'Trek Stalin omver': het nieuwe Monopoly m Omgaan met kritiek (1) ENKWIJZER SCHOP Onze taal ZATERDAG 3 NOVEMBER 1990 PAGINA 29 Koning. Voorzitter van de EG ben je bij toerbeurt, een half jaar lang. Nederland mag vol- mgend najaar. Ruud Lubbers po pelt al. Hij wil tegen die tijd Eu- Oropees kunnen stralen. Die hin derlijke lakei Van den Broek moet hem dan niet voor de voe- Xten lopen. Dus laat hij Ien Dales de Grondwet veranderen. Zouden die twee samen wat hebben? Probeer het u voor te stellen. Ooit mocht (toen staatssecretaris van handel) Bolkestein zich in het buiten land minister noemen, want als er wat te verdienen valt schuiven we de poli tieke gevoeligheden aan de kant en kij ken we niet op een titel meer of minder. Lubbers introduceert nu de overtref fende trap, de premier mag zich aan ge ne zijde van de grens koning noemen. Als het nog niet duidelijk was, dan nu wel: Ruud Lubbers staat boven de wet. Je kunt de zeker zo vrome Van den Broek tot hier horen knarsetanden over die roomse streek van zijn baas boven baas. Hij op zijn beurt kan weinig an ders dan zijn ellebogen wat dieper te planten in de gezichten van hen die nog wat lager in de pikorde staan. Een probleempje toch voor de zonne koning. Hoe zullen de andere edelen van het Europese Hof kijken als Ruud straks verordonneert dat er niet op zon dag zal worden vergaderd? Hoon gelach zal zijn deel zijn. Misschien is koning toch niet helemaal hoog ge noeg. Wie regeert er eigenlijk op zon- dag? WIM FORTUYN Janmaat. Onbegrijpelijk dat zo veel mensen kritiek hebben op het plan van Hans Janmaat om 'onze' gegijzelde landgenoten in Irak te gaan redden. Staat in het leger grijze-muizen-parle- mentariërs eindelijk een solist op en dan is het weer niet goed. Net zoals het in de voetbalsport vaak gaat, is de spel- makende Centrumdemocraat direct keihard onderuitgehaald. De op de uiterste rechtervleugel spe lende Janmaat heeft niet alleen in Ne derland, maar vooral vanuit Irak enkele doodschoppen gekregen, waarop al leen hij het patent leek te hebben. Op de aanwezigheid van dé bevrijder van alle onderdrukte Nederlanders in Irak werd door de gijzelaars totaal geen prijs gesteld. Vergeten wordt dat de zendings drang van de ongelooflijk bewogen Janmaat alleen maar voordelen had kunnen opleveren. Voor alle partijen. Janmaat spreekt immers dezelfde taal als de Iraakse president Saddam Hus sein: recht voor zijn raap, zonder nuan ces, met de nodige dreigementen en al tijd gericht tegen buitenlanders. Kortom, het had Janmaat niet veel pro blemen opgeleverd om Irak Nederlan- dervrij te krijgen. Om al die redenen moet alles in het werk worden gesteld om Janmaat als nog aan een visum voor Irak te helpen. Mocht er nog twijfel bij Hussein zijn, dan kan Janmaat altijd nog aanbieden om zelf in Irak te blijven. In dat geval stijgt het peil in twee landen tegelijk, heeft Hussein een extra adviseur in het ophitsen van mensen en krijgt Janmaat de kans om zich eindelijk écht waar te maken. Tegen zoveel buitenlanders heeft hij het immers nog nooit mogen en kunnen opnemen. JAN PREENEN Mooiste baan. Het burgemees terschap is misschien wel de mooiste baan die er in Nederland te vinden is. Je wordt uitstekend betaald, geniet ter stond een zeker aanzien en je houdt in die functie, vooral in kleinere plaatsen, zeeën van tijd over om (in wat bij gewo ne mensen 'de baas z'n tijd' heet) ande re dingen te doen. In zijn Leidse jaren heeft wethouder Cees Waal zich eens laten ontvallen dat hij het burgemeesterschap er vóór de koffie nog wel bij kon hebben. Daar is toen hier en daar verbolgen op gerea geerd. Eén ding is wel duidelijk: aan de ambtsketen kleeft zelden zweet. Wie dat onlangs nog eens onder