Onderbetaald en ondergewaardeerd' Deze baaszoekteen organisatiedeskundige. De grote vraag om gezinshulpen en de zorg om een 'grijze' toekomst ZATERDAG 17 NOVEMBER 1990 EXTRA PAGINA 35 De vergrijzing legt een zware hypotheek op Nederland als verzorgings staat. Binnen een tijdsbestek van nog geen twintig jaar is de geboorte golf die dit land vlak na de oorlog overspoelde toe aan de pensioenge rechtigde leeftijd. Aangezien het geboortecijfer nadien is gekelderd, zal binnen afzienbare tijd een verhoudingsgewijs beperkte groep van wer kenden moeten opbrengen voor de sociale zorg van een vrij omvangrij ke categorie van gepensioneerden. Wacht hulpbehoevende ouderen een toekomst, waarin amper naar ze wordt omgekeken? Of worden de oudere jongeren van nu straks op hun wenken bediend door middel van een op maat gesneden zorgverlening? Een waarschuwing vanuit het veld richting politiek: als er niet meer geld voor de thuiszorg wordt uitge trokken, dan zouden er in de toekomst wel eens te weinig helpende handen voorhanden kunnen zijn. "Dit werk wordt ondergewaardeerd en vooral ook onderbetaald". door Gerard van Putten Claassen:Bij de stichting Ge zinsverzorging komen we han den tekort. Wij vragen veel van onze sollicitan ten, helaas heb ben we betrek kelijk weinig te bieden". tfotos Holvast) De gezinsverzorging levert stellig dank baarheid op, maar afgemeten aan wat in vergelijkbare beroepen wordt betaald ook een bescheiden beloning. Sinds jaar en dag wordt vanuit de Stichting Gezins verzorging uiting gegeven aan de zorg om het structureel grote personeelsver loop en het daarmee samenhangende te kort aan goed ingewerkte krachten. Ook al vanwege de toenemende vergrijzing dreigt de thuiszorg meer en meer in de knel te raken. En in het verlengde daar van, de oudere meer en meer in het ge drang. De overheid en in het bijzonder staats secretaris Simons van WVC denkt de groeiende zorg om de ouderenzorg te kunnen wegnemen met de nota 'Werken aan Zorgvernieuwing', een aangepaste versie van het zeer omstreden plan-Dek ker. De inhoudelijke discussie over de nota is in politiek-Den Haag nog volop gaande, maar aangenomen mag worden dat 'Werken aan Zorgvernieuwing' in 1994 een door de maatschappij geaccep teerd gegeven zal zijn. De kosten van de gezondheidszorg daaronder begrepen de gezinsverzorging zullen dan niet langer worden gedekt door de pakketten van ziekenfondsen en ziektekostenver zekeraars. Daarvoor in de plaats treedt een basisvolksverzekering waarin zowel ziekenfondsverzekerden als particulier verzekerden worden ondergebracht. De premie zal grotendeels (voor 85 procent) worden afgestemd op de draagkracht van de verzekerde; voor de resterende 15 procent kan men zich bijverzekeren bij een zorgverzekeraar. Vooruitlopend op die nieuwe toestand is de Gezinsverzor ging sinds 1 januari 1989 onderbracht bij de algemene wet bijzondere ziektekos ten. Bedenkingen Of de nota 'Werken aan Zorgvernieu wing' de gevreesde ontmanteling van de gezondheidszorg zal verhinderen, daar over bestaan in het veld nogal wat beden kingen. De ziektekostenverzekeraars bij voorbeeld hebben deze week in een pagi nagrote open brief in vijf landelijke bla den staatssecretaris Simons 99 indrin gende vragen gesteld over de eventuele consequenties van de gezondheidszorg- nieuwe stijl. Parallel aan 'Werken aan Zorgvernieu wing' scheidde het ministerie van wvc ook de nota 'Van samenwerken naar sa mengaan' af. Daarin wordt gepleit voor een stapsgewijze bundeling van de Ge zinsverzorging en het Kruiswerk. Op 11 juni is daartoe de eerste aanzet gegeven met de oprichting van de Landelijke Ver eniging voor Thuiszorg. Het ligt in de be doeling dat de thuiszorg wordt gemodel leerd naar een situatie met een sterk ver grijsde populatie. De handen ineenslaan om te voorkomen dat de thuiszorg "han den tekort komt om alle zorgbehoeven- den achterna te lopen, dat verhaal schuilt eigenlijk achter de voorgenomen fusie. Het past allemaal in de