Beddenrace Langedijk: bloedserieuze flauwekul WK historisch wapenschieten: knalfeest van KNS A Zwarte handel in startbewijzen en trainend heen en weer naar Parijs De Langedijker Beddenrace: bloedserieuze flauwekul. En allesbehalve slaapverwekkend. door Rob van den Dobbelsteen Honderddertig ledikanten op wielen razen vanavond met een snelheid van om en nabij de twintig kilometer per uur door de straten van Langedijk. Van alle vreemde evenemen ten die men in de kop van Noord-Holland kent, is dit wel de meest bizarre. Calimero- helmen, dichte wielen, hi-tech puntbedden en urenlange trai ningen; niets is de deelnemers te dol om op de schouders te gaan tijdens het afsluitende Beddenracebal in café De Schelvis op de Voorburg gracht. Wat begon als 'een geintje' is pure topsport gewor den. "Het is flauwekul natuur lijk. Maar wel bloedserieuze flauwekul". Het probleem is: het is niet uit te leggen. Hij heeft het echt geprobeerd, Peter Kos. Tientallen keren zelfs. Maar uiteindelijk kwam hij toch steeds weer tot de slotsom dat de mensen beter zelf konden komen kijken. Wat trouwens ook makkelijker gezegd is dan gedaan. Je komt, op die laatste zaterdag van augustus, het dorp bijna niet meer in tegenwoordig. Hijzelf zou nooit een schatting durven maken, Peter. Maar Rein Groot dacht vorig jaar dat er bijna dertigduizend mensen langs het parkoers stonden. En Rein kan het weten. Hij is korpschef van de politie van Langedijk. Opstand In wezen is het hele zaakje natuurlijk vol komen uit de hand gelopen. Maar je kunt er nu niet meer mee stoppen. "Dan krij gen we een opstand hier", gelooft Peter Kos. Het begon in 1980 als een geintje. Broek op Langedijk bestond negenhon derd jaar en dat diende gevierd te wor den. Nou wil het geval dat ze zich in West-Friesland graag mogen vermeien met de meest bizarre spelletjes. In Lutje winkel bijvoorbeeld .strijden ze al jaren vol overgave om de wereldtitel suiker bieten telen, en in Warmenhuizen be stond zoiets als de 'beddenrace', een wedstrijd waarbij het er om ging een le dikant binnen zes uur zo veel mogelijk rondjes om de Sint Ursulakerk te laten draaien. Wie die onzin heeft bedacht is nooit he lemaal opgehelderd, maar' ongemeen po pulair was die 'Zes uur van Warmenhui zen' wel. Er werd door de duo's, die het bed moesten voortduwen, zelfs akelig hard voor getraind. Want won je, dan was je wel mooi de held van het dorp. Wat niet alleen betekende dat je een avondje vrij drinken had in het café van Thijs Pronk, maar ook dat de week daarop het huis-aan-huis blad een foto van je af drukte over de volle breedte van de voor pagina. Met een uitgebreid artikel na tuurlijk waarin de koers van ronde tot ronde werd beschreven. "Als wij tijdens de eeuwfeesten nou eens een revanche wedstrijd organiseren?" bedacht het or ganisatie-comité van de Langedijker eeuwfeesten. Zestig teams schreven dat eerste jaar in. En waaraan het nou precies lag, moet je Peter Kos ook niet vragen, maar de beddenrace van Lgngedijft was van meet af aan een klassieker. Terwijl het er, ver geleken met nu, toen toch, nog vrij tam aan toe ging. Ga maar na. Er lagen nog keurig rechthoekige spiralen in de ledi kanten: van enige stroomlijn in de bed den was geen sprake en de wisseltech nieken waren nog lang niet zo verfijnd als nu. Peter Kos: "Je kan wel zeggen dat ze toen allemaal gewoon met een bed op vier wielen reden. Zoals ook de opzet was. Eentje duwde een bed voort waarop de ander lag uit te rusten, en om de kilo meter werd er dan gewisseld. Dat ging heel rustig, dat wisselen. Het bed werd er nog voor langs de kant gezet". Maar dat was snel over. Een jaar daarop al verschenen ruim honderd afgetrainde ploegen op het parkoers dat was uitge legd