Elektromachnetisme biedt ruimtevaart nieuwe kans
Hollandse kwakkelwinter
op een Antarctisch eiland
\V\VI i =U WHM
TNO doet onderzoek naar hypersonisch kanon
Eerste grote Nederlandse expeditie naar Zuidpool
'Art meets Science' krijgt
vervolg in Tsjechoslowakije
verkorting levensduur kernafval geeft veel problemen
DINSDAG 18 SEPTEMBER 1990
EINDREDACTIE HANS SONDERS
Militairen zijn laaiend enthousiast
over de elektromagnetische railver
sneller die in de Delftse afdeling puls-
fysica van het Prins Maurits-laboraio-
rium TNO in proefopstelling staat.
Door toepassing van elektromagnetis
me kan een projectiel met een 'railgun'
veel sneller en preciezer worden afge
vuurd dan ooit mogelijk zal zijn met
kruit. Ideaal voor het neerhalen van
laagvliegende jagers, geleide wapens
of buiten gevecht stellen van zwaar ge
pantserde tanks.
Het afvuur- of beter gezegd, het lan-
ceerplatvorm is zelfs veel veiliger om
dat het wapen geen explosieven nodig
heeft. Het lanceerproces leent zich
verder prima voor robotisering, het
geen bij tegenaanvallen nogal wat
slachtoffers bespaart. En de projectie
len zijn ook nog eens een stuk goedko
per dan de 'ouderwetse' granaten.
Samen met de Amerikaanse over
heid heeft TNO 24 miljoen gulden uit
getrokken om in Delft studie te ver
richten naar de toepassingsmogelijk
heden van elektromagnetisme. "Over
tien jaar moeten er mijlpalen bereikt
zijn denkt dr. W.J. Kolkert, leider van
het onderzoeksprograma.
Die mijlpalen zouden overigens best
wel eens op een heel vreedzaam vlak
kunnen liggen. Want even gemakkelijk
als een granaat, kan met behulp van
deze techniek ook een satelliet de
ruimte in worden geschoten. En inge
bouwd in een raket komen dankzij de
railversneller nu nog ver gelegen pla
neten ineens een stuk dichter bij het
menselijk bereik. Elektromagnetisme
lijkt de kracht van de toekomst.
Van onze correspondent Arnoud Cornelissen
DELFT (GPD) Halverwege de jaren tachtig droeg TNO-fysicus
dr. Kolkert een belangrijke steen bij in de ontwikkeling van het
Strategie Defense Initiative (SDI), dat als het Starwars-project
nogal wat stof deed opwaaien. Toen hij weer terugkeerde bij TNO,
pleitte hij voor onderzoek op het gebied van pulsfysica en haar
toepassingen. Het onderzoekscentrum had niet zoveel bedenkin
gen tegen deze plannen, omdat op dat vlak in Nederland geen ken
nis aanwezig was. Maar ook omdat de Verenigde Staten hadden
toegezegd voor 5 miljoen dollar in de kosten te zullen bijdragen als
het railkanonproject in Nederland van de grond zou komen. Dat
leidde in 1988 tot de oprichting van de afdeling pulsfyscia.
De eerste resultaten zijn binnen. Al
kort na de opening lukte het in de
proefopstelling door middel van
elektro-magnetische kracht stukjes
aluminium met een gigantische
snelheid weg te schieten.
Tweede wapenfeit: in het labora
torium ontwikkelden de weten
schappers een bipolaire batterij die
in een fractie varf een seconde zijn
opgeslagen energie kan vrijmaken.
En daar zat de technische wereld
net op te wachten. Want zo'n 'em
mertje stroom' dat je in een keer
kunt leeggooien, is essentieel voor
de hele pulstechniek en in het ver
lengde daarvan het railkanon.
Geheim
"Er is een breed scala van civiele
toepassingen voor pulstechniek en
de mogelijkheden van de railver
sneller. Om die redenen wilde TNO
aan het onderzoek beginnen. Daar
naast was er de financiële bijdrage
van de Verenigde Staten die vooral
geïnteresseerd waren in de onder
zoeksresultaten met de versneller.
Dus hebben we in Delft eerst maar
een railversnellersysteem ge
bouwd. Je moet toch ergens begin
nen", vertelt Kolkert in zijn door
veiligheidsmaatregelen omgeven
Delftse kantoor.
