Bewegen op Het Woord Dankdag in stemmig zwart in Staphorst ZATERDAG 17 NOVEMBER 1990 PAGINA 33 Als altijd in november vierde Staphorst z'n dankdag voor ge was en arbeid. Een groot feest, zou je verwachten. Maar de uitheemse bezoeker komt bedrogen uit. Het dorp is geheel verlaten. Zo niet de Nederlands Hervormde kerk, waar het tot tweemaal toe zwart ziet van de Staphorsters. Een onwrik bare traditie in een gemeenschap die niet langer voor een 'safaripark' wil worden aangezien. door Peter Heerkens Staphorst op dankdag: volledig uitgestorven. Scholen dicht, winkels dicht. (foto's GPD» Zwolle voorbij, verder de A28 op, Rou- veen gepasseerd, en waar Overijssel ein deloos lijkt, volgt dan ineens de blijde boodschap: afslag Staphorst. In mij gaat het grinniken. Waarom precies? Dat vraag ik me nou ook altijd af op weg naar Den Haag bij de aanduiding 'Prins Claus Plein'. Staphorst. 'De poort naar- Scandina vië'. Ik weet dat van burgemeester Jans sen die afgelopen week deze primeur schonk aan het dagblad Trouw. De bur gemeester: "Hoofd-ader in de infrastruc tuur is de A28 die deze boeiende, dyna mische en moderne gemeente verbindt met het noorden, richting Friesland, Groningen. Duitsland, Polen en de Sov jetunie. Maar ook is het de poort naar Scandinavië". En de hemel natuurlijk. Maar daar rept Janssen wijselijk niet over. Staphorst is een campagne begonnen om verlost te worden van wat de burgemeester noemt 'een imago dat volstrekt niet klopt met de werkelijkheid'. Daartoe hebben alle scholen voor de journalistiek een uitno diging gehad om op excursie te komen. De hoop ten aanzien van de gevestigde orde is blijkbaar opgegeven. Vorige keer nog mochten we allemaal; een 'landelij ke persdag'. Dat was in 1980. De onvrede in Staphorst over de vooroordelen in de publiciteit is dus niet van vandaag of gis teren. En de woorden van Janssen zijn even min nieuw. De toenmalige burgemeester tot de verzamelde journalisten: "Het ne gatieve imago dat Staphorst in het land heeft, moet van de baan. Het is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Wij zijn niet anders dan welke andere normale gemeente met normale inwo ners. Mag een volk bepaalde waarden hebben? Ergens tegen gekant zijn? Die vrijheid moet toch bestaan? De Stap horsters zijn in godsdienstig opzicht een trouw en gelovig volk, streng in de leer. Wat is er tegen de rustige, traditionele kerkgang in groepjes op zondag, te voet en in klederdracht, met de zilveren bijbel in de hand? Die traditie vraagt om res pect, om met rust te worden gelaten". Les 1 Als eersten mochten die maandag de as pirant-journalisten van het Hoger Infor matie Communicatie Onderwijs (HICO) te Zwolle er aantreden. De Meppeler Courant deed verslag. "Er werd kritisch gereageerd op de promotie-activiteiten". Les 1 is dus goed geleerd, daar te Zwol le. Een student: "De gemeente plaatst zichzelf in het verdomhoekje en geeft de media de schuld". Andere student: "Het vooroordeel wordt door de gemeente zelf gecreëerd door ons uit te nodigen". Zo hadden ze het niet bedoeld in Staphorst. Gemeentevoorlichter Stolk: "Ze von den dat de Stichting Staphorst zich te verontschuldigend en verdedigend op stelde. Wij zouden hun het vooroordeel in de maag splitsen en dat is natuurlijk niet onze bedoeling geweest". Stolk vond de studenten te lief op het gebied van kerk en geloof. "Daar werd nauwe lijks op ingegaan". Zo rustte er toch nog zegen op deze dag. In de bewijsvoering dat Staphorst meer te bieden heeft dan dikke zwarte kousen en een op zondag gesloten ten nispark, sporthal en zwembad, wijzen de gemeente-autoriteiten onverbiddelijk naar het industrieterrein De Baarge. Het moet maar eens duidelijk zijn: Staphorst is niet achterlijk. Hier gaat de economi sche ontwikkeling hand in hand met het erfdeel der vaderen. Staphorst dankt z'n industriële ont wikkelingvooral aan de inzet van burge meester Van der Wal in de beginjaren vijftig. Van der Wal was een groot voor vechter die vele twijfelaars over de streep trok. daarbij een bijzondere in ventiviteit aan de dag leggend. Zo wees hij tijdens een bezoek van de gemeente raad aan een van de eerste bedrijven op witte smeerolie en zei: "Kijk, ze gebrui ken hier melk in de machines". Serene rust Vanuit hun karakteristieke Saksische boerderijen zijn steeds meer Staphors ters op het industrieterrein gaan werken. De nieuwe mogelijkheden spoorden daartoe aan, de neergaande ontwikkelin gen in de agrarische sector hielpen