Vrijwilligers gevraagd
Korps Nationale Reserve behoeft aanvulling van nieuwe krachten
ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1990
PAGINA 21
"Mensen die bij de Natres zijn, offeren een stukje van hun vrije tijd op om de samenleving te dienen". GPD'
Op diverse NS-stations kan de
reiziger wervingsposters aan
treffen van het Korps Nationale
Reserve. Het is een bijzonder,
louter uit vrijwilligers bestaand
legeronderdeel dat in de eerste
momenten van chaos bij oor
logsdreiging belangrijke pun
ten in ons land moet bewaken
en verdedigen. "Is onze veilig
heid u een stukje vrije tijd
waard?", is de tekst die op het
gemoed moet werken van
mannen en vrouwen met een
sterk ontwikkelde vaderlands
liefde. Om het verloop op te
vangen is personele aanvulling
van wat in de wandeling de Na-
tres heet, dringend gewenst.
"Maar op fanatieke Rambo's
die er op los willen schieten,
zitten we niet te wachten".
door Mark Litjens
De felgekleurde reclameposters die de
meestal toch al treurige NS-stations ont
sieren, trekken hoe dan ook de aandacht.
Of de treinreiziger het nu wil of niet, de
ogen worden als het ware naar de
dikwijls schreeuwende reclameslogans
getrokken. En uiteraard is dat precies de
bedoeling van de firmant die pretendeert
het produkt in huis te hebben waar uitge
rekend de passant al geruime tijd naar op
zoek is. Tussen al die opvallende posters
hangt ook een minder opvallend aan
plakbiljet. Daarop is deze veel te raden
overlatende tekst te lezen: "Is onze vei
ligheid u een stukje vrije tijd waard?".
Nader onderzoek leert dat het hier gaat
om een wervingscampagne van het
Korps Nationale Reserve, kortweg Na-
tres. Het korps zoekt vrijwilligers die in
tijden van oorlogsdreiging de bewaking
en beveiliging van belangrijke objecten
op zich nemen.
De advertenties op de stations zijn
waarschijnlijk de voorbodes van een,
nieuwe campagne waarmee later dit jaar
wordt begonnen. Volgens woordvoerder
Keulen van het ministerie van defensie
gaat het om een tussentijdse campagne.
"Eerst moeten we de defensienota af
wachten die in oktober verschijnt. Daar
in staat wat er gaat gebeuren met de Na-
tres. Blijft het zoals het is, moeten we in
krimpen of kunnen we juist gaan uitbrei
den? Zolang we hierover geen zekerheid
hebben, wachten we met het begin van
de nieuwe campagne".
Optelsom
"Jaarlijks vertrekken er zo'n 800 men
sen. Het Korps beschikt nu over bijna
5000 man, terwijl het er volgens de plan
ning 5500 moeten zijn. Er is nu een tekort
van achthonderd personen. Via de cam/
pagne hopen we een paar duizend aan
meldingen binnen te krijgen. Dit aantal
is nodig om uiteindelijk het gewenste
aantal over te houden".
Het getal 5500 komt niet zomaar uit de
lucht vallen. Het is een optelsom van het
aantal gebouwen, bruggen, spoorlijnen,
militaire doelen, enz. die de legerleiding
graag zo snel mogelijk bewaakt ziet in
crisistijd.
Het Korps werd opgericht in 1948, toen
de Koude Oorlog de wereld in haar ban
kreeg. In dat jaar namen communisten
de macht over in Tsjechoslowakije en
was meteen het wantrouwen jegens
'rood' geboren. Bovendien verbleef een
groot gedeelte van "de landmacht in Ne-
derlands-Indië. Daarom werd een groep
vrijwilligers opgeleid om eventueel zorg
te dragen voor de bewaking van vitale
plekken in ons land. En die taak wordt
bij de Natres nog steeds vervuld.
Eenmaal per maand wordt er een oe
fenavond belegd, ter voorbereiding op
de exercities die meer tijd in beslag ne
men. Een paar keer per jaar wordt er een
tweedaagse oefening gehouden, daarin
staan in het bijzonder de schietopleiding
en het kaartlezen centraal. Eens in de
vier jaar passeren tijdens een vijfdaagse
oefening alle taken de revue.