Strakke bordjes waarschuwen de
bezoekers dat in het laboratorium
de wet op de staatsgeheimen van
toepassing is en fotograferen is ver
boden. "Nou ja, zeg maar wat je op
de plaat wilt zetten. Dan kijk ik wel
of het kan", grijnst Kolkert, staande
naast het geheime lanceersysteem
dat voor een leek niet veel meer weg
heeft dan een in stukjes gehakte
aluminium buis met draadjes.
"Bezig zijn met de dingen die zich
voordoen aan de kim van de weten
schap", zo noemt Kolkert zijn werk.
Het onderzoek in het TNO-laborato-
rium is gloednieuw en grenzenver
leggend. Toch is elektromagneti
sche energie al sinds de vorige eeuw
bekend. En aan het begin van deze
eeuw demonstreerde de Noorse ge
leerde Kristian Birkeland de wer
king daarvan in de praktijk. Hij
vroeg zelfs een patent aan voor zijn
elektromagnetisch kanon. De ge
leerde kampte echter met het pro
bleem dat voor een goede werking
in een korte tijd, energie met een ui
terst hoge stroom beschikbaar moet
zijn. Pas in 1978 kwam een Ameri
kaans geleerde met een generator
op de markt die de benodigde ener
gie bij stroompulsen van vele mil
joenen ampères naar believen kon
leveren.
Bij de pulstechniek wordt doodge
wone stroom in een apparaat opge
Dr. Kolkert van TNO in het geheime laboratorium voor pulstechniek met op a
slagen. Die opgeslagen elektriciteit
wordt omgevormd tot magnetische
energie. En door al die opgeslagen
pakketjes stroom heel sterk samen
te ballen, te comprimeren, en in zeer
korte tijd vrij te maken, ontstaat er
een stroomstoot met een gigantisch
vermogen. "Het gaat er dan om die
pulsvormende netwerken zo in el
kaar te zetten, dat je die puls kunt
beheersen. Dan kun je van tevoren
bepalen wanneer die stroomstoot
vrijkomt, hoe sterk en hoe lang die
moet zijn. Dat is dan een kwestie
van knoppologie", legt Kolkert uit.
De pulsen zijn bij voorbeeld no
dig om het kanon te laten werken.
Maar er zijn legio andere toepassin
gen denkbaar, waarbij de door TNO
ontwikkelde batterij van groot nut
kan zijn.
Kolkert: "Het is mogelijk daar
mee een gepulst magnetisch veld
op te bouwen dat goed gericht en
gedoseerd, materialen zou kunnen
bewerken. Verder is het met behulp
van deze techniek mogelijk uiterst
precieze lassen te maken. Zo is er
een groot aantal processen te be
denken waardoor de efficiëntie aan
merkelijk groter wordt als de beno
digde energie niet continue maar
gepulst wordt aangevoerd. De be
heersbaarheid wordt veel groter".
Snel
Het principe van een hyperkanon
gebaseerd op de railversneller be
rust op de zogenoemde Lorentz-
kracht. De lanceerinrichting be
staat uit twee rails waarover een be-
Van onze correspondent
Kees Wiese
De voorbereidingen voor de
eerste grote Nederlandse expe
ditie naar Antarctica (van 1 de
cember tot 2 februari) komen
op gang. "Ik begin daardoor
toch wel een redelijke voorstel
ling te krijgen van wat ons op
King George Eiland te wachten
staat. Een Hollandse kwak
kelwinter, waarbij ik aanneem
dat de wisseling van weertype
wat sneller en af en toe extre
mer zal zijn, met nu en dan een
sneeuwstorm. We zitten relatief
noordelijk en het is er midzo
mer. Maar misschien ben ik te
optimistisch", zegt prof. dr. W.
Wolff, wetenschappelijk direc
teur van het Rijksinstituut voor
Natuurbeheer in Leersum
(RIN) en leider van de expedi
tie.
Prof. Wolff, die halverwege de expe
ditie zijn vijftigste verjaardag viert,
was nooit eerder in een poolgebied.
Wel maakte hij expedities naar war
me landen, met name naar West-
Afrika -"echt in de woestijn"-, waar
het RIN belangrijk onderzoek doet
in het waddengebied van Maureta-
nië.
