Verdwaald in Burma SCHOP Op de fiets over zandwegen naar een 'verboden stad' Onze taai Frustrerende opvoeding ENKWIJZER ZATERDAG 6 OKTOBER 1990 EXTRA PAGINA 27 VOORLICHTING Voorlichting imposante hand boeken zijn erover verschenen en er gaat geen maand voorbij of er wordt wel een geldverslindend congres aan besteed. Communicatie, dat is de pasmunt voor succes. Maar als het er opaan komt dan wordt er bij overheid en bedrijfsleven op dit gebied vaak gestunteld dat m horen en zien je vergaat. Vooral als het precaire zaken betreft worden de wij ze lessen, uitgedeeld in handboeken en op congressen, óf vergeten óf snel overboord gekieperd. Neem de manier waarop de gemeente Leiden omsprong met het recente ontslag van wethouder Hettinga. Het gaat hier niet om een kleinigheid, het raakt direct het dagelijks bestuur van de gemeente. Hettinga schrijft op 2 oktober aan de voorzitter van de gemeenteraad een merkwaardig briefje dat hij opstapt en laat het daar bij. Voor iemand die een openbare functie bekleedt, is dat wel heel dunnetjes, maar dat terzijde. Hoe brengt het college van Burgemeester en Wethouders dan wel de wet houder die belast is met voorlichting dat nu naar buiten? Je zou verwachten dat er in allerijl een persconferentie wordt belegd. Die worden wel voor aanzienlijk fluttiger zaken uitgeschreven. Of Hettinga daar bij wil zijn of nieten of B. en W. sommige vra gen slechts half of helemaal niet kunnen beantwoorden is irrelevant. Er behoort bij iets dergelijks een centraal punt te zijn waar zo'n kwestie kan worden doorgenomen. (En helemaal als het 3-oktoberfeest op losbarsten staat, want dan is het als journalist uiterst moeilijk mensen te bereiken. En als je ze bereikt moeten ze ook nog nuchter zijn). Maar nee, de gemeente Leiden doet het anders. De kranten hebben in het stadhuis een persbakje, waarin de mededelingen van alledag worden gedeponeerd en bij die paperassen stopt de gemeente 's middags 2 oktober een afschrift van Hettinga's brief, zonder ook maar enige toelichting en zonder telefoontje vooraf. Alsof het om de tijdelijke afsluiting van een of ander steegje gaat. Zelfs in Boerenstronkeradeel zouden ze zich voor een dergelijke manier van doen kapot hebben geschaamd. Wat is dat nou toch: onnadenkendheid of onnozelheid? Enfin, één ding is duidelijk: Als er een Lulletje-Rozewaterprijs op het gebied van voorlichting bestaat dan kan de gemeente Leiden die voor het jaar 1990 niet meer ontgaan. RUUD PAAUW PLOEGER Waar zouden we zijn zonder de trein? Tja, op die vraag kunnen natuurlijk de meest uiteenlopende antwoorden worden gegeven. Bijvoorbeeld door forensen die in de jaren zestig en zeventig naar groeiker nen op het platteland moesten verhuizen omdat hun eigen gemeenten hun geen on derdak konden bieden. Mede als gevolg daarvan boemelen tallozen dag in, dag uit, jaar in, jaar uit, tussen woon- en werkplaats. Dat het in een treincoupé vergeefs zoeken is naar geurvreters die het gemengde aroma van afgedragen regenjassen, shag en werkzweet zouden kunnen wegnemen nog tot daaraantoe. Afgaande op de tv-reclame serveren ze bij de NS tegenwoor dig op aanvraag uiteindelijk een 'beschuitje trein'. En als Maij-Weggen het zich ver waardigt een keertje mee te rijden, dan wordt dat beschuitje een knapperig 'crois- santje trein'. Zodoende wordt door de NS wel degelijk compensatie geboden voor het ongerief van meelezende reizigers en van wc's die een uur in de wind stinken. Je zou de fer vente automobilisten de kost hebben moeten geven die in de afgelopen maanden met de gedachte speelden om de file de file te laten en over te stappen naar de trein. Met goedvinden van minister Andriessen hadden speculerende oliemaatschappijen de benzine- en dieselprijzen immers naar oorlogsrantsoenachtige waarden opge