Verdwaald in Burma
SCHOP
Op de fiets over zandwegen naar een 'verboden stad'
Onze taai
Frustrerende opvoeding
ENKWIJZER
ZATERDAG 6 OKTOBER 1990
EXTRA
PAGINA 27
VOORLICHTING Voorlichting imposante hand
boeken zijn erover verschenen en er gaat geen maand
voorbij of er wordt wel een geldverslindend congres
aan besteed.
Communicatie, dat is de pasmunt voor succes. Maar als het er opaan komt
dan wordt er bij overheid en bedrijfsleven op dit gebied vaak gestunteld dat
m horen en zien je vergaat. Vooral als het precaire zaken betreft worden de wij
ze lessen, uitgedeeld in handboeken en op congressen, óf vergeten óf snel
overboord gekieperd.
Neem de manier waarop de gemeente Leiden omsprong met het recente
ontslag van wethouder Hettinga. Het gaat hier niet om een kleinigheid, het
raakt direct het dagelijks bestuur van de gemeente.
Hettinga schrijft op 2 oktober aan de voorzitter van de gemeenteraad een
merkwaardig briefje dat hij opstapt en laat het daar bij.
Voor iemand die een openbare functie bekleedt, is dat wel heel dunnetjes, maar dat
terzijde. Hoe brengt het college van Burgemeester en Wethouders dan wel de wet
houder die belast is met voorlichting dat nu naar buiten? Je zou verwachten dat er in
allerijl een persconferentie wordt belegd. Die worden wel voor aanzienlijk fluttiger
zaken uitgeschreven. Of Hettinga daar bij wil zijn of nieten of B. en W. sommige vra
gen slechts half of helemaal niet kunnen beantwoorden is irrelevant. Er behoort bij
iets dergelijks een centraal punt te zijn waar zo'n kwestie kan worden doorgenomen.
(En helemaal als het 3-oktoberfeest op losbarsten staat, want dan is het als journalist
uiterst moeilijk mensen te bereiken. En als je ze bereikt moeten ze ook nog nuchter
zijn).
Maar nee, de gemeente Leiden doet het anders. De kranten hebben in het stadhuis
een persbakje, waarin de mededelingen van alledag worden gedeponeerd en bij die
paperassen stopt de gemeente 's middags 2 oktober een afschrift van Hettinga's
brief, zonder ook maar enige toelichting en zonder telefoontje vooraf. Alsof het om
de tijdelijke afsluiting van een of ander steegje gaat. Zelfs in Boerenstronkeradeel
zouden ze zich voor een dergelijke manier van doen kapot hebben geschaamd.
Wat is dat nou toch: onnadenkendheid of onnozelheid?
Enfin, één ding is duidelijk: Als er een Lulletje-Rozewaterprijs op het gebied van
voorlichting bestaat dan kan de gemeente Leiden die voor het jaar 1990 niet meer
ontgaan.
RUUD PAAUW
PLOEGER Waar zouden we zijn zonder de trein?
Tja, op die vraag kunnen natuurlijk de meest uiteenlopende antwoorden worden
gegeven. Bijvoorbeeld door forensen die in de jaren zestig en zeventig naar groeiker
nen op het platteland moesten verhuizen omdat hun eigen gemeenten hun geen on
derdak konden bieden. Mede als gevolg daarvan boemelen tallozen dag in, dag uit,
jaar in, jaar uit, tussen woon- en werkplaats.
Dat het in een treincoupé vergeefs zoeken is naar geurvreters die het gemengde
aroma van afgedragen regenjassen, shag en werkzweet zouden kunnen wegnemen
nog tot daaraantoe. Afgaande op de tv-reclame serveren ze bij de NS tegenwoor
dig op aanvraag uiteindelijk een 'beschuitje trein'. En als Maij-Weggen het zich ver
waardigt een keertje mee te rijden, dan wordt dat beschuitje een knapperig 'crois-
santje trein'.