Voor dit alles krijgen de Natressers
overeenkomstig de beroepswedde per
rang en per dag betaald. Voor een soldaat
komt dit neer op 75 gulden per dag. Geen
groot bedrag, maar klagen over de hono
rering doet niemand. "Uit een enquête
van het onderzoeksbureau NIPO blijkt
dat verhoging van de wedde ook geen ex
tra mensen zou opleveren. Het gaat ze
niet om het geld. 'Oh, het zal wel al bijge
schreven zijn op mijn girorekening' is
wat dat aangaat een treffende uit
spraak", vindt vaandrig Keulen.
Negatief
Het geeft volgens Keulen geen pas vrij
willigers te omschrijven als fanatieke ba
len met een zwak voor kadaverdiscipli
ne, uniformen en marsmuziek. Keulen
vindt dat een te zware omschrijving voor
de vrijwilligers. "Fanatiekelingen, nee
hoor, dat woord klinkt mij te negatief.
Het zijn allesbehalve militaristen. De
mannen, eh mensen, want er komen ook
steeds meer vrouwen bij het korps, leve
ren een stukje van hun vrije tijd in om
iets te doen voor de maatschappij. Ze we
ten wat ze moeten doen, wat er van hen
verwacht wordt. Het is een serieuze be
zigheid. Het zijn geen Rambo's die op al
les schieten wat beweegt. Het is vaak
zelfs saai. Als je de opdracht krijgt om in
de greppel te wachten op de vijand en je
hebt na drie uur nog niks gezien, dan is
dat niet erg spectaculair. Maar het is een
militaire organisatie en je moet soms din
gen doen die je niet leuk vindt".
Het Korps Nationale Reserve heeft,
zoals woordvoerder Keulen van Defen
sie het uitdrukt, een vijandneutrale taak.
De stoere jongens en meiden van de Na
tres vechten niet aan het front, zij hebben
een opdracht te vervullen binnen de
landsgrenzen. "Wij hebben te maken
met infiltraties, niet met tanks. Daar ligt
de daadkracht van het korps. In tijden
van oorlogsdreiging staat de Natres als
een van de eerste paraat. Al onze mensen
hebben leen taak binnen tien a vijftien ki
lometer van de woonplaats. De uitrus
ting hebben ze thuis zodat ze snel op de
plaats van bestemming kunnen zijn. De
omgeving kennen ze als hun broekzak.
Een onbekend gezicht of een vreemde
auto wordt dan ook sneller opgemerkt
dan wanneer daar een peloton uit heel
Nederland afkomstige dienstplichtige
soldaten staat.
Een vrijwilliger tekent een contract voor
vier jaar en verplicht zich om minimaal
65 uur per jaar aan de Natres te besteden.
"Het zijn vrijwilligers dus we kunnen ze
eigenlijk niet verplichten. Als ze niet op
een oefening verschijnen zal er een ver
klaring gevraagd worden. Er zijn wel een
paar disciplinaire straffen, maar daar
mee houdt het op. De praktijk wijst uit
dat verzuim amper voorkomt. Als je er
geen lol in hebt, ga je niet bij de Natres.
Mocht er ooit echt iets gebeuren, dan ben
je verplicht je te melden. Kom je dan niet
opdagen, dan pleeg je een strafbaar feit
en zul je je intern moeten verantwoor
den".
afspiegeling van de Nederlandse samen
leving. "Een sluiswachter werkt hier sa
men met een meester in de rechten. In
het groene pak zijn ze allemaal hetzelfde.
Problemen doen zich bijna nooit voor.
Het is een hecht team en ze weten dat ze
van elkaar op aan kunnen. Bovendien
speelt het mee dat ze elkaar kennen om
dat ze uit dezelfde streek komen". Keu
len vertelt verder dat uit een onderzoek
uit 1989 is gebleken dat die doorsnee ook
zichtbaar is als je kijkt naar het stemge
drag van de Natressers. "Eén kwart
PvdA-stemmers, één kwart CDA en nog
één kwart WD".
Lang niet alle leden van het Korps heb
ben een militaire opleiding gehad. "Er
zijn weliswaar veel afgezwaaide dienst
plichtigen die zich bij ons melden, maar
er komen ook steeds meer mensen die
niet in dienst zijn geweest omdat ze bij
voorbeeld bijzonder dienstplichtig ge
steld zijn. Ook steeds meer vrouwen wil
len bij de Natres. Deze mensen krijgen
dan een drie weken durende basisoplei
ding, waarna ze tot het Korps mogen toe
treden. Dan blijkt ook hoe mensen zich
ervoor willen inzetten. De meesten moe
ten drie weken vakantie opnemen voor
deze cursus. Voor de rest wordt heel veel
rekening gehouden met de werkzaamhe
den van de vrijwilligers. Oefeningen
worden op tijd aangekondigd, zodat een
werkgever er rekening mee kan houden.
