Ontbreken kleilaag onder
belt was al in 1985 bekend
Strijdlustiger! in de epiloog van hun leven
Ex-minister Nijpels in 1988 mogelijk verkeerd voorgelicht
IKON verfilmt reünie Leids theologisch vrouwendispuut uit 1925
Mogelijkheden
Leegstandswet
weinig gebruikt
VRIJDAG 23 NOVEMBER 1990
PAGINA 17
De illegale gifbelt in Alphen aan den Rijn sloeg in als een
bom en heeft na de golf van publiciteit in 1988 veel
emoties losgemaakt. Het is nu dik 2,5 jaar later. Kemp
heeft als enige vuilvervoerder in het beklaagdenbankje
gestaan en de gemoederen lijken wat bekoeld.
Is dit het einde van het liedje? Maar hoe zit het met de
enorme vervuiling van de Coupépolderen de belofte van
de overheid dat het onderste vat boven moet komen?
Piet Rijnberg, lid van de projectgroep Coupépolder
namens de Vrienden van het Heemgebied, is al jaren
betrokken bij wat hij noemt 'een van de grootste
gifbelten van Nederland' en ziet het somber in. Hij
kwam deze week in de publiciteit in verband met een
brief aan het ministerie van landbouw, natuurbeheer en
visserij.
In dat schrijven beschuldigt hij de provincie Zuid-
Holland cn de gemeente Alphen aan den Rijn ervan het
ministerie te hebben misleid bij het verkrijgen van
subsidie van 1.2 miljoen gulden voor recreatieve
voorzieningen op de belt in de Coupépolder. In bijgaand
verhaal geeft Rijnberg zijn indrukken weer en trekt hij
conclusies op basis van langdurig archiefonderzoek.
ALPHEN AAN DEN RIJN -
"De overheid is van z'n stuk ge
bracht door de publiciteitsgolf,
maar we moeten niet denken
dat er maatregelen worden ge
nomen om de Coupépolder
schoon te krijgen". Dat zei ik 2,5
jaar geleden tijdens de oprich
ting van het bewonerscomité.
Er werd mij toen ten minste ver
weten het vertrouwen in de
overheid te hebben opgezegd.
Gelijk krijgen is meestal prettig,
maar in dit geval had ik het liever
niet bij het rechte eind gehad. Wat
de provincie nu van plan is: het
plaatsen van peilbuizen (monito
ren) en pas iets doen als' daarin ver
vuiling wordt gemeten, is een onno
zele 'saneringsvariant'.
Alleen al op basis van de rechtsza
ken is bekend dat er een immense
berg chemisch afval in de Cou
pépolder ligt. De rechter acht bewe
zen dat Kemp daarvoor in zekere
mate verantwoordelijk is en ook.
Dirk de stortbaas heeft bekend. Tij
dens de rechtszitting werd duide
lijk dat zich in deze cocktail van
chemicaliën stoffen bevinden, die
zelfs in zeer kleine hoeveelheden ui
terst schadelijk zijn voor de volks
gezondheid.
We weten inmiddels ook dat de
bodem onder de stort allesbehalve
waterdicht is, omdat een kleilaag
onder een belangrijk deel "van de
belt ontbreekt. Het is slechts een
kwestie van tijd dat de vervuiling
uit de belt onherstelbare schade
aanricht in het diepe grondwater.
Verder moet er rekening mee wor
den gehouden dat de vervuiling in
de laaggelegen polders, achter de
Ridderbuurt, in de (nabije) toe
komst naar boven zal komen. De
belt is zo lek als een mandje en
vraagt om meer maatregelen dan
het slaan van peilbuizen.
Schande
Waarom is er sinds 1988 niets onder
nomen om het vuil op te ruimen?
Om deze vraag te kunnen beant
woorden moeten we terug naar het
begin van de jaren tachtig.
