Recht op de man af Gezonde leegte ij- Onze taal ENKWIJZER Homo-seks langs de snelweg: op zoek naar spanning Sinds jaar en dag ontmoeten homoseksue le mannen elkaar voor seksueel contact op stille plekjes. De laatste twee decennia zijn dat de donkere parkeerplaatsen langs de snelweg, de zogeheten banen. Omwonen den en passanten klagen daar geregeld over. Niet zelden nemen gemeenten maat regelen door deze plaatsen af te sluiten. In het Gooi noteert de politie al enige tijd regel matig kentekens van bezoekers van die plaatsen. Dit tot ergernis van de belangen organisatie voor homoseksuelen, het COC. Voorzitter M. Jansen diende namens de re gionale afdeling 't Gooi een klacht in bij de procureur-generaal, maar werd in het onge lijkgesteld. Het COC laat het er niet bij zit ten en is nu naar de Nationale Ombudsman gestapt. Wat gebeurt er toch op die stille, donkere plaatsen? Wat voor mensen zijn dat die daar komen voor hun seksuele contacten en hoe voltrekken die zich? door Fred Bos 't Gooi, maandag laat in de avond. Ver slaggever en fotograaf maken zich op voor een rondje langs de parkeerplaat sen van snelwegen, zoals ook homo seksuele mannen rondrijden om elkaar ontmoeten. Recht op de man af: op zoek naar gratis seks met iemand die je niet kent. Op donkere plaatsen, die door bui tenstaanders worden gemeden. De bijna volle maan staat helder aan de hemel. Het oranje licht van de snelwegen heeft ineens iets spannends. Hilversum. De Bosberg langs de A27. Het is bijna helemaal donker. De maan zet een rij auto's in een vaag licht. Over het zandpad naast de parkeerplaats schuiven silhouetten langzaam voorbij. Alleen het geraas van het verkeer op de snelweg doorbreekt de beklemmende stilte. Mannen wachten roerloos in hun auto. Anderen lopen heen en weer. Ze zwijgen, kijken, wachten bij de auto, lo pen weer door. Af en toe worden twee ke rels opgeslokt door de duisternis van het achterliggende bos. Stilte. Het is alsof er elk moment iets kan gebeuren. Eemnes. Motel de Witte Bergen langs de Al. Op de verlichte parkeerplaats wachten de bezoekers van de Goij er- gracht, aan de andere kant van de snel weg. Halverwege dat laantje staan ook auto's. De lichten zijn gedoofd. De auto met verslaggever en fotograaf draait het zandpad op. In de verte gaat bijna tegelij kertijd een aantal koplampen aan. In een mum van tijd rijden zes, zeven auto's korte rondjes op de plek waar de wagen van deze krant is gestopt. Een aantal mannen stapt uit en loopt heen en weer. Het geronk van motoren sterft weg. Het is weer doodstil. Naarden. De Bastion langs dezelfde rijksweg 1. Spitsuur even na elven. Een rij auto's, waarlangs mannen heen en weer lopen. Af en toe leunen ?e noncha lant met de rug tegen hun auto. Eén ver dwijnt in de struiken. Een ander wacht even en loopt er dan achteraan. Langs de parkeerplaats rijdt een auto voor- en ach teruit, heen en weer terug. Naarden. Parkeerplaats Ronduit, aan de overkant'langs de weg richting Hil versum en Amsterdam. Zeven personen wagens. Weer dat beklemmende, wat lu gubere sfeertje. Emotieloos. Dezelfde heen-en-weerrijder van zojuist zoekt nu hier. Opnieuw De Bastion. Nu tussen één en twee uur 's nachts. Een man loopt heen en weer bij de bosjes. Zijn brandende si garet trekt de aandacht. Niemand rea geert. Voor de auto van fotograaf en ver slaggever hangt een man voqrover tegen het voorportier van een auto. Als een wa gen de parkeerplaats oprijdt en de> duis tere plek even fel wordt verlicht, trekt hij haastig zijn broek op. Als het weer don ker is, neemt hij snel dezelfde houding weer in. Na hem volgen binnen een kwartier twee anderen. Het ritueel hér- haalt zich. Niemand slaat er acht op. De rijksweg Al. Midden in de nacht. Af en toe raast een auto voorbij. De parkeer plaatsen zijn nagenoeg verlaten als de Naardense politie er een kijkje neemt. Anonimiteit Elke dag gebeurt het, bijna