'Het slijt, maar het gaat nooit over' Henk Vredeling: 'Ik wil 'Schluss' maken met die oorlog' ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1990 PAGINA 29 In de jaren zeventig was hij namens de PvdA minister van defensie in het kabinet-Den Uyl. Jarenlang ook vertegenwoordigde hij zijn partij in het Europees Parlement. En in Brussel ten slotte beheerde hij als Europees Commissaris met veel verve de portefeuille sociale zaken en werkgelegenheid. Tijdens zijn dagelijkse beslommeringen liet hij zich kennen als een flamboyant man, die van zijn hart geen moordkuil maakte. Af en toe vloog er een asbak door de lucht. Henk Vredeling, 65 intussen, doet het wat kalmer aan. Amper twintig was hij, toen in het Wageningse hotel De Wereld de Duitse capitulatie werd getekend. Ondanks zijn jeugd had hij deel uit gemaakt van het verzet, door haat bezield van de gedachte "zoveel mogelijk Moffen kapot te maken". Zijn latere vrouw bracht hem vlak na de oorlog tot bedaren. "Ik heb heel lang nachtmerries gehad, dan droomde ik dat de Duitsers me oppakten. Nu wil ik 'Schluss' maken met die oorlog". door Maurice Wilbrink Henk Vredeling heeft er destijds ontzettend aan moeten wennen dat de oorlog was afgelopen, dat het le ven weer zijn normale loop zou ne men. Met zijn vriendin, z'n latere echtgenote, was hij begin juni 1945 naar de Leersumse hei gegaan waar ze samen in een tentje de zomer doorbrachten. "Die zomer bracht mijn vrouw me een beetje tot beda ren; ze bracht me tot mijn normale proporties terug". Henk Vredeling was 20 jaar toen in het Wageningse hotel De Wereld de Duitse capitulatie werd gete kend. Na veel moeite ze vonden hem aanvankelijk te jong was hij toegetreden tot het verzet. Henk Vredeling, de Draufganger, de door haat verblinde jongen, wilde ten koste van alles Moffen om zeep hel pen, liefst zo veel mogelijk. Hij mocht militair spionagewerk doen, hoorde een keer het bevel "ab- führen und erschiessen" tegen zich uitspreken. Vredeling had een sten- gun, waarmee hij een dag na de be vrijding, tijdens een vuurgevecht in Amersfoort op een Duitser schoot. Hij raakte de man slechts in een vin ger, maar toch. Doorbroken Op 9 november 1989, de dag dat de Berlijnse Muur open ging, kwam bij Vredeling de oorlog weer even bo ven. Zoals dat elk jaar ook rond de vijfde mei gebeurt. Als tv-kijker zag Vredeling vreugdetranen, het opge kropte Duitse sentiment dat los kwam. En hem bekropen gemeng de gevoelens. "Ze zongen gelukkig niet Deut- schland über Alles. Hoewel... Dat weet ik niet eens zeker. Maar er wa ren er wel bij die Deutschland einig Vaterland begonnen te roepen. Daar heb ik me heel erg aan ge stoord". Tegelijkertijd besefte hij echter dat dit het moment was, waarop eindelijk de onnatuurlijke deling van Duitsland werd doorbro ken. "De muur, het prikkeldraad, de scheiding, daarvan kon je wel zeggen: het was hun eigen schuld. Maar dat dit werd opgeheven, dat de situatie werd genormaliseerd, was op zichzelf een goede zaak". De grote vraag was vervolgens hoe de Duitse kwestie zich verder zou ontwikkelen. Voor Vredeling stond het van meet af aan vast dat een Duitse hereniging uitsluitend binnen het kader van een Europees vredesverdrag moest worden gere geld. Eind oktober '89 ging hij er nog van uit dat het wel vijf tot tien jaar kon duren voordat zo'n verdrag tot stand kon komen. De noodzaak tot een Europese re geling liet zich eens te meer gevoe len, toen de Westduitse Bondskan selier Helmut Kohl bij herhaling weigerde de Duitse oostgrens te er kennen. De grens die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was bepaald langs de rivieren de Oder en de Neisse. "Je kunt eenvoudig vaststellen dat de geschiedenis zich heeft vol trokken. De Oder-Neissegrens is het resultaat geweest van een oor log die door de