mee, en velen worstelden al jaren met het bij zondere Staphorster erfrecht dat iedere In dikke rijen gaan de Staphorsters op naar Gods Huis. Deels te voet, deels op de fiets. Deels ook per auto. Dat mag midden in de week, maar 's zondags niet. boerenzoon een gelijkwaardig deel van het familiegrondbezit toewijst, wat nog steeds tot inefficiënte verkaveling leidt. Over de vestigingen op 'De Baarge' hangt vandaag een serene rust; nage noeg alle bedrijven zijn gesloten. Het centrum van Staphorst dommelt mee. Scholen dicht, winkels dicht. Altijd op de dankdag voor gewas en arbeid in no vember. Een dag van ingetogen blijheid. Waar zuiderlingen zo'n kans zouden aan grijpen voor een feest van retteketet- tsjiengboem, bewegen ze hier op het woord-van de zeer orthodoxe Neder lands Hervormde Kerk. In dikke rijen gaan de Staphorsters op naar Gods Huis. Deels te voet. deels op de fiets. Deels ook per auto. Dat mag midden in de week, maar 's zondags niet. Ze komen uit alle hoeken, om halt te houden bij de Hervormde Kerk. Daar worden ook toeristen tot stoppen ge dwongen: er mag niet gefotografeerd worden. Het staat op een bord; door kruiste camera, daaronder 'Fotograferen verboden, Photographieren verboten. Photograph forbidden. Photographier défendu. Art. 44A Alg. Pol. Ver'. De vraag is of dit bord wel rechtsgel digheid heeft, maar in Staphorst is iedere toerist die zich erdoor laat afschrikken, meegenomen. Ze zijn het flink beu, die belangstelling van dagjesmensen voor wie handige touringcar-ondernemers rondVitten organiseren met 'bezoek aan kerkgang te Staphorst'. Bij de plaatsing van het bord in 1986 klaagde wethouder Wassebalie: "Iedere zondag is het hier net een safari. Wij brengen dit niet langer op. In aanleg zijn we vriendelijke mensen. Ze mogen ons honderdvijftig maal dezelfde vraag stel len. maar de honderdeenen vijftigste keer geef je het antwoord: nee, ik ben een bosneger uit Paramaribo". De enige De kerkgang van vandaag is aan de alge mene toeristen-aandacht ontsnapt. Ik ben de enige, wat de Staphorsters duide lijk kunnen zien. Mijn toch zo beschaaf de jack kleurt onder dit dak als een vuur toren tegen donkere wolken. Vanonder kappen en borstelige wenkbrauwen ne men de dorpelingen me doordringend op. Spijkerbroek, geen bijbel bij de hand... Mijn blocnote en pen zitten in mijn zak, ik durf ze daar allang niet meer uit te halen, maar zouden ze tóch zien dat ik... Ongemak maakt zich van mij meester. Ik herinner me plots een zin uit het artikel dat een collega van het Algemeen Dag blad een paar jaar geleden schreef over Staphorst. Hij noteerde uit de mond van een autochtoon: "In de middeleeuwen hadden we de beul, tegenwoordig heeft God ons journalisten gezonden". Ik ga me ernstig schuldig voelen, maar ik troost me met de gedachte dat er geen betere plaats is om vergeving te krijgen dan deze. Rond mij schuiven de banken vol. Mannen, vrouwen, jongetjes en veel meer meisjes. Ik zie er opvallend weinig in de leeftijdsgroep 18 tot 25 jaar. Daar voor legt mij later een kastelein uit moet ik in het weekeinde de plaatselijke horeca bezoeken. De klederdrachten rijgen zich aaneen tot een bonte stoet, hoewel de stof niet echt fleurig is; veel zwart en grijs, waar boven kappen van lichtblauw en wit. Wie niet folkloristisch in het kostuum steekt, draagt in elk geval iets stemmigs. De ver houding schat ik half-om-half. Het zijn vooral de oudere vrouwen die waken over de rijke traditie; de jongere kiezen voor een modernere outfit zonder vrees ik daarbij de modebladen te raadplegen. Van de mannen dragen de meeste veertigers en vijftigers een maat pak. Onder de kinderen houden voorna melijk de meisjes de klederdracht in ere. Kortom: de jeugd lijkt een bedreiging voor de toekomst van de folklore. Dat signaleerde tien jaar geleden al de heer J. de Wolde, die zich als 'ongehono reerde ambassadeur' in dienst stelde van de gemeente. De Wolde filosofeerde: "In het verleden ligt het heden, in het nu wat komen zal". Hij voorzag een bedreiging van de oude tradities "als met de groei van de in dustrie ook de deelname van vooral meisjes aan het voortgezet onderwijs zal toenemen. Vrouwen zijn de hoedsters van de traditie. Naarmate meer vrouwen een werkkring vinden buiten de eigen boerderij, naar die mate zal de ontwikke ling doorgaan. En we moeten vrezen, dat een aantal tradities daarbij zal verdwij nen. Ik heb versteld gestaan van het aan tal meisjes dat in de hete zomer van 1976 de