'Trek Stalin omver':
het nieuwe Monopoly
m
Omgaan met kritiek (1)
ENKWIJZER
SCHOP
Onze taal
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1990
PAGINA 29
Koning. Voorzitter van de
EG ben je bij toerbeurt, een half
jaar lang. Nederland mag vol-
mgend najaar. Ruud Lubbers po
pelt al. Hij wil tegen die tijd Eu-
Oropees kunnen stralen. Die hin
derlijke lakei Van den Broek
moet hem dan niet voor de voe-
Xten lopen. Dus laat hij Ien Dales
de Grondwet veranderen.
Zouden die twee samen wat
hebben? Probeer het u voor te stellen.
Ooit mocht (toen staatssecretaris van
handel) Bolkestein zich in het buiten
land minister noemen, want als er wat
te verdienen valt schuiven we de poli
tieke gevoeligheden aan de kant en kij
ken we niet op een titel meer of minder.
Lubbers introduceert nu de overtref
fende trap, de premier mag zich aan ge
ne zijde van de grens koning noemen.
Als het nog niet duidelijk was, dan nu
wel: Ruud Lubbers staat boven de wet.
Je kunt de zeker zo vrome Van den
Broek tot hier horen knarsetanden over
die roomse streek van zijn baas boven
baas. Hij op zijn beurt kan weinig an
ders dan zijn ellebogen wat dieper te
planten in de gezichten van hen die nog
wat lager in de pikorde staan.
Een probleempje toch voor de zonne
koning. Hoe zullen de andere edelen
van het Europese Hof kijken als Ruud
straks verordonneert dat er niet op zon
dag zal worden vergaderd? Hoon
gelach zal zijn deel zijn. Misschien is
koning toch niet helemaal hoog ge
noeg. Wie regeert er eigenlijk op zon-
dag? WIM FORTUYN
Janmaat. Onbegrijpelijk dat zo
veel mensen kritiek hebben op het plan
van Hans Janmaat om 'onze' gegijzelde
landgenoten in Irak te gaan redden.
Staat in het leger grijze-muizen-parle-
mentariërs eindelijk een solist op en
dan is het weer niet goed. Net zoals het
in de voetbalsport vaak gaat, is de spel-
makende Centrumdemocraat direct
keihard onderuitgehaald.
De op de uiterste rechtervleugel spe
lende Janmaat heeft niet alleen in Ne
derland, maar vooral vanuit Irak enkele
doodschoppen gekregen, waarop al
leen hij het patent leek te hebben. Op
de aanwezigheid van dé bevrijder van
alle onderdrukte Nederlanders in Irak
werd door de gijzelaars totaal geen prijs
gesteld.
Vergeten wordt dat de zendings
drang van de ongelooflijk bewogen
Janmaat alleen maar voordelen had
kunnen opleveren. Voor alle partijen.
Janmaat spreekt immers dezelfde taal
als de Iraakse president Saddam Hus
sein: recht voor zijn raap, zonder nuan
ces, met de nodige dreigementen en al
tijd gericht tegen buitenlanders.
Kortom, het had Janmaat niet veel pro
blemen opgeleverd om Irak Nederlan-
dervrij te krijgen.
Om al die redenen moet alles in het
werk worden gesteld om Janmaat als
nog aan een visum voor Irak te helpen.
Mocht er nog twijfel bij Hussein zijn,
dan kan Janmaat altijd nog aanbieden
om zelf in Irak te blijven. In dat geval
stijgt het peil in twee landen tegelijk,
heeft Hussein een extra adviseur in het
ophitsen van mensen en krijgt Janmaat
de kans om zich eindelijk écht waar te
maken. Tegen zoveel buitenlanders
heeft hij het immers nog nooit mogen
en kunnen opnemen.
JAN PREENEN
Mooiste baan. Het burgemees
terschap is misschien wel de mooiste
baan die er in Nederland te vinden is.