Duitsers is begon nen. Een fait accompli dat nooit te ruggedraaid kan worden. Het zijn de gevolgen van de Tweede Wereld oorlog, die de Duitsers moeten dra gen". Schrikbeeld Zoals Vredeling ertoe is veroor deeld z'n leven lang zijn oorlog met zich mee te dragen. "Ik heb heel lang nachtmerries gehad. Dan droomde ik dat de Duitsers me op pakten. Dat is pas een paar jaar gele den minder geworden". Gelukkig is het schrikbeeld van het op Lebensraum en andermans economieën beluste Groot-Duits- land door de recente ontwikkelin gen verder naar de achtergrond ge drongen. Want de winst van het af gelopen jaar is volgens Vredeling dat eindelijk, vijfenveertig jaar na Hitiers oorlog, formeel wordt vast gelegd dat Duitsland geen territo riale wensen meer heeft. "Kohl had natuurlijk van meet af aan moeten zeggen dat hij de Oder- Neissegrens zou respecteren. Maar hij heeft die kwestie om electorale redenen misbruikt. Nu staat het echter vast dat er geen legitieme aanspraken meer zijn op andere voormalig Duitse gebieden. Hoewel het door die Oder-Neisse kwestie wel iets afgedwongens heeft gekre gen. Het is niet van harte en spon taan gegaan en dat werpt een smet op de zaak". De nu 65-jarige Vredeling had zich het afgelopen jaar wel intensie ver willen bemoeien met de onder handelingen rond de eenwording van Duitsland. Vooral maakt hij zich ongerust over het Duits-Russi sche akkoord over het maximale aantal troepen dat Duitsland onder de wapenen mag hebben. "De Russen en de Westduitsers zijn onderling overeengekomen dat er maximaal 370.000 Duitse militai ren zijn toegestaan. Dat had geen bi laterale regeling mogen zijn. Het is mij een raadsel waarom de Westelij ke machten, en met name Frank rijk, dat hebben geaccepteerd. Op deze manier hebben de Russen in spraak gekregen in de Duitse defen sie! Dat hoort niet en dat mag niet. Het doet mij teveel terugdenken aan een ander onderling akkoord: het Molotov-Ribbentrop Pact (uit 1939, toen Hitler en Stalin een ge heim territoriaal verdrag sloten - red.). Daar hebben we slechte herin neringen aan. De Duitsers hebben het recht op bilaterale afspraken verspeeld door de Tweede Wereld oorlog. Het had multinationaal ge regeld moeten worden, bij voorkeur in Navo-verband". Vredeling vindt dan ook dat het laatste woord hierover nog niet ge zegd mag zijn. "Er kan een dag ko men dat de Duitsers en de Russen bilateraal afspreken dat er, gezien de omstandigheden, geen 370.000 maar bijvoorbeeld 800.000 Duitse troepen moeten zijn. De Russen hebben nu een grotere greep op de Duitse defensie dan wij in West-Eu ropa en het maakt op mij de indruk dat deze overeenkomst zelfs de Amerikanen heeft overvallen. Dat is een enorme politieke misser". Machteloos Als democratisch socialist, zoals hij zichzelf noemt, heeft Vredeling op vallend weinig moeite met het feit dat de linkse krachten in de twee Duitslanden zo'n ondergeschikte rol hebben gespeeld bij het proces van de hereniging. Terwijl Kohl en zijn christendemocratische vrien den in de DDR in hoog tempo afste venden op hereniging, stond de SPD machteloos aan de zijkant, met haar waarschuwingen dat een al te snel proces van eenwording tot gro te sociale problemen kon leiden in Oost-Duitsland. Maar het waren toch vooral de ge wone DDR-burgers die haast had den om eindelijk de vruchten te plukken van het door hen verafgo de kapitalisme. "Zij gaven de door slag, het was een authentieke bewe ging van onderaf. Nu, een jaar later, kun je zeggen dat het op zichzelf een goede zaak is geweest dat het zo snel is gegaan. Dat vuiltje, dat we al tijd bij ons droegen - het vuiltje van de Duitse hereniging is weg gespoeld. Het is in een regeling weggewerkt". Het is voor Vredeling trouwens de vraag of de eenwording zoveel beter zou zijn verlopen als de SPD in plaats