Zodoende wordt door de NS wel degelijk compensatie geboden voor het ongerief
van meelezende reizigers en van wc's die een uur in de wind stinken. Je zou de fer
vente automobilisten de kost hebben moeten geven die in de afgelopen maanden
met de gedachte speelden om de file de file te laten en over te stappen naar de trein.
Met goedvinden van minister Andriessen hadden speculerende oliemaatschappijen
de benzine- en dieselprijzen immers naar oorlogsrantsoenachtige waarden opge
krikt.
Uitgerekend op het moment dat menigeen voor het eerst sinds jaren z'n gezicht
liet zien voor het NS-loket, doemde de witgekuifde kop van drs. Leonardus F. Ploe
ger prominent op. Of de klanten er wel even rekening mee wilden houden dat voor
een spitskaartje voortaan tien procent meer moet worden gedokt. Hoe bedoelt u van
de situatie gebruik maken? Typisch Hollandse koopmansgeest tussen de rails. Waar
zouden we zijn zonder de trein is een vraag, die simpel kan worden beantwoord met
de mededeling aan Ploeger dat een leven ook te leven valt met fiets, auto, driewieler
of desnoods benenwagen. De keuze voor de trein is voorlopig dus een gepasseerd
station, al heeft Maij-Weggen intussen op de rem getrapt eh vier procent van de ta
riefsverhogingen afgeknabbeld. Er schijnt een tekort te zijn aan conducteurs. Zou
die Ploeger...?
GERARD VAN PUTTEN
LUNS In de reeks verbleekte staatslieden kwam woensdag Joseph Luns even in
beeld. Op Duitsland 3. Opvallend was dat hij zowel zijn majestueuze adamsappel als
één van de nauwkeurig geëpileerde wenkbrauwen optrok toen de presentator op
merkte dat de Duitse hereniging nooit gelukt zou zijn zonder Gorbatsjov. De camera
registreerde Luns' aarzeling haarscherp.
Het was maar een moment, want toen viel alles weer in het juiste vakje. Ook Luns
moet hebben bedacht dat de Sovjetunie tegenwoordig een ander beleid voert. Hij
begon te knikken. Eerst voorzichtig, toen heftig: "Da haben sie völlig recht". Het
leek er op dat hij meer wilde zeggen, maar de aftiteling kwam.
We zullen dus nooit weten wat Luns precies dacht. Helaas, want het moet haast
wel gigantisch botsen in z'n hersenpan als het om Gorbatsjov gaat. Enerzijds zal
Luns stilletjes hopen dat de Sovjetleider net als die anderen een wolf in schaapskle
ren is. In kruiende wereldbeelden heeft hij nooit geloofd. Aan de andere kant zal hij
ontzag hebben voor de bevoegdheden die Gorbatsjov zich op min of meer democra
tische wijze heeft verworven. Hij mag alles wat Luns ooit graag wilde. Demonstra
ties verbieden, oorlogen verklaren, vrede sluiten, landen onafhankelijk maken.
Nog uren later probeerde ik me te bedenken wat Luns nog meer had willen zeg
gen. Ik hou het er maar op dat dat niets was; dat hij slechts één gedachte had: "Wat
heb ik nu gedaan? Nee, toch! Ik heb iemand gelijk gegeven".
JEROEN DIRKS
BEMOEIAL Liesbeth den Uyl is gestorven. Aan kanker, net als haar man. Zo be
loont het lot mensen die zich voor anderen hebben ingezet. Oorlog vooraf, kahker
toe en tussendoor werken en nog eens werken. Op zich is dit voor mij al onverteer
baar. Maar het werd me helemaal te gortig toen ik in deze krant de kop las boven
haar necrologie: 'Vrouw die zich met alles bemoeide overleden'. Als ik het even mag
vertalen staat daar: 'Zo, van die bemoeial zijn we af.