Je wordt uitstekend betaald, geniet ter
stond een zeker aanzien en je houdt in
die functie, vooral in kleinere plaatsen,
zeeën van tijd over om (in wat bij gewo
ne mensen 'de baas z'n tijd' heet) ande
re dingen te doen.
In zijn Leidse jaren heeft wethouder
Cees Waal zich eens laten ontvallen dat
hij het burgemeesterschap er vóór de
koffie nog wel bij kon hebben. Daar is
toen hier en daar verbolgen op gerea
geerd. Eén ding is wel duidelijk: aan de
ambtsketen kleeft zelden zweet.
Wie dat onlangs nog eens onder
streepte, was de burgemeester van Kat
wijk, mevrouw G.W. van Montfrans-
Hartman. Een der raadsleden had er
over geklaagd dat zij vanwege haar tal
loze bijbaantjes zo slecht bereikbaar
Mevrouw Van Montfrans pareerde
dat verwijt ietwat komisch met de me
dedeling dat ze toch altijd haar pieper
bij zich heeft, maar dat terzijde. Behal
ve burgemeester is zij vice-voorzitter
van het CDA en kroonlid bij de NOS.
Daarnaast heeft ze nog een viertal func
ties.
Zoals mevrouw Van Montfrans zijn
er vele burgemeesters. Ze is bepaald
geen uitzondering. Kennelijk heeft het
burgemeesterschap in kleine gemeen
ten zo weinig om de hakken dat je er
van alles en nog wat bij kunt doen, ja,
moet doen om je tijd zinvol door te
brengen.
Wordt het daarom niet eens tijd om in
bepaalde plaatsen het burgemeester
schap als part-time functie te laten uit
oefenen? RUUD PAAUW
Onveilig. Het is niet pluis in Ne
derland. Vroeger stopten ze altijd bij de
grens, tegenwoordig wemelt het van de
terroristen. Ook hier. In kraakpanden,
bij anti-apartheidsclubs, wellicht ge
woon op straat. Ze gaan banden aan
met buitenlandse terroristen. Het doel:
de Europese eenwording in 1992 te sa
boteren.
Een Europees terreurfront. Ik verzin
dat niet zelf, dat doet de Centrale Re
cherche Informatiedienst van de poli
tie. Die heeft overal z'n mensen zitten
en weet dus wat er speelt. De CRI is ge
ïnfiltreerd tot in actiegroep 'Kaars op
Tafel' in Zuid-Oost Bemmel. De under
cover daar, bekend onder de naam Flip
je, wist jarenlang informatie door te ge
ven op basis waarvan de CRI nu z'n op
merkelijke en deze week uitgelekte
conclusies trekt.
Besloten is nu Flipje terug te trek
ken. Leek de CRI veiliger, nadat Flipjes
collega, 'undercover' Van Tiel van de
concurrerende Binnenlandse Veilig
heidsdienst (BVD) was ontmaskerd
door actiegroep 'Kaars voor het Raam'
in Bemmel-Noord. Van Tiel zou zelfs
gemarteld zijn door de terroristen.
Nu zijn we dus in één klap twee van
onze beste infiltranten kwijt. We weten
dus ook niet hoeveel tijd we nog heb
ben om het tij te keren en het Europees
terreurfront aan te pakken. Misschien
maar goed ook, want in het geheim ble
ken er plannen te zijn om de politie met
haar nieuwe wapen er op af te sturen.
Gezien de precisie daarvan was de kans
niet denkbeeldig dat de infiltranten wa
ren getroffen. En dan was het echt niet
pluis geweest in Nederland.
JEROEN DIRKS
Ziek. Het ziekteverzuim in Neder
land kan volgens Jan Kamminga, ex-
voorzitter van de WD en thans voorzit
ter van het Koninklijke Nederlandse
Ondernemersverbond, omlaag door de
betrokkenheid van werknemers te ver
groten. Mooi geformuleerde werkge
verstaai, omdat daarmee wordt be
doeld dat werknemers best een hoger
aandeel in de premie Ziektewet voor
hun rekening zouden kunnen nemen.