veranderde, mede door financiële overwegingen in gegeven, opvatting over de bejaarden zorg waarbinnen het accent de laatste ja ren meer en meer is verlegd van de intra murale naar de extramurale zorg. Anders gezegd: de overheid heeft onder het regi me van de toenmalige WVC-minister Brinkman het beleid er op afgestemd de oudere zo lang mogelijk in diens ver trouwde omgeving te houden. De achter liggende gedachte daarvan was niet al leen een sociale, maar vooral ook een kostenbesparende. In beginsel is de Gezinsverzorging be reid op termijn te integreren met de Wijkverpleging. Wat directeur A.A. Claassen van de stichting Gezinsverzor ging Leiden betreft zal wel aan ten min ste drie voorwaarden moeten worden voldaan. Bondig samengevat dringt hij aan op de opening van één loket voor een een duidige behandelingsprocedure van ver zoeken om thuishulp. Nu ontstaat er nog wel eens discussie over de vraag of de aanvrager de zorg van een gezinshulp, dan wel van iemand van de wijkverple ging behoeft. Het bijdragestelsel van de samen te voegen instellingen moet in de visie van Claassen voor 1 januari 1992 worden ge harmoniseerd. Het Kruiswerk heft en treegeld aan iemand die voor het eerst een beroep doet op het dienstenpakket; het lidmaatschap kan in stand worden gehouden door betaling van contributie, die gratis dienstverlening garandeert. De stichting Gezinsverzorging verlangt een bijdrage voor de te leveren diensten, ge relateerd aan inkomen en gezinssamen stelling. Ten slotte meent Claassen dat de voor genomen samenvoeging gepaard .moet gaan met aanpassingen in de salaris sfeer. Naar zijn mening blijven de belo ningschalen te zeer achter op die van het Kruiswerk. "Wij wórden zorgondernemers, dat zijn we nooit geweest. Integendeel, wij vormden tot voor enkele jaren een vrij statische, gesubsidieerde organisatie. Zwart-wit gesteld kon slechts op bepaal de tijdstippen bij de stichting worden aangeklopt. Nu zijn we bezig ons te ont wikkelen tot een dienstverlenend bedrijf dat zorg levert. Er huist nu veel meer on dernemingsgeest binnen de stichting. Er wordt beduidend klantgerichter ge werkt, en dat is met het oog op de toe komst ook noodzakelijk. De oudere mensen van straks zullen mondiger zijn dan dé huidige generatie bejaarden, ze zullen hogere eisen stellen. De burgerij wil niet langer afhankelijk zijn van lief dadigheid. van de caritas. Waar de men sen om vragen zijn goed gekwalificeerde zorgleveranciers, die geacht worden 24 uur per etmaal beschikbaar en bereik baar te zijn". Zorgcontract Om aan die wens tegemoet te komen zal de clientèle uiterlijk 1 januari 1992 een zorgcontract worden voorgelegd. Daarin wordt, ook in het geval er sprake is van ziekte of vakantie de belanghebbende in elk geval een minimale, aan hedendaag se kwaliteitsnormen voldoende zorg ge waarborgd. Sinds enige tijd is een deel van het medewerkersbestand van de stichting Gezinsverzorging ingepast in helpendenteams. In totaal zijn er vijf ge formeerd. Elk team bestaat uit acht per sonen en gezamenlijk dragen de teamle den de verantwoording voor de hulp aan cliënten in de wijk. De eerste indrukken zijn gunstig. Voor geen prijs willen ook de teamleden terug naar de oude situatie van kleine zelfstandige in loondienst. "Het ziekteverzuim is drastisch vermin derd". heeft Claassen vastgesteld, "ver moedelijk ook omdat binnen de teams de gedachte leeft dat men elkaar niet mag laten zakken". Niet eens zo lang geleden moest de klant, toen de wijkgerichte helpenden teams nog niet bestonden, wel eens nee worden verkocht. Ziekte, vakantie en atv stonden nogal eens op gespannen voet met de continuïteit van de hulpverle ning. Bovenal frustreerde het soms nij pende tekort aan personeel soms een soepel lopende vervangingsregeling. Zo dra een klant door afwezigheid van de gezinsverzorgster 'onbemand' dreigde te raken, moest als het ware het hele mede werkersbestand worden afgebeld om te bezien of iemand bereid was in en bij te