de klok rond, maar vooral als de duisternis haar intre de heeft gedaan. Langs de Nederlandse snelwegen ontmoeten homoseksuelen (voornamelijk mannen) elkaar. Echt con tact wordt er niet'gelegd. Het gaat om de seks en het dondert niet met wie. Parke ren, heen en weer lopen en wachten tot je 'beet hebt'. Met z'n tweeën de struiken in en even later terug naar huis, of zoals ook wel voorkomt, naar een andere ontmoe tingsplek. Voor de spanning. Maar ook om die andere seksuele geaardheid voor de omgeving verborgen te houden. De 'banen', parkeerplaatsen waar ho moseksuelen elkaar in anonimiteit ont moeten, zijn zo óud als de weg naar Ro me. Eén van de eerste en meest bekende plekken in het Gooi moet het park.tussen de AVRO-studio en het raadhuis in Hil versum zijn geweest. Aan het eind van de jaren zestig ontstonden daar problemen en de groep verspreidde zich, op de vlucht voor 'potenrammers' of politie. De grootste baan werd vervolgens al snel de Bosberg bij Hilversum. Maar ook die heeft om dezelfde reden de drukste tijd alweer gehad. Landelijk bezien gaat de ge schiedschrijving veel verder terug. In 's lands archieven bevindt zich bijvoor beeld een plattegrond van Amsterdam uit 1878, waaróp de zeventien belangrijk ste 'kruysplaatsen, bordelen, cafés, kof fiehuizen en andere onmoetingsplaatsen van sodomieters (homoseksuelen -red.) staan aangegeven. Sinds mensenheugenis hebben homo seksuelen zich in meerdere of mindere mate verborgen gehouden voor 'de rest "Ik ben niet bang en ik heb niets te verbergen GPD) van de wereld'. Honderden jaren geleden kon sodomie zelfs worden bestraft met de dood. De geschiedenis gaat terug naar 1292, het jaar waarin twee homoseksuele priesters in Gent op de brandstapel te recht kwamen wegens sodomie. Dat was niet alleen een kerkelijke zonde, maar in die tijd eveneens een misdrijf. Veel ho mo's en lesbiënnes hebben sindsdien eeuwen lang hun seksuele geaardheid met de dood moeten bekopen. Veel later werden de staffen milder en werd iemand pas in staat van beschuldi ging gesteld als er een duidelijke getui genverklaring kon worden' afgelegd. Neem de 23-jarige sergeant en een 18-ja- rige korporaal die 'het' met elkaar deden op een van de Naardense bastions in 1886. Eén getuige klaagde hen aan. Een onderofficier haastte zich naar de plek waar het zou zijn gebeurd en zag aan het ingedrukte gras dat daar iemand had ge legen. Op het gras vond hij liggen 'een vocht, het meeste gelijkend op rauw ei wit'. De twee kregen drie maanden ge vangenisstraf. Homoseksualiteit is ook aan het begin van deze eeuw nog taboe, maar zij die tot deze groep behoren laten sinds 1912 van zich horen via de humanitaire instelling NWHK, die protest aantekent tegen een nieuw wetsartikel: 248 bis. Daarin wordt ontucht met mindeijarigen van hetzelfde geslacht strafbaar gesteld. In 1971 wordt vervolging op dat punt versoepeld, maar van werkelijke accep tatie van deze seksuele geaardheid is nog steeds geen sprake. Dat is dan ook de re den dat 'sodomieten' elkaar tot op de hui dige dag op stille plekjes ontmoeten. Tot een paar jaar geleden waren dat openba re toiletten. Nog steeds zijn dat donkere homobars waar jongens van rond de twintigfich, voor tussen de 50 en 750 gul den, verhuren aan kerels van een jaar of veertig. Frits van 't Noordende, medewerker van de landelijke informatielijn voor ho mo's en lesbiënnes Gay-switchboard, vraagt zich anno 1990 af of daar wel zo nodig verandering in moet komen. "De constante roep 'accepteer ons toch' naar de hetero's toe is er misschien wel de oor zaak van dat homo- en biseksuelen nog steeds worden gediscrimineerd. Ik heb dit nog nooit gezegd en het wordt me misschien niet in dank afgenomen, r eigenlijk zitten we als homoseksueel niet op erkenning van hetero's te wachten", zegt hij. "Bezoekers van de banen zitten per de finitie in een isolement, al mag het aantal