Mocht dat niet haalbaar zijn, dan heeft
Kamminga een andere suggestie in pet
to: een of twee wachtdagen niet uitbe
talen. "Hiermee kan worden bereikt
dat werknemers zich niet meer lichtzin
nig ziek melden", vermoedt Kammin
ga.
Ongetwijfeld zal er hier en daar wel
eens een clandestiene snipperdag wor
den opgenomen. Ongetwijfeld zullen er
ook notoire luibakken zijn die zich een
door de Ziektewet gedekte vakantie
bovenop de rechtmatige veroorloven.
Ongetwijfeld zullen er controleurs van
bedrijfsverenigingen zijn, die zich gro
tesk laten belazeren door ingebeelde
zieken.
"Een groot deel van het ziektever
zuim wordt veroorzaakt door omstan
digheden waar de werkgever part noch
deel aan heeft", zegt Kamminga.
Dat zal best. Daartegenover staat dat
aan een groot deel van de bedrijfsslui
tingen de werknemers part noch deel
hebben gehad. Het is de laatste jaren
menigmaal schrijnend aan het licht ge
komen dat creativiteit niet de sterkste
eigenschap is van de doorsnee onder
nemer in Nederland. Duur betaalde ex
terne adviseurs hebben helaas lang niet
altijd in die leemte kunnen voorzien.
Enige bescheidenheid zou de aanvoer
der van de Nederlandse ondernemers
passen, temeer omdat voor het mis
management van luchtfietsende onder
nemers vooral de werknemers het ge
lag hebben moeten betalen.
Types als Kamminga, ziek word je
ran ze. GERARD VAN PUTTEN
De communistische regimes zijn
in Oost-Europa hun macht voor
goed kwijtgeraakt, maar de sym
bolen van hun ideologie zijn nog
zichtbaar. Wat gebeurt er met al
die standbeelden, straatnaam
borden en propagandamusea?
Een redacteur van deze krant
nam een kijkje in het Tsjechoslo-
wakije en Hongarije van na de re
volutie. Hij vond een spaarbank in
een voormalig socialistisch muse
um, een onttakeld Marxmuseum
en een Stalinistisch Monopoly.
door Karei Berkhout
Karl Marx, door de glazen plaat over zijn
papieren gezicht loopt een barst. In zijn
doffe baard is een vergeeld papiertje ge
klemd met zijn handtekening en de tekst
mit freundlichen Erinnerungen. Herin
neringen waaraan? Aan de elegante ho
tels die indertijd gebouwd werden in het
kuuroord Karlsbad, dat sinds 1918 Kar-
lovyvary heet? Aan het warme water
waarmee schrijvers, componisten,
staatslieden, gokkers en klassieke kapi
talisten hun volgevreten darmen spoel
den? Of gewoon aan het pension, waar
hij de jaren 1874,1875 en 1876 doorbracht
en waar zijn portret nu hangt.
De Tsjechoslowaakse bleekneusjes,
die in Pension Marx verblijven om aan te
sterken, drommen om ons heen; verwon
derd dat wij belangstelling tonen voor de
foto v.an de bebaarde man. De conciërge
komt met een prent van het hotel aanzet
ten, die dateert uit-de tijd dat het nog
Germania heette. Niemand weet of die
naam bij de machtsgreep van de com
munisten in 1946 verdwenen weer te
rugkomt, nu Marx een verdachte figuur
is geworden. Te oordelen naar de BMW's
en Mercedessen, naar de Duitse klanken
en de Wechselstubes buiten, kan het niet
lang meer duren.