van Kohl de macht had ge had. Hij durft er zijn hand niet voor in het vuur te steken. "De SPD had over de Oder-Neissegrens geen pro bleem gemaakt, maar de partij was misschien over andere dingen uit gegleden. Ik heb altijd veel moeite gehad met het initiatief van de Westduitse SPD om met de SED, de oude communistische partij, in ge sprek te komen". "Je kunt ook vraagtekens zetten bij de vuurvastheid van de Duitse sociaal-democraten ten aanzien van de Europese integratie. De SPD is altijd wat aarzelender geweest dan de CDU als het ging om de Europe se eenwording. Een man als Helmut Schmidt stond vroeger als Europar lementariër nog behoorlijk negatief tegenover die Europese gedachte. En hij was niet het enige SPD-kop- stuk dat er zo over dacht. Wat dat betreft, kwam het nu ook weer niet zo slecht uit dat het CDU de macht had. Die partij is in zijn buitenland se politiek toch consequenter ge weest". Idealen Vredeling betreurt het, dat er al thans op dit moment in het nieuwe Duitsland zo weinig is terug te vin den van de idealen waarmee de Oostduitse revolutionairen van het eerste uur hun tanden zetten in de alleenheerschappij van de commu nistische partij. "Feitelijk was het in eerste instantie een opstand van do minees en onderwijzers. Toen ik in april 1989 als lid van de Adviesraad voor Vrede en Veiligheid in Oost- Duitsland was, heb ik gesproken met vertegenwoordigers van de 'Evangelische Kirche'. Die mensen waren duidelijk gekant tegen dat vermaterialiseerde, kapitalistische, op consumptie gerichte West-Duits- land. Ze wilden een nieuwe samen leving met een menselijker gezicht, maar ze zijn in de maanden daarna volstrekt weggespoeld door sterke re krachten. Dat vind ik jammer". "Maar laten we niet te snel oorde len. Er zou best een terugslag kun nen komen. Nu willen ze allemaal hun eigen Mercedes, maar als dat een beetje wegebt, als de verhou dingen weer wat genormaliseerd zijn, dan kan de SPD wel weer eens aan de macht komen. Dat kan voor heel Duitsland heilzaam zijn. Ik sluit niet uit dat dan bijvoorbeeld de liberale trekken van de Oostduitse abortuswetgeving voor het hele land zullen gelden". Tijdens de historische dagen rond 9 november 1989 gingen zijn gedachten onwillekeurig terug naar de oorlogsjaren. Vredeling kan zich nog altijd mateloos opwinden over Duitsers die iets te nadrukkelijk te kennen geven dat met de hereni ging een territoriale wens, gewor teld in de jaren dertig, is uitgeko men. Toch heeft hij geen hekel meer aan Duitsers. De oudere Duitse ge neratie zal hij weliswaar altijd vanuit de ooghoeken in de gaten houden je weet immers maar nooit maar over de mentaliteit van de jongeren toont hij zich rond uit optimistisch. "Die wijken eigen lijk nauwelijks af van de Nederland se jongeren. Er zijn wel degelijk conservatieve krachten in Duits land die Oost-Pruisen er ook nog wel bij zouden willen hebben, maar dat thema speelt onder de jongere generaties geen rol van betekenis meer". Vreugde In de eerste jaren na de oorlog had Vredeling er veel meer moeite mee enigszins genuanceerd over Duit sers te oordelen. Van zijn eerste be zoek aan West-Duitsland herinnert hij zich hoe hij, kijkend vanuit het raam van zijn hotelkamer in Mün- chen, genoot van de nog altijd zicht bare verwoestingen die er door de geallieerden waren aangericht. "Ik keek met vreugde naar al die kapot te huizen, de Trummer. Ik geef toe, het was een slechte karaktereigen schap van mij, dat ik kon genieten van de ellende". Het vooroordeel tegen de Duitser speelde hem later in het Europarle ment, waar hij in 1958 lid van werd, ook nog parten. "Ik was rapporteur in het Europees Parlement en ik heb er toen tegen gestemd dat een Duitser mederapporteur werd. Maar dat heb ik herzien. Ik heb le ren inzien dat dat een fout van me