De Coupépolder is al lange tijd
een verdachte lokatie. In 1982 leid
de dit tot een oriënterend (zeg maar
een eerste) 'onderzoek dat is uitge
voerd door het ingenieursbureau
Oranjewoud. Er kwam aan het licht
dat het oppervlaktewater in de sloot
rondom het stortterrein, evenals het
percolatiewater (water dat door de
belt heen sijpelt) uit de zijkant van
de stort en het ondiepe grondwater
op de stort sterk waren verontrei
nigd. Een citaat uit dat rapport: "De
gehalten aan ammonium-stikstof,
chloride, cadmium, chroom, koper,
zink, nikkel en lood, fenolen, aro
maten en gechloreerde organische
verbindingen zijn veel te hoog.
Naast huishoudelijk-, bouw-, sloop-
straat- en bedrijfsafval is er riool-
slib, asfaltschotten, verbrandings
resten van de huisvuilverbranding
Leiden, verontreinigde grond,
bleekaarde en shredderafval ge
stort".
Op grond van dit onderzoek werd
besloten de vuilstort in 1987 nader
te onderzoeken en een saneringson
derzoek moest in 1988 plaatsvin
den.
Dam wand
De gemeente leek zich de proble
matiek aan te trekken. Eind 1983
ontstond binnen de gemeentelijke
organisatie het idee van een dam-
wand. Zo'n damwand zou een ge
deelte van de stort geheel van de
omliggende omgeving moeten iso
leren. Maar die damwand is nooit
geslagen en inmiddels helemaal uit
beeld verdwenen. Misschien vond
de gemeente de damwand te duur.
Of speelde er soms iets anders?
Op 12 november 1984 schreef de
toenmalige directeur van openbare
werken dat er haast was geboden
om de Coupépolder nader te onder
zoeken 'gezien het belang van de
aanleg van de 9-holes golfbaan'.
Maar dat was makkelijker gezegd
dan gedaan. Want om het project in
aanmerking te laten komen voor
subsidie van het ministerie voor fa
se 7 en 8 (recreatieve voorzieningen
waarvan ook de golfbaan op de Cou
pépolder kon profiteren), dan
mocht het beltterrein in ieder geval
geen gevaar opleveren voor de
volksgezondheid (en dus ook niet
voor de te investeren gelden).
De Coupépolder moest dus wor
den afgevoerd van de zogenaamde
saneringslijst, dat is het overzicht
van verdachte stortplaatsen van de
provincie Zuid-Holland. De aanleg
van een damwand zou dan ook een
spaak in het wielsteken, omdat
daarmee werd aangetoond dat er
mogelijk wèl risico's waren voor de
volksgezondheid.
Het afvoeren van de sanerings
lijst kon maar op één manier en wel
door het nader onderzoek niet in
1987 uit te voeren maar onmiddel
lijk. De gemeente zou dan wel een
gedeelte van dit onderzoek moeten
betalen, maar dat was geen pro
bleem. Het geld werd gevonden
door tijdelijk de containerbedrijven
Vos en Verkerk toe te laten. Die
mochten tegen betaling op de belt
storten. Dat was nodig om een slui
tende begroting te krijgen. "Kenne
lijk is deze operatie zo succesvol
verlopen dat er zelfs een zeer aan
zienlijk exploitatie-overschot ge
creëerd is", schrijft ambtenaar Van
Dam van de afdeling algemene za
ken/stadsontwikkeling van de ge
meente Alphen aan den Rijn op 19
november 1984.
Projectgroep
De projectgroep Coupépolder werd
in het leven geroepen om het nader
onderzoek te coördineren. Deze
groep leek allesbehalve op de pro
jectgroep die nu het onderzoek be
geleidt en die bestaat uit vertegen
woordigers van milieubewegingen,
bewoners, en anderen.
Er hadden toen bij voorbeeld nog
geen burgers zitting in die project
groep, sterker nog: geen mens wist
tot 1988 van het bestaan van de pro
jectgroep af. Uit stukken in het ge
meentearchief wordt duidelijk dat
de projectgroep Coupépolder in
1985 uit drie mensen heeft bestaan:
een afgevaardigde van de gemeen
te, één van de provincie en één van
het Hoogheemraadschap van Rijn
land. Op 3 april 1985 komen zij bij
een om allereerst te beslissen w.elk
ingenieursbureau de Coupépolder
nader gaat onderzoeken.