Voor zover ik weet is er nog niemand
ontslagen omdat hij voor de Natres
moest oefenen".
Ingeburgerd
Ook binnen het gezin van de Natressers
is het Korps een ingeburgerd gegeven.
"Er zijn zelfs families waar vader en zoon
samen bij de Natres zitten. Of zelfs man
en vrouw. Wel in een apart peloton. Het
zou niet leuk zijn voor de andere mannen
en vrouwen wanneer een stelletje lekker
met z'n tweeën in een tentje kruipt. Bo
vendien hebben we liever niet dat echte
lijke problemen bij ons worden uitge
vochten".
Lekken heeft al een hele tijd geleden een
nieuwe betekenis erbij gekregen, maar dat is
tot de meeste woordenboeken nog niet goed
doorgedrongen. Als je opzoekt wat lekken
betekent, dan vind je meestal iets als 'lek
zijn', 'niet dicht zijn', 'door een (ongewenste)
opening vocht of een gas doorlaten'.
De voorbeelden uit de woordenboeken
zijn duidelijk genoeg: de kraan lekt. de dak
goot lekt, het lekt in de voorkamer. Woorden
boekmakers zitten, zoals u ziet. waarschijn
lijk veel binnen en weinig op de fiets want het
eerste voorbeeld dat mij te binnenschiet
maar wat verder niemand geeft, is: mijn band
lekt.
De nieuwere betekenis van lekken vinden
we alleen vermeld in de dikke (driedelige)
Van Dale: 'geheime of vertrouwelijke infor
matie laten uitlekken'. Als een commissie ge
lekt heeft, dan is door een of meer van de le
den vertrouwelijke informatie tegen de af
spraak in doorverteld. Via 'de commissie
heeft gelekt' is de stap gemaakt naar 'iemand
(uit de commissie) heeft gelekt'.
Deze toepassing vinden we nog niet ge
noemd in 'Van Dale Groot Woordenboek He
dendaags Nederlands' en evenmin in de
'Grote Koenen Eigentijds Nederlands'. En
vanzelf ook niet in allerlei kleinere woorden
boeken die daarvan overgeschreven zijn.
Waar maar weer eens uit blijkt dat al die grote
woorden als 'hedendaags' en 'eigentijds'
heel betrekkelijk zijn.
De dikke Van Dale is zelfs zo nauwkeurig
om te vermelden dat lekken in de gewone be
tekenis onovergankelijk is, dat wil zeggen:
zonder lijdend voorwerp optreedt maar in de
nieuwe betekenis wel met een lijdend voor
werp gebruikt wordt. Dat is juist, al blijkt het
niet uit zijn voorbeeldzin: 'De tegenstrevers
moeten naar de pers gelekt hebben, want de
plannen stonden de volgende dag al in de
krant'.
Toch had hier namelijk ook kunnen staan:
'de tegenstrevers moeten informatie of gege
vens naar de pers gelekt hebben...'
Zoals bij ieder werkwoord met een lijdend
voorwerp, is er een passieve zin mogelijk,
een zin in de lijdende vorm. Naast: 'Hij vertel
de een mooi verhaal' hebben we ook: 'Er
werd een mooi verhaal door hem verteld'. Zo
ook met lekken in zijn nieuwe betekenis. In
NRC/Handelsblad van vorige week las ik de
volgende zin: 'In een verslag van een ver
trouwelijke bijeenkomst tussen premier That
cher en een aantal Duitsland-deskundigen.
dat werd gelekt naar een zondagskrant,...'
Het verslag werd dus naar een zondags
krant gelekt. Opvallend is dat ook hier, net als
in het Van Dale-voorbeeld, lekken naar ge
bruikt wordt. Misschien dat de samensteller
van de dikke Van Dale, van wie ik toevallig
weet dat hij deze rubriek steeds met aan
dacht leest, zijn voordeel kan doen met dit ci
taat. Ook de samensteller van Koenen neemt
geregeld kennis van 'Onze Taal'; zijn vader
knipt de rubrieken trouw voor hem uit. Niet
dat de samensteller van Koenen de rubriek
leest om ervan te leren, hij leest de rubriek
om erop te hakketakken. Want hij vindt 'Onze
Taal' een ouwewijven-rubriek. Misschien dat
de samensteller van Koenen nu deze nieuwe
betekenis expres tot in lengten van dagen
weigert te vermelden.