Koude en communisme passen Karls
bad niet. De palmen voor het casino zijn
'verglaast' in een laag rijp. De negentien-
de-eeuwse herenhuizen liggen als bevro
ren tussen de overweldigende betonnen
volkspaleizen, waar duizenden Tsjechen
genezing zoeken in het warme bronwa
ter. Hoe vriendelijk zijn de herinnerin
gen aan Karl Marx? Of trachten de
Tsjechoslowaken met de leugenachtige
communistische propaganda nu ook
hem te vergeten?
Het standbeeld van Karei Marx, zoals
hij hier heet, is er nog en zijn stenen blik
is gericht op de groepen Duitsers die hier
al wandelend onophoudelijk lurken aan
porseleinen bekertjes bronwater. De gro
te winkelstraat heet nog altijd Marx-
straat, maar op een gevel staat alleen het
woord museum, gevolgd door de sporen
van de letters die ooit de naam Karl Marx
vormden.
Nee, wij kunnen er niet in: het muse
um bestaat niet meer. Achter de cassière
gaat een trap omhoog naar een gezand
straalde glasplaat met de namen Marx en
Engels. Nee, wij kunnen niet naar boven.
We kopen een kaartje voor de expositie
beneden en verlustigen ons noodge
dwongen een poosje aan de zacht-porno-
grafische foto's. In een onbewaakt ogen
blik glippen we naar boven.
De meeste deuren zijn gesloten en ver
bergen niets dan lege zalen. In het voor
portaal staat een borstbeeld van Marx,
omringd door grote rollen papier en kar
tonnen platen. Op de platen zijn kranten
geplakt uit de Praagse Lente van 1968,
die hier vroeger niet kunnen zijn ge
weest. Wordt dit propaganda-instituut
omgebouwd tot een museum voor de de-
Pension Marx in Karlovyvary, het vroegere Karlsbad. Vele Tsjechoslo
waakse bleekneusjes hebben er overnacht..
In Praag is het Leninmuseum inmid
dels het hoofdkantoor van de sociaal-de
mocratische partij. In het museum van
Klement Gottwald, de eerste communis
tische leider, zit nu een Duitse spaar
bank. Wij kopen het spel 'Trek het stand
beeld van Stalin omver', een bizarre vari
atie op het bekende Monopoly. Het
wordt gespeeld op een met viltstift inge
kleurd bord, waarop tientallen vakjes
staan. Elk vakje een gevangenis, het
leger, of een buitenhuisje geeft de spe
ler een kans. Wie het geluk heeft een par
tijlid te zijn mag slapen in een hotel of
krijgt een buitenhuisje. Wie tot de oppo
sitie behoort wordt in alle opzichten uit
gekleed en mag zijn boetes betalen met
bankbiljetten met de beeltenis van Sta
lin. Speels afrekenen dus met een duister
verleden.
In Budapest is het standbeeld van Sta
lin angstaanjagend. Gejuich van menig
ten, marcheren van soldaten, applaus:
het klinkt bijna op van de gigantische fo
to's van de congressen van de Hongaarse
communistische partij. De bronzen hand
van een ander, opgeblazen beeld van Sta
lin ligt op de grond en wordt gefilmd
door een cameraploeg van het Duitse tv-
station ZDF. De Hongaarse regering
heeft het Museum van de Geschiedenis
van de Revolutionaire Beweging omge
doopt in het Geschiedenis museum. De
eerste tentoonstelling heet 'Stalin! Ra-
kosin!', naar de Russische en Hongaarse
(foto Julie We'
leider in de jaren '50.
Buiten verkopen Hongaren de toeris
ten vrolijk curiosa, die er nog zeer nieuw
uitzien: onderscheidingen, t-shirts met
een beeltenis van Stalin, militaire unifor
men en duizenden speldjes. Binnen
toont de mooie maar naargeestige ten
toonstelling de opgeblazen propaganda
uit het Stalinistische tijdperk naast de
ontluisterende werkelijkheid in die jaren
van onderdrukking.
