Coca Cola is
in Atlanta
vaste factor
Stenen duivels van Notre Dame laten los
Bekendste merknaam in de wereld
Reparatie van beroemde kathedraal in Parijs al vijftien jaar in studie
PAGINA 22
EXTRA
MAANDAG 12 NOVEMBER 1990
De machine oogt doods, maar wie een kartonnen beker onder de vulkraan plaatst,
ontdekt snel dat de schijn ook hier bedriegt. Series kleurrijke neonlampen flitsen
aan, uit de luidspreker klinken futuristische geluiden, en uit de wand spuit in een
sierlijke boog opeens een straal water in de richting van de beker. Pal daarna bruist
de Cola uit de vulkraan en doven de lichten en de muziek in afwachting van de
volgende bestelling. "De coke komt natuurlijk niet echt uit de wand", glimt de
ontwerper trots, "maar dit is een unieke manier van serveren. We onderstrepen
ermee dat Coca Cola niet zomaar een frisdrank is". Blik in een apart museum: het
Coca Cola museum in Atlanta.
door Peter de Vries
Het staat midden in de stad in Georgia in
de VS en de futuristische machine geldt
er als het hoogtepunt van een uitzonder
lijke tentoonstelling; 's werelds enige
Coca Cola museum is een verzamel
plaats van curiosa en advertenties uit de
104-jarige historie van de meest succes
volle frisdrank. De bouw van deze tem
pel voor kleurrijke kitsch kostte bijna 30
miljoen gulden, maar de belangstelling
is overweldigend: de eerste zes weken na
de opening van 'The world of Coca Cola'
begin augustus kwamen al 100.000 be
zoekers op de tentoonstelling af.
De frisdrankbrouwers waren, niet
voor het eerst in de geschiedenis, ver
baasd over de massale aanhankelijkheid
van het publiek. Ze hadden gerekend op
slechts een half miljoen bezoekers per
jaar.
Coca Cola is de vaste factor in de ge
schiedenis van Atlanta. Honderdzesen
twintig jaar geleden, aan het einde van de
Amerikaanse burgeroorlog, werd de stad
tot de grond toe afgebrand. Maar de we
deropbouw verliep vlot, en krijgt over
zes jaar zijn absolute bekroning in het
gastheerschap van de Olympische Spe
len. En bijna al die tijd was Coca Cola
daar, een 'simpel moment van verfris
sing', zoals de adverteerders het graag
noemen, maar ook een bloeiend bedrijf.
Begin
De tentoonstelling gaat vanzelfsprekend
terug naar het begin in 1886, toen drogist
Pemberton het mengsel brouwde en
boekhouder Robinson de naam bedacht.
Het laat ook iets zien van de groei van het
bedrijf, dat nu een wereldwijde omzet
van bijna 90 miljard gulden heeft en een
dagelijkse afzet van 600 miljoen soft-
drinks.
Hoezeer in het museum ook wordt ge
probeerd de geschiedenis van het pro-
dukt tot leven te brengen, 'The world of
Coca Cola' toont toch meer hoe Coca Co
la zichzelf graag ziet. Als een overal ter
wereld aanwezige en verkrijgbare, on
schuldige maar noodzakelijke sleutel tot
onbekommerd geluk.
In The world of Coca Cola is geen
museum negeert eenvoudig de vaak bik
kelharde strijd tussen de twee firma's.
Maar niet alleen Pepsi Cola is afwezig,
ook voor andere frisdranken is nauwe
lijks of geen ruimte.
Succesvolle loten aan de eigen stam,
als Sprite en Fanta zijn weggemoffeld in
een hoekje van het museum, waar ze als
'buitenlands' (en dus niet Amerikaans)
worden aangemerkt.
De begane grond van het museum is
een mekka voor de verzamelaar van Co
la-curiosa: blikjes die dansen op muziek,
bretels, t-shirts, mokken, dienbladen,
gespen en ansichtkaarten. De overige
drie verdiepingen van het museum to
nen de zeldzame en niet meer verkrijgba
re exemplaren in historische volgorde:
jaren'30-dienbladen, vooroorlogse fles
jeshouders, autootjes, kalenders, kande
laars, foto's van Cola-drinkende radiore
porters of op de rand van het bassin uit
rustende zwemmers. Er is zelfs een heu
se 'soda jerk' nieuw leven ingeblazen;
een ouderwetse bar waar de bediende
Cola mengt met aardbeien, kersen of an
dere gewenste smaken.
Overal
Recent onderzoek toont dat Coca Cola 's
werelds bekendste merknaam is, vóór
Sony, Mercedes, Kodak en Disney. Wie
door het museum dwaalt kan daar niet
verbaasd over zijn. Coca Cola is gewoon
overal, in elk aspect van het leven, zelfs
in oorlogen. In 1941 verordonneerde de
Cola-top dat "iedere man in uniform een
fles Coca Cola krijgt voor 5 cent, waar hij
ook is en wat het het bedrijf ook kost".