Toch heb ik door de bank genomen veel
meer aardigs over Koenen te vermelden dan
over Van Dale. Gewoon omdat Koenen nu
eenmaal een uitstekend woordenboek is. Bij
voorbeeld omdat Koenen de enige is die bij
lekken ook de uitdrukkingen vermeldt: 'lek
ken als een mandje', 'lekken als een zeef'.
Niet 'lekken als een vergiet', maar je mag niet
alles venvachten.
De andere woordenboeken noemen hele
maal niet van zulke combinaties, die toch
werkelijk tot de Nederlandse taal behoren.
Verder is Koenen de enige die eraan gedacht
heeft dat niet alleen vloeistoffen, maar ook
gassen lekken. Dat ook een pak suiker, een
zak met zand en een baal meel lek kunnen
zijn zij iedereen vergeven: het is echt niet zo
eenvoudig om precies te zeggen wat lekken
betekent. Zeker niet in hedendaags of eigen
tijds Nederlands.
Fred Astaire, Ginger Rogers en Bette Davis kijken vanaf de
schuurwand neer op de enorme verzameling fonografen en oude
grammofoons van Tonny Willems. De 47-jarige Nijmegenaar heeft de
hele geschiedenis van de geluidsweergave in zijn schuur staan. Van
Edisons eerste fonograaf tot en met een cd-walkman. Met zijn reizend
fonograaf- en grammofoonmuseum, dat bestaat uit de apparatuur, de
bijbehorende wasrollen, 78-toeren platen en het stenen hondje van His
Masters Voice, reist hij het land door, langs scholen, langs
ziekenhuizen en langs braderieën.
door Liesbeth Buitink
Tonny Willems: "Als ik dat reizend museum niet had gehad, was ik er on
derdoor gegaan". (foto gpd>
Alsof Edison zijn bloedeigen broer was,
zoveel weet Tonny Willems over de be
roemde uitvinder. Voor de Nijmegenaar
is het geen geheim dat emigrantenkind
Edison niet kon meekomen in zijn klas
en daarom van school werd verwijderd.
En dat Willems op de hoogte is van Edi
sons nachtelijke experimenten in een
treincoupé die als gevolg daarvan geheel
uitbrandde, dat spreekt.
"Ik heb nachten gehad dat ik niet sliep,
zo intensief heb ik boeken gelezen om al
les over hem en de geluidsweergevers
aan de weet te komen. Ik moet wel, want
als ik voor een klas sta wil ik alles kun
nen vertellen".
Door het land trekken met zijn reizend
museum is een way of life geworden
voor Willems. "De verzameling stond op
zolder in de tijd dat ik nog werkte als res
taurateur en verkoper bij een antiekhan
del. Door ziekte kwam ik thuis te zitten;
dan breekt de hel voor je los".
De dagelijkse sleur van zitten, tv-kij-
ken, eten en slapen werd doorbroken na
een verzoek dat de leraar van zijn zoon
tot hem richtte. "Of ik bereid was iets
over de fonografen te komen vertellen.
Ze waren in de les bezig met het thema
'uitvinden' en natuurlijk beland je dan al
snel bij Edison".
De voordracht op school bleek ach
teraf gezien de aanzet tot de opening van
zijn reizende museum. "Waarom zou ik
alles op zolder laten staan? Zo had ik ten
minste weer iets te doen, want anders
was ik er echt onderdoor gegaan".
Vlooienmarkt
Aan zijn museum heeft Willems nu een
dagtaak. Staat hij niet ergens voor de
klas, dan is hij wel op een of andere vlooi
enmarkt te vinden. "Ik struin alles af om
onderdelen te vergaren, want ik restau
reer alles zelf. Zo ben ik destijds ook be
gonnen met mijn verzameling. Ik had al
eens een meubelgrammofoon gekocht
op zo'n markt, gewoon voor in de huiska
mer. En toen gebeurde het, mijn baas
nam die oude Edison-fonograaf mee uit
Frankrijk. Dat ding was heel erg bescha
digd, dus hij zei tegen me: als je er vijftig
gulden voor kunt vangen is het al goed.
