Leidse atletiek blijft baanbrekend' Halve eeuw records op sintels en kunststof in Leidse Hout t y- 'De toplaag wordt hoe dan ook hersteld' ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1990 PAGINA 29 Gisteren was het op de kop af vijftig jaar geleden dat Leiden een atletiekbaan kreeg. Op zaterdag 7 september 1940 werd de sintelbaan naast de Leidse Hout officieel geopend. De festiviteiten rond de opening eindigden pas een dag later. Dank zij de voor die tijd moderne accommodatie zat de Leidse atletiekgemeen- schap er jarenlang warmpjes bij. De ronde was weliswaar niet standaard (350 in plaats van 400 meter), maar de tijd van hobbelige grasbanen behoorde vanaf het eerste oorlogsjaar definitief tot het verleden. En Leiden telde nationaal ge zien meteen mee, zoals de stad ook nu met de kunststofbaan nog meetelt op at- letiekgebied. door Tim Brouwer de Koning Sprintster Truus Hennepman (De Bataven) groeide in de jaren zestig op de Leidse sintelbaan uit tot een nationa le topper. (archieffoto) jj£ ,.V- - i** 't y h „4f V-ISÉU V A» r-y-...,. r Tj. Edzes maakt zich niet druk om de toekomst van de Leidse atletiekbaan: "Het onderzoek naar de nieuwe toplaag vergt alleen tijd". ('oto Loeu zuydcrdutn) Sinds vorige zomer, toen de toplaag van de Leidse atletiekbaan volledig werd vernieuwd, twijfelen de gebrui kers aan de kwaliteit van de nieuwe kunststof. Dat de nieuwe laag zachter aanvoelt dan de vorige, is nog tot daar aan toe. Maar dat soms hele lappen van de oranje toplaag loslieten, leek de atle ten, leken op het gebied van dergelijke materialen, een veeg teken. Vooral de manier waarop de werkne mers van de Westduitse firma die de nieuwe toplaag vorige zomer aan bracht, te werk gingen, voedde de twij fel. Ogenschijnlijk strooiden zij maar wat in het rond. Het wekte dan ook wei nig verbazing dat begin juli de directie Sport en Rekreatie meedeelde dat de Leidse atletiekbaan vanwege herstel werkzaamheden aan de toplaag dicht moest. Na de atletiekloze zomer van 1989 dus ook in 1990 geen wedstrijden en trainingen op de trots van de Leidse atletiekgemeenschap. Wie schetst de verbazing van de vere nigingen AV Holland en De Bataven, toen na herhaalde verzoeken om de baan toch vooral niet te belopen, de heer Edzes van Sport en Rekreatie plot seling toch weer het groene licht gaf. "Uit monsters die van de toplaag waren genomen", verklaart Edzes, "bleek dat de baan niet op korte termijn kan wor den schoongeschraapt. Dat is absoluut noodzakelijk voor het aanbrengen van een toplaag die beter hecht dan de hui dige. Die liet los, omdat de vorige top laag, het buiten de Verenigde Staten weinig gebruikte Chevron-440, onvoor ziene reacties geeft met wat die Duitse firma er op heeft aangebracht". Volgens Edzes hoeven de gebruikers van de baan niet te wanhopen. "De baan wordt zonder meer hersteld, al leen kan ik nog niet zeggen Zolang de slijtage van de baan niet ver der gaat dan de oranje toplaag, is er niets aan de hand. Daaronder zit een zwarte laag, die wel intact moet blijven. Wij zullen er op toezien dat tijdig wordt ingegrepen. Met de hoofdaannemer, de NBM, hebben wij een uitstekende rela tie. Wij hadden v-an tevoren een garan tie bedongen, waarvan wij nu gebruik maken. Er is geen enkele aanwijzing, dat de NBM daar onderuit wil. Alléén het onderzoek vergt tijd. Het gaat er om hoe de baan moet worden schoonge schraapt voor er een andere op kan worden aangebracht". Om de 'indianenverhalen' die in de Leidse atletiekwereld circuleren, als zouden de Westduitse baanbedekkers er een potje van hebben gemaakt, moet Edzes lachen. "Ik kan wel begrijpen dat ze worden verteld, maar tot februari was er geen enkele reden tot zorg. Ik denk dat vocht er de oorzaak van was dat het kunststof zo gemakkelijk los liet. De klachten die vóór die tijd wer den geuit, sneden geen hout. Zoals ik ook het gerucht dat die Duitse firma zo is geschrokken dat ze nooit meer terug komt, moet ontzenuwen. Er zijn alleen wat stukjes van het nieuwe baanopper- vlak uitgesneden die nu uitgebreid worden onderzocht". Het verhaal van de vernieuwing van de toplaag van de Leidse kunststof atle tiekbaan krijgt dus een vervolg. Omdat voor het aanbrengen van nieuw