probleemgevallen niet worden onder schat", aldus Van 't Noordende, die vast stelt dat deze groep veelal bestaat uit ge trouwde (welgestelde) mannen. Mannen die hun behoefte aan homoseksueel con-, tact verbergen voor vrouw en kinderen. Een groter aantal homo's gaat echter voor de spanning naar de banen. Het Mollebos bij Amersfoort is daar het mooiste voorbeeld van. Iedere maandag is het 'leeravond'. Wie er naartoe gaat, ontmoet op z'n minst honderd liefheb bers van leren kleding en/of sado-maso- chisme. Welgestelden Terug naar de Bosberg, waar ook dag gebruik van wordt gemaakt. Bij dag licht is de parkeerplaats gewoon een par keerplaats. Wie het niet weet, merkt niet dat daar wordt gewacht op een seksueel avontuurtje. Het hek, dat de weg scheidt van het bos, is op verschillende plaatsen vernield. De grond is bezaaid met stuk ken toiletpapier. Safe-seks staat duide lijk niet in het woordenboek van de be zoekers. Er is geen condoom te vinden. In het bos slenteren mannen schijn baar doelloos rond. Een van hen hangt tegen het hek en kijkt, met de blik op on eindig, voor zich uit. Als de foto's van de plaats zijn gemaakt komt hij vragen of het voor de politie is. Ook vertelt hij dat het beslist niet de homoseksuelen zijn die het hek hebben vernield. "Jullie we ten toch wel wat hier gebeurt?", vraagt hij nadien voor de zekerheid. Dan doet hij zijn verhaal, zonder te we ten tegen wie of waarvoor. Het verhaal, dat het goed is dat de banen er zijn en hoe je er het snelst contact legt. Het verhaal, dat hij als jonge homofiel is mishandeld en sindsdien eigenlijk een verbitterd le ven leidt. Dat hij en alle andere homo seksuelen van 'zijn soort', op de baan zo vaak worden misbruikt door die ge trouwde 'high society'-kerels. Hij maakt zich kwaad over het feit dat ze vrouw en kinderen thuis besodemieteren. "Zes van de tien bezoekers zijn welge stelden. Burgemeesters, advocaten, dok toren. Allemaal komen ze hier. Maar wel in de auto van hun vrouw, omdat ze bang zijn herkend te worden", zegt de man. Hij komt op de banen, omdat hij geen behoefte heeft aan contacten in een ho- mobar. "Ze kijken naar je uiterlijk, daar j gaat het alleen maar om. Ze gaan op stap met knappe jongens, om anderen jaloers te maken. Ik hou alleen van oudere r nen en die kom je daar nauwelijks tegen. Eigenlijk gaat het me alleen ook r de seks. Het maakt me niet uit met hoe hij eruit ziet en of hij keurig netjes of smerig is". Er komen ook kinderen op de baan, I vertelt de man. Hij zegt, dat hij i een jaar of veertien heeft wegge stuurd met de mededeling: "Als je sek sueel contact wil met mannen, vertel het dan eerst maar eens thuis aan je ouders, broers of zusters. Praat erover, maar kom niet hier naartoe". Als hem wordt verteld, dat de foto's voor de krant zijn, verblikt of verbloost hij niet. "Schrijf maar wat ik jullie heb verteld", zegt de man. Op de foto wil hij ook nog wel, geen enkel punt: Ik ben niet bang en. ik heb niets te verbergen. Zeg maar waar je de foto wilt maken". Overlast De banen van 't Gooi. De plaatsen van de j mannen die een toevallige voorbijganger bewust en onbewust doen schrikken. Een manier van leven, waarover de me ningen in homo- en heterokringen ver- I deeld zijn. "Een aantal hetero's klaagt, maar zijn zij eigenlijk niet voor een deel de oorzaak van het ontstaan van de banen?", vraagt COC-voorzitter M. Jansen zich af. "Ze bezorgen overlast", zeggen omwo nenden. "Ik voel me bedreigd", zeggen de toe vallige bezoekers van een van de par keerplaatsen. "We worden gediscrimineerd, maar we zijn toch ook gewone mensen met onze eigen liefhebberijen?", zegt de homofiel. De eeuwenlange discussie. Langs de snelweg duurt zij voort. 