Inderdaad, Liesbeth liep arm in arm met de Dwaze Moeders, wier zonen als grof
vuil in een massagraf werden gedumpt. Inderdaad, zij nam het niet als mensen zi
geuners uit hun nette wijk wilden weren. Inderdaad, zij trók ten strijde tegen on
recht. Ze komen niet veel meer voor, maar je hebt van die mensen.
De ingezonden brieven zullen nu wel binnenstromen. Dacht ik. Maar nee hoor: al
gehele stilte. De 3 oktoberviering stond voor de deur. Vette paling, stromen bier en
allemaal: de burgemeester, de wethouders, de professoren ('Wij dragen Wybers op
ons hoofd, Wybers op ons hoofd, holadiejee!'), de Leidse afdeling van de PvdA
('Voorwaarts naar drank en vreten!'), niemand uitgezonderd, allemaal als aardappel
zakken achter de fanfare aan. Over de grievende kop geen woord.
'Vrouw die zich met alles bemoeide is overleden'. Hier is een verontschuldiging
op zijn plaats. Het is een beetje laat, maar toch: sorry Liesbeth.
CEES VAN HOORE
Zenuwachtig schuifelt de tolk over
zijn stoel. Zo dadelijk komen de
politie en de officier van de immi
gratiedienst. Hoe moet hij die
twee buitenlanders, die nota bene
op de fiets zijn stadje zijn binnen
gereden nu duidelijk maken toch
vooral kalm te blijven en geen
gekke dingen te doen. Buitenlan
ders hebben ze in Chauk wel
eens eerder gezien. Drie jaar ge
leden was er nog een Engelsman
opgepakt die er foto's nam van de
militaire kampen. Hij was vrijgela
ten toen hij aantoonde dat hij in
Chauk geboren was, als zoon van
een daar gelegerde Britse militair.
Maar nu gaat het om twee Hollan
ders, onder de modder en be
zweet van een dag 'ploegen' over
de zandwegen van het Burmaan-
se binnenland. Zouden ze ook
worden gearresteerd?
door Hans Jacobs
De officier van de immigratiedienst is ei
genlijk heel vriendelijk en beleefd. En de
goedlachse 'sheriff lijkt zelfs verlegen
met de situatie. Minutieus worden de
paspoorten bestudeerd en de bagage bij
na verontschuldigend geïnspecteerd.
"Wat is de reden voor het bezoek aan
Burma?" luidt de verrassende eerste
vraag. Dat het om een vakantiereis gaat
is niet voldoende. "Wat is de tweede re
den voor het bezoek?" Snel denken, de
man gunstig stemmen en iets mompelen
van 'omdat er zulke aardige mensen wo
nen'. De officier vindt het wel grappig.
De in traditionele kledij met sarong
of longyi gestoken politieman speelt
ondertussen met zijn revolver, aan het
oog onttrokken in een voor Burma type
rende schoudertas. Hij heeft het wapen
kort daarvoor laten zien om aan te tonen
dat hij een 'echte' poliitiechef is. Een uni
form draagt hij tijdens zijn nachtelijke
patrouilles niet.
De menigte belangstellenden in het
kleine pensionnetje groeit aan. Dat is
nog eens wat anders. Twee buitenlan
ders. Chauk heeft niet eens een hotel.
Mogen ze er eigenlijk wel blijven? "Dit is
een verboden stad. Buitenlanders mo
gen hier niet komen", zegt de officier
plechtig. De tolk heeft eerder al iets ge
zegd over olievelden en militaire installa
ties. Dat verklaart ook de ondervraging
en bijzondere belangstelling van de auto
riteiten. Het ongeloof over de wijze waar
op de bezoekers in Chauk terecht zijn ge
komen moet worden overwonnen, pas
dan kan er sprake zijn van nachtrust. Zo
veel is wel duidelijk.
Gewoon
Het had een gewone dag moeten worden.