streepte, was de burgemeester van Kat wijk, mevrouw G.W. van Montfrans- Hartman. Een der raadsleden had er over geklaagd dat zij vanwege haar tal loze bijbaantjes zo slecht bereikbaar Mevrouw Van Montfrans pareerde dat verwijt ietwat komisch met de me dedeling dat ze toch altijd haar pieper bij zich heeft, maar dat terzijde. Behal ve burgemeester is zij vice-voorzitter van het CDA en kroonlid bij de NOS. Daarnaast heeft ze nog een viertal func ties. Zoals mevrouw Van Montfrans zijn er vele burgemeesters. Ze is bepaald geen uitzondering. Kennelijk heeft het burgemeesterschap in kleine gemeen ten zo weinig om de hakken dat je er van alles en nog wat bij kunt doen, ja, moet doen om je tijd zinvol door te brengen. Wordt het daarom niet eens tijd om in bepaalde plaatsen het burgemeester schap als part-time functie te laten uit oefenen? RUUD PAAUW Onveilig. Het is niet pluis in Ne derland. Vroeger stopten ze altijd bij de grens, tegenwoordig wemelt het van de terroristen. Ook hier. In kraakpanden, bij anti-apartheidsclubs, wellicht ge woon op straat. Ze gaan banden aan met buitenlandse terroristen. Het doel: de Europese eenwording in 1992 te sa boteren. Een Europees terreurfront. Ik verzin dat niet zelf, dat doet de Centrale Re cherche Informatiedienst van de poli tie. Die heeft overal z'n mensen zitten en weet dus wat er speelt. De CRI is ge ïnfiltreerd tot in actiegroep 'Kaars op Tafel' in Zuid-Oost Bemmel. De under cover daar, bekend onder de naam Flip je, wist jarenlang informatie door te ge ven op basis waarvan de CRI nu z'n op merkelijke en deze week uitgelekte conclusies trekt. Besloten is nu Flipje terug te trek ken. Leek de CRI veiliger, nadat Flipjes collega, 'undercover' Van Tiel van de concurrerende Binnenlandse Veilig heidsdienst (BVD) was ontmaskerd door actiegroep 'Kaars voor het Raam' in Bemmel-Noord. Van Tiel zou zelfs gemarteld zijn door de terroristen. Nu zijn we dus in één klap twee van onze beste infiltranten kwijt. We weten dus ook niet hoeveel tijd we nog heb ben om het tij te keren en het Europees terreurfront aan te pakken. Misschien maar goed ook, want in het geheim ble ken er plannen te zijn om de politie met haar nieuwe wapen er op af te sturen. Gezien de precisie daarvan was de kans niet denkbeeldig dat de infiltranten wa ren getroffen. En dan was het echt niet pluis geweest in Nederland. JEROEN DIRKS Ziek. Het ziekteverzuim in Neder land kan volgens Jan Kamminga, ex- voorzitter van de WD en thans voorzit ter van het Koninklijke Nederlandse Ondernemersverbond, omlaag door de betrokkenheid van werknemers te ver groten. Mooi geformuleerde werkge verstaai, omdat daarmee wordt be doeld dat werknemers best een hoger aandeel in de premie Ziektewet voor hun rekening zouden kunnen nemen. Mocht dat niet haalbaar zijn, dan heeft Kamminga een andere suggestie in pet to: een of twee wachtdagen niet uitbe talen. "Hiermee kan worden bereikt dat werknemers zich niet meer lichtzin nig ziek melden", vermoedt Kammin ga. Ongetwijfeld zal er hier en daar wel eens een clandestiene snipperdag wor den opgenomen. Ongetwijfeld zullen er ook notoire luibakken zijn die zich een door de Ziektewet gedekte vakantie bovenop de rechtmatige veroorloven. Ongetwijfeld zullen er controleurs van bedrijfsverenigingen zijn, die zich gro tesk laten belazeren door ingebeelde zieken. "Een groot deel van het ziektever zuim wordt veroorzaakt door omstan digheden waar de werkgever part noch deel aan heeft", zegt Kamminga. Dat zal best. Daartegenover staat dat aan een groot deel van de bedrijfsslui tingen de werknemers part noch deel hebben gehad. Het is de laatste jaren menigmaal schrijnend aan het licht ge komen dat creativiteit niet de