Er zijn twee ingenieursbureaus
die kans maken: Oranjewoud (die
van het eerste oriënterend onder
zoek) en Iwaco. Oranjewoud wil het
nader onderzoek graag uitvoeren en
schrijft vooral benieuwd te zijn naar
de hoge gehalten aan verontreinig
de componenten, de ligging in een
infiltratiegebied en de 'mogelijke
afwezigheid van het Hollocene klei-
/veenpakket (zeg maar de ondoor
dringbare kleilaag) door ontgraving
voor het storten'. Daarover later
Het bureau Oranjewoud zegt dat
het zich, indien het de opdracht ver
werft, vooral zal richten op de ver
ontreiniging van het grondwater in
het eerste watervoerend pakket.
Voorts zal worden aangegeven wel
ke maatregelen voor beperking van
de verspreiding van de verontreini
gingen in het grondwater noodza
kelijk zijn. Tevens wordt bekeken
'in hoeverre de inrichting van het
recreatiegebied op het stort nader
dient te worden aangepast. Het re
creatiegebied is een bedreigd ob
ject'. Aldus Oranjewoud.
Oranjewoud krijgt de opdracht
niet. Uit het gemeentearchief valt
op te maken dat een ander bureau,
Iwaco, het onderzoek op zeer korte
termijn (binnen drie maanden) kan
afronden. Het onderzoek van Oran
jewoud duurt langer, omdat het uit
verschillende fasen is opgebouwd
en, voor zover ik het kan bekijken,
te intensief is.
Maar er is haast geboden om de
subsidie niet mis te lopen, teneinde
mede een golfbaan te kunnen reali
seren. Het is onvoorstelbaar, maar
drie maanden later ligt er een dik
rapport op tafel waaruit blijkt dat
wat Iwaco/overheid betreft de zaak
oké is.
Rode draad
De rode draad die door het Cou-
pépolderverhaal loopt is dat het na
der onderzoek in 1985 positief moest
uitvallen, anders zou het ministerie
van landbouw en visserij niet met
subsidie over de brug komen en
was daardoor ook de aanleg van een
golfbaan vrijwel ondenkbaar.
Het was daarom zaak gedeputeer
de staten (GS moet de subsidiege
ver verslag doen van het nader on
derzoek) er van te overtuigen dat er
'slechts maatregelen in de marge
nodig waren'. Daarin paste geen uit
gebreid, langdurig onderzoek.
Het ziet er naar uit dat de project
groep 1985 heeft aangestuurd op
een positieve uitslag van het nader
onderzoek, waardoor het ministerie
in 1985 (met opzet) verkeerd is voor
gelicht. Tussen de projectgroepver
slagen in het gemeentearchief uit de
periode '85 staan enkele opmerke
lijke aantekeningen. Enkele cita
ten: "Nu proberen Borgman a.s.
donderdag om te praten, daartoe
moet nu al worden vastgesteld dat
er hooguit maatregelen in de marge
nodig zijn". Een andere opmerkelij
ke zinsnede: "Waar is nu die klei
laag gebleven?"
Wat betekenen deze cryptische
krabbels?
Allereerst ten aanzien van Borg
man. Hij was indertijd gedeputeer
de en iemand met veel invloed. Als
men Borgman van een bepaalde
zaak kon overtuigen, dan was het
pleit in veel zaken beslecht. Het is
bovendien opmerkelijk dat zijn
naam wordt genoemd en niet van de
indertijd voor milieuzaken verant
woordelijke gedeputeerde Hekkei-
En dan de zinsnede betreffende
de kleilaag. Het ontbreken ervan
betekent grotere risico's voor het
milieu en daarmee zou de subsidie
van het ministerie op losse schroe
ven kunnen komen te staan.