rondom 'De Stier', Langedijks meest befaamde beeld. Maar wat meer zei: sommige bedden waren voorzien van aërodynamische snufjes. Zo ver schenen de winnaars van het jaar daar voor, Dirk ten Bruggencate en Stef Meij er, met een uiterst geraffineerd hi-tech puntbed op het parkoers. Het wigvormi ge voertuig had drie wielen: een vóór en twee achter, en constructeur Ten Brug gencate liet al meteen weten waarom. Ten eerste zou het projectiel veel zuiver der door de bochten kunnen worden ge stuurd, ten tweede stelde de vervaarlijke punt hem (en zijn maat) in staat het bed dwars door een peloton talmende con currenten te wringen, en ten derde zou de wind nauwelijks vat hebben op het gestroomlijnde vehikel. De concurrentie liep onmiddellijk te hoop. Het bed van de favorieten, zo werd na een korte inspectie geconstateerd, was duidelijk niet gemaakt om erop te slapen. Protest! Maar dat bleek vergeefs. Een geschillencommissie bleek onvind baar (dat is ze nog steeds, trouwens) en bovendien was er in het reglement niets te ontdekken over de vorm waarin de bedden moesten zijn gegoten. Sterker nog: er was helemaal geen reglement. "Niet ouwehoeren manne, rijen", riep het organisatiecomité dan ook vanachter de onder vele glazen bier schuil gaande jurytafel. En gereden werd er. Althans, nadat de chaos bij de start enigszins was ontward. Het sturend vermogen van de heren cou reurs namelijk, bleek jammerlijk genoeg geen gelijke tred te houden met hun am bitie om onvervaard de kop te nemen. De gevolgen waren desastreus. Kapseizen de bedden, afgebroken wielen, gespron gen spiralen, licht gewonde passagiers, ledikanten die plotseling tegenover .el kaar stonden in plaats van naast elkaar. Peter Kos (en de verbijstering spat nog steeds uit zijn ogen): "Dat er toen geen ongelukken zijn gebeurd. Ze scheurden werkelijk met zeven dik de bocht door. Heel spectaculair, maar ook knap ge vaarlijk". Topsport Voor dat laatste aspect hadden de H.H. coureurs nauwelijks.oog. Of er volgend jaar alsjeblieft weer een beddenrace kon komen, smeekten ze meteen na de wed strijd. Want dan zouden ze echt eens wat laten zien. Wat die Ten Bruggencate en Meijer konden, dat konden zij ook. Het gezaag, getimmer en geknutsel in en rondom Broek op Langedijk was vervol gens niet van de lucht en op de Pieter Zeemanweg, de Veertweg en hoe al die kaarsrechte wegen in de verkavelde pol ders rondom het dorp ook mogen heten, kon men al vroeg in het voorjaar de eer ste trainende koppels waarnemen. Zelfs zag men hoe een duo tien keer pijlsnel te gen de steile helling naar de Langebalk- brug sprintte teneinde de drempel vol gens de nieuwste trainingsmethoden zo ver mogelijk te verleggen. De Langedij ker Beddenrace was warempel topsport geworden. Topsport vermengd met technisch vernuft overigens. Want met een gewoon ziekenhuisbed op rolschaats wieltjes kon je, na de ondubbelzinnige triomf van Ten Bruggencate en Meijer, natuurlijk niet meer aankomen. Er verschenen bedden met dichte fietswielen op het parkoers; iemand bedacht een ledikant met schuinstaande wielen (voor de balans); er kwamen deelnemers aan de start met Calimero-helmen op hun kop; de wissel techniek (loper op het bed - passagier eraf) werd zo geavancheerd dat het bed nooit meer stilstond (Dirk ten Bruggen cate: "Het bed moet z'n snelheid hou den"); en - het gekrakeel daarover is in Broek nog altijd niet verstomd - de spira len werden hier en daar vervangen door het veel minder comfortabeler maar wel aanmerkelijk lichtere triplex. Geen bed meer Natuurlijk regende het opnieuw protes ten. Vooral de vervanging van de spiraal door triplex was de puriteinen een doorn in het oog. "Nu is het geen bed meer". Even dachten Peter Kos en zijn