sterkste eigenschap is van de doorsnee onder nemer in Nederland. Duur betaalde ex terne adviseurs hebben helaas lang niet altijd in die leemte kunnen voorzien. Enige bescheidenheid zou de aanvoer der van de Nederlandse ondernemers passen, temeer omdat voor het mis management van luchtfietsende onder nemers vooral de werknemers het ge lag hebben moeten betalen. Types als Kamminga, ziek word je ran ze. GERARD VAN PUTTEN De communistische regimes zijn in Oost-Europa hun macht voor goed kwijtgeraakt, maar de sym bolen van hun ideologie zijn nog zichtbaar. Wat gebeurt er met al die standbeelden, straatnaam borden en propagandamusea? Een redacteur van deze krant nam een kijkje in het Tsjechoslo- wakije en Hongarije van na de re volutie. Hij vond een spaarbank in een voormalig socialistisch muse um, een onttakeld Marxmuseum en een Stalinistisch Monopoly. door Karei Berkhout Karl Marx, door de glazen plaat over zijn papieren gezicht loopt een barst. In zijn doffe baard is een vergeeld papiertje ge klemd met zijn handtekening en de tekst mit freundlichen Erinnerungen. Herin neringen waaraan? Aan de elegante ho tels die indertijd gebouwd werden in het kuuroord Karlsbad, dat sinds 1918 Kar- lovyvary heet? Aan het warme water waarmee schrijvers, componisten, staatslieden, gokkers en klassieke kapi talisten hun volgevreten darmen spoel den? Of gewoon aan het pension, waar hij de jaren 1874,1875 en 1876 doorbracht en waar zijn portret nu hangt. De Tsjechoslowaakse bleekneusjes, die in Pension Marx verblijven om aan te sterken, drommen om ons heen; verwon derd dat wij belangstelling tonen voor de foto v.an de bebaarde man. De conciërge komt met een prent van het hotel aanzet ten, die dateert uit-de tijd dat het nog Germania heette. Niemand weet of die naam bij de machtsgreep van de com munisten in 1946 verdwenen weer te rugkomt, nu Marx een verdachte figuur is geworden. Te oordelen naar de BMW's en Mercedessen, naar de Duitse klanken en de Wechselstubes buiten, kan het niet lang meer duren. Koude en communisme passen Karls bad niet. De palmen voor het casino zijn 'verglaast' in een laag rijp. De negentien- de-eeuwse herenhuizen liggen als bevro ren tussen de overweldigende betonnen volkspaleizen, waar duizenden Tsjechen genezing zoeken in het warme bronwa ter. Hoe vriendelijk zijn de herinnerin gen aan Karl Marx? Of trachten de Tsjechoslowaken met de leugenachtige communistische propaganda nu ook hem te vergeten? Het standbeeld van Karei Marx, zoals hij hier heet, is er nog en zijn stenen blik is gericht op de groepen Duitsers die hier al wandelend onophoudelijk lurken aan porseleinen bekertjes bronwater. De gro te winkelstraat heet nog altijd Marx- straat, maar op een gevel staat alleen het woord museum, gevolgd door de sporen van de letters die ooit de naam Karl Marx vormden. Nee, wij kunnen er niet in: het muse um bestaat niet meer. Achter de cassière gaat een trap omhoog naar een gezand straalde glasplaat met de namen Marx en Engels. Nee, wij kunnen niet naar boven. We kopen een kaartje voor de expositie beneden en verlustigen ons noodge dwongen een poosje aan de zacht-porno- grafische foto's. In een onbewaakt ogen blik glippen we naar boven. De meeste deuren zijn gesloten en ver bergen niets dan lege zalen. In het voor portaal staat een borstbeeld van Marx, omringd door grote rollen papier en kar tonnen platen. Op de platen zijn kranten geplakt uit de Praagse Lente van 1968, die hier vroeger niet kunnen zijn ge weest. Wordt dit propaganda-instituut omgebouwd tot een museum voor de de- Pension Marx in Karlovyvary, het vroegere Karlsbad. Vele Tsjechoslo waakse bleekneusjes hebben er overnacht.. In Praag is het Leninmuseum inmid dels