Gewoon een stukje rondfietsen in de om
geving van Pagan, in het binnenland van
Burma. Daar zijn honderden heilige tem
pels en pagodes, schijnbaar achteloos
uitgestrooid langs de oevers van de
Ayeyarwady (Irrawaddy). Op een gebied
van veertig vierkante kilometer zijn door
de Burmaanse koningen in tweehonderd
jaar tijd (1057-1287) bijna 13.000 gewijde
gebouwen neergezet, de één nog mooier
en groter dan de ander. Alsof alle kathe
dralen van West-Europa op één plek zijn
neergezet. De tand des tijds en een flink
aantal aardbevingen hebben de gebou
wen ernstig aangetast, maar dat neemt
Bamboehutten, een zandweg en de fiets als vervoermiddel. Deze Burmees,
gekleed in de traditionele longyi, neemt de tijd om de krant te lezen, (foto gpdi
met weg dat Pagan eén van de indruk
wekkendste plaatsen van Azië is. Het is
een 'must' voor iedere bezoeker van het
'gouden land', zoals het begin dit jaar tot
Myanmar omgedoopte Burma zichzelf
graag presenteert.
Toeristen mogen er fietsen huren om
de her en der verspreide pagodes beter te
zien. Mogen, omdat elders in Burma die
mogelijkheid bewust achterwege is gela
ten. De actieradius van buitenlandse
'pottenkijkers' zou er te veel mee worden
vergroot. In Pagan is paard en wagen het
enige alternatieve vervoermiddel. De
Burmanen zelf bedienen zich voor het
transport op het land van een ossekar.
Fietsen dus. De kaart gaf een fraaie
weg aan die van Pagan parallel aan de ri
vier naar het onbekende Chauk voert. De
afstand lijkt makkelijk te overbruggen,
maar hier wordt een misrekening ge
maakt. De wegen in Burma zfjn niet te
vergelijken met die in West-Europa, dat
zal nog blijken. Het begin is echter be
moedigend, een verharde weg die het
voornemen om er een gezellige tocht van
te maken ondersteunt. Pagodes te pas en
te onpas in het landschap. Na het asfalt
komen de stenen en het zand. Eerst nog
platgetreden, daarna rul.
Wandeltocht
Omkeren of niet? Van fietsen komt,
naarmate de afstand tot Pagan groter
wordt en de pagodes uit het landschap
verdwijnen, steeds minder terecht. De
fietstocht is een wandeltocht geworden.
De kaart belooft vanaf Chauk en het
daarvoor gelegen Singu een betere en al
ternatieve weg terug. Terwijl donkere
wolken samenspannen boven de hori
zon, gaan we dus eigenwijs door, langs
kleine arme dorpjes van bamboehutten.
Bij het zien van twee Hollandse idioten
op een fiets loopt de dorpsbevolking uit.
Een onderwijzer houdt de buitenlanders
staande, zodat zijn kroost de vreemde
wezens ook eens van dichtbij kan zien.
Gegiechel, en verbazing wanneer de
eindbestemming wordt genoemd. "Ja,
dat is die kant uit." Hoe ver het nog is, dat
weet de man niet.
Een tropische regenbui verandert het
zandspoor in een zandrivier. Doornen
zorgen ervoor dat de fietsbanden binnen
de kortste keren plat staan. Goede raad is
duur. In het dorpje Milaungbya zorgen
de twee binnenwandelende gasten voor
commotie. De Nederlanders worden
meegetroond naar de als dorpsoudste
fungerende boeddhistische monnik.
"Wat willen jullie", vraagt hij met een
doordringende en angstaanjagende blik.
Meer Engelse woorden kent hij niet en
ook de dorpsonderwijzer brengt geen
uitkomst. Terug naar Pagan kan volgens
de wijze man niet, verder reizen heeft
ook geen zin. Alle overredingskracht is
nodig om, na het geven van een 'ge
schenk' toestemming te krijgen om ver
der te gaan. Naar Singu en Chauk.