was". Het was voor Vredeling een voor deel dat hij, meer dan veel andere Nederlanders, al in de vroege jaren vijftig beroepshalve vaak met West duitsers te maken had. Het bracht hem in de gelegenheid zijn dwang matige nieuwsgierigheid te bevre digen om te begrijpen hoe mensen zich zomaar achter Hitier hadden opgesteld. Voor zijn toetreding tot het Europees Parlement werkte hij in de vakbeweging en ontmoette hg regelmatig Duitse generatiegeno ten, met wie hij indringende ge sprekken over de oorlogstijd voer de. "De eerste Duitsers kwam ik na de oorlog tegen toen ik in de landar beidersvakbeweging zat. Dat waren medestrijders voor hogere lonen, gelijkgezinden, dus dat scheelde natuurlijk. Ik weet nog dat ik ooit uren heb zitten praten met Lo- jewski, die later voorzitter is gewor den van de Westduitse Landarbei- dersbond. We zaten in een auto en hij vertelde hoe hij lid was gewor den van de Hitlerjugend. En ik maar vragen hoe dat nou toch allemaal zo was gekomen. Die jongen zat op een gegeven moment verschrikkelijk te huilen in die auto". Raadsel Vredeling meent dat hij door dit soort emotionele gesprekken niet meer begrip kreeg voor Duitsers die verkeerde keuzen hadden gemaakt. "Ik had grote verwijten, en dat bleef ook zo. Ik had wel een enorme nieuwsgierigheid naar het waarom. Maar het is mij tot op de dag van vandaag een raadsel gebleven, waarom het daar nooit heeft geleid tot protest. Kijk, ik kan het me voor stellen dat dat hele gedoe in die Hit lerjugend een jongen aansprak. Lo- jewski vertelde dat hg zo'n mooie koppelriem kreeg met die gesp er op. Daar had ik wel gevoel voor. Maar hoe kon het dat dit niet leidde tot een dieper nadenken bg die jon gens?" "Het moet toch in de landsaard hebben gezeten. Ik kan mij abso luut niet voorstellen dat zoiets in Nederland zonder protest zou zgn gebeurd. Het is de Nederlander toch wel een beetje eigen om zich te verzetten tegen autoritaire toestan den. Van een ganzenpas moeten we niet zoveel hebben. Lojewski kon dat trouwens ook niet goed verkla ren". In de eerste bevrijdingsdagen werd Vredeling zelf geconfronteerd met de dilemma's waarmee sommi ge Duitsers ook moeten hebben ge worsteld. "We hadden NSB'ers ge arresteerd. Er was een ventje bg, zo'n heel gewoon mannetje dat waarschijnlijk ook nooit iets echt verkeerds had gedaan, en een aantal maten van me begon hem te pesten. Hij moest een volgescheten plee met een blikje leegscheppen en dan in looppas naar achterin de tuin om het blikje leeg te gooien. Toen dacht ik: nou doen we hetzelfde als wat die Moffen deden. Dat mag niet. Ik verklaar dat uit mgn opvoeding, en begrijp me goed, ik vertel dit niet uit braafheid. Ik heb ze ook niet te gengehouden, zo mooi ben ik ook weer niet. Dat kwam niet bg me op". Weinig zin Henk Vredeling. ouder en wijzer ge worden, betrapt zich er de laatste ja ren soms op dat hij denkt: er moet maar eens 'Schluss' komen aan die oorlog. "Het heeft, denk ik steeds vaker, zo weinig zin meer al die ver halen op te rakelen". Het is vermoeiend, zoals die eeu wig terugkerende mei-dagen hem iedere keer weer een beetje van zgn stuk brengen. "Vroeger gebeurde het me ook dat ik. wanneer ik te veel gedronken had. de oorlog herbe leefde. Dan werd ik kwaad, en dan schold ik, ook op de Duitsers. Ik verweet ze dat ze Duitsers waren, geheel ten onrechte natuurlijk. Zo heb ik lelgke dingen meegemaakt, waar ik veel last van heb gehad". "Nu is dat allemaal minder ge worden, het slijt, maar ik raak die oorlog nooit meer echt kwgt Ik zou het wel willen, maar ik weet dat het me niet zal lukken". Henk Vredeling: op de Duitsers". "Vroeger, als ik te veel gedronken had, gebeurde het dat ik de oorlog herbeleefde. Dan werd ik kwaad en dan schold ik (foto GPDI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 29