Ik kom tot de conclusie dat het
ontbreken van de kleilaag in 1985
met opzet is verzwegen. Zelfs tot op
de dag van vandaag wordt door de
provincie beweerd dat dit gat pas in
1988 werd ontdekt. Ook de toenma
lige milieuminister Nijpels was in
1988 niet op de hoogte toen hij de
Tweede Kamer informeerde: "Uit
het laatste onderzoek is eveneens
gebleken dat de mogelijkheid be
staat dat het afdichtend kleipakket
niet overal aanwezig is". Is Nijpels
verkeerd voorgelicht of zou er een
vergissing in het spel zijn?
Als het in 1985 om dezelfde klei
laag gaat (en dat heeft een project
groeplid uit 1985 bevestigd), dan is
er werkelijk iets mis. Dat betekent
dat niet alleen in 1985 gegevens zijn
verzwegen, maar dat ook onjuiste
informatie is verspreid.
Iemand uit de projectgroep heeft
de bewuste aantekeningen tijdens
de projectgroepvergadering in 1985
opgeschreven. Dat betekent dat de
gehele projectgroep (met inbegrip
van Iwaco, het onderzoeksbureau
dat volgens het verslag tijdens deze
vergadering aanwezig was en nu
weer een hoofdrol in het huidige on
derzoek speelt) van deze feiten op
de hoogte moet zijn geweest.
Het gaat er mij niet om de provin
cie, de gemeente Alphen en het on
derzoeksbureau te beschuldigen,
maar we moeten niet vergeten dat
er niet alleen in 1985 grote belangen
op het spel hebben gestaan. Zou de
provincie het ministerie in 1985 vol
ledig hebben ingelicht over de Cou
pépolder, dan zou er geen subsidie
zijn gegeven. Naar alle waarschijn
lijkheid heeft de projectgroep uit
1985 slechts voor de formaliteit een
onderzoek begeleid, waarvan tevo
ren al vast stond dat er 'niets aan de
hand mocht zijn'.
De provincie heeft er nog steeds
alle belang bij dat de golfbaan in
stand blijft. Beheersmaatregelen
waarbij de golfbaan moet verdwij
nen zullen waarschijnlijk niet wor
den genomen. Als de golfbaan van
de kaart verdwijnt, zal het ministe
rie van landbouw en visserij moge
lijk de subsidie terugvorderen. En
als dit gebeurt zullen er heel wat
heilige huisjes sneuvelen.
Daarom, zo moet de provincie ge
dacht hebben, vormt de meest on
nozele beheersmaatregel, monito
ren, in ieder geval een waterdichte
'kleilaag' tegen financiële schade
claims en bestuurlijke averij.
PIET RIJNBERG,
lid projectgroep namens de Vrien
den van het Heemgebied.
Drie leden bijeen van het dispuut 'Kaap de Goede Hoop'. Van links Zondagavond wordt het IKON-programma over het Leids dispuut van
naar rechts dr. Rieta Jongeling, drs. Jo Moll van Charante-Van Leeu- 22.00-22.53 uur uitgezonden op Nederland 3. (foto pr>
wen Boomkamp en ds. Corrie Soutendijk.
Binnen de kerkelijke wereld
zijn het lange tijd vooral de
mannen geweest die het
voor het zeggen hadden. Zo
ook,binnen de studie
theologie. Maar in 1925 heeft
een aantal studentes
theologie aan de Leidse
universiteit daaraan wat
proberen te veranderen
door oprichting van het
dispuut 'Kaap de Goede
Hoop'. Vijfenzestig jaar na
dato hee'ft de IKON enkele
leden van dit dispuut nog
eens bij elkaar gebracht en
onder de titel 'Reünie Kaap
de Goede Hoop' een
boeiend programma
gemaakt dat het tweede deel
vormt van het drieluik 'De
inspiratie'. Zondagavond
wordt het programma van
22.00-22.53 uur uitgezonden
op Nederland 3. Een korte
voorbeschouwing.