Overnachten
In Singu worden de fietsen gerepareerd.
De vreugde over het herstel van de ver
voermiddelen is na het doorwaden van
weer een modderbed en zandrivier van
korte duur, maar de weg wordt al beter.
Het is inmiddels donker geworden, de
tocht duurt al elf uur en Pagan is via de
alternatieve terugweg nog zestig kilome
ter ver. Overnachten dan maar. Een pen
sion is zo gevonden, maar dan beginnen
de moeilijkheden pas echt. De vriendelij
ke pensionhoudster moet de politie en
immigratiedienst van de komst van de
Nederlanders op de hoogte stellen.
Een nacht in de cel dreigt, maar de ant
woorden overtuigen de autoriteiten.
"Jullie mogen hier tot morgenochtend
zes uur blijven. Dan vertrekt de eerste
bus. En denk eraan, het is verboden om
foto's te maken", zegt de immigratie-offi
cier. En opeens vriendelijk: "Hebben jul
lie al gegeten?". Onder begeleiding van
de sheriff en zijn inmiddels opgetrom
melde hulpjes worden de gasten in een
prehistorische jeep naar een Chinees res
taurant gebracht. Eten met het pistool op
de borst, grappend en grollend, 's Och
tends is de sheriff er ook weer. Om de
gasten uit te zwaaien. Tenslotte kom je
niet iedere dag Hollandse toerfietsers te
gen.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Dit is de tweehonderdste aflevering van
deze rubriek De eerste verscheen in de
krant van 22 november 1986 Tweehon
derd is natuurlijk te weinig om er ophef over
te maken Bij de duizendste is het vroeg ge
noeg voor een feestje Dat zal dus over on
geveer zestien jaar zijn Als het aan mij ligt.
gaan we minstens tot de duizend door.
Maar het hangt ook van de lezers af want
deze rubriek berust voor een belangrijk
deel op brieven die ik krijg, met vragen,
ideeën en commentaar Er is eigenlek maar
een soort vragen waar ik nooit op inga vra
gen om dit of dat nu eens ferm fout te noe
men Ik wil wel over dit of dat schrijven maar
ik vind dat de lezer oud en wijs genoeg is
om zelf te bepalen wat hij wil of met. En taal
is veel te interessant om alleen maar goed
en fout te onderscheiden
Neem nou eens het gebruik van zien en
er uitzien. De uitdrukking Afke ziet bleek i:
opmerkelijk omdat Afke eigenlijk niet ziet
maar gezien wordt ledereen kan het zien
maar juist Afke niet. Behalve als ze voor de
spiegel staat Toch hebben we de uitdruk
king Afke ziet bleek, en we zeggen met Af
ke wordt bleek gezien, wat meer voor de
hand zou liggen Ik heb trouwens de indruk
dat men het tegenwoordig zelden meer zo
zegt Je hoort het nog wel eens oudere
mensen gebruiken maar veel gewoner is
ondertussen Afke ziet er bleek uit Om de
een of andere reden geeft dat meer moge
lijkheden: Afke ziet er opgewekt uit. ziet er
leuk uit, ziet er volwassen uit. In de oudere
uitdrukking kon dat niet. Niemand zei Afke
ziet opgewekt, Afke ziet leuk of Afke ziet
volwassen.
Wanneer we er uitzien met grote nadruk
uitspreken, is het niet nodig om uit te leggen
hoe ze er uitziet. Wat zie je d'r uit! Ze zag er
toch uitl Het zijn wat je noemt zinnen met
uitroeptekens We begrijpen meteen wat e
bedoeld wordt heel slecht, heel ongezond,
heel vreemd uitgedost
Het uitroepteken of de grote nadruk is in
dit geval onmisbaar Wanneer we op gewo
ne verteltoon zouden zeggen Afke zag er
uit en verveelde zich een beetje, dan mis
sen we bepaald iets hoe zag ze er uit7 Ta
melijk nieuw lijkt me dezelfde uitdrukking
met toevoeging van niet:Ze zag er niet uit!