Dat geld had ik zelf wel in mijn zak, dus
ik heb hem gekocht en helemaal opge
knapt". Uit de messing hoorn schalt als
bewijs Amerikaanse marsmuziek.
"Dit apparaat is de geschiedenis in ge
gaan als Edisons eerste ontdekking van
geluidsweergave. Je speelt hem af met
een wasrol waar de muziek op staat. Op
de naald zit een saffier, die via een mem-
braam de trilling overbrengt naar de
hoorn. Eigenlijk heeft Edison hem bij
toeval uitgevonden. Hij was in een werk
plaats aan het experimenteren met een
telegraaf. Toen hij hem afluisterde, hoor
de hij de geluiden uit de werkplaats.
Edison ging daar op door en ontwikkel
de zo de fonograaf'.
Willems wijst naar het beroemde
beeldmerk van His Masters Voice, waar
op een hondje in de hoorn van een gram-
mófoon kijkt. "Die is gemaakt door een
Franse schilder die zijn stem op de fono
graaf had opgenomen. Dat hondje hoort
dus de stem van zijn baas en zit te kijken
waar die vandaan komt. Die schilder wil
de dat schilderij eerst verkopen aan
Edison, maar die wilde zijn affiches niet
veranderen. Die grammofoon is er pas la
ter overheen geschilderd, toen His Mas
ters Voice het als affiche ging gebrui
ken".
Hobby
Het kleinste exemplaar uit Willems mu
seum is een voorloper van de walkman.
"Dit is de Colibri-fonograaf. Je kunt hem
helemaal opvouwen, tot je een klein
doosje overhoudt. Ik kreeg het appa
raatje laatst op een braderie. Het komt
van een man die het op zolder had staan.
Hij zag dat ik een echte verzamelaar was.
De man had zelf geen kinderen, dus hij
kon het aan niemand doorgeven".
Op die manier komt Willems tegen
woordig meestal aan aanwinsten voor
zijn museum. "Het meeste heb ik ge
kocht in de tijd dat ik nog werkte. Nu is
het mijn hobby om alle rommel- en vlooi
enmarkten af te lopen, want daar is het
tenminste nog betaalbaar met de weini
ge centen die ik heb".
"Programma's als Tussen kunst en
kitsch verpesten voor verzamelaars als ik
trouwens de markt. De prijzen worden er
enorm door opgeschroefd. Laatst was
daar nog iemand die een fonograaf van
zolder had gehaald en ze zeiden dat dat
ding zeker tweeduizend gulden waard
was. Ik koop ze voor vijfhonderd en knap
ze dan op, maar dan zijn ze nog niet zo
veel waard. Vroeger had je ook hele an
dere prijzen natuurlijk. Ik heb bijvoor
beeld een kindergrammofoon van rond
1920. Die kostte toen achttien gulden.
Als je bedenkt dat de gemiddelde arbei
der toen acht gulden per week vérdien-
de, is dat heel erg veel".
De huidige waarde van zijn verzame
ling werd vorig jaar echter op pijnlijke
wijze voor Willems duidelijk. "Mijn auto
was kapot en er moest een nieuwe motor
-in. Ik heb toen een heel mooie oude
grammofoon moeten verkopen, voor
vijftienhonderd gulden. Ik moest wel,
zonder die auto kom ik nergens".
Pro deo
De financiële gang van zaken rond het
reizend museum is nog altijd een pro
bleem voor Willems. "Mijn vrouw en ik
drinken en roken niet, en alles wat we
over hebben leggen we opzij om er iets
nieuws mee te bemachtigen. Het reizend
museum doe ik pro deo. Als ik een stuk
moet rijden met mijn volgepakte auto,
vraag ik alleen een onkostenvergoeding.
Dat geld investeer ik dan weer in nieuwe
onderdelen".
Geldgebrek staat ook zijn grote droom
in de weg: een echt fonograaf- en gram
mofoonmuseum. "Zelf heb ik geen geld
voor een ruimte die ik als museum zou
kunnen inrichten. Ik heb ook gepro
beerd me als reizend museum in te laten
schrijven bij de Kamer van Koophandel.
Maar de Sociale Dienst stond het me niet
toe, en ik weet nog steeds niet waarom".