Prof. Wolff studeerde biologie en
ecologie in Leiden. Zijn vervangen
de dienstplicht bracht hem naar het
Delta Instituut voor Hydrobiolo-
gisch Onderzoek (DIHO) in Yerse-
ke, waar hij bleef totdat hij in 1975
hoofd werd van de RIN-afdeling
estuariëne ecologie op Texel. Op
zijn werk in Yerseke promoveerde
hij in 1973; wetenschappelijk direc
teur van het RIN is hij sinds 1987 en
tevens hoogleraar aquatische ecolo
gie in Wageningen sinds een goed
jaar.
Wat is er niet?
De eerste voorbereidingen voor de
expeditie bestaan in hoofdzaak uit
het vergaren en uitwisselen van in
formatie. Het Poolse onderzoeksta-
tion Henryk Arctowski biedt de ex
peditie huisvesting en helpt bij vra
gen zoals: wat is er aanwezig? En
vooral: wat is er niet en moet dus
worden meegenomen? Er is elektri
citeit, maar passen onze stekkers in
het stopcontact?
Maar er zijn meer ongewisheden.
Hoe reizen de deelnemers er heen?
Worden zij door de Chileense lucht
macht naar het eiland gebracht of
wordt het drie dagen varen van af
de haven Ushuaia op Vuurland met
het Poolse hydrografische vaartuig,
dat ook al is vernoemd naar de Pool
se poolreiziger Henryk Arctowski
(1871-1959). Wordt het dit schip, dat
in oktober al in een Nederlandse ha
ven aanlegt om de uitrusting van de
expeditie aan boord te nemen en in
het poolgebied ter beschikking van
de Nederlandse onderzoekers
blijft? Of toch het zusterschip 'He-
weljusz'? Spreekt iemand van de
bemanning wel een andere taal dan
Pools en Russisch en zo niet, welk
expeditielid kan dan als tolk funge-
Vogelstand
Maar elk van de expeditieleden zit
ook met eigen vragen. Hoe is bij
voorbeeld de huidige vogelstand in
de directe omgeving van het onder-
zoekstation? Men beschikt over
tien tot twaalf jaar oude gegevens.
Voor het langer observeren van vo
gels is het vrijwel zeker nodig dat
Stellingen
Het groene broekje waarmee de
atleet de indruk heeft in elke
wedstrijd goed te presteren, in
tegenstelling tot het blauwe
broekje waarmee het steeds lijkt
mis te lopen, zou op de lijst van
verboden dopingmiddelen ge
plaatst moeten worden.
(E.L.L. Soetens, RUL)
Propaganda tegen het roken
heeft weinig zin als de behoefte,
waaruit het roken voortkomt, niet
verstaan wordt. Wellicht be
spaart een weining roken een
psychiater.
(L.A. Kopmels, RUL)
Het is hoog tijd, dat in de kerken
van gereformeerde signatuur de
tucht op leer en leven in ere
wordt hersteld.
Milieuvriendelijk geproduceer
de en verhandelde produkten
dienen beschermd te worden
met een wettelijk erkend keur
merk; het is niet meer dan billijk
deze produkten volgens het lage
BTW tarief te belasten.
Hoewel weinigen weg zijn van
snelwegen, blijven er nog min
der van weg.
(P.J. Boogaard, RUL)
een paar onderzoekers op flinke af
stand van het onderzoekstation
(mogelijk zelfs op een ander eiland)
gaan kamperen. Dan is het wel zaak
al in oktober een goede tent aan
boord van het Poolse schip te bren
gen.
In het onderzoeksprogramma
houdt men onomwonden de moge
lijkheid open dat enkele gezonde
vogels ten behoeve van de weten
schap zullen worden gedood. Het
gaat om onderzoek naar de ecologie
van enkele soorten stormvogels, die
alleen aan land komen om te broe
den: de kaapse duif (Daption capen-
se), de antarctische stormvogel
(Thalassoica antarctica), de sneeuw
stormvogel (Pagodroma nivea), de
zuidelijke stormvogel (Fulmarus
glacioloidis), de Wilsons' stormvo
gel (Oceanites oceanicus) en ook om
de zuidelijke reuzen-stormvogel
(Macronectes giganteus), die zo
groot wordt als een klein soort al
batros.