Ook dit betekent zoiets als zag er slecht
uit', ongezond', raar gekleed Zulke toe
voegingen kunnen er echter met bij Watzie
je d'r uit kunnen we verduidelijken met Wat
zie je d'r ongezond uit. maar Ze zag er niet
uit kan niet aangevuld worden tot ze zag et
niet ongezond uit Wel natuurlijk Ze zag er.
niet gezond uit maar dit mist het nadrukke
lijke van Ze zag er niet uit!
Betekenen de zinnen met en zonder mei
nu hetzelfde7 Is Ze zag er uit' precies het
zelfde als Ze zag er met uit7 Ga dit n
eens aan een buitenlander uitleggen. Dikke-
kans als het u gelukt is, dat uw buitenlander,
de volgende vraag zat stellen betekent ii
uw taal Het zag er (niet) uit! ook het zelfde
als het was geen gezicht?Zo nee. wat is het
verschil7
Ten eerste geen gezicht zeggen we nier
gauw over personen, eerder over situaties
Dus met Afke was geen gezicht maar wei;
Afke met die theemuts op haar hoofd was
geen gezicht Ten tweede geen gezicht be-
tekent 'bespottelijk', 'zot', en met 'onge-;
zond'.
Een probleem voor de woordenboekma-,
kers is. waar ze zo'n woord in de alfabeti
sche volgorde moeten opnemen Staat hel
bij de Z van zien7 Of bij de U van uitzien7 Oh
bij de E van eruitzien? Waar zou u zelf hei
eerst gaan kijken7 Wie een paar woorden-;
boeken ter hand neemt, ontdekt tot zijn ver
rassing dat er nogal verschil is. Sommige,
vermelden het woord bij Uitzien en anderen
bij Eruitzien. Is dat louter toeval of zit daar
een gedachte achter7 Ik zou het met weten
Aan de taal zal het met liggen Stof ge-'
noeg voor de volgende 800 afleveringen
Het is zaterdagmiddag. U hebt samen
met uw zevenjarige boodschappen ge
daan en bent op weg naar huis, als u op
straat een goede kennis tegenkomt. Van
de hartelijke begroeting, waarbij ook uw
kind even de aandacht krijgt, bent u nog
maar nauwelijks overgegaan op een kort
gesprek of daar begint het gedonder al:
"mam, wanneer gaan we nou naar
huis?". Uw antwoord: "hééél eventjes
schat, we gaan zo weer".
Nog geen minuut later volgt een flinke
ruk aan uw arm en een herhaling: "mam,
gaaan we nou?" U opnieuw: "echt, we
gaan zo". Weer een halve minuut later
rukt uw kind onder het motto "als ik
iets moet inleveren (tijd) waarom zij dan
niet?" - het chantage scenario 'open
"mam, mag ik dadelijk thuis een lolly uit
de bus?"
Omdat het lullig is te weigeren met een
vreemde erbij en omdat het misschien ook
nog tijdwinst oplevert, reageert u heel
royaal: "natuurlijk schat, jij mag straks
een lolly".
Door het onverwachte gemak waarmee
de lolly werd binnengehaald, gaan even
later alle remmen los. Uw 'schat' rukt u
half om en fluistert hebberig in uw oor:
"en mag ik dan ook de 'Funniest Home
Video-show' helemaal afkijken en daar
na ook nog even spelen?" Bang dat een
weigering gebler en nog meer geruk en
getrek oplevert, komt u ook nu weer over
de brug: "oké, oké, maar laat me dan nog
heel even uitpraten, wil je?"
Maar dat wil ie natuurlijk niet, want
het verlangen om gauw naar huis te
gaan is door alle toezeggingen alleen
maar groter geworden. Nog geen tien tel
len later begint ie weer: "madam, gaan
we nou? Je hebt toch gezegd dat je nog
maar heel eventjes zou praten".