kunst stof een wekenlange periode van warm en droog weer vereist is, doen de Leid se atletiekverenigingen er waarschijn lijk goed aan geen evenementen voor de zomermaanden van 1991 te plannen. Zowel in de kranten van die tijd als in de annalen van de sportstichting werd uit gebreid melding gemaakt van de aanleg van de sintelbaan, die in de tijd van gras- banen als een bescheiden doorbraak kon worden beschouwd. Het Leidsch Dag blad maakt paginagroot melding van de festiviteiten tijdens dat gedenkwaardige weekeinde. Op maandag 9 september 1940 sieren drie foto's de pagina: één sportieve (Tinus Osendarp verslaat Lei- denaar Wim Nota op de 100 meter), één ceremoniële (een fleurige vlaggenpara- de) en één bobo-plaatje van de prijsuit reiking door ir. Stokhuyzen, voorzitter van de Sportstichting. Groot belang In de dagen die vooraf gingen aan de door in totaal 8000 mensen bezochte fes tiviteiten, kon het dagblad de vergelij king met een windvaan gemakkelijk doorstaan. Donderdag werd vermeld dat de bezetter geen toestemming voor grote luister rond de ingebruikname van de baan had gegeven. Daags voor de officië le opening, waarvan de voorbereidingen maanden in beslag hadden genomen, meldde het LD tussen haken dat de toestemming ,toch was afgegeven. Het feest kon dus doorgaan. Burgemeester mr. Van de Sande Bak- huyzen legde in zijn speech uit dat het voor Leiden van groot belang was dat dit werk tot stand was gekomen. 'Deze vol ledig uitgeruste sportinrichting is door deskundigen een der beste van ons land genoemd Dit werk heeft bovendien een sociaal karakter omdat het de jeugd gelegenheid geeft haar kracht te versterken'. Dit alles 'in de overtuiging dat het werk der Sportstichting strekken zal tot heil van de burgerij van Leiden'. Het doet misschien wat wrang aan, dat de Leidse sintelbaan juist in het eerste oorlogsjaar met zo veel vlagvertoon werd geopend. Maar de basis voor de baan, die als onderdeel van een project voor werk lozen niet voor niets naast de enkele ja ren eerder aangelegde Leidse Hout werd aangeleg, dateert van ver voor de bezet ting. In het jaarverslag van 1939 van de sportstichting, de voorloper van de di rectie Sport en Rekreatie van de gemeen te Leiden, staat een gortdroge opsom ming van de materialen van de atletiek baan: 'Voor den aanleg van deze baan (met inbegrip van enkele andere banen) is ongeveer verwerkt 800 m3 klinkerpuin, 600 m3 sintels, 370 m3 gemalen sintels of hoogovenslakken, 370 m3 zwarte grond en 50 m3 gemalen klei. De omranding van de sintelbaan bestaat uit banden van gewapend beton, waarvan de boven einden pl.m. 5 cm. boven het loopvlak ko men te liggen. Op deze omranding kan een op wielen gemonteerde hark loopen, waarmede 6 banen voor hardloopen tege lijk kunnen worden afgebakend.' Buitelingen Henk Redel, door AV Hollahd reeds ge huldigd maar nog net geen vijftig jaar lid van de Leidse atletiekgemeenschap, weet dus wat er allemaal onder zijn huid is gekomen bij één van de vele buitelin gen die hij op de sintelbaan maakte. "De oneffenheden van zulke banen veroor zaakten nogal wat valpartijen", aldus de inmiddels 68-jarige veteraan. "Ik liep destijds vooral vaak de 100 meter. Als je op volle snelheid in een kuil stapte, ging je geheid onderuit. Dat is mij op de Rot terdamse Nenijtobaan ook eens overko men. Mijn elleboog heeft jarenlang zwart gezien. Desondanks- verkoos ik sintelba- nen boven de oneffen grasbanen die in kleinere gemeentes lagen". De grootste nadelen van sintelbanen waren het onderhoud en weersgevoelig- heid. Voor wedstrijden moest de baan met man en macht worden geprepa reerd. Egaliseren en kalklijnen trekken waren steeds terugkerende klussen, die door gemeentepersoneel moesten wor den uitgevoerd. In het Leidse heeft 'de oude Wiggers', zoals hij nu nog vol res pect wordt genoemd, zich op die manier een reputatie verworven. Maar hoe hard er ook aan de baan werd gewerkt, zo veel wedstrijden als er heden ten dage op de Leidse kunststofbaan worden afge werkt, zouden nooit en te nimmer op een sintelbaan kunnen zijn gehouden. Dat is althans de stellige mening van Carel van Venetiën. De Leidse atletiek- goeroe kent de baan als geen ander. Niet alleen liep hij