krikt. Uitgerekend op het moment dat menigeen voor het eerst sinds jaren z'n gezicht liet zien voor het NS-loket, doemde de witgekuifde kop van drs. Leonardus F. Ploe ger prominent op. Of de klanten er wel even rekening mee wilden houden dat voor een spitskaartje voortaan tien procent meer moet worden gedokt. Hoe bedoelt u van de situatie gebruik maken? Typisch Hollandse koopmansgeest tussen de rails. Waar zouden we zijn zonder de trein is een vraag, die simpel kan worden beantwoord met de mededeling aan Ploeger dat een leven ook te leven valt met fiets, auto, driewieler of desnoods benenwagen. De keuze voor de trein is voorlopig dus een gepasseerd station, al heeft Maij-Weggen intussen op de rem getrapt eh vier procent van de ta riefsverhogingen afgeknabbeld. Er schijnt een tekort te zijn aan conducteurs. Zou die Ploeger...? GERARD VAN PUTTEN LUNS In de reeks verbleekte staatslieden kwam woensdag Joseph Luns even in beeld. Op Duitsland 3. Opvallend was dat hij zowel zijn majestueuze adamsappel als één van de nauwkeurig geëpileerde wenkbrauwen optrok toen de presentator op merkte dat de Duitse hereniging nooit gelukt zou zijn zonder Gorbatsjov. De camera registreerde Luns' aarzeling haarscherp. Het was maar een moment, want toen viel alles weer in het juiste vakje. Ook Luns moet hebben bedacht dat de Sovjetunie tegenwoordig een ander beleid voert. Hij begon te knikken. Eerst voorzichtig, toen heftig: "Da haben sie völlig recht". Het leek er op dat hij meer wilde zeggen, maar de aftiteling kwam. We zullen dus nooit weten wat Luns precies dacht. Helaas, want het moet haast wel gigantisch botsen in z'n hersenpan als het om Gorbatsjov gaat. Enerzijds zal Luns stilletjes hopen dat de Sovjetleider net als die anderen een wolf in schaapskle ren is. In kruiende wereldbeelden heeft hij nooit geloofd. Aan de andere kant zal hij ontzag hebben voor de bevoegdheden die Gorbatsjov zich op min of meer democra tische wijze heeft verworven. Hij mag alles wat Luns ooit graag wilde. Demonstra ties verbieden, oorlogen verklaren, vrede sluiten, landen onafhankelijk maken. Nog uren later probeerde ik me te bedenken wat Luns nog meer had willen zeg gen. Ik hou het er maar op dat dat niets was; dat hij slechts één gedachte had: "Wat heb ik nu gedaan? Nee, toch! Ik heb iemand gelijk gegeven". JEROEN DIRKS BEMOEIAL Liesbeth den Uyl is gestorven. Aan kanker, net als haar man. Zo be loont het lot mensen die zich voor anderen hebben ingezet. Oorlog vooraf, kahker toe en tussendoor werken en nog eens werken. Op zich is dit voor mij al onverteer baar. Maar het werd me helemaal te gortig toen ik in deze krant de kop las boven haar necrologie: 'Vrouw die zich met alles bemoeide overleden'. Als ik het even mag vertalen staat daar: 'Zo, van die bemoeial zijn we af. Inderdaad, Liesbeth liep arm in arm met de Dwaze Moeders, wier zonen als grof vuil in een massagraf werden gedumpt. Inderdaad, zij nam het niet als mensen zi geuners uit hun nette wijk wilden weren. Inderdaad, zij trók ten strijde tegen on recht. Ze komen niet veel meer voor, maar je hebt van die mensen. De ingezonden brieven zullen nu wel binnenstromen. Dacht ik. Maar nee hoor: al gehele stilte. De 3 oktoberviering stond voor de deur. Vette paling, stromen bier en allemaal: de burgemeester, de wethouders, de professoren ('Wij dragen Wybers op ons hoofd, Wybers op ons hoofd, holadiejee!'), de Leidse afdeling van de PvdA ('Voorwaarts naar drank en vreten!'), niemand uitgezonderd, allemaal als aardappel zakken achter de fanfare aan. Over de grievende kop geen woord. 