Langzaam begint uw bloed door dat
geëtter behoorlijk op temperatuur te ko
men, maar flink door elkaar rammelen
betekent het einde van uw reputatie als
opvoedkundige. Inde hoop dat de belofte
om nu echt te gaan toch nog een ietsje
pietsje tijd oplevert, gaat u overstag, zegt
"oké, we gaan nu echt" en tracht onder
tussen nog even snel het gesprek met uw
kennis voort te zetten. Mooi misgegokt
natuurlijk, want nu is er alle reden om u
en uw kennis uit elkaar te rukken. Ter
wijl u al tegenstribbelend wordt meege
sleept, probeert u achterover hangend
half excuserend en half groetend de ont
moeting toch nog op een bevredigende
manier af te ronden.
Op weg terug naar huis bent u inner
lijk verward door gedachten als: "waar
om kun je nou verdorie nooit eens rustig
met een kennis praten als de kinderen in
de buurt zijn? ZelfJ als je aan de telefoon
zit, laten ze je nog niet met rust. Zou het
andere moeders ook zo vergaan? Die ken
nis zal ook wel denken: "tjonge, tjonge,
wat een lastig kind is dat". En op zo'n
moment, hoewel uw kind natuurlijk uw
alles is, kunt u zich toch niet aan de ge
dachte onttrekken, dat een kind ook niet
altijd alles is.
Een van de kenmerkende eigenschap
pen van een mens is dat hij op deze pla
neet komt met de ingeboren neiging te
doen alsof een rechte lijn de kortste af
stand is tussen een behoefte en de bevredi
ging daarvan. Dat zou overigens op zich
geen punt hoeven te zijn, zolang er maar
geen andere mensen in de buurt waren.
Probleem is alleen dat als die er wel zijn
en als die ook allemaal direct op de bevre
diging van hun behoeften af gaan, bot
singen onvermijdelijk zijn.
Om te voorkomen dat we elkaar voort
durend naar het leven staan, is het onver
mijdelijk dat we compromissen sluiten.
Een compromis is een methode of een
strategie waardoor alle betrokkenen
voor hun eigen gevoel voldoende (maar
meestal niet volledig waardoor een zeke
re mate van frustratie onvermijdelijk isj
aan hun trekken komen. Het voornaam
ste doel en kenmerk van een 'goede' op-
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
voeding is het aanleren van de vaardig
heid om compromissen te kunnen sluiten.
Recent onderzoek laat zien, dat kinde
ren al vroeg in dat opzicht van elkaar
gaan verschillen. Laat ik aan de hand
van een voorbeeld een paar van de meest
typische verschillen tussen kinderen in
dit opzicht duidelijk maken. Stel u
(vanuit de positie van een kind) de vol
gende situatie voor: 'Het is een bijzonder
vervelende, oninteressante avond. Ik zou
graag willen dat mijn ouders met mij een
bepaald spel spelen, dat ik pas gekregen
heb, maar daar hebben ze eigenlijk geen
zin in. Ze willen veel liever naar een of
andere stomme film op de televisie kij-
Als we deze situatie aan een groep kin
deren voorleggen en hun vragen hardop
te vertellen wat ze zouden doen om hun
zin te krijgen, dan zegt een aantal kinde
ren: 'ik vraag of ze met mij gaan spelen
zo gauw de film is afgelopenZo'n strate
gie is gezond, want het kind toont zich be
reid tot een compromis. Het probeert ac
tief om in overleg met de ouders tot over
eenstemming te komen en doet een con
structief voorstel Het is ook een normale
strategie, in die zin dat veel kinderen er
gebruik van maken.