'Vanaf hier nog 45 minuten' staat er op het bordje. Nog drie kwartier schuifelen onder de bloedhete zon op weg naar de wildwaterbaan. Achter die spannende naam gaat niet meer schuil dan hooguit twee minuten natgespat worden op een soort van plastic autoband die je zo on handig op en neer schudt dat je voor je rug begint te vrezen. In de entreeprijs voor het pretpark zitten alle dertig at tracties inbegrepen, maar de werkelijk heid is datje voor drie daarvan, staat ge lijk aan hoogstens vijf minuten echte pret, al een hele middag uit moet trekken. De jongeman voor mij, een soort van Billy Turf met een broek aan waar iedere plooi voortdurend wordt uitgeperst, blijkt uitstekend voorbereid op het pret- parkwerk. In zijn rechterhand houdt hij een enorme kartonnen beker met pop corn, waaruit hij regelmatig een portie neemt om die met open mond weg te kau wen. Ik kan het spul dan als sneeuwvlok ken van zijn bovenkaak in de onderbak zien vallen. Bij tussenpozen spoelt hij de kauwresten weg met een luidruchtig ge slurp uit de halve emmer cola die hij in zijn linkerhand heeft. Als hij af en toe even pauzeert, is het omdat het koolzuur zich met een onsmakelijke knal een weg naar buiten baant. Daarbij vliegt er ook steeds iets wits mee de wereld in. Hoewel ik het schouwspel niet het meest verheffende vind, begin ik er na een kwartier, waarin hij onvermoeid door maalt en slokt, noodgedwongen aan te wennen. Ik bedenk dat hij, riet als ik, waarschijnlijk vakantie heeft en met zijn gedachten op nul en niksdoen zich nu eens lekker overgeeft aan de onbelemmer de bevrediging van eerste levensbehoef ten. Ik bedenk ook, dat in tegenstelling tot zijn geest zijn lichaam geen vakantie leeg gemaakt worden) is beschoren. Waarschijnlijk moet het zelfs harder wer ken dan anders om alle voedsel en drank die extra en op ongewone tijden wordt ingenomen verwerkt te krijgen. Ik begin me af te vragen of dat niet voor de meeste mensen geldt, namelijk dat vakantie niet meer is dan het tijdelijk niet bezetten of leegmaken van werkplek en (werk)geest is, terwijl het lichaam of in ieder geval de spijsvertering overuren moet maken. Als ik vervolgens om me heenkijk, valt me in derdaad op dat de meeste mensen in de rij wel iets aan het kauwen, zuigen of drinken zijn. Als ik later door het park te rug naar de uitgang loop, zie ik hetzelfde beeld. Overal waar mensen iets aan het doen zijn, bestaat dat doen vooral uit Blijkbaar staat vakantie voor veel mensen gelijk aan niet-door-werken-on- derbroken-eten-en-drinken. Toch weten we al vele eeuwen lang dat het zowel voor ons lichaam als voor onze geest van groot belang kan zijn om ook onze spijsverte ring af en toe op vakantie te laten gaan. Dat wil dus zeggen, dat het heel heil zaam, heel gezond is om af en toe te vas- ,ten. Maar alleen al dat strenge woord 'vasten' is voor de meesten van ons vol doende om de schrik in de benen te krij gen. We moeten er eenvoudig niet aan denken dat we een tijdlang, een aantal dagen of enkele weken, het comfort of de troost van voedsel zouden moeten missen. Vasten is iets dat we associëren met moslims, ouderwetse christenen, of geite haren alternatievelingen. Wie normaal met deze tijd meedoet, die vast vast niet. Want waarom zou je jezelf opzettelijk een genoegen ontzeggen? Als we al eens vas ten, doen we dat hoogstens om wat pon den kwijt te raken, want alleen voor mooi zijn willen we nog wel eens pijn lijden. Toch gaat het bij vasten in de oorspron kelijke zin van het woord om heel iets an ders dan om zelfkastijding of om af te slanken. Vosten is sinds mensenheugenis een religieus ritueel geweest, omdat door voedselonthouding opvallende psychi sche, innerlijke veranderingen kunnen optreden. De voornaamste daarvan zijn dat vasten (mits op de goede manier ge daan, dus onder goede begeleiding) er toe leidt dat onze concentratie verbetert en dat we helderder kunnen denken. Verder verhoogt het onze gevoeligheid voor wat er aan gevoelens en gedachten in ons om gaat. We worden ons meer bewust van onszelf. Door vasten verlangzaamt ook ons