het hoofdkantoor van de sociaal-de mocratische partij. In het museum van Klement Gottwald, de eerste communis tische leider, zit nu een Duitse spaar bank. Wij kopen het spel 'Trek het stand beeld van Stalin omver', een bizarre vari atie op het bekende Monopoly. Het wordt gespeeld op een met viltstift inge kleurd bord, waarop tientallen vakjes staan. Elk vakje een gevangenis, het leger, of een buitenhuisje geeft de spe ler een kans. Wie het geluk heeft een par tijlid te zijn mag slapen in een hotel of krijgt een buitenhuisje. Wie tot de oppo sitie behoort wordt in alle opzichten uit gekleed en mag zijn boetes betalen met bankbiljetten met de beeltenis van Sta lin. Speels afrekenen dus met een duister verleden. In Budapest is het standbeeld van Sta lin angstaanjagend. Gejuich van menig ten, marcheren van soldaten, applaus: het klinkt bijna op van de gigantische fo to's van de congressen van de Hongaarse communistische partij. De bronzen hand van een ander, opgeblazen beeld van Sta lin ligt op de grond en wordt gefilmd door een cameraploeg van het Duitse tv- station ZDF. De Hongaarse regering heeft het Museum van de Geschiedenis van de Revolutionaire Beweging omge doopt in het Geschiedenis museum. De eerste tentoonstelling heet 'Stalin! Ra- kosin!', naar de Russische en Hongaarse (foto Julie We' leider in de jaren '50. Buiten verkopen Hongaren de toeris ten vrolijk curiosa, die er nog zeer nieuw uitzien: onderscheidingen, t-shirts met een beeltenis van Stalin, militaire unifor men en duizenden speldjes. Binnen toont de mooie maar naargeestige ten toonstelling de opgeblazen propaganda uit het Stalinistische tijdperk naast de ontluisterende werkelijkheid in die jaren van onderdrukking. De propaganda bestaat vooral uit de bekende sociaal-realistische affiches vol arbeiders met een hamer in de geheven vuist en boeren die vrolijk het land be werken met een sikkel. Zoals altijd valt op hoe kleinburgerlijk de plaatjes zijn een gelukkig gezin geschaard om de eet tafel. Hoe goedkoop de praatjes over het kapitalistische Westen in Amerika worden de negers gediscrimineerd. En ten slotte hoe kinderachtig de prestaties Hongarije heeft meer volleybal-velden dan Australië. Wie kan deze flauwekul ooit hebben geloofd? Niemand, 'antwoorden' en kele ruimtes hier. Er is een verhoorruim- te, een grauwe directiekamer van een so cialistische fabriek en een huiskamer van 'burgelijke' Hongaren die in de jaren '50 uit hun woning werden gejaagd. Hongaren zijn er vandaag niet en wij kunnen hun niets vragen over het verle den of over hun toekomst. Buiten wordt het stadplan nog gedo mineerd door namen als het Marxplein en de Leninboulevard. Deze straten en pleinen krijgen de namen terug die ze hadden voor de Tweede Wereldoorlog. Alleen de Maxim Gorkistraat blijft heten naar de Russische schrijver. Jammer voor Nederland: de oude naam luidde Koningin Wilhelminalaan. eu. ij- ui. oe. DOOR JOOP VAN DER HORST Je kan best iets kennen zonder te weten hoe het heet. Soms bestaat er voor iets heel gewoons een woord, maar we wisten niet dat daar een woord voor was. Als mu ziekliefhebber heb ik al honderden keren zo'n verhoging gezien waar de dirigent al tijd op staat. Zou iemand me gevraagd hebben hoe zoiets heet, dan had ik ge zegd: verhoginkje voor de dirigent. Sinds kort weet ik dat het een praktikabel heet. Net zoiets heb ik met eponiemen. Weet u wat eponiemen zijn? Waarschijnlijk wel, alleen weet u wellicht niet dat ze zo heten. Net als ik, tot voor kort. Onlangs is zelfs een apart eponiemenwoordenboek ver schenen, maar als je niet weet wat het zijn loop je er makkelijk voorbij. Eponiemen zijn woorden die teruggaan op een per soonsnaam. Maggi is bijvoorbeeld