'Vrouw die zich met alles bemoeide is overleden'. Hier is een verontschuldiging op zijn plaats. Het is een beetje laat, maar toch: sorry Liesbeth. CEES VAN HOORE Zenuwachtig schuifelt de tolk over zijn stoel. Zo dadelijk komen de politie en de officier van de immi gratiedienst. Hoe moet hij die twee buitenlanders, die nota bene op de fiets zijn stadje zijn binnen gereden nu duidelijk maken toch vooral kalm te blijven en geen gekke dingen te doen. Buitenlan ders hebben ze in Chauk wel eens eerder gezien. Drie jaar ge leden was er nog een Engelsman opgepakt die er foto's nam van de militaire kampen. Hij was vrijgela ten toen hij aantoonde dat hij in Chauk geboren was, als zoon van een daar gelegerde Britse militair. Maar nu gaat het om twee Hollan ders, onder de modder en be zweet van een dag 'ploegen' over de zandwegen van het Burmaan- se binnenland. Zouden ze ook worden gearresteerd? door Hans Jacobs De officier van de immigratiedienst is ei genlijk heel vriendelijk en beleefd. En de goedlachse 'sheriff lijkt zelfs verlegen met de situatie. Minutieus worden de paspoorten bestudeerd en de bagage bij na verontschuldigend geïnspecteerd. "Wat is de reden voor het bezoek aan Burma?" luidt de verrassende eerste vraag. Dat het om een vakantiereis gaat is niet voldoende. "Wat is de tweede re den voor het bezoek?" Snel denken, de man gunstig stemmen en iets mompelen van 'omdat er zulke aardige mensen wo nen'. De officier vindt het wel grappig. De in traditionele kledij met sarong of longyi gestoken politieman speelt ondertussen met zijn revolver, aan het oog onttrokken in een voor Burma type rende schoudertas. Hij heeft het wapen kort daarvoor laten zien om aan te tonen dat hij een 'echte' poliitiechef is. Een uni form draagt hij tijdens zijn nachtelijke patrouilles niet. De menigte belangstellenden in het kleine pensionnetje groeit aan. Dat is nog eens wat anders. Twee buitenlan ders. Chauk heeft niet eens een hotel. Mogen ze er eigenlijk wel blijven? "Dit is een verboden stad. Buitenlanders mo gen hier niet komen", zegt de officier plechtig. De tolk heeft eerder al iets ge zegd over olievelden en militaire installa ties. Dat verklaart ook de ondervraging en bijzondere belangstelling van de auto riteiten. Het ongeloof over de wijze waar op de bezoekers in Chauk terecht zijn ge komen moet worden overwonnen, pas dan kan er sprake zijn van nachtrust. Zo veel is wel duidelijk. Gewoon Het had een gewone dag moeten worden. Gewoon een stukje rondfietsen in de om geving van Pagan, in het binnenland van Burma. Daar zijn honderden heilige tem pels en pagodes, schijnbaar achteloos uitgestrooid langs de oevers van de Ayeyarwady (Irrawaddy). Op een gebied van veertig vierkante kilometer zijn door de Burmaanse koningen in tweehonderd jaar tijd (1057-1287) bijna 13.000 gewijde gebouwen neergezet, de één nog mooier en groter dan de ander. Alsof alle kathe dralen van West-Europa op één plek zijn neergezet. De tand des tijds en een flink aantal aardbevingen hebben de gebou wen ernstig aangetast, maar dat neemt Bamboehutten, een zandweg en de fiets als vervoermiddel. Deze Burmees, gekleed in de traditionele longyi, neemt de tijd om de krant te lezen, (foto gpdi met weg dat Pagan eén van de indruk wekkendste plaatsen van Azië is. Het is een 'must' voor iedere bezoeker van het 'gouden land', zoals het begin dit jaar tot Myanmar omgedoopte Burma zichzelf graag presenteert. Toeristen mogen er fietsen huren om de her en der verspreide pagodes beter te zien. Mogen, omdat elders in Burma die mogelijkheid bewust achterwege is gela ten. De actieradius van buitenlandse 'pottenkijkers' zou er te veel mee worden vergroot. In Pagan is paard en wagen het enige alternatieve vervoermiddel. De Burmanen zelf bedienen zich voor het transport op het land van een ossekar. Fietsen dus. De kaart gaf een fraaie weg aan die van Pagan parallel aan de ri vier naar het onbekende Chauk voert. De afstand lijkt makkelijk te overbruggen, maar