klederdracht heeft afgelegd". Even mot In de kerk blinkt het zilverwerk aan alle kanten op, om te weerkaatsen in eikaars boeken; dikke Statenbijbels met berijm de psalmen. Bungelend aan een zilveren ketting waarmee vroeger de welgestel- den zich onderscheidden van de knech ten. Totdat die genoeg gingen verdienen om hun eenvoudige blauwe band te kun nen vervangen door ook zilver. En toen brak in Staphorst even de hel los, weet ik uit een passage deze week in Trouw, die het weer heeft van mevrouw Bloemhof, 'een geboren en getogen Staphorstse'. Bericht uit het binnenste van een calvinistisch bolwerk: "Het was mot in Staphorst, want het standsver schil moest blijven. De rijken moesten dan maar een gouden ketting aan hun bijbel doen. Maar op dat moment kwam er een zekere minister Braks en toen ging het niet door, omdat we het geld ineens ergens anders voor nodig hadden". Naast mij in de bank schuift een com plete Staphorster. Eén stuk folklore, een bonk natuur; een jaar of vijfenzestig. Het hoofd verweerd door de elementen, zoals die langs de boerderij kunnen jagen. Handen waaraan ik zie dat daarmee hard is gewerkt. De landbouw is in Staphorst altijd een zware klus geweest. Schrale grond, zodoende. Bijbeltheorie in de praktijk: "In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood verdienen". Het robuuste lichaam steekt in Stap horster kleding: originele zwarte broek en een kamizool van bevertien. Hij mon stert me als een uitwas op de dankdag. Ik neem de kerk in me op en ik raak onder de indruk. Het ziet zwart van de Stap horsters. Tot in de nok; het gebouw heeft balkonringen. Er kunnen er 2300 in, en weinig plaatsen die onbezet zijn. Dit is de tweede nagenoeg volledig bezette dienst vandaag. Uit een gemeenschap van rond de 7000 inclusief gereformeerden en minder rechtzinnig hervormden in to taal dus een opkomst van tegen de 4500. Even terzijde: de noordelijke streek- derby Emmen-FC Zwolle in de eerste di visie betaald voetbal haalde dat weekein de een bezoekersaantal van 2210. Hersengymnastiek Dominee blijft wel lang weg, vind ik. Achteraf blijk ik tamelijk vroeg te zijn geweest, wat mij zelden overkomt. Ik dood mijn tijd met kijken en raak in de ban van een bord dat ik in mijn kerk nog nooit heb gezien. Hersengymnastiek voor de wachtenden, denk ik. En ik buig mij over de rekensom die wordt aange duid, 70:6. Is 11,6666666. Afgerond naar boven 11.7 - een promillage dat zelfs een vrouw uit Coevorden niet haalt. Aangeboren liefde voor gezang gaat mij dicht bij de Staphorsters brengen. Het komt uit volle ingesnoerde borst, welk mij overspoelend genot uitstijgt bo ven de vaststelling dat de tekst mijn tekst niet is. Maar wie ben ik? Met dominee De Jong heb ik het moei lijker, maar dat is dan ook geen Stap horster. Hij komt uit Katwijk. Ik ben nooit op een visafslag geweest, maar ik kan me er nou wel wat bij voorstellen. De Jong heeft de stem van de laatste kans. Dominee dankt voor wat hij noemt 'het afgelopen seizoen'. Hij smeekt om een voorschot op komend gewas en ar beid, door de Heere te verzoeken meteen maar zegenend te beginnen. Als dat nu niet lukt, dan maar later. Het misdienaarschap gedurende veel te lange tijd heeft me zo immuun ge maakt voor preken ik weet al lang wat me te wachten staat dat ik vanuit mijn hoekplaats drie keer bijna uit de bank tuimel, overmand door slaap. De eerste keer heb ik mijn pakje siga retten vast daar zit mijn hand altijd vlak bij de tweede keer een collecte- zak. Ik offer f 4,15, zijnde alles wat ik bij me heb aan los geld. Drie miljoen "Als ik vertel", zegt. me later een Stap horster kastelein, "dat de collecte van de dankdag vorig jaar f 228.000 heeft opge bracht, wat denkt u dan? Een week gele den werd de kerk na een verbouwing op nieuw geopend. Schat 's" Vijfentwintigduizend gulden? "Zestig. Trouwens, heeft u een idee hoeveel de collectes voor de verbouwing opleverden? Drie miljoen. Drie. D'r zat een gift bij van een ton, en een renteloze lening van een half miljoen. Nou...?!" Bij de derde keer dat mijn ogen tegen sluitingstijd aankijken, komt de Stap horster naast mij op ontroerende wijze te hulp. Hij stoot me aan, en houdt me een rol Mentos voor. Ik spoed me vroegtijdig derhalve vóór het zingen de kerk uit, naar het dichtstbijzijnde benzinesta tion voor de sticker I love Staphorst. Mijn aanhankelijkeid loopt te pletter tegen het uithangbord op deze dankdag: Gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 33