springen. Binnen het innige verband van hel pendenteams kan de absentie van een van de medewerkenden flexibeler wor den opgevangen. De teamleden denken daarover als het ware met elkaar mee, plegen geregeld met elkaar overleg en delen de werktijden in naar de zorgbe hoeften, zoals die in de wijk bestaan. De betrokkenheid onder de gezinshulpen is groot. Valt een teamlid tijdelijk weg, dan kan door enig geschuif met werktijden en clientèle toch iedere klant worden be diend. Claassen: "In elk geval kan. door bij de ene klant een uurtje korter te wer ken ook die andere klant de meest nood zakelijke zorg worden geboden. Zodra het helpendenteam weer compleet is, kan weer optimale zorgverlening wor den geboden". Voor mensen die zijn belast met de vervulling van de thuiszorg, is het risico overigens nadrukkelijk aanwezig dat werkbelasting kan doorslaan naar over belasting. "Daar moeten we inderdaad voor waken", zegt Claassen. "Juist van die groepscohesie gaat een sterk motive rende werking uit. Op zich prima, die toewijding en gedrevenheid, als men zich maar niet aan het werk vertilt". Werklast Een wetenschappelijk onderzoek dat zich uitstrekte van november 1986 tot fe bruari 1989 leverde het rapport 'Thuis zorg nader bekeken' op. Daarin wordt een uiteenzetting gegeven over de werk situatie van 168 Drentse beroepskrach ten, deels werkzaam in de Gezinsverzor ging en deels in de Wijkverpleging. De leidinggevenden in de Gezinsverzorging maakten van de gelegenheid die de en quête bood dankbaar gebruik om op ba sis van wat hen vanuit 'het veld' ter ore was gekomen aan te geven dat de werk last de laatste tijd sterk (50 procent) of iets (32 procent) was toegenomen. Als een van de oorzaken van de belang rijk gegroeide werkbelasting werd aan gevoerd de grotere hulpbehoevendheid van de clientèle. En dat hangt dan weer ten nauwste samen met de accentver schuiving in de ouderenzorg. Waar in het verleden gezonde 65-plussers zonder mankeren een kamer in een bejaarden huis konden reserveren, daar wegen nu medische argumenten zwaar bij de be oordeling ouderen wel of niet in te kwar tieren. Indien de omstandigheden het maar even toelaten wordt de oudere in ei gen omgeving verzorgd. Een aanvraag om bijstand in de huis houding wordt binnen 2 x 24 uur gehono reerd met de komst van een medewerker van Gezinsverzorging. Ter plaatse beoor deelt die in hoeverre het verzoek ge grond is en hoe groot de urgentie is. Claassen: "Onder bepaalde omstandig heden streven we ernaar binnen 2 x 24 uur die hulp te bieden. Indien gewenst en indien nodig wordt tegenwoordig ook 's avonds en in het weekend hulp gebo den". Concurrentie Een macro-onderzoek heeft uitgewe zen dat de Gezinsverzorging en het Kruiswerk, mits op grotere schaal (met verzorgingsgebieden van 250.000 tot 400.000 inwoners) georganiseerd, toe kunnen met een budget van ruim twee ënhalf miljard. Van overheidswege is te vens aangegeven dat een efficiëntere taakverdeling intern ^en besparing van 300 miljoen gulden zou kunnen opleve ren. Samenvoeging van onder meer per soneelszaken en de administratie zou volgens Claassen de kosten inderdaad behoorlijk kunnen drukken, en het voor deel daarvan zou dan kunnen zijn dat het vrijkomende geld ten goede kan komen aan de zorgverlening. Dat zou kortom kunnen worden omgezet in hulpverle ningsuren". De financiering van de Gezinsverzorging en het Kruiswerk is tot 1994 zeker ge steld. "In dat jaar verliezen we het mono polie. Het mag niet uitgesloten worden geacht dat er concurrentie van zorgin stellingen zal opdoemen. Op grond van prijs en kwaliteit zullen we met ingang van 1994 onszelf moeten bedruipen. De thuiszorg zal contracten met verzeke raars moeten afsluiten op basis van prijs en kwaliteit. In theorie zou het kunnen dat de verzekeraars onze verzorgings- prijs te hoog vinden en dan besluiten een deur verder te gaan". In de visie van WVC volstaat, landelijk bekeken, voor de Thuiszorg een totale verhoging van de salarispost