hier wordt een misrekening ge maakt. De wegen in Burma zfjn niet te vergelijken met die in West-Europa, dat zal nog blijken. Het begin is echter be moedigend, een verharde weg die het voornemen om er een gezellige tocht van te maken ondersteunt. Pagodes te pas en te onpas in het landschap. Na het asfalt komen de stenen en het zand. Eerst nog platgetreden, daarna rul. Wandeltocht Omkeren of niet? Van fietsen komt, naarmate de afstand tot Pagan groter wordt en de pagodes uit het landschap verdwijnen, steeds minder terecht. De fietstocht is een wandeltocht geworden. De kaart belooft vanaf Chauk en het daarvoor gelegen Singu een betere en al ternatieve weg terug. Terwijl donkere wolken samenspannen boven de hori zon, gaan we dus eigenwijs door, langs kleine arme dorpjes van bamboehutten. Bij het zien van twee Hollandse idioten op een fiets loopt de dorpsbevolking uit. Een onderwijzer houdt de buitenlanders staande, zodat zijn kroost de vreemde wezens ook eens van dichtbij kan zien. Gegiechel, en verbazing wanneer de eindbestemming wordt genoemd. "Ja, dat is die kant uit." Hoe ver het nog is, dat weet de man niet. Een tropische regenbui verandert het zandspoor in een zandrivier. Doornen zorgen ervoor dat de fietsbanden binnen de kortste keren plat staan. Goede raad is duur. In het dorpje Milaungbya zorgen de twee binnenwandelende gasten voor commotie. De Nederlanders worden meegetroond naar de als dorpsoudste fungerende boeddhistische monnik. "Wat willen jullie", vraagt hij met een doordringende en angstaanjagende blik. Meer Engelse woorden kent hij niet en ook de dorpsonderwijzer brengt geen uitkomst. Terug naar Pagan kan volgens de wijze man niet, verder reizen heeft ook geen zin. Alle overredingskracht is nodig om, na het geven van een 'ge schenk' toestemming te krijgen om ver der te gaan. Naar Singu en Chauk. Overnachten In Singu worden de fietsen gerepareerd. De vreugde over het herstel van de ver voermiddelen is na het doorwaden van weer een modderbed en zandrivier van korte duur, maar de weg wordt al beter. Het is inmiddels donker geworden, de tocht duurt al elf uur en Pagan is via de alternatieve terugweg nog zestig kilome ter ver. Overnachten dan maar. Een pen sion is zo gevonden, maar dan beginnen de moeilijkheden pas echt. De vriendelij ke pensionhoudster moet de politie en immigratiedienst van de komst van de Nederlanders op de hoogte stellen. Een nacht in de cel dreigt, maar de ant woorden overtuigen de autoriteiten. "Jullie mogen hier tot morgenochtend zes uur blijven. Dan vertrekt de eerste bus. En denk eraan, het is verboden om foto's te maken", zegt de immigratie-offi cier. En opeens vriendelijk: "Hebben jul lie al gegeten?". Onder begeleiding van de sheriff en zijn inmiddels opgetrom melde hulpjes worden de gasten in een prehistorische jeep naar een Chinees res taurant gebracht. Eten met het pistool op de borst, grappend en grollend, 's Och tends is de sheriff er ook weer. Om de gasten uit te zwaaien. Tenslotte kom je niet iedere dag Hollandse toerfietsers te gen. DOOR JOOP VAN DER HORST Dit is de tweehonderdste aflevering van deze rubriek De eerste verscheen in de krant van 22 november 1986 Tweehon derd is natuurlijk te weinig om er ophef over te maken Bij de duizendste is het vroeg ge noeg voor een feestje Dat zal dus over on geveer zestien jaar zijn Als het aan mij ligt. gaan we minstens tot de duizend door. Maar het hangt ook van de lezers af want deze rubriek berust voor een belangrijk deel op brieven die ik krijg, met vragen, ideeën en commentaar Er is eigenlek maar een soort vragen waar ik nooit op inga vra gen om dit of dat nu eens ferm fout te noe men Ik wil wel over dit of dat schrijven maar ik vind dat de lezer oud en wijs genoeg is om zelf te bepalen wat hij