Dat het geen versleten sentiment is,
bewijzen recente gebeurtenissen. Pal na
het uitbreken van de Midden-Oosten-cri-
sis zond het bedrijf honderdduizenden
blikjes naar de woestijnen van Saudi-
Arabië.
Coca Cola is echter boven alles een
imago, erkennen de pr-mensen van het
bedrijf. Het is het image van simpele, on
gestoorde 'fun', en het met oude adver
tenties behangen museum onderstreept
dat. Het beeldmerk is in fel rood en geel,
maar de rest van de advertenties is altijd
in zachte kleuren.
Iedereen die een fles Cola vasthoudt
lacht, of het nu volwassen kinderen zijn
of kinderlijke volwassenen, verliefde
stelletjes, soldaten of kerstmannen. Dat
woorden te kort schieten voor Cola's ge
lukzaligheid, bewijst een film die in het
museum draait. Het toont prachtige
beelden van overal ter wereld, van mark
ten in Kenya en kramen in Bangkok en
tientallen andere landen.
Het is geen verrassing dat in die scènes
altijd wel iemand uit een flesje drinkt.
Opmerkelijker is dat in de hele film geen
woord gezegd wordt. Maar ook in het le
ven buiten de films geldt "you can't beat
the real thing".
Het bedrijf leerde dat in 1985, toen het
de smaak aanpaste aan de wens van een
overweldigende meerderheid van de
consumenten, die in een opinie-onder-
zoek op een andere smaak hadden aan
gedrongen. Toen het nieuws van de hei
ligschennis bekend werd, eisten diezelf
de consumenten hun 'Cola' terug.
Echt
De symboliek werkt nog steeds, ook bui
ten de VS, vertelt een Oostduitse journa
list die ook in het museum aanwezig is:
"Toen de Berlijnse muur naar beneden
kwam, zag ik een paar Oostduitse jochies
met wat schamele pfennigs zakgeld Ze
konden kiezen: 60 pfennig voor een grote
literfles lokale cola met 30 cent statie
geld, of 2.40 D-mark voor zes blikjes ech
te Amerikaanse Cola, zonder statiegeld.
Ze kozen zonder te twijfelen voor de
blikjes".
Coca Cola, symbool van de Amerikaanse manier van leven.
plaats voor andere frisdranken. Zeker, gingen tot namaak, maar de naam van
het museum vermeldt de veelvuldige po- concurrent Pepsi is absoluut taboe. Het
Toen in 1905 kerk en staat in Frankriik-
gescheiden werden, ging daar het on
voorzichtige initiatief mee gepaard de
kathedralen te 'nationaliseren'. Dat wa
ren er toen zeven en tachtig, waaronder
de Parijse Notre Dame, en zoveel zijn er
nog steeds.
Tot voor kort kostte dat de staat ieder
jaar nog zo'n dertig miljoen gulden, in
tussen worden de kosten hoger dan de
hoogste toren van de kathedraal van
Chartres. Want niet alleen de stenen dui
vels van de Parijse Notre Dame laten los.
De kwaal die de oude steen aantast, uit
holt en opvreet heeft zich ook al lang
meester gemaakt van de kathedralen van
Straatsburg en Rodez. In Reims scheu
ren de muren, de hoge toren van Beau-
vais zwalkt in de wind. In Chartres zijn
de beroemde brandgeschilderde ramen
hoognodig aan restauratie toe.
Het Nationale Monumentenbezit baart
steeds grotere zorgen. Bovenaan de pro-
blemenlijst staat de levensgevaarlijke en
in zijn eerste optreden nauwelijks her
kenbare steenziekte. Een van de oorza
ken van die ziekte is de verontreiniging
van de lucht: de uitlaatgassen, de zure re
gen. Toch is dit probleem niet de enige
oorzaak van de steenpest. "Om de hon
derd jaar verliest een kerk zijn huid net
als een slang", merkt een expert op.
Dat kan kloppen want de restaurateur
Vioilet-Leduc had tussen 1841 en 1864
z'n handen vol aan het opknappen van de
Parijse Notre Dame. En destijds waren
het noch de zure regen noch de uitlaat
gassen die de Moederkerk hadden aan
getast. In de loop der eeuwen had in
Frankrijk de volkswoede - zoals die van
de Hugenoten - zich herhaaldelijk op de
afbeeldingen van koningen en koningin
nen, engelen en duivels en zelfs op die
van Jezus Christus gekoeld.