Een andere strategie kan zijn: 'ik zeg
gewoon, jullie hebben nooit tijd voor mij.
de ouders van Claudia spelen wel altijd
met haar als ze dat wil'. Het kind pro
beert nu zijn zin te krijgen door afkam
men en verwijten. Het probeert morele
druk uit te oefenen en op schuldgevoelens
te werken "Jullie zijn gemeen, jullie
doen alleen maar waar jezelf zin in
hebt").
Een derde strategie is: 'ik geef papa of
mama een kus en zeg asjeblieft, asje
blieft, asjeblief ..ga je met mij spelen...ik
heb anders niks te doen'. Door lief te bede
len en zich als hulpeloos voor te doen of
door beloftes te doen. probeert het kind de
genegenheid of aandacht van de ouders
te krijgen en ze vandaar uit voor het ei
gen karretje te spannen.
De vierde strategie, ten slotte, laat zich
het best illustreren aan de hand van een
ander voorbeeld. Stel het is zondag ert de
ouders hebben besloten dat het hele gezin
op familiebezoek gaat. De moeder staat
erop dat het kind een bepaalde jurk of
een bepaalde broek aantrekt, maar het
kind heeft aan dat kledingstuk een ver
schrikkelijke hekel. Het vindt dat het er
daar niet in uitziet. De vader reageert
geïrriteerd op de manier van "kom op.
stel je niet. trek dat ding aan". De strate
gie die bepaalde kinderen in zo'n situatie
zeggen toe te passen is: "ik maak de rits
van de rok kapot, zodat ik die niet meer
aan kan".
Met deze strategie pakt het kind door
een vorm van bestraffing de ouder terug
en het is vaak een teken van eimstige (al
dan niet voorbijgaande) problemen m de
ouder-kind verhouding. De vindingrijk
heid van kinderen in het verzinnen van
zulke 'straffen' voor hun ouders kan
enorm zijn: gillen, schelden, dreigen, de
ouders op hun zenuwen werken ('opnaai
en') en ze in het openbaar voor schut zet
ten. Bij grootouders op bezoek deelt het
opeens doodleuk mee dat "papa en ma
ma vanmorgen aan het ontbijt zeiden
dat ze helemaal geen zin hadden om te
gaan, want oma zit altijd zo te klagen
Behalve dingen stuk maken kan het
kind ook zogenaamd per ongeluk ding dn
laten vallen of verliezen. Of, minstens zo
hinderlijk, het gaat een openlijke woor
denwisseling met de ouder uit de weg en
trekt een muur van zwijgzaamheid om
zich op. In echt ernstige gevallen ontwik
kelt het kind soms zelfs symptomen als
(weer) gaan bedplassen of aanvallen vctfi
hoofdpijn- of duizeligheid.
Maar het ligt natuurlijk niet (alleeih
aan het kind wanneer de lucht in huis om
te snijden is als het zijn zin niet krijgt,
Veel ouders kunnen er niet tegen wan
neer na een weigering, die ze zelf als rede
lijk beschouwen, hun kind toch een tijd
lang begrijpelijk en gezondontstemd
blijft. Ze hebben bij hun kind vanaf de
geboorte getracht - en bij een baby is dat
ook heel terecht - om zoveel moge lijk on-
l istgevoelens weg te nemen Die neiging
hebben ze vaak ook nog heel sterk als hef
kind ouder wordt.
Toch is het een taak van ouders om hun
kinderen (in hun behoeftebevrediging) te
frustreren, om het waarom daarvan uit
te leggen en om ze te leren met frustraties
om te gaan. Nogal wat ouders dragen
hun eigen gebrek aan frustratie-tole
rantie over op hun kind door stelselmatig
te proberen frustratiegevoelens bij hun
kind weg te halen omdat ze daar zelf niet
tegen kunnen bijvoorbeeld door op een
weigering terug te komen of door het kind
voor die gevoelens te straffen). Overi
gens, voor ieder van ons geldt dat het eer-
verdienste ur als we negatieve gevoelens
bij anderen kunnen verdragen, en dat
het een hoop gelazer geeft als we dat niet
kunnen.