. Hij gelooft dat de wereld
wel zoveel heeft geleerd van alle domme en
verkeerde dingen die er in het verleden zijn ge
weest, dat vanaf nu de zaken hoofdzakelijk
goed zullen gaan.
In Amerika is het boek dit voorjaar, dus ruim
voor de Golfcrisis en de aanverwante economi
sche somberheid, op de markt gekomen.
Naisbitt schrijft dan ook onbekommerd over
de grote economische sprong voorwaarts die de
wereld te wachten staat tot het einde van het
millenium. De tekorten op de Amerikaanse be
groting verontrusten hem niet. In vergelijking
met andere landen staat Amerika er florissant
voor, zegt hij. De negatieve handelbalans met
Japan is ook al niet iets om wakker van te lig
gen en zeker geen reden om tolmuren op te zet
ten bij de grenzen. Juist het tegenovergestelde,
het groeien naar een totale wereldmarkt, waar
alle produkten en alle geld overal inzetbaar
zijn, zal de wereld naar een ongekende econo
mische groei brengen, is zijn boodschap.
Kunstsponsoring
Die groei gaat gepaard met een grote opleving
van de belangstelling voor kunst en cultuur. Nu
wordt er nog veel geld gestoken in de sport,
maar op termijn zullen bedrijven daar selectie
ver in worden, omdat sport door het gebruik
van doping, door de rellen die er om heen ge
beuren, steeds minder aantrekkelijk wordt als
visitekaartje van een onderneming. Het is aan
trekkelijker om een bedrijf te associëren met
een mooie kunstverzameling of een goed opge
zet museum.
Die nieuwe welvarende wereld wordt ook
mogelijk vanwege de val van de communisti
sche landen, zo voorziet Naisbitt. Als dat geslo
ten communistische blok open gaat voor de we
reld, is er een enorm potentieel toegevoegd aan
de vrije markt van vraag en aanbod. Naisbitt
verwacht dat ook China weer een rol gaat spe
len in de economische groei in de wereld.
Die verwachting is mede gebaseerd op zijn
voorspelling dat er wereldwijd trends zijn die
overal gelijk zijn. De kleding en de muziek van
de jeugd zijn in het voormalige oostblok en in
China niet anders dan in de westerse wereld. Er
ontstaat een universele mode met Ikea-vesti-
gingen in alle landen, met overal hamburgers
en daarnaast pizzeria's en Chinese restaurants.
Coca cola, IBM en Porsche en de produkten van
de Amerikaanse filmindustrie zijn wereldpro-
dukten die overal passen in een universele life
style voor een bepaalde groep mensen. Bij die
ontwikkeling hoort ook de opkomst van een
wereldtaal: Engels.
Extra ruimte
Maar naast die mondiale eenvormigheid is er
juist extra ruimte voor een veel groter cultu
reel nationalisme, voor groepen die een taal en
streektradities in ere willen houden. In de
Aziatische wereld is er met name onder de is
lam een fundamentalistische beweging, die
Naisbitt ook ziet als een soort cultureel natio
nalisme, de afscheidingsbewegingen in de Sov
jet-Unie, h£t opkomend nationalisme in Japan,
het zijn vruchten van diezelfde boom. Binnen
zijn schema wordt dat vertaald als: hoe gelij
ker we allemaal worden op bepaalde terreinen,
hoe groter de behoefte wordt om juist een stuk
je eigen identiteit te verdedigen tegen die een
vormigheid.
Hij voorspelt een voor de hand liggende op
komst van een groot aantal Aziatische staten
aan de Stille Oceaan, waar nu keihard wordt
gewerkt om Japan in te halen, en die ook rijke
lijk zal bijdragen aan de grotere welvaart waar
de wereld op kan rekenen.
Daarna komen de vier interessantste hoofd
stukken van zijn nieuwe boek. Volgens Naisbitt
is de tijd daar dat de vrouwen in grote aantallen
plaats zullen nemen in de stoelen van het
management. Hij beschrijft hoe nu, in Ameri
ka, vrouwen al meer bedrijven oprichten dan
mannen. Vrouwen hebben volgens hem een an
dere manier van leidinggeven dan mannen: het
einde van het autoritaire leiderstijdperk is na
bij en vrouwen hebben het voordeel dat zij die
autoritaire trekjes niet hoeven af te leren, om
dat ze nu pas en masse op de arbeidsmarkt ko-
Biotechniek
Een dilemma van deze tijd, de biotechniek,
krijgt bij Naisbitt veel aandacht en veel kan
sen. Het is nu al mogelijk om via biotechniek
van alles te manipuleren en in te grijpen in bij
voorbeeld griepprocessen. Universeel is daar
een grote huiver voor, volgens Naisbitt is de
mensheid er op dit moment geestelijk nog niet
rijp voor om op grote schaal aan het manipule
ren te slaan. Maar dat er binnen de komende
tien jaren een moment komt waarop de eerste
grenzen worden overschreden, staat voor hem
vast.
De mens die uiteindelijk zal oordelen over
die nieuwe technieken, is de mens van het der
de millenium en volgens Naisbitt is dat een
mens die meer nadenkt dan de mensen in de
laatste helft van deze eeuw. Hij voorspelt de
opkomst van een nieuwe religiositeit, omdat de
mensen geen bevrediging meer vinden in een
puur materialistisch bestaan. Ze zullen zoeken
naar diepere waarden, naar normen en houvast.
Dat gebeurt niet via de kanalen van de regulie
re godsdiensten, maar dat gebeurt in allerlei
groepen, waar men even afstapt van de thema's
hypotheek, auto, inkomen. Men wil weer weten
waarom en verlegt de aandacht naar zinge-
vingsvragen.
De mens in de volgende eeuw wordt volgens
hem een mens die zijn leven grotendeels zo kan
inrichten als hij of zij wil. Het verband tussen
de arbeidsplaats en de woonplaats zal verdwij
nen, vanwege de mogelijkheden van telecom
municatie. Steden zullen niet meer groeien,
maar juist minder inwoners krijgen, omdat
mensen een betere plaats zullen kiezen om zich
definitief te vestigen.