De Notre Dame die ieder jaar wordt be
keken door evenveel toeristen als er in
Nederland mensen wonen, zag er na die
door Rudolph Bakker
restauratie heel anders uit dan voor die
tijd. De bouwers van deze kathedraal
hadden de beelden van heiligen, mensen
en monsters op gevels en kapitelen ge
verfd in heldere kleuren als goud, geel,
rood en blauw. En aan de noordelijke
facade van de Notre Dame zijn onder het
vuil nog vage resten van die kleuren te
zien, maar het ophalen van die oude
kleuren is nooit overwogen. Want restau
reren is tegenwoordig het restaureren
van eerdere restauraties.
Een ander probleem voor de 'behoeders'
van de zeven en tachtig kathedralen en
kerken in Frankrijk is dat van de weg
zakkende fundamenten. Al in het begin
van deze eeuw werd de noordertoren van
de kathedraal in Straatsburg van een
nieuwe gewapend-betonnen steunplaat
voorzien, die zo zwaar bleek dat hij in on
ze dagen de brugpijlers en de luchtbogen
van de noordelijke- en zuidelijke gevels
uit zijn evenwicht brengt.
Een Italiaanse oplossing voor het ver
zakkingsprobleem is gebaseerd op de
oude methode van de kathedraalbou
wers die net als in Amsterdam een
fundament maakten van heipalen. Waar
een kerk gevaar loopt uit zijn lood te
slaan kunnen volgens dit principe micro
paaltjes als fundament worden aange
bracht.
Wat dat betreft experimenteren de
technici nog even veel met de Gotische
kathedralen als ooit de bouwers deden.
De constructie van een Gotische kerk is
tamelijk revolutionair en zorgt voor gro
te onderhoudsproblemen.
Terwijl de opeenvolgende socialisti
sche regeringen meer geld over hadden
voor het onderhouden en uitbreiden van
het 'nationaal kunstbezit' dan hun voor
gangers, is het budget voor de instand
houding van de kerken en kathedralen
toch een voortdurend probleem. Daarom
maakt het een wat vreemde indruk dat
de Staat er ernstig over denkt de Ro
maanse Basiliek van Saint-Sernin in
Toulouse te 'derestaureren'.
De al genoemde Viollet-Leduc trok de
Een stalen vlechtwerk behoedt het publiek bij de Parijse Notre Dame
voor vallende stenen, omlaagsuizende duivelskoppen en
afbrokkelende goten, leder jaar bezoeken zeven tot tien miljoen
toeristen de beroemdste kathedraal van de wereld die niet alleen
attractie is, maar ook 'Haven des Heeren'. De briefkaartverkoper die
onlangs maar net aan de dood ontsnapte, dacht dan ook dat hij de toorn
van de hemel op zich had geladen toen hij een steen op zijn hoofd
kreeg. Kort tevoren hadden het kerkbestuur een bord met het opschrift:
'Pas op, vallend gesteente' laten verwijderen om de toeristen niet af te
schrikken. Al vijftien jaar is de reparatie van de Notre Dame in studie.
Voorlopig zijn drie miljoen gulden uitgetrokken om verder lijfsgevaar af
te wenden. In een volgende fase rekent men op dertig miljoen.
nieuwe steden in de buurt van Parijs,
over de eerste kathedraal die er sinds de
jaren van de Revolutie in Frankrijk ge
bouwd moet worden. Uitgerekend de so
cialistische regering vindt zo'n kathe
draal voor Evry wel een goed idee en
heeft er een kwart van de bouwkosten
voor over, die zo'n twintig miljoen gul
den bedragen.
Zovele miljoenen zijn met de kathe
dralen gemoeid dat ook de Staat af en toe
de tel kwijt is. In sommige gevallen (Tou-
basiliek in de vorige eeuw bijna letterlijk
'een nieuwe jas aan'. Bij die verkleedpar
tij had de beroemde restaurateur die bo
venal een groot kunstenaar was, zich eni
ge vrijheden veroorloofd ten opzichte
van de oorspronkelijke toestand. Die
toevoegingen zouden nu weer moeten
worden verwijderd, aldus de hedendaag
se puristen en dat allemaal terwijl de
Saint-Sernin er nog gaaf bijstaat.
En dan droomt de roomskatholieke
bisschop van Evry, een van die geheel
De Notre Dame:
voorlopig zijn drie
miljoen gulden uit
getrokken om ver
der gevaar voor
toeristen af te wen
den. In een volgen
de fase rekent men
op dertig miljoen.
louse en Evry) hoeft dat geld niet te wor
den uitgegeven en is er ook sprake van
politiek spel. In de meeste andere geval
len is het dodelijke ernst.
De briefkaarten verkoper van de Notre
Dame kreeg duidelijk een door 'hogere
machten' ingegeven waarschuwing. En
nu maar afwachten hoelang de Notre Da
me de Paris nog in de steigers en de
vangnetten blijft staan.