levenstempo, waardoor de stress en spanningen van alledag afnemen. We worden er in psychisch opzicht vrijer, ontspannener en gevoeliger door en het vermindert onze bezetenheid voor stoffe lijke zaken. Maar niet alleen ónze geest ontdoet zich via vasten vaak van ballast, ook ons lichaam wordt erdoor in staat gesteld zich van een stuk ballast, van, stofwisse- lingresten (het zogenaamde ontslakken) te ontdoen. (Hierdoor kunnen mensen die vasten nogal eens een onaangename geur verspreiden). Het effect daarvan kan eu. ui. oe. DOOR JOOP VAN DER HORST Vakantietijd. Tijd voor een lekker dik boekl Wat dat betreft heb ik me dit jaar echt ver wend: J.J. Voskuil, 'Bij nader inzien', 1207 bladzijden. De VPRO schijnt bezit te zijn met de verfilming ervan en ik ben zo iemand die dan graag eerst het boek gelezen wil hebben. Waarna ik de film meestal vergeet. Prachtig boek. Mieters boek, om in stijl te blijven, maar moeilijk om te verfilmen want gebeurt hoegenaamd niets in. Alleen ge sprekken tussen studenten op hun kamer. Het speelt in de jaren 1946-1953 en het is verschenen in 1963. De laatste twee zinnen van het boek zijn als samenvatting van het geheel, een slot- I akkoord: 'Ze praatten luid tegen elkaar. Hun stemmen weerkaatsten tegen de gesloten gevels van de grachtenhuizen'. Want al het gepraat levert niets op. Ik weet niet of de schrijver in 1963 moeilijk los kon komen van de oude spelling van voor 1955. Misschien gebruikte hij opzettelijk oudere schrijfwijzen als copie, octoberen critiek om de sfeer van verleden aan te geven. In ieder geval vallen ze op want voor het overige is het boek gewoon in de tegenwoordige spel ling gesteld. October en critiek met een -c- zijn inderdaad oude spelling, de spelling De Vries en Te Winkel, die van 1864 tot 1947 gegolden heeft, toen men ook mensch en visch schreef en kooien met dubbele oo. Ondertussen is de officiële spelling al zo'nj kleine veertig jaar lang oktober en kritiek, al schijnt dat nog steeds niet tot iedereen gedrongen te zijn. Maar copie is nooit officiële spelling geweest. Ook volgens De Vries en Te Winkel diende men kopie te schrijven, net als nu. De meest opvallende afwijking van de spel ling is giebelen, gegicheld, giebelden. Het woord komt in die 1207 bladzijden af en toe voor en steeds staat het dan zo geschreven. Eerst twijfelde ik. Hoe schrijf je gichelen ei-I genlijk? Opgezocht. Inderdaad, giechelen is sinds 1947/1955 de gewone spelling. Ook een ouderwetse schrijfwijze*? De Vries en Te Winkel schrijven in hun Woordenlijst voor: giegelen, ook met ie maar met twee keer een -g. Aanvankelijk was het woord vergeten, maar in de derde editie, van 1879, staat dan toch giegelen. Zoals bekend hebben De Vries en Te Win kel hun spelling van 1864 in eerste opzet niet ontworpen voor de,gewone gebruiker om vastigheid te krijgen bij de samen stelling van hun grote Woordenboek der Nederlandsche Taal, het WNT, waaraan toen begonnen werd. Wie nu eens gaat kij- n het WNT hoe ze giechelen daar be handelen, komt voor een verrassing te staan. Je zou verwachten giegelen want zo staat het in de Woordenlijst van De Vries en Te Winkel, de voorloper van ons Groene Boekje. In het WNT wordt de gebruiker bij giegelen venwezen naargichelen. Nou breekt mijn klomp! Eerst afspreken dat je het woord als giegelen zal schrijven en als puntje bij paaltje komt kiezen voor giche len. Deze onvaste koers van De Vries en Te Winkel heeft ertoe geleid dat in ouderei woordenboeken, woordenboeken van voor 1955, niemand het weet: alles wordt door el kaar gebruikt, giegelen, gichelen en zelfs wel af en toe giechelen. Voskuil is neerlandicus en hij heeft tijdens zijn studie zeer zeker kennis gemaakt met het WNT. Maar hij zal in 1963 dan ook ge weten hebben dat er toen al weer acht jaar zoiets bestond als het Groene Boekje. Waaruit ik afleidt dat hij welbewust allerlei oudere spellingen door