medebe stuurslid Dirk Witte erover een speciale onderzoekscommissie in te stellen, maar toen een paar deelnemers glashard be weerden dat ze thuis ook op triplex slie pen, was de bodem accuut onder dat plan weggeslagen. Kos zuchtend: "De mens is spitsvondig. We hebben nu de re gel: je moet op dat bed kunnen liggen. Maar ja, dat kan je al vlug natuurlijk". Niettemin houden Kos en zijn vijftig medewerkers de ontwikkelingen nauw lettend in het oog, "want het benne on derhand natuurlijk dolle toestanden ge worden". De_ zogenaamde Elfsteden tochtstart waaraan de deelnemers zich nu moeten onderwerpen, bleek een vondst. Botsende bedden zijn een zeld zaam verschijnsel geworden nu de eerste loper achthonderd meter moet rennen alvorens hij zijn bed in beweging mag zetten. Het probleem ligt 'm nu vooral in de inschrijving. Die vindt plaats in het voorjaar bij Gerrit Smit, zoals café De Schelvis in Broek kortweg wordt ge noemd. Tot twee jaar geleden was er niets aan de hand. Toen echter nam de eerste ad- spirant-deelnemer al ruim voordat de in schrijving begon een pole position in j voor de deur van Gerrit. Waarna het hek van de dam was. Kos: "Verschrikkelijk, daar moeten we iets op zien te vinden. Dit jaar begon de inschrijving om acht uur. Maar wie toen kwam was al te laat. Er stonden er minstens driehonderd voor de deur en we laten maar honderd dertig koppels toe". Zwarte handel Gevolg: er is een zwarte handel op gang gekomen in startbewijzen voor de Lan gedijker Beddenrace. In 'De Koerier', een van de vele huis-aan-huisbladen die in Langedijk verschijnen, werd een paar weken terug in besmuikte termen nog een startplaats aangeboden voor hon derd gulden. Kos: "Ja echt hoor, het dreigt business te worden. Dat is wel jammer, vind ik. Ik noem geen namen, maar ik weet van iemand dat-ie voor vijf honderd gulden het bed van Jan van Baar en Martin Beerepoot heeft willen kopen. Dat is een ultralicht bed met race- wieltjes, uitvalnaven, nou ja, alles wat je maar kunt bedenken. Ze hebben het niet gedaan trouwens". Nee, natuurlijk niet. Van Baar en Bee repoot immers legden vorig jaar het hele peloton hun wil op. Tot verdriet van de autochtone Broekers, die het er knap moeilijk mee hadden dat een Waarder (inwoner van Heerhugowaard) en een Hensbroeker in Langedijk met de zege aan de haal gingen. Maar ja, wat moest je tegen die lui. Ze ontwikkelden niet al leen een geweldige loopsnelheid, maar ze sjorden ook nog aan een bed dat - zo wilden de geruchten - al vooruit schoot als de passagier zwaar moest hoesten. Het duo, ondersteund door verzorgings- posten die om de 250 meter langs het tra ject stonden, legde in 2 uur, 32 minuten en 7 seconden ruim 52 kilometer af, het geen een gemiddelde snelheid van 20.439 kilometer per uur betekende. Toen Den- simo in Rotterdam een wereldrecord op de marathon liep deed hij dat met een ge middelde snelheid van 20.014 meter. Dirk ten Bruggencate, drie keer win naar van de race en ook vanavond onge twijfeld weer een van de vedetten: "Het is flauwekul natuurlijk, maar wel bloed serieuze flauwekul. Wil je in Langedijk winnen, dan moet je de halve marathon binnen de 1.10 kunnen afleggen, anders kun je het vergeten. Dat we harder gaan dan het wereldrecord komt omdat we verschrikkelijk grote stappen kunnen nemen. Dat bed is zo gemaakt datje er bij het lopen op kunt steunen. Je zweeft als het ware. We hebben het wel eens uitge meten; we maken passen van meer dan drie meter". Hogere lonen Vanavond wil hij weer eens winnen, Dirk. Hij heeft hard getraind, evenals zijn compagnon voor deze keer, Friedjof Komen uit Akersloot. Het probleem is al leen: zij zijn niet de enigen. Neem Mare van der Molen. Samen met Danny Stam rende hij