Van onze redacteur
Cees van Hoore
LEIDEN/HILVERSUM - On
der de 1544 studenten die in
1925 college lopen in Leiden
zijn veertien vrouwelijke stu
denten theologie. Drie van deze
studentes sturen op 24 novem
ber van dat jaar onder het kopje
'Geheimhouding' een brief naar
de andere elf. In deze brief spre
ken de aspirant-theologen hun
zorg uit over de positie van de
vrouw binnen de studie. Hun
eis: zelfstandigheid in doen en
denken. Enkele weken daarna
wordt het dispuut 'Kaap de
Goede Hoop' opgericht.
Nu. vijfenzestig jaar later, zo laat
ons het door Lioni Schrederhof,
Mary Michon, Bara van Pelt en
Colet van der Ven gemaakte pro
gramma van de IKON zien, wordt
deze door zeevaarders gevreesde
kaap gesymboliseerd door twee
enorme taarten waarop in slag
room de woorden Scylla en
Charybdis zijn gespoten. Ze prij
ken op een tafel in het Leidse
Academiegebouw aan het Rapen
burg, waar zeven leden van het
dispuut elkaar na jaren weer tref
fen.
Een aantal van de dames is pre
dikant geworden en sommigen
houden zich intensief bezig met
het kerkelijk leven en de vredes
beweging. Dat daarbij toch een
aantal illusies zijn gesneuveld,
valt zo nu en dan van'de gezichten
af te lezen. Maar de oude strijd
lust is nog niet verdwenen. Er is
bij de dames nogal wat kritiek op
een uitdrukking als 'de grijze
golf. Mevrouw Drs. Jo Moll van
Charante-Van Leeuwen Boom
kamp: "Wij bevinden ons in de
epiloog van het leven".
Verraderskus
Het is mevrouw Moll die in dit bij
na een uur durende programma
de meeste indruk maakt. In de
preutse jaren twintig verloofde ze
zich met een gescheiden man, net
als zij een student. Deze verloving
resulteerde in een huwelijk waar
uit negen kinderen werden gebo
ren. Het kostte haar haar plaats
als student aan de universiteit en
het seminarie. Tegelijk met ie
mand in de collegebanken zitten
en van hem houden, dat kon niet,
vonden de hoogleraren. Mevrouw
Moll: "Ik weet nog goed dat pro
fessor Heering me bij zich riep en
vroeg: 'Is het echt waar, wat ze
vertellen?' 'Ja', zei ik. Hij schudde
meewarig zijn hoofd en ant
woordde: 'Kind, kind, wat doe je'.
En daarmee was het bekeken. Hij
kwam heel plechtig, als een soort
hogepriester op me af, nam mijn
hoofd tussen zijn handen en
drukte een kus op mijn voor
hoofd. Ik heb op weg naar huis
telkens geprobeerd om die kus,
die verraderskus, weg te poet-
Gonnie Scholten, destijds een
stuwende kracht in het dispuut,
verdiepte zich gedurende haar le
ven in de feministische theologie.
De bijeenkomsten van het dis
puut staan haar nog helder voor
de geest. Ze vertelt er enthousiast
over. Uit haar verhalen komt naar
voren dat ze de positie die ze als
predikante nu heeft meter voor
meter heeft moeten bevechten.
Haar dispuutgenoot, mevrouw
Soutendijk, herinnert zich in dat
verband nog iets aardigs. "Het
was even na de bevrijding. Er
moest een bevrijdingsdienst wor
den gehouden. De mannelijke
predikanten hadden het te druk
na die oorlogswinter. 'Ik wil het
best doen', zei ik. 'Dat kan een
vrouw niet', was de reactie. Na
derhand, toen ze niemand kon
den krijgen, kwamen ze naar me
toe met het verzoek of ik het toch
maar wilde doen".
Net als zij heeft ook mevrouw
Moll haar leven lang tegen deze
onrechtvaardige toestanden ge
streden. "Ons dispuut heeft wel
degelijk geholpen. De meisjesstu
denten werden mondiger. Ik weet
nog dat ik in 1938 een lezing
moest geven voor 'De Kaap de
Goede Hoop'. Ik kwam daar en
die meiden zaten op poefs, ze
rookten als bavianen. De kern
vraag van mijn lezing was: wat
moet onze taak dan zijn als we
niet zouden mogen preken in ker
ken? Dat veroorzaakte wel enige
commotie. Voor die meisjes
stond het als een paal boven wa
ter dat ze dat wel zouden gaan
doen. Ze waren al weer veel ver
der dan wij".