in 1941 al als schooljongen op de sintelbaan rond, ook nu nog is hij er meerdere malen per week te vinden. "We hadden in Leiden een mooie en vooral ook een snelle sintelbaan", vindt Van Venetiën. "Ondanks de weinig gangbare afmetingen kwamen topatle ten graag naar de Leidse Hout. Niet al leen tijdens die openingswedstrijden, maar in feite tot de komst van kunststof- banen in Nederland". Gedaan Toen op Papendal eenmaal de eerste kunststofbaan van ons land was gereali seerd, besefte atletiekstad Leiden dat het voorlopig gedaan was met de voorname positie van de eigen baan. Grote wed strijden, zoals kampioenschappen en in terlands, gingen als vanzelfsprekend naar Papendal. Leiden, dat met nationa le avondwedstrijden en later de wedstrij den om de Gouden Spike een naam te verliezen had, zag steeds minder de schijnwerpers op zich gericht. De jaren tussen 1969 (Papendal) en 1979 (opening van de Leidse kunststof 'accommodatie) waren niet de meest glo rieuze van de Leidse atletiekgemeen schap. De inzet om de sintelbaan in goe de staat te houden nam volgens Van Ve netiën logischerwijs af. Toch kan hij zich herinneren dat ook toen nog eens een Nederlands record op de 100 meter op de Leidse sintels is geëvenaard. En voor de beste 'sinteltijden' van toen tekent me nig atleet, omgeven door banen met de modernste toplagen, vandaag de dag nog. Van Venetiën: "Het verschil tussen sintel- en kunststoftijden moet je ook niet overschatten. Zo won Rein van de Heuvel tijdens de Gouden Spike'eens de 400 meter in 47,1", op de oude sintelbaan. Een dag later was hij op het kunststof van Barcelona maar één tiende sneller. Hij zal in die ene dag heus zijn goede vorm niet zijn kwijtgeraakt, dus waren zijn prestaties vergelijkbaar". Wim Rietbergen, evenals Redel en Van Venetiën opgegroeid in en met de Leidse' atletiek, wil nog verder gaan. "Op die kunststofbanen van tegenwoordig", zegt de Zoeterwoudenaar, "raken atlëten veel sneller geblesseerd. In Amerika wordt weer veel vaker op sintelbanen getraind. Ik had het er dan ook wel moeilijk mee, toen de oude baan werd vervangen. Ik miste de intimiteit van dat primitieve baantje. Ook al zag ik dat het op een ge geven ogenblik niet anders meer kon. Je moest voortdurend een regenverzeke ring afsluiten. Het was vaak een armoe om wedstrijden te organiseren. Je liep dan het vuur uit je poten". Dat gold voor de verenigingen, maar ook voor de gemeente, die als eigenaar van de sintelbaan voor (de kosten van) het onderhoud moest opdraaien. Argu menten voor een grote eenmalige uitga ve waren dan ook gauw gevonden. Tj. Edzes, sinds 1971 in dienst van de (voor loper van de) directie Sport en Rekreatie van de gemeente Leiden: "Ik heb wel eens iemand horen zeggen, dat h(j de Leidse sintelbaan na dertig jaar precies zo aantrof als hij hem had achter gelaten. Daar zit een kem van waarheid in. Het enige wat veranderde was de bezetting van het middenterrein. Dat stond, in te genstelling tot nu. niet ter beschikking van de atletiekverenigingen. Het veld had voetbalafmetingen. Roodenburg heeft er bijvoorbeeld jarenlang gespeeld. De rugbyers van DIOK zijn er ook be gonnen". Ook de sintelbaan werd wel eens onei genlijk gebruikt. Behalve als ijsbaan deed hij in 1959 dienst vooreen concours hippique. Dat kan nooit goed zijn ge weest voor het Leidse koolas, dat na een atletiekwedstrijd van enige omvang al op een omgeploegde akker leek. Van Ve netiën, die elk steentje van de oude baan wel eens door zijn handen heeft laten gaan, vertelt hoe voor elke wedstrijd de baan gevlakt en besproeid moest wor den. "Met warm weer moest dat in feite da gelijks gebeuren, om de baan goed hard te houden. Een gigantisch karwei. En dan moest je eens kijken hoe de t(aan er na afloop van een wedstrijd uitzag! De binnenbaan had vooral te lijden tijdens lange loopnummers. De atleten trou wens ook. Die zaten onder de steentjes, sintels en modder. Bij tweedaagse wed strijden werden op zaterdagmiddag al weer voorbereidingen getroffen voor de zondag". Slagvaardig Op die manier bleef je bezig. Dat zagen de mensen van de atletiekverenigingen (destijds waren dat AV Holland, De Bata ven en AV Leiden), maar zeker ook men sen van de gemeente. De