zijn boek gestrooid heeft. Toen ik dit stukje begon, was ik van plan iets te schrijven over de oorsprong van dat aar dige woord giechelen en over de samen hang met giebelen en hinneken, maar mijn hoekje is vol en ik moet dat uitstellen tot volgende keer. door René Diekstra hoogleraar psychologie te Lejden. zijn, dat bepaalde chronische klachten minder worden of zelfs verdwijnen. Hoe wel we ons er meestal niet van bewust zijn, kennen we allemaal uit persoonlijke ervaring de heilzame werking van vas ten. Iedere nacht, als we inslapen, begin nen we noodgedwongen te vasten. Als we s morgens wakker worden, hebben we af hankelijk van onze slaaptijd 6 tot 9 uur gevast. In het Engels heet ontbijt daarom ook heel toepasselijk 'breakfast', dat wil letterlijk zeggen het afbreken van het vasten. Ook uit een andere situatie kennen de meesten van ons het vasten. Als we ziek worden, hebben we meestal pijn en ver liezen we onze eetlust. Dat heeft een die pere betekenis. Het zieke lichaam heeft voor de genezing van wonden of de be strijding van virussen en bacteriën zijn hele afweerkracht nodig. Het kan zich dan niet meer met het verteren van voed sel bezighouden, omdat de spijsvertering zelf meer dan een derde van de energie verbruikt die in voedsel zit. Door de beno digde energie uit de eigen lichaamsv'oor- raden te halen (zoals *uit lichaamsvet) kan ons lichaam ziektes veel effectiever te lijf gaan. Wat gebeurt er precies als we vasten? Op lichamelijk vlak zijn er drie ver schijnselen waar te nemen, wanneer we, geen vast voedsel (vloeibaar in de vorm van sap of mineraalwater is toegestaan) meer tot ons nemen. Na een aantal uren daalt de bloedsuikerspiegel en melden de hersenen 'opgelet, voedsel aanvullen'. We krijgen honger. Dit gevoel wordt door het zien van eten. door geuren of door ons denken aan eten versterkt. De bewegin gen van de ingewanden en de afschei ding van maagsappen en speeksel zorgen er verder voor, dat we steeds driftiger naar voedsel zoeken. Dat kan zover gaan, dat we van verlangen naar voedsel ge spannen raken, dat we duizelig worden en ons zwakjes gaan voelen. Maar als we deze moeilijke periode doorstaan, dan verdwijnt het hongergevoel ten slotte vol ledig. De maag stopt de afscheiding van maagsappen als langere tijd geen vast voedsel meer getransporteerd hoeft te worden en ook de darmbewegingen hou den op. Ons lichaam wacht niet langer meer op de aanvoer van voedsel. Geen maagknorren meer, geen voedselverlan- gen. Het lichaam is overgeschakeld op de innerlijke reserves. Dat is ook het moment waarop veel mensen een soort van innerlijke bevrij ding ervaren. Niet alleen een bevrijding van het eten zelf, van inkopen doen, klaarmaken, afwassen, maar vooral ook bevrijding van gevoelens van afhanke lijkheid. Opeens merk je dat de dingen waarvan je dacht datje er geen dag, laat staan dagen, buiten kon, hélemaal geen noodzaak zijn. Dat je je ook goed of zélfs gelukkig kunt voelen zonder elke dag kof fie, colavlees, muesli, twaaf boterham men, gebak, chocola of alcohol te nutti gen. Je ontdekt datje altijd een soort van slaaf van je voedingsgewoonten bent ge weest en dat er vaak ontzettend veel van je aandacht en tijd dagelijks in het den ken aan eten is gaan zitten. Veel mensen merken zelfs voor de eerste keer. dat ze hun dag altijd onbewust hebben inge deeld naar de consumptiemomenten: om negen uur zijn ze al in gedachten bezig met de koffie van tien uur, om elf uur gaat de aandacht naar de lunch van twaalf, om twee uur naar de thee van drie, enzovoorts. Vasten betekent, dat je je ontdoet van je bezetenheid van voedsel, van consumeren. Het betekent, dat je je li chaam en geest leegmaakt om vervolgens op een minder dwangmatige, gezondere manier te gaan leven. En laten we eerlijk zijn, een betere afloop dan 'dat kan een vakantie niet hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 27