Rol zeevogels
Naar de eerste vier soorten loopt al
langer een onderzoek van RIN-me-
dewerker J.A. van Franeker. In
1986-1987 ontdekte hij dat het voed
sel van deze vier stormvogelsoorten
bij Ardery Eiland hoofdzakelijk uit
vis bestaat, terwijl verwacht werd
dat zij zich vooral met het kreeftje
krill zouden voeden. Nu moet blij
ken of de vogels die op King George
Eiland broeden dezelfde voedsel-
voorkeur hebben. "Als de voorkeur
voor vis ook geldt voor een groter
geografisch gebied en andere sei
zoenen, verandert dat ons inzicht in
de rol van zeevogels in het Antarcti
sche ecosysteem", aldus het onder
zoeksprogramma.
Bij dit onderzoek worden de vo
gels met de hand op het nest of met
een net bij het aanvliegen gevan
gen, gewogen en geringd. De heftig
stinkende maaginhoud wordt ver
zameld, op alcohol gezet of ingevro
ren voor latere analyse in het labora
torium.
Onderzoek vervuiling
Er loopt tevens een onderzoek om
via stormvogels de vervuiling van
Antarctica door gechloreerde kool
waterstoffen (PCB's), zware meta
len en plastics in kaart te brengen.
'Het zuidpoolgebied geeft door zijn
geïsoleerde ligging het 'globale' peil
van vervuiling weer, daardoor heeft
het zowel een signaal- als een moni
torfunctie. Tijdens vroeger onder
zoek heeft het RIN de aanwezigheid
van die organochloor-verbindin-
gen, zware metalen en plastics in
stormvogels gemeten en dat onder
zoek wordt nu geïntensiveerd.
wegend deel gaat: de armatuur.
Door die onderdelen onder stroom
te zetten, ontstaat een magnetisch
veld, dat samen met de stroom die
armatuur naar voren drukt. Als
voor dat bewegende deel een voor
werp wordt geplaatst, zal dat met
dezelfde snelheid worden voortbe
wogen. Hoe meer stroom er door de
rail en de armatuur wordt geleid,
hoe hoger de snelheid wordt.
Militairen zijn vooral daarom in
dit hyperkanon geïnteresseerd.
Want niet alleen de veel grotere
vuurkracht is interessant, juist de
regelbaarheid daarvan biedt de mo
gelijkheid tot uiterst precies schie
ten.
Bij het afvuren van projectielen
zoals dat nu gebeurt, is de snel-
heidsgrens eigenlijk wel bereikt.
Het is niet mogelijk om met cherqi-
sche middelen een explosief te ma
ken waardoor een projectiel sneller
dan 2000 meter per seconde zou
kunnen gaan. Een doorsnee kanon
schiet projectielen weg met een
snelheid die niet boven de 1500 me
ter per seconde komt. Het elektro
magnetische kanon kan met de toe
passing van de huidige materialen
een snelheid van 40 tot 60 kilometer
per seconde scoren. "In ons onder
zoek gaat de interesse uit naar snel
heden tot 3 tot 4 kilometer per se
conde. En het ziet ernaar uit dat het
geen probleem voor ons is om dat te
behalen", zegt Kolkert met enige
Science fiction
Snelheid is van groot belang bij het
doorboren van pantserplaten. Als
die maar groot genoeg is, kan je bij
voorbeeld zelfs een kaars dwars
door een deur heen schieten. Het
doorbreken van de natuurkundige
grens waarvoor je wordt gesteld als
je met chemische explosieven voor
werpen de lucht in jaagt, biedt ech
ter ook veel aangenamere perspec
tieven dan het aan flarden schieten
van tanks. Bij voorbeeld de ruimte
vaart.
"Het is een dure grap om een sa
telliet de ruimte in te krijgen met
behulp van een raket of een space-
shuttle. Theoretisch is het geen en
kel probleem om zo'n kunstmaan
met behulp van een railversneller in
een baan om de aarde te krijgen",
zegt Kolkert. "Ook het lanceren van
bemande of onbemande raketten
gaat veel eenvoudiger. De stuw
kracht die nodig is om van de aarde
los te komen, wordt met een ver
sneller veel gemakkelijker bereikt
dan met behulp van de huidige ra
ketbrandstof. Het is zelfs goed
denkbaar om een railversneller in te
bouwen in een raket. In plaats van
een projectiel verschiet je bij voor
beeld plasma uit de versneller. De
tegenwerkende krachten die daar
bij ontstaan, zorgen dan voor de
voorstuwing of de koerscorrectie
van de raket".