Schepper
Door intensieve studie heeft zij
toch nog kans gezien de studie
af te maken. "Ik was door dat
dispuut behoorlijk strijdbaar
geworden, maar ik koos in eer
ste instantie toch voor mijn ge
zin. Ik vergelijk me zelf wel
eens met Doornroosje. Maar ik
werd door mijn prins niet wak
ker gekust maar in slaap. Twee
ënvijftig jaar lang. Althans, wat
mijn studie betreft. Toen ik
trouwde heb ik de theologie op
het tweede plan gesteld. Die ne
gen kin4eren eisten mijn volle
dige aandacht. Ik miste wel
wat, maar ieder mens moet nu
eenmaal dingen missen. Dat
moet je verwerken. Alles hoort
bij het leven. Ik heb daar vrede
mee gehad. De mens is één ge
heel, niet alleen maar dit of dat.
Ik heb negen kinderen gehad
en elke geboorte heb ik be
schouwd als iets religieus. Je
bent als vrouw tijdens zo'n ge
boorte toch in wezen schepper
naast God".
DEN HAAG De in 1981 ingevoer
de Leegstandswet, waardoor ge
meenten meer mogelijkheden
moesten krijgen om ongerechtvaar
digde leegstand van woningen en
gebouwen tegen te gaan, wordt in
de praktijk nauwelijks gebruikt.
Staatssecretaris Heerma (VROM)
heeft dit de Tweede Kamer in een
brief laten weten.
Om de werking van de wet te con
troleren, liet de bewindsman in de
periode 1986-1989 een onderzoek
uitvoeren in 55 gemeenten. Het op
basis van de wet vorderen van wo
ningen en gebouwen gebeurde al
leen in Amsterdam, Nijmegen, Rot
terdam en Utrecht. Het tijdelijk ver
huren van leegstaande woningen en
gebouwen gebeurde vooral in de
vier grootste steden en in Gronin
gen, Haarlem en Nijmegen. Van de
mogelijkheid tot anonieme dag
vaarding van eigenaren van leeg
staande panden werd alleen ge
bruik gemaakt in Amsterdam en
Nijmegen.
Heerma wijst erop dat hij in een
nog te maken Huisvestingswei
nieuwe regels zal opnemen vooi
vordering van leegstaande woon
ruimten en gebouwen.
Hemofilie aantonen
door DNA-onderzoek
LEIDEN - Door onderzoek in het
DNA is nu met grote zekerheid aan
te tonen of vrouwen besmet zijn
met de erfelijke bloedziekte hemo
filie. Ook is al in de tiende week van
de zwangerschap waar te nemen of
het kind besmet is.
Dat zegt Annette H.J.T. Bröcker-
Vriends in haar proefschrift 'Gene
tics of Haemophilia. The contribu
tion of DNA analysis' waarop zij op
27 november wil promoveren aan
de Leidse universiteit.
Tussen 1984 en 1989 werden 510
vrouwen onderzocht, bij wie hemo
filie in de familie voorkomt. De helft
van het aantal vrouwen hoefde niet
bang te zijn voor de ziekte.
Bröcker-Vriends is werkzaam als
staflid bij het Klinisch Genetisch
Centrum Leiden.
AFSCHEIDSCOLLEGE - Prof.
D.W. van Bekkum geeft op dinsdag
4 december in de Pieterskerk zijn
laatste college. Van Bekkum is bij
zonder hoogleraar experimentele
transplantatiebiologie van de facul
teit der geneeskunde aan de Leidse
universiteit. De scheidende hoogle
raar is tevens initiator en directeur
van het voormalig Radiobiologisch
Instituut TNO. Bij het afscheidscol
lege zal ook prins Claus aanwezig
zijn.
De Alpheuse Coupépolder vanuit de lucht gezien. Links de Zegerplas. Midden onder de golfbaan. <ii