met 60 mil joen per jaar. Veel te krap begroot, meent Claassen. "Bij lange na niet voldoende als je nagaat dat er 100.000 mensen in de Gezinsverzorging werkzaam zijn. Een peanut op jaarbasis. Willen wij de kwali teit en de kwantiteit van de zorgverle ning blijvend kunnen waarborgen, dan zal er meer geld op tafel moeten komen voor uitbreiding en voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Anders zullen we op de arbeidsmarkt weinig kans van slagen hebben en wellicht gedoemd zijn de arbeidskrachten uit het buitenland te halen". Op basis van achttien jaar ervaring in deze beroepssector ("eerst in de bollen streek en nu al weer tien jaar in Leiden") kent directeur A.A. Claassen als geen an der de vooroordelen, die ten opzichte van het werk van gezinsverzorgsters be staan. "Er wordt altijd maar gedacht dat we alleen maar de boel bij iemand thuis schoonmaken, huishoudelijk werk ver richten. Maar het is veel meer. De helpster is niet zo maar een werkster die in het gootsteenkastje en de linnenkast komt". Als er al wordt gepraat over werkster, dan gaat het volgens hem in feite wel over sociaal werksters. Want: helpsters treden in de intimiteit van het gezin. "Ze treden in iemands levenssfeer en worden daardoor geconfronteerd met dementie, met eenzaamheidsproblemen. Met het verdriet van mensen, omdat ze geleide- lijkaan de familieleden en kennissen zien wegvallen. Of omdat de kinderen ver weg wonen en daarom niet regelma tig langs kunnen komen. Kijk, je kunt als helpster dan niet zomaar aan de slag gaan en daarna de boel de boel laten, zo dra alles aan kant is. Enerzijds dienen helpsters zich bescheiden op te stellen, anderzijds moeten ze ook betrokkenheid tonen en klaar staan als mensen hulp be hoeven. Wij vragen veel, maar wij kun nen betrekkelijk weinig bieden. De belo ning ligt nu iets boven het minimum loon". Kritiek Niet bepaald een vetpot. En daarbij komt dan nog dat het werk zich lang niet altijd door de arbeidsvitaminen alleen laat be geleiden, maar stellig ook door een flink portie kritiek. Voor sommige klanten is het emotioneel een moeilijke, zo niet on verteerbare zaak dat ze onder dwang van persoonlijke omstandigheden de huis houding geheel of gedeeltelijk uit han den moeten geven. Het komt voor dat de gezinsverzorgster het in de ogen van de gene die hulp krijgt nooit goed doet. Met het gevolg dat de vinger langs de kast gaat, en dat er onder het bed wordt geke ken waar zojuist de stofzuiger nog is langs geweest. Een achtergebleven stofje kan dan al aanleiding zijn tot het spuien van een vernietigende opmerking over het vermeende geflodder van de helpen de. Klachten worden bij de stichting Ge zinsverzorging serieus genomen, al laten sommige aanmerkingen zich afdoen als gezeur. "Onder de klanten heb je precie- zen en rekkelijken", merkt Claassen op. Daarbij komt nog. zegt hij ook, dat er met gemak een kloof tussen twee generaties kan ontstaan. De ene klant is bij wijze van spreken al blij met het bezoek van de gezinshulp, terwijl de ander vindt dat al les spie en span moet zijn. En zelfs nog blinkender, nog schoner, nog geboender, nog hagelwitter dan de witste witwas in een waspoederreclame. Mieke Kessels is een van de gezins helpsters die in weerwil van het grote personeelsverloop tot de blijverdjes mag worden gerekend. Al elf jaar is ze werk zaam in de gezinsverzorging, en dat is volgens haar bepaald geen unicum. De Stichting Gezinsverzorging weet zich verzekerd van de toegewijde medewer king van enige helpsters die al twintig Mieke Kessels: meer dan een werkster. (Wim Dijkman) jaar hun diensten aanbieden. "Ik vind het leuk werk, anders was ik er al lang mee opgehouden. Vooral het sociale as pect van dit werk trekt me aan". Haar werkweek beslaat in totaal 16 uur. In twee huishoudingen is ze met grote regelmaat een graag geziene gast. Ze doet niet alleen de huishouding, ze verzorgt ook in de breedste zin des woords. In Leiden, in de Mors, komt ze drie keer in de