wil of met. En taal is veel te interessant om alleen maar goed en fout te onderscheiden Neem nou eens het gebruik van zien en er uitzien. De uitdrukking Afke ziet bleek i: opmerkelijk omdat Afke eigenlijk niet ziet maar gezien wordt ledereen kan het zien maar juist Afke niet. Behalve als ze voor de spiegel staat Toch hebben we de uitdruk king Afke ziet bleek, en we zeggen met Af ke wordt bleek gezien, wat meer voor de hand zou liggen Ik heb trouwens de indruk dat men het tegenwoordig zelden meer zo zegt Je hoort het nog wel eens oudere mensen gebruiken maar veel gewoner is ondertussen Afke ziet er bleek uit Om de een of andere reden geeft dat meer moge lijkheden: Afke ziet er opgewekt uit. ziet er leuk uit, ziet er volwassen uit. In de oudere uitdrukking kon dat niet. Niemand zei Afke ziet opgewekt, Afke ziet leuk of Afke ziet volwassen. Wanneer we er uitzien met grote nadruk uitspreken, is het niet nodig om uit te leggen hoe ze er uitziet. Wat zie je d'r uit! Ze zag er toch uitl Het zijn wat je noemt zinnen met uitroeptekens We begrijpen meteen wat e bedoeld wordt heel slecht, heel ongezond, heel vreemd uitgedost Het uitroepteken of de grote nadruk is in dit geval onmisbaar Wanneer we op gewo ne verteltoon zouden zeggen Afke zag er uit en verveelde zich een beetje, dan mis sen we bepaald iets hoe zag ze er uit7 Ta melijk nieuw lijkt me dezelfde uitdrukking met toevoeging van niet:Ze zag er niet uit! Ook dit betekent zoiets als zag er slecht uit', ongezond', raar gekleed Zulke toe voegingen kunnen er echter met bij Watzie je d'r uit kunnen we verduidelijken met Wat zie je d'r ongezond uit. maar Ze zag er niet uit kan niet aangevuld worden tot ze zag et niet ongezond uit Wel natuurlijk Ze zag er. niet gezond uit maar dit mist het nadrukke lijke van Ze zag er niet uit! Betekenen de zinnen met en zonder mei nu hetzelfde7 Is Ze zag er uit' precies het zelfde als Ze zag er met uit7 Ga dit n eens aan een buitenlander uitleggen. Dikke- kans als het u gelukt is, dat uw buitenlander, de volgende vraag zat stellen betekent ii uw taal Het zag er (niet) uit! ook het zelfde als het was geen gezicht?Zo nee. wat is het verschil7 Ten eerste geen gezicht zeggen we nier gauw over personen, eerder over situaties Dus met Afke was geen gezicht maar wei; Afke met die theemuts op haar hoofd was geen gezicht Ten tweede geen gezicht be- tekent 'bespottelijk', 'zot', en met 'onge-; zond'. Een probleem voor de woordenboekma-, kers is. waar ze zo'n woord in de alfabeti sche volgorde moeten opnemen Staat hel bij de Z van zien7 Of bij de U van uitzien7 Oh bij de E van eruitzien? Waar zou u zelf hei eerst gaan kijken7 Wie een paar woorden-; boeken ter hand neemt, ontdekt tot zijn ver rassing dat er nogal verschil is. Sommige, vermelden het woord bij Uitzien en anderen bij Eruitzien. Is dat louter toeval of zit daar een gedachte achter7 Ik zou het met weten Aan de taal zal het met liggen Stof ge-' noeg voor de volgende 800 afleveringen Het is zaterdagmiddag. U hebt samen met uw zevenjarige boodschappen ge daan en bent op weg naar huis, als u op straat een goede kennis tegenkomt. Van de hartelijke begroeting, waarbij ook uw kind even de aandacht krijgt, bent u nog maar nauwelijks overgegaan op een kort gesprek of daar begint het gedonder al: "mam, wanneer gaan we nou naar huis?". Uw antwoord: "hééél eventjes schat, we gaan zo weer". Nog geen minuut later volgt een flinke ruk aan uw arm en een herhaling: "mam, gaaan we nou?" U opnieuw: "echt, we gaan zo". Weer een halve minuut later rukt uw kind onder het motto "als ik iets moet inleveren (tijd) waarom zij dan niet?" - het chantage scenario 'open "mam, mag ik dadelijk thuis een lolly uit de bus?" Omdat het lullig is te weigeren met een vreemde erbij en omdat het misschien