Dat de theorie van voortstuwing
door middel van elektromagnetis
me haalbaar is, hebben de weten
schappers in Delft al onomstotelijk
bewezen. Het gaat er nu om dat het
apparaat geschikte afmetingen
krijgt om het in de praktijk te ge
bruiken. Want voorlopig past een
goedwerkende railversneller nog
niet echt in een tank of een raket.
"We gaan de komende jaren hard
werken aan oplossingen op het ge
bied van engeneering. Daarnaast
studeren we op andere zaken die
met pulstechniek en railversnellers
samen gaan. Zo werken we aan het
opwekken van energie met behulp
van. een omgekeerde railversneller.
Nee, voor normale stroomopwek
king is dat nooit te gebruiken. Maar
het is misschien wel een veel betere
manier om energie op te wekken
voor pulstechnieken dan met be
hulp van een condensatorbank of
een batterij. Ik zeg niet dat het zo is.
maar het zou zeker kunnen. Dat
gaan we nog onderzoeken".
UTRECHT (GPD) - "Goede bedoe
lingen zijn niet meer genoeg, het
komt nu op daden aan". Dat was de
slotconclusie die panelvoorzitter
Brian Redhead trok bij de afsluiting
het vijfdaagse symposium 'Art
meets Science and Spirituality in a
changing Economy', afgelopen
week in Utrecht.
De natuurkundige Fritjof Capra,
oud-minster H.J. Witteveen, kun
stenares Marina Abramovic en filo
soof Raimon Panikkar vormden de
interessante sprekers op de laatste
dag van het symposium dat. zo
werd jongstleden vrijdag bekend
gemaakt, binnen korte tijd een ver
volg krijgt. De Tsjechoslowaakse
president Vaclav Havel heeft de or
ganisatie van 'Art meets Science'
samen met de twintig forumleden
in Praag uitgenodigd om de ge
sprekken voort te zetten. Een mooi
gebaar van Havel, die zelf de perso
nificatie is van de ontmoeting tus
sen kunst, wetenschap en spirituali
teit in een veranderende economie.
Wat de vijf forumdagen hebben
losgemaakt bij de managers, die het
voornaamste publiek vormden, is
natuurlijk de grote vraag. Het ant
woord is even interessant als oncon
troleerbaar. Want zo de managers al
een andere kijk op 'de zaak' hebben
gekregen, dan zal dat niet onmidde-
lijk blijken. Veranderingen kosten
tijd en zijn, tenminste in dit geval,
niet direct meetbaar.
Bovendien was het symposium
geen cursus waar praktische tips
werden gegeven. Integendeel:
slechts goede verstaanders hebben
uit de veelheid van statements,
theorieën en fantasieën,.die vijf da
gen lang over de tafel vlogen, iets
kunnen oppikken dat mogelijk een
aanzet kan zijn tot 'nieuwe inzich-
Menselijke maatschappij
Dan denk ik onder meer aan de bij
dragen van forumleden als profes
sor Varela en Moeder Tessa Bie-
lecki, die samen de derde symposi
umdag tot de meest boeiende maak
ten. Bielecki, een Amerikaanse non
die economie, Frans en Russisch
studeerde en actief is in de interreli
gieuze Oost-West gesprekken, was
de eerste die het symposium zelf ter
discussie stelde, door te constate
ren dat er achter de tafel geen spra
ke was van een uitwisseling van
ideeën of een constructieve discus
sie, maar dat iedereen slechts zijn
eigen stokpaardjes bereed. "Het
gaat er om", aldus Bielecki, "samen
te onderzoeken hoe we onze mense
lijkheid terug kunnen krijgen: een
menselijke wetenschap, een mense
lijke economie en een menselijke
religie. Die meer menselijke maat
schappij is alleen tot stand te bren
gen door een radicaal andere opstel
ling, waarin de menselijke waarden
prevaleren boven economische".
Varela, professor voor cognitieve
wetenschap aan de Ecole Polytech-
nique in Parijs, voegde.daaraan toe
dat het essentieel is dat mensen niet
alleen moeten horen wat ze willen
horen.