ter voorbereiding naar Parijs en terug. Vijftig kilometer per dag. Toen ze met hun bed de Eiffeltoren rondden is er nog een foto gemaakt die niet alleen in een paar Noordhollandse, maar ook in Franse kranten heeft gestaan. Het onder schrift sloeg nergens op (Mark en Danny zouden demonstranten zijn voor hogere lonen in de Hollandse ziekenhuizen), maar dat intersseert ze in Broek op Lan gedijk geen lor. Er doen tenslotte wel meer vreemde verhalen over de bedden race de ronde. "Dat komt", zegt Kos, "omdat het er allemaal zo stom uitziet. Tweehonderdzestig gekken die toege juicht door dertigduizend mensen hon derddertig bedden door een paar straten duwen... Tweeëneenhalf uur lang. Je kan het bijna niet bedenken". Veel erger nog, ze wijzen naar hun voorhoofd als Peter er tijdens een vakan tie op de Veluwe wel eens voorzichtig over begint. Beddenrace? "En weet je, het kan zo mooi zijn. We starten altijd om 7 uur 's avonds. Zodat we om half tien, tijdens de laatste ronde, in het donker lo pen. Alle lichtjes zijn dan aan, van de hui zen, van de lantaarns. Prachtig, prachtig. Voor mij is dat altijd 'een rondje kippe- vel'. Alleen daarom al zou ik die race van m'n leven niet meer willen missen". Van 27 augustus tot 1 september organiseert de Koninklijke Nederlandse Schutters As sociatie (KNSA) het wereldkampioenschap schieten met historische wapens. Zo'n 450 schutters uit zeventien landen zullen op de schietbaan uitvechten wie het best overweg kan met antieke wapens of replica's hiervan. Nederland zal de thuiswedstrijd spelen met een 23 leden sterk team, bekwaam in verschillende disciplines zoals de vijftig meter staand, de honderd meter liggend of het kleiduivenschieten. Mede-organisator en team captain Mertens ziet het wel zitten: "We hebben een groot team. En tijdens de kwalifica tiewedstrijden is er al heel goed geschoten". door Mark Litjens Captain Mertens; "Van alle schietsporten is historisch wapenschieten het mooiste om te zien". Schutters uit 17 landen op Leusderheide In de huiskamer van L. Mertens staan "éen paar oude geweren in de hoek. In een bruine doos ligt een pistool dat uit een film over struikrovers afkomstig lijkt. De wapenverzameling is echter niet óm aan de muur te hangen, maar om te gebrui ken. Mertens schiet met deze antieke wa pens tijdens wedstrijden, zowel natio naal als internationaal. "Bij het schieten met historische wapens maken wij al leen gebruik van voorladers. Dat zijn ge weren, pistolen en revolvers die via de loop geladen worden. Wat kruit, loden kogeltje, aanstampen en schieten", aldus Mertens. De schutter is lid van de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KN SA) en mede-organisator van het veer tiende wereldkampioenschap Histori sche Wapens, dat van 27 augustus tot 1 september gehouden wordt op de Leus derheide. Er komen 450, uit zeventien landen afkomstige, schutters. Mertens zelf moet dit jaar afzien van prijzen. Hij moest kiezen tussen schieten of organi seren en koos voor het laatste. Boven dien is hij teamcaptain van de Neder landse ploeg. "Het schieten lijk heel makkelijk maar er komt heel wat bij kijken om op topni veau mee te kunnen doen. Het is niet al leen het overhalen van een trekker. Veel oefenen op houding, trekkertechniek en ademhaling is van groot belang. Echt vi taal is het laden van het geweer. Hoeveel kruit je erin doet, hoe hard je het aan stampt en of het kogeltje er goed inzit. Als dit niet goed gebeurt dan komt de ko gel gegarandeerd ergens anders dan waar de bedoeling was, namelijk in het midden. Dit kan dus het verschil beteke nen tussen een tien of een negen", legt de teamcaptain uit. Het balanceren tussen de bovenge noemde componenten is heel vermoei end. Vooral