De propaganda bestaat vooral uit de
bekende sociaal-realistische affiches vol
arbeiders met een hamer in de geheven
vuist en boeren die vrolijk het land be
werken met een sikkel. Zoals altijd valt
op hoe kleinburgerlijk de plaatjes zijn
een gelukkig gezin geschaard om de eet
tafel. Hoe goedkoop de praatjes over het
kapitalistische Westen in Amerika
worden de negers gediscrimineerd. En
ten slotte hoe kinderachtig de prestaties
Hongarije heeft meer volleybal-velden
dan Australië.
Wie kan deze flauwekul ooit hebben
geloofd? Niemand, 'antwoorden' en
kele ruimtes hier. Er is een verhoorruim-
te, een grauwe directiekamer van een so
cialistische fabriek en een huiskamer
van 'burgelijke' Hongaren die in de jaren
'50 uit hun woning werden gejaagd.
Hongaren zijn er vandaag niet en wij
kunnen hun niets vragen over het verle
den of over hun toekomst.
Buiten wordt het stadplan nog gedo
mineerd door namen als het Marxplein
en de Leninboulevard. Deze straten en
pleinen krijgen de namen terug die ze
hadden voor de Tweede Wereldoorlog.
Alleen de Maxim Gorkistraat blijft heten
naar de Russische schrijver. Jammer
voor Nederland: de oude naam luidde
Koningin Wilhelminalaan.
eu.
ij-
ui.
oe.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Je kan best iets kennen zonder te weten
hoe het heet. Soms bestaat er voor iets
heel gewoons een woord, maar we wisten
niet dat daar een woord voor was. Als mu
ziekliefhebber heb ik al honderden keren
zo'n verhoging gezien waar de dirigent al
tijd op staat. Zou iemand me gevraagd
hebben hoe zoiets heet, dan had ik ge
zegd: verhoginkje voor de dirigent. Sinds
kort weet ik dat het een praktikabel heet.
Net zoiets heb ik met eponiemen. Weet
u wat eponiemen zijn? Waarschijnlijk wel,
alleen weet u wellicht niet dat ze zo heten.
Net als ik, tot voor kort. Onlangs is zelfs
een apart eponiemenwoordenboek ver
schenen, maar als je niet weet wat het zijn
loop je er makkelijk voorbij. Eponiemen
zijn woorden die teruggaan op een per
soonsnaam. Maggi is bijvoorbeeld een
eponiem want het woord maggi gaat terug
op de uitvinder, Julius Maggi, geboren in
1846 in Zwitserland. Ook van watt en joule
is bekend genoeg dat deze woorden hun
bestaan te danken hebben aan een me
neer Watt en een meneer Joule.
Ewoud Sanders is zulke eponiemen
gaan verzamelen en hij heeft er een prach
tig Eponiemenwoordenboek van gemaakt
(uitgegeven door Nijgh en Van Ditmar,
Amsterdam 1990). Het begint met blade
ren maar al gauw ga je zitten lezen. Het
blijkt dat er veel meer eponiemen zijn dan
ik gedacht had.
Honderden en honderden zijn er en ze
worden door Ewoud Sanders uitgebreid
beschreven. En met kennis van zaken,
ook al is niet alles volkomen zeker. Dat de
fiets zijn naam te danken zou hebben aan
een rijwielhandelaar Viets is bijvoorbeeld
op z'n minst twijfelachtig.
In elk geval laat dit woordenboek zich le
zen als de krant. Dat kan kloppen want de
meeste stukjes zijn al eens eerder in
NRC/Handelsblad verschenen. Als een
ware detective is Sanders aan het speuren
geweest naar gegevens over de bintjes.
het bowiemes (niet uitgevonden door Jim
Bowie maar door zijn broer Rezin Bowie,
1793-1841), boycot (Charles Cunningham
Boycot, geboren in 1832), braille, chauvi
nisme, flikje (naar Caspar Flick, die in 1745
een chocoladefabriek in Amsterdam be
gon). kenau, kiekje (naar de Leidse foto
graaf Israel David Kiek, 1811-1899), lyn
chen, peche-melba en melbatoast. sand
wich, spencer, spijkerbalsem, teddybeer
(naar president Theodore (Teddy) Roose
velt, 1858-1919), enzovoort.