een eponiem want het woord maggi gaat terug op de uitvinder, Julius Maggi, geboren in 1846 in Zwitserland. Ook van watt en joule is bekend genoeg dat deze woorden hun bestaan te danken hebben aan een me neer Watt en een meneer Joule. Ewoud Sanders is zulke eponiemen gaan verzamelen en hij heeft er een prach tig Eponiemenwoordenboek van gemaakt (uitgegeven door Nijgh en Van Ditmar, Amsterdam 1990). Het begint met blade ren maar al gauw ga je zitten lezen. Het blijkt dat er veel meer eponiemen zijn dan ik gedacht had. Honderden en honderden zijn er en ze worden door Ewoud Sanders uitgebreid beschreven. En met kennis van zaken, ook al is niet alles volkomen zeker. Dat de fiets zijn naam te danken zou hebben aan een rijwielhandelaar Viets is bijvoorbeeld op z'n minst twijfelachtig. In elk geval laat dit woordenboek zich le zen als de krant. Dat kan kloppen want de meeste stukjes zijn al eens eerder in NRC/Handelsblad verschenen. Als een ware detective is Sanders aan het speuren geweest naar gegevens over de bintjes. het bowiemes (niet uitgevonden door Jim Bowie maar door zijn broer Rezin Bowie, 1793-1841), boycot (Charles Cunningham Boycot, geboren in 1832), braille, chauvi nisme, flikje (naar Caspar Flick, die in 1745 een chocoladefabriek in Amsterdam be gon). kenau, kiekje (naar de Leidse foto graaf Israel David Kiek, 1811-1899), lyn chen, peche-melba en melbatoast. sand wich, spencer, spijkerbalsem, teddybeer (naar president Theodore (Teddy) Roose velt, 1858-1919), enzovoort. Zo lezen we over een zekere Robert John Lechmere Guppy (1836-1916) die predikant was op Trinidad, een Brits eiland voor de kust van Zuid-Amerika. Deze do minee trok er in zijn vrije tijd graag op uit om allerlei inheemse diersoorten te gaan bekijken. Er was daar een soort kleine vis jes die hij uit Engeland niet kende. Hij ving er een paar en stuurde die in 1866, goed verpakt, naar het British Museum in Lon den, waar deze nieuw ontdekte soort ver noemd werd naar de ontdekker. Sindsdien heten deze populair geworden aquarium visjes guppies. Ook lezen we over Hendrik baron Hop, geboren in 1723 te Breda. Voor zaken ver bleef hij dikwijls in het Herenlogement in Den Haag op het Voorhout. In 1792 vroeg hij in de suikerbakkerij van Theodorus van Haaren om een soort bonbons voor hem te maken met koffiesmaak. Koffie was destijds nog iets betrekkelijk nieuws. De bonbons werden gemaakt en regelmatig geleverd aan Hendrik baron Hop. Tijdens zijn leven enkel aan hem. Toen hij in 1808 overleed konden ook an deren ze daar kopen. Aanvankelijk heetten ze 'bonbons van baron Hop', maar van on geveer 1880 af worden ze Haagse Hopjes genoemd. Voorin het boek staat de opdracht: 'Voor mijn vader, die me nieuwsgierig maakte naar de herkomst van woorden en voor Annet'. Dat van die vader kan ik begrijpen. Maar wat zou die Annet gedaan hebben? Dat zou ik wel eens willen weten. Die San- dersen hebben er slag van om mensen nieuwsgierig te maken. Op een dag gaat een man raad vragen aan een wijze, die op doorreis een paar dagen in zijn dorp verblijft. "Helpt u me alstublieft", zegt de man. "Het hele dorp houdt me voor een idioot. Wat ik ook zeg, hoe verstandig ook, ze lachen me steevast uit. Maar ook als ik niks zeg, drijven ze de spot met me. Dan zeggen ze: hij heeft ook niks te zeggen, die idioot, wat zou hij nou voor zinnigs te vertellen kunnen hebben. Mijn leven is een nachtmerrie geworden en vaak denk ik er maar een eind aan te maken. Toen hoorde ik dat een wijze door ons dorp zou komen en ik dacht, mis schien dat die mij kan helpen". De wijze zei: "Nou, dat is heel simpel. Het enige dat je hoeft te doen is dit: vanaf morgen begin je iedereen die maar iets zegt onmiddellijk