ook nog tijdwinst oplevert, reageert u heel royaal: "natuurlijk schat, jij mag straks een lolly". Door het onverwachte gemak waarmee de lolly werd binnengehaald, gaan even later alle remmen los. Uw 'schat' rukt u half om en fluistert hebberig in uw oor: "en mag ik dan ook de 'Funniest Home Video-show' helemaal afkijken en daar na ook nog even spelen?" Bang dat een weigering gebler en nog meer geruk en getrek oplevert, komt u ook nu weer over de brug: "oké, oké, maar laat me dan nog heel even uitpraten, wil je?" Maar dat wil ie natuurlijk niet, want het verlangen om gauw naar huis te gaan is door alle toezeggingen alleen maar groter geworden. Nog geen tien tel len later begint ie weer: "madam, gaan we nou? Je hebt toch gezegd dat je nog maar heel eventjes zou praten". Langzaam begint uw bloed door dat geëtter behoorlijk op temperatuur te ko men, maar flink door elkaar rammelen betekent het einde van uw reputatie als opvoedkundige. Inde hoop dat de belofte om nu echt te gaan toch nog een ietsje pietsje tijd oplevert, gaat u overstag, zegt "oké, we gaan nu echt" en tracht onder tussen nog even snel het gesprek met uw kennis voort te zetten. Mooi misgegokt natuurlijk, want nu is er alle reden om u en uw kennis uit elkaar te rukken. Ter wijl u al tegenstribbelend wordt meege sleept, probeert u achterover hangend half excuserend en half groetend de ont moeting toch nog op een bevredigende manier af te ronden. Op weg terug naar huis bent u inner lijk verward door gedachten als: "waar om kun je nou verdorie nooit eens rustig met een kennis praten als de kinderen in de buurt zijn? ZelfJ als je aan de telefoon zit, laten ze je nog niet met rust. Zou het andere moeders ook zo vergaan? Die ken nis zal ook wel denken: "tjonge, tjonge, wat een lastig kind is dat". En op zo'n moment, hoewel uw kind natuurlijk uw alles is, kunt u zich toch niet aan de ge dachte onttrekken, dat een kind ook niet altijd alles is. Een van de kenmerkende eigenschap pen van een mens is dat hij op deze pla neet komt met de ingeboren neiging te doen alsof een rechte lijn de kortste af stand is tussen een behoefte en de bevredi ging daarvan. Dat zou overigens op zich geen punt hoeven te zijn, zolang er maar geen andere mensen in de buurt waren. Probleem is alleen dat als die er wel zijn en als die ook allemaal direct op de bevre diging van hun behoeften af gaan, bot singen onvermijdelijk zijn. Om te voorkomen dat we elkaar voort durend naar het leven staan, is het onver mijdelijk dat we compromissen sluiten. Een compromis is een methode of een strategie waardoor alle betrokkenen voor hun eigen gevoel voldoende (maar meestal niet volledig waardoor een zeke re mate van frustratie onvermijdelijk isj aan hun trekken komen. Het voornaam ste doel en kenmerk van een 'goede' op- door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden voeding is het aanleren van de vaardig heid om compromissen te kunnen sluiten. Recent onderzoek laat zien, dat kinde ren al vroeg in dat opzicht van elkaar gaan verschillen. Laat ik aan de hand van een voorbeeld een paar van de meest typische verschillen tussen kinderen in dit opzicht duidelijk maken. Stel u (vanuit de positie van een kind) de vol gende situatie voor: 'Het is een bijzonder vervelende, oninteressante avond. Ik zou graag willen dat mijn ouders met mij een bepaald spel spelen, dat ik pas gekregen heb, maar daar hebben ze eigenlijk geen zin in. Ze willen veel liever naar een of andere stomme film op de televisie kij- Als we deze situatie aan een groep kin deren voorleggen en hun vragen hardop te vertellen wat ze zouden doen om hun zin te krijgen, dan zegt een aantal kinde ren: 'ik vraag of ze met mij gaan spelen zo gauw de film is afgelopenZo'n strate gie is gezond, want het kind toont