Zo lezen we over een zekere Robert
John Lechmere Guppy (1836-1916) die
predikant was op Trinidad, een Brits eiland
voor de kust van Zuid-Amerika. Deze do
minee trok er in zijn vrije tijd graag op uit
om allerlei inheemse diersoorten te gaan
bekijken. Er was daar een soort kleine vis
jes die hij uit Engeland niet kende. Hij ving
er een paar en stuurde die in 1866, goed
verpakt, naar het British Museum in Lon
den, waar deze nieuw ontdekte soort ver
noemd werd naar de ontdekker. Sindsdien
heten deze populair geworden aquarium
visjes guppies.
Ook lezen we over Hendrik baron Hop,
geboren in 1723 te Breda. Voor zaken ver
bleef hij dikwijls in het Herenlogement in
Den Haag op het Voorhout. In 1792 vroeg
hij in de suikerbakkerij van Theodorus van
Haaren om een soort bonbons voor hem te
maken met koffiesmaak.
Koffie was destijds nog iets betrekkelijk
nieuws. De bonbons werden gemaakt en
regelmatig geleverd aan Hendrik baron
Hop. Tijdens zijn leven enkel aan hem.
Toen hij in 1808 overleed konden ook an
deren ze daar kopen. Aanvankelijk heetten
ze 'bonbons van baron Hop', maar van on
geveer 1880 af worden ze Haagse Hopjes
genoemd.
Voorin het boek staat de opdracht: 'Voor
mijn vader, die me nieuwsgierig maakte
naar de herkomst van woorden en voor
Annet'. Dat van die vader kan ik begrijpen.
Maar wat zou die Annet gedaan hebben?
Dat zou ik wel eens willen weten. Die San-
dersen hebben er slag van om mensen
nieuwsgierig te maken.
Op een dag gaat een man raad vragen
aan een wijze, die op doorreis een paar
dagen in zijn dorp verblijft. "Helpt u me
alstublieft", zegt de man. "Het hele dorp
houdt me voor een idioot. Wat ik ook zeg,
hoe verstandig ook, ze lachen me steevast
uit. Maar ook als ik niks zeg, drijven ze de
spot met me. Dan zeggen ze: hij heeft ook
niks te zeggen, die idioot, wat zou hij nou
voor zinnigs te vertellen kunnen hebben.
Mijn leven is een nachtmerrie geworden
en vaak denk ik er maar een eind aan te
maken. Toen hoorde ik dat een wijze door
ons dorp zou komen en ik dacht, mis
schien dat die mij kan helpen".
De wijze zei: "Nou, dat is heel simpel.
Het enige dat je hoeft te doen is dit: vanaf
morgen begin je iedereen die maar iets
zegt onmiddellijk kritiek te geven. Zegt
iemand, 'wat een mooie dag is het van
daag', dan reageer jij met, 'wat is er dan
zo mooi aan deze dag, wanneer is iets
mooi, wie bepaalt eigenlijk of iets mooi is
of niet?' Zegt iemand, 'kijk eens wat een
mooie vrouw daar gaat', dan wéér
meteen kritiek leveren. Maar onthou een
ding: nooit je eigen mening geven, nooit
zelf iets beweren, alleen kritiek leveren en
vooral op die dingen die niemand bewij
zen kan. Schoonheid, smaak, liefde, goed
heid, God: zaken waar iedereen de mond
vol van heeft, maar die niemand kan
hard maken. Over een maand kom ik
weer door dit dorp. Zoek me dan maar
weer eens op".