kritiek te geven. Zegt iemand, 'wat een mooie dag is het van daag', dan reageer jij met, 'wat is er dan zo mooi aan deze dag, wanneer is iets mooi, wie bepaalt eigenlijk of iets mooi is of niet?' Zegt iemand, 'kijk eens wat een mooie vrouw daar gaat', dan wéér meteen kritiek leveren. Maar onthou een ding: nooit je eigen mening geven, nooit zelf iets beweren, alleen kritiek leveren en vooral op die dingen die niemand bewij zen kan. Schoonheid, smaak, liefde, goed heid, God: zaken waar iedereen de mond vol van heeft, maar die niemand kan hard maken. Over een maand kom ik weer door dit dorp. Zoek me dan maar weer eens op". Een maand later was de man totaal veranderd. Hij zag er niet meer gedepri meerd en ellendig uit, hij had nu een stra lende blik in zijn ogen, een blik van ie mand die gelooft in zichzelf en die ontzag inboezemt. De wijze moest lachen toen hij dat zag en zei: "Het heeft dus gewerkt De man antwoordde: "Het heeft fantas tisch gewerkt. Ze reageren nu allemaal alsof ik de wijste man van het dorp ben, en dat in een maand tijd. Ze bieden hun excuses aan voor het feit dat ze me vroe ger als een idioot behandelden. En dat terwijl ik niks anders heb gedaan dan wat u mij hebt aangeraden. Zo gauw ze iets zeggen, kom ik met mijn vragen, mijn kritiek en daar hebben ze geen weer woord op. Ze voelen zich opgelaten. Waar ik tegenwoordig ook kom, daar houden de mensen op met praten, omdat voor hun gevoel een woord zeggen al linke soep is. U hebt werkelijk een wonder verricht". Dit sprekende verhaal, afkomstig van Ivan Toergenev, een van de grote Russi sche schrijvers uit de vorige eeuw, drukt ons met de neus op een belangrijk psycho logisch probleem. Voor ieder van ons is kritiek in de een of andere vorm noodza kelijk om bij ons eigen gedrag stil te gaan staan, erover na te gaan denken. Daar om is kritiek onontbeerlijk voor de ont wikkeling van onze persoonlijkheid. Maar kritiek is nooit leuk en vaak pijn lijk. Omdat we nou eenmaal de neiging hebben om pijn te vermijden, hebben we ook de neiging kritiek te vermijden, uit de weg te gaan. De wijze antwoordde: "Ik heb hele maal geen wonder verricht. De kwestie is eenvoudig deze. Alle mensen zijn bang voor kritiek. En alle mensen beweren aan de lopende band dingen waar ze niet goed over nagedacht hebben of waarvan ze niet echt veel verstand hebben. Ont moeten ze nou iemand die dat niet doet, iemand die niks beweert en alleen maar vragen stelt, kritische vragen, dan wor den ze pijnlijk herinnerd aan het feit dat ze zelf vaak, te vaak, voor hun beurt spre ken. Degene die hen eraan herinnert dat het vaak wijzer is je mond te houden, is daarom in hun ogen een wijze". Net zoals met lichatnelijke pijn ver schillen mensen ook wat betreft psychi sche pijn enorm in gevoeligheid, in wat ze kunnen verdragen. Er zijn mensen die bij het minste of geringste al hun stekels op zetten: "Hé, je hebt een nieuwe bloes door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden aan". "Ja hoezo, wat is daarmee, vind je 'm niet leuk soms?" Er zijn ook mensen met een ware olifantshuid. Wat je ook zegt, het glijdt hen bij de koude kleren af: "Nou, wat jij vandaag aan hebt, hoe krijg je het bij elkaar, het lijkt wel of een dronken naaister aan het werk is ge weest". "Och, als ik maar iets aan mijn lijf heb". Veel mensen die allergisch zijn voor kritiek, die daarop getergd reageren, verdedigen die reactie vaak met opmer kingen als dat de kritiek niet waar is of niet opbouwend of te zeer op de persoon gespeeld. Het is waar dat veel mensen an deren op een onsportieve of vijandige of te generaliserende manier kritiek geven bijvoorbeeld zeggen dat iemand een waardeloos persoon is als hij alleen maar