zich be reid tot een compromis. Het probeert ac tief om in overleg met de ouders tot over eenstemming te komen en doet een con structief voorstel Het is ook een normale strategie, in die zin dat veel kinderen er gebruik van maken. Een andere strategie kan zijn: 'ik zeg gewoon, jullie hebben nooit tijd voor mij. de ouders van Claudia spelen wel altijd met haar als ze dat wil'. Het kind pro beert nu zijn zin te krijgen door afkam men en verwijten. Het probeert morele druk uit te oefenen en op schuldgevoelens te werken "Jullie zijn gemeen, jullie doen alleen maar waar jezelf zin in hebt"). Een derde strategie is: 'ik geef papa of mama een kus en zeg asjeblieft, asje blieft, asjeblief ..ga je met mij spelen...ik heb anders niks te doen'. Door lief te bede len en zich als hulpeloos voor te doen of door beloftes te doen. probeert het kind de genegenheid of aandacht van de ouders te krijgen en ze vandaar uit voor het ei gen karretje te spannen. De vierde strategie, ten slotte, laat zich het best illustreren aan de hand van een ander voorbeeld. Stel het is zondag ert de ouders hebben besloten dat het hele gezin op familiebezoek gaat. De moeder staat erop dat het kind een bepaalde jurk of een bepaalde broek aantrekt, maar het kind heeft aan dat kledingstuk een ver schrikkelijke hekel. Het vindt dat het er daar niet in uitziet. De vader reageert geïrriteerd op de manier van "kom op. stel je niet. trek dat ding aan". De strate gie die bepaalde kinderen in zo'n situatie zeggen toe te passen is: "ik maak de rits van de rok kapot, zodat ik die niet meer aan kan". Met deze strategie pakt het kind door een vorm van bestraffing de ouder terug en het is vaak een teken van eimstige (al dan niet voorbijgaande) problemen m de ouder-kind verhouding. De vindingrijk heid van kinderen in het verzinnen van zulke 'straffen' voor hun ouders kan enorm zijn: gillen, schelden, dreigen, de ouders op hun zenuwen werken ('opnaai en') en ze in het openbaar voor schut zet ten. Bij grootouders op bezoek deelt het opeens doodleuk mee dat "papa en ma ma vanmorgen aan het ontbijt zeiden dat ze helemaal geen zin hadden om te gaan, want oma zit altijd zo te klagen Behalve dingen stuk maken kan het kind ook zogenaamd per ongeluk ding dn laten vallen of verliezen. Of, minstens zo hinderlijk, het gaat een openlijke woor denwisseling met de ouder uit de weg en trekt een muur van zwijgzaamheid om zich op. In echt ernstige gevallen ontwik kelt het kind soms zelfs symptomen als (weer) gaan bedplassen of aanvallen vctfi hoofdpijn- of duizeligheid. Maar het ligt natuurlijk niet (alleeih aan het kind wanneer de lucht in huis om te snijden is als het zijn zin niet krijgt, Veel ouders kunnen er niet tegen wan neer na een weigering, die ze zelf als rede lijk beschouwen, hun kind toch een tijd lang begrijpelijk en gezondontstemd blijft. Ze hebben bij hun kind vanaf de geboorte getracht - en bij een baby is dat ook heel terecht - om zoveel moge lijk on- l istgevoelens weg te nemen Die neiging hebben ze vaak ook nog heel sterk als hef kind ouder wordt. Toch is het een taak van ouders om hun kinderen (in hun behoeftebevrediging) te frustreren, om het waarom daarvan uit te leggen en om ze te leren met frustraties om te gaan. Nogal wat ouders dragen hun eigen gebrek aan frustratie-tole rantie over op hun kind door stelselmatig te proberen frustratiegevoelens bij hun kind weg te halen omdat ze daar zelf niet tegen kunnen bijvoorbeeld door op een weigering terug te komen of door het kind voor die gevoelens te straffen). Overi gens, voor ieder van ons geldt dat het eer- verdienste ur als we negatieve gevoelens bij anderen kunnen verdragen, en dat het een hoop gelazer geeft als we dat niet kunnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 27