Een maand later was de man totaal
veranderd. Hij zag er niet meer gedepri
meerd en ellendig uit, hij had nu een stra
lende blik in zijn ogen, een blik van ie
mand die gelooft in zichzelf en die ontzag
inboezemt. De wijze moest lachen toen hij
dat zag en zei: "Het heeft dus gewerkt
De man antwoordde: "Het heeft fantas
tisch gewerkt. Ze reageren nu allemaal
alsof ik de wijste man van het dorp ben,
en dat in een maand tijd. Ze bieden hun
excuses aan voor het feit dat ze me vroe
ger als een idioot behandelden. En dat
terwijl ik niks anders heb gedaan dan
wat u mij hebt aangeraden. Zo gauw ze
iets zeggen, kom ik met mijn vragen, mijn
kritiek en daar hebben ze geen weer
woord op. Ze voelen zich opgelaten. Waar
ik tegenwoordig ook kom, daar houden
de mensen op met praten, omdat voor
hun gevoel een woord zeggen al linke soep
is. U hebt werkelijk een wonder verricht".
Dit sprekende verhaal, afkomstig van
Ivan Toergenev, een van de grote Russi
sche schrijvers uit de vorige eeuw, drukt
ons met de neus op een belangrijk psycho
logisch probleem. Voor ieder van ons is
kritiek in de een of andere vorm noodza
kelijk om bij ons eigen gedrag stil te gaan
staan, erover na te gaan denken. Daar
om is kritiek onontbeerlijk voor de ont
wikkeling van onze persoonlijkheid.
Maar kritiek is nooit leuk en vaak pijn
lijk. Omdat we nou eenmaal de neiging
hebben om pijn te vermijden, hebben we
ook de neiging kritiek te vermijden, uit
de weg te gaan.
De wijze antwoordde: "Ik heb hele
maal geen wonder verricht. De kwestie is
eenvoudig deze. Alle mensen zijn bang
voor kritiek. En alle mensen beweren aan
de lopende band dingen waar ze niet
goed over nagedacht hebben of waarvan
ze niet echt veel verstand hebben. Ont
moeten ze nou iemand die dat niet doet,
iemand die niks beweert en alleen maar
vragen stelt, kritische vragen, dan wor
den ze pijnlijk herinnerd aan het feit dat
ze zelf vaak, te vaak, voor hun beurt spre
ken. Degene die hen eraan herinnert dat
het vaak wijzer is je mond te houden, is
daarom in hun ogen een wijze".
Net zoals met lichatnelijke pijn ver
schillen mensen ook wat betreft psychi
sche pijn enorm in gevoeligheid, in wat ze
kunnen verdragen. Er zijn mensen die bij
het minste of geringste al hun stekels op
zetten: "Hé, je hebt een nieuwe bloes
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
aan". "Ja hoezo, wat is daarmee, vind
je 'm niet leuk soms?" Er zijn ook mensen
met een ware olifantshuid. Wat je ook
zegt, het glijdt hen bij de koude kleren af:
"Nou, wat jij vandaag aan hebt, hoe
krijg je het bij elkaar, het lijkt wel of een
dronken naaister aan het werk is ge
weest". "Och, als ik maar iets aan mijn
lijf heb".
Veel mensen die allergisch zijn voor
kritiek, die daarop getergd reageren,
verdedigen die reactie vaak met opmer
kingen als dat de kritiek niet waar is of
niet opbouwend of te zeer op de persoon
gespeeld. Het is waar dat veel mensen an
deren op een onsportieve of vijandige of
te generaliserende manier kritiek geven
bijvoorbeeld zeggen dat iemand een
waardeloos persoon is als hij alleen maar
iets waardeloos GEDAAN heeft. Maar
dat neemt niet weg dat veel kritiek toch
vaak korreltjes van waarheid bevat en
dat het goed voor jezelf kan zijn die eruit
te pikken. Bovendien kunnen we vaak
weinig invloed uitoefenen op de manier
waarop iemand anders ons kritiek geeft.