iets waardeloos GEDAAN heeft. Maar dat neemt niet weg dat veel kritiek toch vaak korreltjes van waarheid bevat en dat het goed voor jezelf kan zijn die eruit te pikken. Bovendien kunnen we vaak weinig invloed uitoefenen op de manier waarop iemand anders ons kritiek geeft. Wat we wel kunnen bepalen is de manier waarop wijzelf met de geleverde kritiek omgaan. De hamvraag is dus: hoe kun nen we kritiek zo goed mogelijk incasse ren, ook als die op een slechte manier wordt gegeven? De eerste stap is, op een zo eerlijke ma nier na te gaan wat voor ontsnappings- of vermijdingstrucs we nu gebruiken als er (negatieve) kritiek op ons afkomt. De volgende stap is om al die trucs op te ge ven en er meer volwassen, 'gezonde reac ties voor in de plaats te zetten. Gemakke lijk gezegd natuurlijk en moeilijk ge daan. Ik zal daarom deze en de volgende week een aantal van die trucs en hun 're delijk' alternatief uit de doeken doen. Omdat leren herhaling vergt, maak er twee kopieën van. Een voor op uw werk en een voor in de huiskamer. Ontsnappingstruc nummer 1: u schiet onmiddellijk in de verdediging en zet de tegenaanval in. Een van de meest alge mene reacties op kritiek is onmiddellijk terug te slaan, de ander aan te vallen: "Nou, ik kan niet zeggen datjij de laatste tijd erg vriendelijk bent". "Ik niet erg vriendelijk?! Of jij zo vriendelijk bent dan! Of er nou een lantaarnpaal in huis zou zijn of jij, niemand die het verschil echt zou merken". Duidelijk is, dat degene die de kritiek krijgt deze onmiddellijk opvat als een persoonlijke aanval. Het kan best zijn dat de eerste spreker probeert te zeggen, zij het misschien op een wat onhandige manier, dat hem iets dwars zit en dat hij dat graag veranderd zou zien. Maar door de reactie van de ontvanger mondt zo'n gesprek dan snel uit in het heen en weer gooien van vuile was en als het lang duurt van nog erger. Waar het aanvan kelijk allemaal om te doen was, gaat in de strijd verloren en beide partijen blij ven ten slotte acnter met veel frustratie en boosheid. Een alternatief is om de andere per soon de tijd te geven zijn of haar punten zonder interrupties te kunnen uitspre ken. Het kan best zijn dat het niet leuk is om aan te horen, dat het pijnlijk is, maar kritiek is nu eenmaal (vaak) pijnlijk. So what! Bedenk dat veel negatieve gevoe lens van anderen tegenover ons vaak al oplossen, als ze de gelegenheid krijgen om die uit te spreken. En als wij de gelegen heid gebruiken om moedig te bekennen dat we het niet leuk vinden om aan te ho ren. Ga het vervolgens hebben over de punten waarover het gaat (in plaats van over de persoon die ze heeft ingebracht). Dan kan het natuurlijk toch nog gebeu ren dat de zaken uit de hand dreigen te lopen. Als dat gebeurt, breek het gesprek af met de mededeling dat het nu weinig zin heeft om door te praten want dat u 'te opgefokt' bent en stel voor het gesprek op een later, kalmer tijdstip voort te zetten. Ontsnappingstruc nummer 2: u gaal in de wandelgangen, tegen anderen dus. vedelende dingen vertellen over uw cri ticus. Het is erg gemakkelijk om 'te dui ken' in een situatie waarin u kritiek krijgt en de ander vervolgens terug te pakken door vervelende praatjes achter zijn of haar rug te gaan rondstrooien. Kleinere en grotere leugens worden dan vaak en passant meegenomen, allemaal bedoeld om de blauwe plekken op uw tere ego te balsemen. Vaak werkt het overi gens als een boemerang, want die verha len komen meestal wel bij uw criticus te rug Denk aan een oeroude wijsheid: "Als u absoluut niks goeds over een medemens weet te zeggen, zeg dan helemaal niks. Want dan kan het niet anders of uw blik is troebel".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 29