Een belangrijke opmerking voor
een gezelschap dat voornamelijk
bestond uit geslaagde zakenlieden,
die dan misschien wel van hun di
rectie het verzoek hadden gekregen
om zich open te stellen voor nieuwe
visies maar niet allemaal even be
trokken leken. Alhoewel ze, ge
vraagd naar hun ervaringen, zonder
uitzondering meldden dat de bij
eenkomst hun aan het denken had
gezet.
Aan het proces van ver
korten van de levensduur
van kernafval is een groot
aantal problemen verbon
den. Toch verdient dit pro
ces de aandacht, omdat
door het verkorten van die
levensduur het vraagstuk
van het opbergen van kern
afval beter te overzien en te
beheersen zijn.
Het is nu echter niet te
zeggen of het hier om een
begaanbare weg gaat. Dat
schrijven de minister van
econqmische zaken, An-
driessen, en van milieube
heer, Alders, aan de Tweede
Kamer. De ministers wijzen
erop dat verkorten van de
levensduur van kernafval
geen alternatief is voor op
slag onder de grond. De mi
nisters stellen dat "kern
energie serieus moet wor
den onderzocht als optie
voor de toekomst". Daarom
njoeten studies naar opslag
van kernafval in zout voort
gaan.
Plannen voor verkorting
van de levensduur van
kernafval stammen uit de
jaren zeventig, maar zijn
toen opgegeven. Onlangs
zijn de plannen weer opge
nomen door Japan en het
Atoomenergie-agentschap
van de Europese Gemeen
schap, Euratom. De achter
liggende gedachte daarbij
is de volgende. Kernafval
bestaat uit een groot aantal
stoffen. Sommige verliezen
na korte tijd hun radioacti
viteit, maar bij andere duurt
dat honderdduizenden ja
ren. De langlevende radio
actieve stoffen zijn bepa
lend voor het risico op lan
ge termijn. Als het mogelijk
zou z(jn de langlevende ra
dioactieve stoffen om te zet
ten in kortlevende, dan zou
het risico voor de lange ter
mijn een stuk lager zijn.
De gebruikte brandstof
uit kerncentrales zit in lan
ge buizen, de brandstofele
menten. Verkorting van de
levensduur vereist aller
eerst dat de verschillende
radioactieve stoffen uit
deze brandstofelementen
worden verwijderd. In een
opwerkingsfabriek wordt
uit de gebruikte elementen
het in de kerncentrale gege-
vormde plutonium en het
nog resterende uranium ge
haald. De rest is kernafval,
een cocktail van stoffen met
zowel lange als korte le
vensduur. Daarom zou dit
kernafval opnieuw behan
deld moeten worden, waar
bij de langlevende stoffen
worden afgescheiden.
Dit gebeurt nu nergens
ter wereld en er is zeker vijf
tien jaar onderzoek nodig
naar de vraag of het kan
Stel dat dit onderzoek een
gunstig resultaat oplevert
en men de langlevende ra
dioactieve stoffen afge
scheiden heeft. De volgen
de stap is de omzetting m
kortlevende stoffen. Dat
kan het best in snelle
kweekreactoren, maar dat
is een type centrales waar
bijna niemand voor voelt.
De omzetting kan echter
ook gebeuren in centrales
van het type Dode waard of
Borssele. Daartoe worden
de radioactieve 9toffen in
brandstofelementen ver
werkt die in de centrale
worden gebracht.
Na een jaar moeten de
elementen vervangen wor
den en weer naar een op
werkingsfabriek worden
gestuurd. Dan is nog maar
een klein deel van de lang
levende stoffen omgezet.
Volgens het Engelse
Atoomagentschap duurt
het dertig jaar voordat 99,9
percent van de langlevende
stoffen behandeld is. De ge
vormde kortlevende radio
actieve stoffen zenden veel
meer straling uit. Dat bete
kent een hogere belasting
voor het personeel dat be
trokken is bij de opwerking
en de fabricage van brand
stofelementen.
De kortlevende radioac
tieve stoffen blijven enkele
eeuwen een gevaar opleve
ren. De ministers An-
driessen en Alders stellen
dan ook dat dit afval "een
voor menseluke begrippen
nog lange levensduur"
heeft. Het gaat hier niet om
een echte oplossing van het
kernafvalprobleem. De mi
nisters blijven opslag in
zout derhalve nog steeds
wenselijk vinden.