Wat we wel kunnen bepalen is de manier
waarop wijzelf met de geleverde kritiek
omgaan. De hamvraag is dus: hoe kun
nen we kritiek zo goed mogelijk incasse
ren, ook als die op een slechte manier
wordt gegeven?
De eerste stap is, op een zo eerlijke ma
nier na te gaan wat voor ontsnappings-
of vermijdingstrucs we nu gebruiken als
er (negatieve) kritiek op ons afkomt. De
volgende stap is om al die trucs op te ge
ven en er meer volwassen, 'gezonde reac
ties voor in de plaats te zetten. Gemakke
lijk gezegd natuurlijk en moeilijk ge
daan. Ik zal daarom deze en de volgende
week een aantal van die trucs en hun 're
delijk' alternatief uit de doeken doen.
Omdat leren herhaling vergt, maak er
twee kopieën van. Een voor op uw werk
en een voor in de huiskamer.
Ontsnappingstruc nummer 1: u schiet
onmiddellijk in de verdediging en zet de
tegenaanval in. Een van de meest alge
mene reacties op kritiek is onmiddellijk
terug te slaan, de ander aan te vallen:
"Nou, ik kan niet zeggen datjij de laatste
tijd erg vriendelijk bent". "Ik niet erg
vriendelijk?! Of jij zo vriendelijk bent
dan! Of er nou een lantaarnpaal in huis
zou zijn of jij, niemand die het verschil
echt zou merken".
Duidelijk is, dat degene die de kritiek
krijgt deze onmiddellijk opvat als een
persoonlijke aanval. Het kan best zijn
dat de eerste spreker probeert te zeggen,
zij het misschien op een wat onhandige
manier, dat hem iets dwars zit en dat hij
dat graag veranderd zou zien. Maar
door de reactie van de ontvanger mondt
zo'n gesprek dan snel uit in het heen en
weer gooien van vuile was en als het lang
duurt van nog erger. Waar het aanvan
kelijk allemaal om te doen was, gaat in
de strijd verloren en beide partijen blij
ven ten slotte acnter met veel frustratie en
boosheid.
Een alternatief is om de andere per
soon de tijd te geven zijn of haar punten
zonder interrupties te kunnen uitspre
ken. Het kan best zijn dat het niet leuk is
om aan te horen, dat het pijnlijk is, maar
kritiek is nu eenmaal (vaak) pijnlijk. So
what! Bedenk dat veel negatieve gevoe
lens van anderen tegenover ons vaak al
oplossen, als ze de gelegenheid krijgen om
die uit te spreken. En als wij de gelegen
heid gebruiken om moedig te bekennen
dat we het niet leuk vinden om aan te ho
ren. Ga het vervolgens hebben over de
punten waarover het gaat (in plaats van
over de persoon die ze heeft ingebracht).
Dan kan het natuurlijk toch nog gebeu
ren dat de zaken uit de hand dreigen te
lopen. Als dat gebeurt, breek het gesprek
af met de mededeling dat het nu weinig
zin heeft om door te praten want dat u 'te
opgefokt' bent en stel voor het gesprek op
een later, kalmer tijdstip voort te zetten.
Ontsnappingstruc nummer 2: u gaal
in de wandelgangen, tegen anderen dus.
vedelende dingen vertellen over uw cri
ticus. Het is erg gemakkelijk om 'te dui
ken' in een situatie waarin u kritiek
krijgt en de ander vervolgens terug te
pakken door vervelende praatjes achter
zijn of haar rug te gaan rondstrooien.
Kleinere en grotere leugens worden dan
vaak en passant meegenomen, allemaal
bedoeld om de blauwe plekken op uw tere
ego te balsemen. Vaak werkt het overi
gens als een boemerang, want die verha
len komen meestal wel bij uw criticus te
rug
Denk aan een oeroude wijsheid: "Als u
absoluut niks goeds over een medemens
weet te zeggen, zeg dan helemaal niks.
Want dan kan het niet anders of uw blik
is troebel".