week bij een bejaard echt paar, van wie ze als regel eerst de incon- tenente man des huizes wast, waarna ze het oog van de vrouw verzorgt. Mieke doet ook nog de was. en ze maakt het huis schoon. Wat dat betreft staat ze als het ware model voor de uitspraak van haar directeur Claassen, die opmerkt dat er tussen de thuishulp en de wijkverple ging een grijs vlak bestaat. In de praktijk komt het er dikwijls op neer dat de helpsters ook degenen zijn. die er op toe zien dat met name hun oudere klanten geregeld eten. Grijze vlak In het grijze vlak tussen Gezinsverzor ging en Wijkverpleging bevinden zich ta ken, waarvan het eigenlijk niet helemaal vaststaat door wie die moeten worden verricht. Het is niet uitgesloten dat bin nen afzienbare tijd ook wijkverplegen- den in de helpendenteams zullen wor den opgenomen. Gezinshulp Mieke Kes sels werkt nu nog in haar eentje, maar zij zegt er geen enkel bezwaar tegen te heb ben om in teamverband te gaan werken. Het structurele personeelsverloop heeft Claassen ertoe aangezet om ver trekkers een formulier uit te reiken om zodoende de reden van ontslag aan de weet te komen. Na anderhalf jaar parti culier onderzoek zegt hij: "Ik kan niet zeggen dat uitsluitend en alleen de hono rering een reden vormt voor mensen om bij ons weg te gaan. Het ligt allemaal wat complexer. Er zijn wel degelijk nog een paar factoren die kunnen leiden tot ver trek. Als vrouwen bijvoorbeeld moeder worden kan het gebeuren dat ze beslui ten zich volledig toe te leggen op de ver zorging en opvoeding van hun kinderen. Er zijn ook gezinshulpen geweest die er mee ophielden, toen hun cliënt bij wie ze jaren over de vloer kwamen in een ver pleeghuis werd opgenomen. En ja, dan is er ook nog de categorie van helpenden die hogerop wil". Het is de tragiek van de zorgsector dat de mogelijkheden om carrière te maken vrij beperkt zijn. Niet voor niets wijst Claassen er op dat het middenkader in de Gezinsverzorging door een beperkt aan tal krachten wordt bezet. "Het meren deel van het personeel dat bij de Gezins verzorging werkt, is vrouw. Hoe belache lijk ook, het zou statusverhogend wer ken als er meer mannen voor dit verzor gende beroep zouden kiezen". Er is ten minste nóg een overweging die directeur Claassen mild stemt als het gaat om de eventuele komst van manne lijke krachten. De vrouwelijke medewer kers van de Gezinsverzorging worden af en toe achtervolgd door het probleem van de ongewenste intimiteiten. Tot voor enkele jaren een gegeven waarover niet werd gesproken, nu een gewichtig punt in de cao. "Ook al blijkt achteraf de klacht onge grond. zodra iemand vraagt om een an dere werkplek wordt dat verzoek inge willigd. Binnen de ondernemingsraad wordt nu vrijelijk over dit onderwerp ge sproken. Met bewondering heb ik vast gesteld dat helpsters op charmante, crea tieve en humoristische wijze avances van een enkele oudere weten te pareren. Als uitgangspunt hanteer ik dat wat de gezinshulp als ongewenst ervaart door mij als ongewenst wordt uitgelegd. In principe vind ik dat de hulpverlening moet doorgaan. Daarom zou het zo goed zijn als ik de beschikking had over meer mannelijke krachten, die een lastig ge vallen vrouwelijke medewerker zouden kunnen vervangen. Van de cliënt ver wacht ik dat-ie zich terughoudend ten opzichte van medewerksters opstelt. Zo die daar niet aan voldoet of wil voldoen, is het in het uiterste geval denkbaar dat 'de hulpverlening wordt stopgezet". Wachtlijst De wachtlijst vermeldt de namen van 160 aanvragers. "We komen handen tekort", zegt Claassen. "Grofweg heb ik nu nog geld voor tien full-time krachten. De moeilijkheid is dat schoolverlaters ge neigd zijn te kiezen voor een andere baan. Wat wij doen. wordt ondergewaar deerd en onderbetaald. Als dat zo blijft, en dat zeg ik met het oog op de toekomst, komt de politiek zichzelf tegen. En dan zijn we met z'n allen verder van huis". Thüis»)fB.Tref (end werk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 35