wanneer er veel op het spel staat, bij voorbeeld een wereldtitel. "Ie dere schutter krijgt een half uur om der tien schoten te lossen. Na ieder schot moet je opnieuw laden, weer de goede houding zoeken en vooral je concentra tie vasthouden. Van de dertien schoten tellen de tien beste. Schiet iemand per ongeluk veertien keer, dan wordt het beste schot in mindering gebracht". De wedstrijd kent verschillende on derdelen en disciplines. Ook wordt er on derscheid gemaakt tussen antieke wa pens en replica's. Deze categorieën ko men niet tegen elkaar uit. Er zijn drie ver schillende banen waar de schutters schijven moeten raken: van vijfentwin tig, vijftig en honderd meter. Op de laatste wordt liggend geschoten, op bei de andere staand. Daarnaast is er ook nog het kleiduivenschieten. Op al deze onderdelen wordt weer met verschillende wapens geschoten. Een wedstrijd historische wapens kent dan ook veel variëteit. "De deelnemers kun nen aan diverse series meedoen. Meestal kiezen ze er twee of drie uit om zoveel mogelijk te schieten. Een allrounder heeft veel mógelijkheden, maar dit is niet voor iedereen weggelegd. Ieder wa pen vraagt om een andere techniek, om een andere laadwijze. Er is vakmanschap vereist om alles goed te doen. En dat vraagt ervaring". Daarom is Mertens blij dat het WK dit jaar in Nederland gehouden wordt. "Wij doen aan deze kampioenschappen mee met een team van 23 personen. Normaal gesproken gaan wij met maximaal zes tien mensen naar een WK. Voor een paar van onze schutters is dit dan ook een mooie gelegenheid om zo'n gebeuren mee te maken, om ervaring op te doen. Dat een WK-team meestal kleiner is, komt doordat het budget van de KNSA niet verder reikt. De bond betaalt alles voor de afvaardiging, waaronder de reis, het verblijf in een hotel en de kleding. Dit jaar zijn de kosten vanzelfsprekend lager omdat we in eigen land blijven en zodoende hadden we de mogelijkheid om ons team uit te breiden", zegt de cap tain. Mertens is al dertien jaar bezig met de schietsport. Zijn interesse voor wapens werd gewekt toen hij in het leger moest dienen. Direct na het afzwaaien meldde de captain zich bij een schietvereniging. Weer iets later kwam hij in contact met historische wapens. Mertens: "Ik raakte geïnteresseerd in het verleden van antieke geweren. Dit combineerde ik met mijn schiethobby en dat was het begin. Maar ik ben niet ie mand die alleen maar verzamelt. Ik schaf alleen maar wapens aan waarmee ik de sport kan beoefenen. Een oud geweer moet in een goede conditie z(jn, anders heb ik er niks aan. Als ik aan een wed strijd meedoe dan gaat het voor mij niet om een mooi wapen, dan gaat het om de punten". Het visuele aspect is wèl heel interes sant voor de toeschouwers. "Van alle schietsporten is het historisch wapen schieten het mooiste om te zien. Iedere keer opnieuw laden, aanleggen en af drukken. Het feit dat mensen staan te schieten met wapens die al een hele his torie achter de rug hebben, geeft een apart accent aan de wedstrijd". "Dat is wel wat anders dan die moder ne wapens waar meerdere patronen tege lijk ingaan en die afgevuurd worden zon der dat de schutter uit zijn concentratie hoeft te komen. Daarom wordt er door de organisatie ook veel gedaan om alles zo te houden zoals het vroeger was. Aan een geweer mag totaal niks veranderd zijn. Alleen dan krijg je de goedkeuring om deel te nemen". De KNSA mag dit WK organiseren omdat de bond dit jaar haar eeuwfeest viert. "Eigenlijk worden wereldkam pioenschappen in de oneven jaren ge houden. De even jaren zijn voor landelij ke en Europese kampioenschappen. Voor ons is nu dus een uitzondering ge maakt". 0 - i Jè»*"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 29