toenmalige wethouder Dick Tesselaar wordt ook nu nog genoemd als de man die met slag vaardig handelen de komst van de nieu we atletiekbaan in Leiden in hoog tempo dichterbij heeft gebracht. Edzes geeft toe dat de investering in een kunststof ac commodatie de post onderhoud enorm heeft teruggebracht. Hoewel eind jaren zeventig om financiële redenen niet voor het meest luxe model kon worden geko zen (Edzes: "Aan acht lanen voor de sprint hebben we wel even gedacht, maar daarvoor hadden we de ruimte niet" ging de atletiekbaan er enorm op vooruit. Doordat het pad naar de Leidse Hout bij de baan werd getrokken, kon die op 400 meter worden gebracht. Vanuit een achterstandspositie werd Leiden, met de tiende kunststofbaan van Nederland, in één klap weer toonaange vend. Niet alleen de verenigingen, die in ledental terugliepen, maar ook de Leidse scholen konden op grote schaal de nieu we baan gaan benutten. De lokatie van de baan, naast de Leidse Hout, omgeven door scholen en vlak bij het station, vindt Edzes nog steeds een zeer gelukkige. Daarbij legt hij steeds de nadruk op het gebruik van de baan 'in de breedte'. "De ontwikkeling van de schoolatletiek had in Leiden nooit zo'n vaart kunnen nemen op de oude sintelbaan Ook de atletiekgemeenschap, die al leen veel moeite had om geld voor een volwaardige kantine op te hoesten, zag plotseling weer volop perspectief. "We mochten bepaald niet klagen", vindt Van Venetiën, "want terwijl wij al op kunststof liepen, moesten ze het in Haar lem bijvoorbeeld nog steeds met een grasbaan doen". Een ander voordeel was dat de atletiekaccommodatie niet meer multifunctioneel hoefde te worden ge bruikt. Het middenterrein kreeg geen voetbalafmetingen meer. zodat de tijd dat Roodenburg. ASC en DIOK het gras veld benutten, definitief tot het verleden behoorde. Ook kon de baan in strenge winters niet meer tot ijsbaan worden om getoverd. Kampioenschappen De voorspelde toename van activiteiten bleef op de vernieuwde atletiekaccom modatie niet uit. Bij toerbeurt lieten en laten scholen hun leerlingen kennis ma ken met een 'echte' atletiekbaan. Vrijwel jaarlijks worden tientallen wedstrijden, georganiseerd. Het aantal grote atletiek- evenementen dat sinds 1979 op sport park de Leidse Hout is afgewerkt, valt al lang niet meer op de vingers van eén hand te tellen. Behalve de Nederlandse kampioenschappen voor senioren en ju nioren (twee keer) gaat het dan om klei nere kampioenschappen, interlands, grand prix-wedstrijden en ludieke eve nementen als de bliksemtienkamp. Op de Nederlandse recordlijsten komt Lei den nog regelmatig voor, al was het al leen maar vanwege de topprestaties die jaarlijks tijdens de in ere herstelde wed strijden om de Gouden Spike worden ge leverd. In de nabije toekomst zal de tevreden heid nog wel hoogtij blijven vieren in de Leidse atletiekwereld. Dat er net als na de opening van de sintelbaan dertig jaar niets zal veranderen aan het oranje ovaal is niet te hopen. Alleen de leningen die de verenigingen in 1979 moesten afslui ten, zullen wel lang doorlopen. Van Ve netien: "Die zijn voorlopig nog niet afbe taald. Maar we zijn met die investering wel een stuk opgeschoten. Eerst had Lei den alleen maar grasbaantjes, her en der verspreid in de stad. Vijftig jaar geleden kwam dan de sintelbaan, waarop je in de rondte kon lopen. Maar als je eenmaal weet wat een kunststofbaan is, wil je na tuurlijk niet meer blijven doormodderen op zo'n sintelbaan, die na een regenbui soms dagenlang blank stond". Hinder Na een stralende openingsdag was het weer op zondag 8 september 1940 plotse ling omgeslagen. Dat deerde de in groten getale toegestroomde toeschouwers nau welijks. Alleen de atleten hadden hinder van de wind, zodat het koningskwartet Osendarp, Van Beveren, Baumgarten. Nota op de 4x100 meter met 43,1 secon den ver verwijderd bleef van het Neder lands record op de estafette. De ploeg van Trekvogels liep op de 4x200 meter ook niet snel genoeg. De Amsterdammer Houtman had een aanval op verspringre- cord van 7,37 meter aangekondigd, maar hij faalde jammerlijk. De recordregen boven de Leidse Hout zou pas later los barsten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 29